Woestijn-avontuur: een lesplan voor kleuters aan de hand van NDT-app 'Cacti'

Screenshot Trailer Cacti. Foto van Nederlands Dans Theater.

MUZIEK & LESMATERIAAL | Dit is de eerste van vier lesplannen die dansdocent Rimke Saan schrijft over de vier digibord-apps voor het basisonderwijs van Nederlands Dans Theater. Een vervolg op de podcastaflevering met de makers van deze apps: Eva Monen en Desirée Veraart. In deze lesplannen experimenteert Rimke met de apps en deelt ze haar ervaringen, en die van de leerlingen en leerkrachten op de school waar zij werkt. Dit eerste lesplan is geïnspireerd op de app voor groep 1 en 2: Cacti.

Dit lesplan is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van Nederlands Dans Theater.

Vier lesplannen

Het is januari 2024 en ik ontvang al wandelend met de hond een spraakbericht van onze hoofdredacteur Jacqueline de Kuijper. Dat is nog niet eerder gebeurd. Ik weet niet of ik bezorgd of enthousiast moet zijn, maar ik kies voor het laatste. En dat blijkt terecht! Ik hoor meteen aan haar stem dat ze een topidee heeft. Zij pitcht een reeks aan artikelen waarin drie van mijn opdrachtgevers samenkomen: Dansdocent.nu, de afdeling Talentontwikkeling & Educatie van Nederlands Dans Theater (NDT) én de basisschool waarop ik al jaren als vakleerkracht werk: Kentalis Signis in Amsterdam, voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Of ik vier lesplannen wil schrijven aan de hand van de apps die NDT ontwikkelde voor danseducatie in het basisonderwijs en die wil uitproberen in de praktijk? Maar natuurlijk wil ik dat! Beter dan dit kan het voor mij niet meer worden dit jaar. Inmiddels zijn we een half jaar verder en deel ik in dit eerste artikel graag mijn ervaringen en ideeën met de app Cacti voor groep 1 en 2.

Digibord-apps van NDT

In oktober maakte Maud Bakker voor Dansdocent.nu een podcastaflevering over de digibord-apps van NDT voor in het klaslokaal. Zij ging in gesprek met Desirée Veraart en Eva Monen van de afdeling Talentontwikkeling & Educatie van Nederlands Dans Theater. Zij ontwikkelden de apps samen met adviseur cultuureducatie Nita Halman, app-ontwikkelaars van Kiss the Frog, en vormgevers van Studio Beige. Er zijn vier gratis digibord-apps voor onderbouw tot bovenbouw: Cacti (groep 1 en 2), Parade (groep 3 en 4), Dreamplay (groep 5 en 6) en The Statement (groep 7 en 8). Al meer dan 2500 leerkrachten hebben de apps aangevraagd.

Om dit lesplan goed te begrijpen, raad ik je aan om eerst deze podcast eerst te luisteren of Maud’s reflectie te lezen. De apps zijn namelijk bedoeld als tool voor leerkrachten om de drempel om met hun klas te gaan dansen te verlagen. De apps zijn daarom makkelijk in gebruik, ook voor een leerkracht zonder enige kennis van dans. Je zet ze aan op het digibord en leerlingen worden direct meegenomen in het verhaal en bijbehorende opdrachten. In Mauds podcast hoor je dan ook een aantal leerkrachten enthousiast vertellen hoe toegankelijk deze apps zijn. 

Maar wat is de rol van de dansdocent nog bij zulke apps, vraagt Maud zich af. Die vraag kan ik me goed voorstellen! Vervangen we ‘de dansdocent’ met deze apps? Kunnen wij dit zelf niet beter? In de podcast benoemt Desirée heel mooi dat deze apps juist een uitnodiging kunnen zijn om meer leerkrachten te motiveren om de samenwerking met de dansdocent op te zoeken. De applicaties zijn een ingang tot dans en hopelijk een opstapje naar meer dans op school, mét een dansdocent. 

