Verkleedfeest voor peuters en kleuters: een dansles over carnaval

In dit lesplan leren peuters (serpentines) blazen, dit is goed voor hun mond motoriek en taalontwikkeling. fotograaf: Astrid Spit.

MUZIEK & LESMATERIAAL | Carnaval. Je houdt ervan of niet, maar één ding is zeker: carnaval betekent FEEST! Dansen op zich is natuurlijk al een feestje, maar dansen over het thema carnaval betekent dubbele pret. Tijdens dit lesplan krijgen de peuters en kleuters hun mooiste outfit aan en leren ze spelenderwijs met hun lijf begrippen als ‘confetti’ en ‘serpentine’. Ze maken kennis met de zotte kleuren van carnaval en uiteraard mag de polonaise niet ontbreken. 

Overal waar in dit lesplan wordt gesproken over ‘peuters’, kun je ook kleuters lezen.

Carnaval = feest

In 2023 wordt carnaval gevierd van zaterdag 18 februari tot en met dinsdag 21 februari. Dan vieren de meeste mensen, vooral ‘onder de rivieren’, uitbundig feest. Carnaval is van oorsprong een katholiek feest waarmee het begin van de vastenperiode van veertig dagen voor Pasen gevierd werd. Maar tegenwoordig draait het vooral nog om jezelf verkleden en schminken, en dagenlang hossen en plezier maken met vrienden en vreemden. 

Daarom zal dit lesplan over carnaval veel jonge kinderen aanspreken! De meeste peuters en kleuters houden namelijk van verkleden en rollenspellen. 

Op deze leeftijd lopen fantasie en werkelijkheid nog door elkaar. Verkleden is in principe niet eens nodig als je voor even iemand anders wilt zijn. Het doen alsof kan voor een jong kind al net zo echt zijn. Maar extra leuk is het verkleden natuurlijk wel! En plezier vind ik tijdens de danslessen met jonge kinderen enorm belangrijk. In dit lesplan mogen de kinderen daarom beide doen: zich verkleden en hun fantasie gebruiken.

Rood, geel en groen

Wist je dat de zotte kleuren van carnaval rood, geel en groen zijn? De herkomst van deze kleurencombinatie gaat vele eeuwen terug. Namelijk naar een tijd waarin veel mensen nog niet konden lezen en schrijven. Zij gebruikten kleuren als communicatiemiddel. Geel staat voor humor en rechtvaardigheid. Groen voor verbinding, evenwicht en saamhorigheid. Rood voor liefde. Al deze ingrediënten samen lijken mij een perfect uitgangspunt voor een kleurrijke dansles.

Is carnaval onder jouw leerlingen niet zo populair? Je kunt deze les natuurlijk alsnog geven, en de kinderen zo iets leren over deze feestdag. Maar je kunt het feestthema ook aanpassen zodat het gaat over een verjaardag, een familiefeest of iets anders! Wat zouden jouw leerlingen graag willen vieren?

Lesplan: Carnaval

Benodigdheden voor dit lesplan:

  • (rinkel)bal

  • geplastificeerde afbeeldingen van een ballon

  • catwalk of rode loper (bijvoorbeeld van stof of behangpapier)

  • penselen

  • confetti

  • serpentines

  • ballonnen

1 | Start

We starten de dansles in de kring. Een handige manier om peuters in de kring te krijgen is het praten in beeldende taal. Leuk is om daarbij het thema waarmee je werkt te gebruiken. In dit geval kun je de peuters vragen om samen een grote ballon te maken, want ballonnen staan symbool voor feest. Je creëert hiermee direct de juiste sfeer en de peuters raken hierdoor meer betrokken bij de dansles.

Aan het begin van de les heten we iedereen welkom. Dit kan op verschillende manieren. In mijn vorige lesplan gaf ik als voorbeeld om zelf de naam van de peuter te noemen en hem of haar vervolgens een rondje te laten draaien. In deze les laat ik een bal rond gaan. 

Alle