Maar wat als die uitnodiging niet komt? Of wat als je als dansdocent al in het basisonderwijs werkt? Zijn die apps dan ook van toegevoegde waarde? Scheelt het bijvoorbeeld voorbereiding? En kan ik als dansdocent meer met zo'n app dan een leerkracht zou kunnen? Oftewel, kan ik met mijn vakkennis eenvoudig voortborduren op de oefeningen in de app en de leeropbrengst vergroten? Ik ben benieuwd hoe ik deze apps zelf kan gaan inzetten! 

Cacti voor groep 1 en 2

In dit eerste lesplan zal ik me vooral richten op de applicatie die is ontwikkeld voor de groepen 1 en 2: Cacti, de dansende cactus. Bij het openen van de app ben ik direct enthousiast. Ik zie een mooie illustratie en hoor een vrolijke stem van de dansende cactus Cacti. Er start een kennismakingsvideo waarin we de dansers van NDT zien dansen. Cacti vertelt het volgende: “Ik droom ervan om ook zo heerlijk te kunnen bewegen. Ze denken dat een cactus niet kan dansen, maar volgens mij kan ik veel meer dan zij denken. Dat ga ik lekker uitproberen. De dansers uit het dansstuk kunnen me hier vast bij helpen. En jullie ook!”

Ik word zelfs als twintiger enthousiast van deze video en wens dat ik als kleuter met deze app had kunnen dansen. In het hoofdmenu kan ik vijf verschillende onderwerpen aanklikken. Elk onderwerp bevat een doe-, kijk- en speelopdracht met bijbehorende video. Ik vermaak mezelf rijkelijk met het kijken van alle video’s, maar ik loop meteen tegen het volgende aan: keuzestress! Er is zoveel te kiezen dat ik wel vier lesplannen zou kunnen maken. Om het overzichtelijk te houden kies ik voor dit artikel voor het thema ‘dans en taal’. Ik heb namelijk al eerder met dit thema gewerkt in mijn lessen en merk hoe leuk kinderen het vinden om woorden aan bewegingen te koppelen. 

Ik besef me door het kijken van de video's ook direct welke enorme waarde Cacti voor dansdocenten kan hebben: inspiratie! Hoe vaak zit je wel niet uren achter je laptop en weet je niet waar je de inspiratie zoeken moet? De app is dus niet alleen voor leerkrachten snel en toegankelijk, maar ook voor ons vakdocenten! Daarnaast krijgen de leerlingen die in de klas al een keer met de app hebben gewerkt een hele hoop voorkennis mee die je in de dansles kan inzetten. Het thema is namelijk door middel van de app al eens uitgelegd en de kinderen hebben verschillende bewegingen gezien en meegedaan. Zo start jouw les met een voorsprong! 

Experiment

Wanneer zet je deze app het beste in? Een aparte dansles in de klas met de app, voorafgaand aan de dansles (met mij als vakdocent), lijkt mij de meest logische optie. De kinderen maken dan alvast kennis met het thema en het bewegingsmateriaal. Tijdens de dansles kunnen ze terugvallen op die voorkennis. Dat scheelt mij als dansdocent tijd en geeft mij de mogelijkheid om sneller de diepte in te gaan. Maar wie weet is het een veel beter idee om af te sluiten met deze app. Want het kijken en meedoen met deze video’s kan er ook voor zorgen dat leerlingen minder creatief worden en vooral imiteren wat ze hebben gezien. 

Omdat ik als vakleerkracht op een basisschool werk, heb ik de mogelijkheid om een experiment uit te voeren met mijn klassen. Wat gebeurt er als ik mijn danslessen start met een les in het klaslokaal (door mijzelf), waarin we dansen met de applicatie op het digibord? Heeft dit invloed op de betrokkenheid en vaardigheden van de leerlingen tijdens de danslessen die erna volgen? En wat heeft dit voor invloed op mij als docent?

Of is het juist een toegevoegde waarde om ná een reeks danslessen de klas in te duiken en af te sluiten met Cacti op het digibord? Ik heb voor dit lesplan gewerkt met twee ‘onderzoeksgroepen’: groep A en groep B. Bij de A-groep heb ik eerst een les gegeven met de Cacti-app in het klaslokaal. Bij de B-groep heb ik eerst de danslessen gegeven in de gymzaal en ben ik als afsluiting pas in de klas gaan dansen met de app. Ik deel in dit lesplan steeds schuingedrukt hoe dit in mijn beleving heeft uitgepakt bij beide groepen. 

Cacti is ontwikkeld voor groep 1 en 2, maar ik heb ervoor gekozen om te werken met groep 3 omdat ik les geef in het gespecialiseerd onderwijs. Bij ons zijn de taalvaardigheden van de kinderen uit groep 3 te vergelijken met die van de kleuters in het regulier onderwijs. In dit artikel deel ik meer over kinderen met een TOS en geef ik 8 tips voor lesgeven in het gespecialiseerd onderwijs. 

Lesdoel: dans en taal

In deze les gebruik ik het onderwerp ‘dans en taal’ en ga ik werken met de woorden uit de applicatie. De keuze voor sommige van deze woorden roept in eerste instantie vragen bij mij op. Woorden als ‘zandstorm, cactus, heet’ passen wat mij betreft helemaal in het woestijn thema, maar het woord ‘regenboog’ minder. Ik heb aan Desirée gevraagd hoe zij tot die keuze zijn gekomen. Zij legt uit dat de woorden vooral zijn gekoppeld aan de bewegingen van de choreografie uit het stuk Cacti van Alexander Ekman, gemaakt voor NDT 2. Om die bewegingen kracht bij te zetten, is er gekozen voor woorden die goed te begrijpen zijn voor jonge kinderen. En natuurlijk woorden die hun fantasie aanwakkeren. Klinkt logisch! Wat mij betreft zijn de woorden in deze les dus vooral een middel om tot dans te komen en daarbij is het mooi meegenomen dat de kinderen door het dansen de woorden ook weer beter leren. 

Afgelopen september heb ik in mijn les (ongerelateerd aan de apps) een versie van de zonnegroet bedacht waarin onder andere de woorden zon, slang en kat voorkwamen. Elk woord was gekoppeld aan een beweging. Het viel mij op hoe zelfs de jongste kleuters, met weinig taalkennis, zowel de bewegingen als de woorden heel goed konden onthouden. Als ik nu, een half jaar later, een van de woorden opnoem, kunnen ze de beweging direct terughalen. Voor mij is dit echt een eye-opener geweest en daarom vind ik het extra leuk om die relatie tussen taal en dans nu weer in te zetten. 

Bij elke oefening staan de woorden benoemd die belangrijk zijn in die oefening.  Daarnaast werk ik in deze les ook aan de volgende dansante leerdoelen: 

  • De kinderen ervaren het verschil tussen op de plek dansen en door de zaal dansen.

  • De kinderen ervaren het verschil tussen staccato (hoekig) en legato (vloeiend) bewegen (zonder dat ze dit per se hoeven te kunnen benoemen).

Benodigdheden:

  • Download eerst de cacti-app om onderstaande uitleg te begrijpen. Dat kan gratis via de website van NDT.

  • Deze Spotify-afspeellijst.

  • In de danslessen gebruik ik matjes om plaatsen mee te markeren.

  • Verder heb ik voor alle woorden die ik gebruik een afbeelding geprint. Deze heb ik gelamineerd en op de achterkant heb ik het bijbehorende woord geschreven (zie deze bijlage). In de oefening ‘nacht’ gebruik ik ook vierkante vloeipapiertjes in de kleuren geel en oranje. De meeste basisscholen hebben die in hun magazijn liggen, maar ze zijn ook in knutselwinkels te koop.  

0 | In de klas 

Ik ben met de A-groep begonnen in hun klaslokaal. Ik heb de leerlingen uitgelegd waarom we in de klas dansen. Dat vonden ze eerst even heel gek, want normaal gesproken dansen we in de gymaal, maar toen de app aanging waren ze direct enthousiast! Ik heb de video’s van het hoofdstuk ‘dans en taal’ laten zien aan de klas. De stem van Cacti neemt je mee door het hoofdstuk en zelf hoefde ik niet meer te doen dan op een aantal knoppen klikken. De leerlingen dansten bij het dansverhaal allemaal vrolijk mee. Ze waren enorm gefocust op de dansers en ik zag ze genieten van het uitdagende bewegingsmateriaal dat in de video voortkomt. Na de video wilden ze het direct nog een keer doen! Ook bij de ‘kijk’ en ‘speel’ opdracht zag ik veel interesse, inzet en plezier. De leerlingen riepen de antwoorden door het lokaal en waren onder de indruk van de dansers die ze op het scherm zagen. 

Ik vond het mooi om te zien hoe leerlingen via deze applicatie professionele dansers konden zien dansen en mee werden genomen in hun manier van bewegen. Zo kregen de kinderen direct andere soort bewegingsopdrachten dan die ik met ze doe. Maar voor mij was het werken in een klaslokaal een grote uitdaging! Er was weinig ruimte, gladde vloeren en veel afleiding. Daarnaast was dit hoofdstuk niet lang genoeg om een les van 45 minuten mee te vullen. De hoofdstukken zijn dan ook ontwikkeld om ongeveer 20 minuten mee bezig te zijn in de klas. Ik zou daarom een volgende keer vragen of een leerkracht de les als introductie kan geven, zodat ik gewoon direct in de gymzaal kan beginnen. Een digibord/projector regelen voor in de gymzaal kan natuurlijk ook. Dan is er meer ruimte en kun je nog wat extra bewegingsopdrachten doen als je door het hoofdstuk heen bent. 

Screenshot Trailer Cacti. Foto van Nederlands Dans Theater.

1 | Opwarmen

♫  muzieksuggestie: Cat to Cat Chat  - René Aubry

woorden: groei & prik

We starten nu de les in de gymzaal. Natuurlijk begin ik met het introduceren van het thema. Bij de A-groep kan dat kort en krachtig, maar bij de B-groep doe ik daar wat langer over want zij hebben de applicatie nog niet gezien. Ik laat beide groepen alle plaatjes (zie bijlage) zien en ik luister naar wat de kinderen al weten over de woestijn en cactussen. 

We starten daarna een opwarming in de kring op matjes. In deze dans groeien we als cactussen en lopen we door de woestijn. De bewegingen zijn gemaakt op de bovenstaande muziek. De verschillende overgangen zijn duidelijk te horen.

- 2x8 maak met je armen 4 poses van verschillende cactussen op de geluiden van de muziek
- 2x8 wissel je armen dubbel tempo op de beat naar de verschillende poses (van de vorige 2x8)  met staccato  bewegingen
- 2x8 gebruik je vingers om in de lucht te prikken als een cactus, wissel hoog en laag af
(eventueel kun je bij elke bewegingen ook ‘prik’ zeggen)
- 1x4 maak je klein op de grond
- 2x8 maak je langzaam steeds groter en groei weer tot een standbeeld van een cactus
- 2x8 herhaal de staccato armen
- 1x4 armen naar beneden
- 2x8 lopen op je plek met zware benen vanwege het zand (door de woestijn) 
- 2x8 snelle voeten op de plek (heet zand)
- 1x4 maak je weer klein
- 3x8 groei tot een grote cactus
- 3x8 herhaal de staccato armen die wisselen van pose en daarna de prik-vingers
- 2x8 lopen op de plek
- 2x8 snelle voeten
- 1x4 maak je klein
- 4x8 groei tot de laatste cactus

Beide groepen waren meteen enthousiast over het thema, maar ik zag bij deze opwarming niet veel verschil bij de A-groep of B-groep. 

2 | Voetstappen

♫  muzieksuggestie: Taka Toko - Putumaya, El Retiro
♫  muzieksuggestie: Hebele Hubulu - Omerar Nanda, Zuma Dionys

woorden: heet

Hoe beweeg je door de woestijn? Ik vind het belangrijk om dit met de leerlingen te oefenen, zodat zij deze kwaliteiten de rest van de les kunnen inzetten. Ik vraag alle leerlingen om aan de zijkant van de zaal klaar te staan, want we gaan dansen naar de overkant. Dit kan natuurlijk met alle leerlingen tegelijk (zeker met groep 3), maar het kan ook omstebeurt. De leerlingen bewegen naar de overkant op de volgende manieren:

- Door het zware zand tillen we onze benen heel hoog op. We laten steeds een mooie voetafdruk achter.
- Hetzelfde doen we achteruit. 
- Maak een mooie route met jouw voetstappen. Rechtdoor, in rondjes, zigzag, enzovoorts. 
- Het zand is heel heet. We maken snel veel kleine sprongetjes en tillen onze voeten op allerlei manieren op. Soms pak je ook met je handen je voeten vast (want die doen zeer!). 
- De leerlingen tellen tot vier en maken vier grote voetstappen. Daarna vier tellen hete voeten. 
- De leerlingen mogen hun hele lichaam gebruiken om in het zand te tekenen. Hun handen, benen, neus, rug, buik. Alles kan!

Tip: Bij jonge kleuters kun je deze oefening ook in een slingervorm doen met jou als juf voorop en de kinderen erachteraan. Zo worden de kinderen meegenomen in jouw manier van bewegen en hoeven ze nog niet zelf te improviseren. 

Bij beide groepen merkte ik dat de woestijn een enorme bron van beleving is voor de kinderen. Alle leerlingen deden enthousiast mee en zaten echt met hun gedachten in de woestijn. Bij de A-groep merkte ik op dat de leerlingen meteen begonnen over de ‘zandstorm’ die ze in de app hadden geoefend. Ze keken er echt naar uit om die oefening weer te mogen doen! 

3 | Woestijn avontuur 

♫  muzieksuggestie: Karabiga - L’Attirail
♫  muzieksuggestie: Serenade - Saro Tribastone

woorden: groei, slang, spin, tik, prik

Het is tijd om vrij door de zaal te dansen. Ik verdeel de matjes over de zaal. Deze matjes zijn onze waterbronnen in de woestijn, zodat de cactussen kunnen groeien. We gaan dansen door de woestijn zoals we net hebben geoefend. De kinderen mogen zelf kiezen hoe. Het lopen mag vooruit, achteruit of zijwaarts. We maken grote en zware stappen, want we moeten door het zand heen bewegen, én met grote of kleine snelle stapjes als het zand heet is. 

Als ik in mijn handen klap, moeten de leerlingen zo snel mogelijk naar een matje gaan en maken ze zich klein. Ze groeien langzaam uit tot een prachtige cactus. Hier kunnen we de verschillende standbeelden uit de warming-up goed gebruiken! 

Als alle cactussen klaar zijn met groeien, komt Cacti iets tegen waar hij heel bang voor is. Ik laat daarvan een plaatje zien: een slang, een spin of een andere (gemene) cactus. De leerlingen beelden met hun lichaam dit enge ding uit. Ik laat een voorbeeld zien, maar licht ook kinderen uit die creatieve ideeën hebben. De bewegingen gaan als volgt:

- Slang: soepele bewegingen van het hele lichaam, kan staand of op de grond. De voeten blijven op het matje. 
- Spin: hand kriebelt over het hele lichaam (de cactus) of op de grond
- Cactus: met je eigen vinger tik je op allerlei plaatsen op je lichaam 

Vervolgens danst iedereen weer verder door de zaal zoals zij zelf willen, totdat ik in mijn handen klap en ze weer groeien tot een cactus en ergens bang voor worden  Dit herhaalt zich een aantal keer. Als het goed gaat mogen de leerlingen zelf kiezen of zij de slang, spin of prikkende cactus willen laten zien. Bij groepen waar het heel goed gaat, kun je de leerlingen ook zelf laten kiezen wanneer zij op een matje willen dansen of wanneer zij door de zaal willen bewegen.

Deze oefening was voor mij een bevestiging hoe fijn het is om vooraf de Cacti video’s met de klas te kijken/doen. De leerlingen uit de A-groep herkenden de woorden ‘slang’ en ‘spin’ meteen en reageerden daar heel snel op. Ook zag ik interessanter bewegingsmateriaal dan bij de B-groep, omdat zij dat met de video al eens hadden geoefend. Bij de B-groep moest ik meer zelf voordoen en duurde het lang voordat iedereen de oefening begreep. 

3 | Vier vlakken

♫  muzieksuggestie: Shadow Games - Blend Mishkin, Panos Dimitrakopoulos
♫  muzieksuggestie: The Hidden Agent - Blend Mishkin, Panos Dimitrakopoulos

woorden: drijfzand, zandstorm, heet, donker

We blijven nog even ronddwalen in de woestijn, maar we gaan dit keer verschillende manieren van verplaatsen oefenen. De matjes kunnen blijven liggen. 

Ik ga de woorden: drijfzand, zandstorm, heet en donker eerst oefenen met alle leerlingen samen in de zaal. Als ik in mijn handen klap, mogen de leerlingen weer een cactus-standbeeld maken op hun matje. Het is fijn om op deze manier de oefening te starten, omdat ze de structuur al begrijpen uit de vorige oefening. 

1 | Drijfzand: je zakt weg in het zand, maar je probeert telkens weer eruit te komen. Je maakt zware en trage bewegingen.
2 | Zandstorm: het waait heel hard en je probeert tegen de wind in te verplaatsen in het vak. Soms waai je weer even een stukje terug. 
3 | Donker: het is heel donker, dus je moet voorzichtig lopen zodat je nergens tegenaan botst. Er staan overal cactussen, dus maak je klein en doe voorzichtig. 
4 | Heet: het zand is heel heet, dus je moet kleine stapjes en sprongetjes maken, zodat je voeten niet te lang op de hete grond staan. Deze hebben we al geoefend aan het begin van de les. 

Als dit goed lukt, verdeel ik de zaal in vier vlakken (dit kun je eventueel met banken of tape aangeven). In elk vak bewegen de leerlingen op een andere manier. Ik verdeel de leerlingen in vier groepen en geef elke groep een gekleurd lintje dat ze om moeten doen. Zo kunnen ze goed onthouden in welke groep ze zitten. De leerlingen dansen binnen hun vak op de door mij aangegeven manier. Wanneer ik in mijn handen klap, mogen de groepjes doorschuiven.
Let op! Ondanks de moeilijke omstandigheden in de woestijn hebben de leerlingen maar een doel: blijven bewegen!

Tip: Leg in elk vak een plaatje neer zodat de leerlingen goed kunnen onthouden in welk vak ze welke beweging moeten maken. 

Variatie: Als de leerlingen de kwaliteiten onder de knie hebben, mogen ze zelf kiezen in welk vak ze dansen. Ze mogen wisselen wanneer ze willen. 

Dit was duidelijk de lievelingsoefening van beide groepen. Ik merkte dat er bij de A-groep veel minder uitleg nodig was, omdat zij de woorden al eens hadden gezien en gedanst. Dat werkte voor mij heel fijn en ik kon zo het tempo er goed in houden. Bij de B-groepen duurde het langer om alle woorden goed uit te leggen en om voor te doen wat voor soort bewegingen ik van ze verwachtte. Maar in beide groepen was het plezier in de oefening hetzelfde. Een van de leerlingen heb ik inmiddels al drie jaar in de les en hij durfte vrijwel nooit te improviseren. Bij het woord ‘drijfzand’ ging hij voor het eerst ‘aan’ en hij verloor zichzelf helemaal in de oefening. De juf en ik waren beiden erg ontroerd door dit bijzondere moment. 

4 | Nacht

♫  muzieksuggestie: Zig Zag - René Aubry
♫  muzieksuggestie: Aboubono - Abou Diarra

woorden: magie

Ik adviseer om deze oefening te bewaren en pas na een aantal lessen te introduceren, als de andere oefeningen als vanzelf gaan. 

In de nacht is het heel donker in de woestijn. Gelukkig zijn er vuurvliegjes die je de weg wijzen. Of deze vliegjes écht in de woestijn voorkomen weet ik niet, maar zoiets maakt voor de fantasie van een kleuter natuurlijk niet uit! Ik verdeel de leerlingen in twee groepen. De ene leerling is een cactus en de andere leerling een vuurvliegje. Alle vuurvliegjes krijgen een vloeipapiertje dat zij mogen verfrommelen tot een propje. Als je dit met je duim en wijsvinger vast hebt, lijkt het met wat fantasie net een vuurvliegje.

De cactussen staan op een mat in een kring en maken een heel mooi/groot standbeeld. De vuurvliegjes kiezen een cactus uit en vliegen met hun handen om de cactus heen (in de negatieve ruimte). Als ze naar de volgende leerling toe willen, laten ze hun vliegje voorzichtig landen op de cactus, bijvoorbeeld zachtjes op de neus of op de hand van de cactus. De vliegjes fluisteren het woord magie en betoveren zo de cactus, daarna vliegen ze weer verder. De vingers van de cactus gaan bij het horen van het woord magie wiebelen en langzaam verandert de hele cactus naar een nieuw standbeeld, net zolang tot er een nieuw vuurvliegje om hen heen vliegt, dan staan ze weer stil. Na een aantal minuten oefenen draaien natuurlijk de rollen om. 

Deze oefening was ontzettend leuk om te doen. Omdat deze oefening minder aansluit op de bewegingen uit de applicatie, merkte ik bij beide groepen niet veel verschil. Ik kon wel merken dat de A-groepen de woorden ‘vuurvlieg’ en ‘magie’ herkende. 

 5 | Woordendans 

♫  muzieksuggestie: Gassi Gassi - The Touré-Raichel Collective, Eyal Sela
♫  muzieksuggestie: Bedia - Rajery, Prabhu Edouard

woorden: daar, regenboog, stop

Er is al een hoop gebeurd in de woestijn. Zo waren we bang voor spinnen en slangen en hebben we een zandstorm en drijfzand getrotseerd. Gelukkig kan het ook heel mooi zijn in de woestijn!

Ik vraag alle leerlingen om weer aan de zijkant van de zaal klaar te gaan staan om te dansen naar de overkant. Ik leg vier matjes neer op zo’n manier dat ze een pad vormen richting de overkant, waar de leerlingen straks naartoe moeten dansen. Tussen elk matje laat ik wat ruimte. Het is extra leuk als de leerlingen de woorden mogen benoemen als ze die uitvoeren op de mat. Zo onthouden ze de bewegingen ook beter!

- De leerlingen mogen dansen naar het eerste matje hoe ze zelf willen. Ik stimuleer ze om de woorden te gebruiken die we deze les hebben behandeld. Op elk matje maken de leerlingen vier keer een standbeeld van een cactus. In plaats van op hun armen, richten ze nu hun aandacht op hun benen in het wisselen van positie. Bijvoorbeeld: brede tweede positie, één been omhoog, knieën op de grond en benen voor elkaar. 

- We dansen terug naar de overkant en doen net alsof we in de verte van de woestijn iets moois zien (ik zeg expres nog niet wat, dat ontdekken we zometeen!). Op het matje wijzen we naar het moois met onze armen en handen. Elke leerling wijst vier keer in verschillende richtingen en maakt dus weer vier standbeelden. Bij elk standbeeld mag de leerling ‘daar’ zeggen.

- De derde keer naar de overkant ontdekken we wat we hebben gezien in de woestijn: een regenboog. Dat is heel bijzonder, want regenbogen zijn afhankelijk van regen en daardoor heel zeldzaam! We maken deze regenboog na met onze armen boven ons hoofd. We beginnen met onze voeten bij elkaar en onze armen laag. Dan stappen we open en gaan onze armen als een molen van de ene naar de andere kant (als een regenboog). Tijdens deze beweging zeggen de leerlingen ‘regenboog’.  Dit herhalen we op elk matje.

- Op de terugweg maken we de regenboog nog eens na met dezelfde beweging maar dan met geluid. Onze armen volgen dezelfde weg maar ze klappen nu tijdens de beweging. Als we hiermee klaar zijn roepen we ‘stop’ en maken we nog een standbeeld van een cactus. 

Als alle vier de onderdelen goed gaan, kun je ze combineren in één oversteek:
Matje 1: vier standbeelden van cactus
Matje 2: vier standbeelden waarin je wijst naar de regenboog
Matje 3: een beweging van een grote regenboog
Matje 4: een beweging van een grote regenboog met geluid en ‘stop’ 

Bij deze oefening was het heel duidelijk dat de A-groep deze woorden en bewegingen al eens had gezien. De leerlingen onthielden de woorden en bewegingen een stuk sneller dan de B-groep. Het was bij de B-groep wel erg leuk om de herkenning te zien toen we achteraf met de app in de klas dansten. 

6 | Afsluiter 

♫  muzieksuggestie: Ma Fleur de Marseille - Ray Lugo 

Om de les af te sluiten herhalen we de woorden die Cacti ook in de app gebruikt bij het onderdeel ‘speel’. Ik leg de matjes weer in een kring en we gaan klaarstaan voor het laatste onderdeel van de les. Ik noem het woord en doe de beweging uit de video van de app voor op onderstaande volgorde: 

- Groei
- Daar
- Regenboog
- Tik
- Prik
- Magie
- Klappen 
- Stop

Na dit een aantal keer herhaald te hebben in de kring gaan we lekker door de zaal dansen. De leerlingen mogen alle bewegingen die we deze les hebben geoefend laten zien. Als ik in mijn handen klap, komen ze gauw weer op hun mat staan en herhalen we bovenstaande dans. Aan het einde van de oefening maken we natuurlijk samen een mooie buiging. De les is afgelopen.

Variatie: Als de leerlingen de bewegingen goed kennen (bijvoorbeeld na een aantal lessen), noem ik alleen de woorden op en dans ik zelf niet mee. Zo kan ik zien of de leerlingen de bewegingen door middel van de woorden onthouden. 

Bij deze laatste oefening geldt eigenlijk hetzelfde als bij de vorige oefening: de A-groep onthield alles beter, maar bij de B groep was de herkenning heel groot achteraf.

Reflectie op het experiment

Bij de B-groep heb ik afgesloten met de app in de klas. Zoals benoemd zag ik enorm veel herkenning en zelfs verbazing toen zij van alles uit de les terugzagen. “Juf, die beweging hebben wij ook gedaan!” Het was een leuke afsluiting, maar voor mij als dansdocent heeft deze opzet voor mij weinig meerwaarde. Wel denk ik dat het voor een leerkracht mooi is als zij met de app op de danslessen kunnen terugkijken en reflecteren met de leerlingen. Het maakt het voor leerkrachten denk ik ook nog makkelijker om middels de app hun leerlingen aan het dansen te krijgen!

Voorafgaand aan de dansles de applicatie inzetten had voor mij de meeste meerwaarde. De leerlingen kwamen in de les sneller tot dans en onthielden de bewegingen en woorden beter. Het gaf mij in de danslessen meer rust, omdat ik zelf minder voor kon doen. Daarnaast was ik minder tijd kwijt aan uitleg. Toch is voor mij de grootste meerwaarde aan deze app de inspiratie om een les te verzinnen. Ik kon zoveel uit de app halen om te gebruiken. De app bevat vijf hoofdstukken en ik heb er nu pas één van gebruikt.

Als dansdocent kan je snel in dezelfde patronen vallen bij het maken van je lessen, maar deze app geeft echt een opfrisser aan de invulling van je lessen. Ik weet zeker dat ik deze app er vaker bij ga pakken bij het voorbereiden van mijn lessen! En ik kijk uit naar de volgende app die ik ga onderzoeken met de groepen 3 en 4.

Vraag hier kosteloos de Cacti app aan en ervaar zelf hoe het is om met Cacti te dansen. Veel dansplezier!

Afspeellijst


MUZIEK & LESMATERIAAL - KLEUTERS

Als dansdocent ben je veel tijd kwijt met voorbereiding. Uren die niet betaald worden. Vooral muziek zoeken voor een nieuwe les is een hels karwij. Wie kent er nog een leuk liedje over de winter? Of over vlinders? Leeuwen? Bijen? En welke oefening doen we daar bij? Help! Onze redacteur Muziek & Lesmateriaal schrijft artikelen met oefeningen en lesplannen voor danslessen voor peuters en kleuters. Deze worden vergezeld van muzieksuggesties, zodat jullie nooit meer lang hoeven te zoeken naar een geschikt muzieknummer!

Rimke Saan

Rimke Saan is redacteur Muziek & Lesmateriaal voor kinderen. In 2019 studeerde ze af aan de opleiding Docent Dans bij ArtEZ in Arnhem. Rimke geeft all-round lessen op verschillende dansscholen aan verschillende doelgroepen. Verder werkt ze als dansdocent op de middelbare school en doet zij vaak projecten in het basisonderwijs. Voor Dansdocent.nu schrijft ze inspirerende lesplannen voor jongeren, met didactische tips en muzieksuggesties! Hiervoor was Rimke redacteur Young Dance Professional (2019/2020) en redacteur Muziek & Lesmateriaal voor kinderen (2020/2021) en jongeren (2021/2022).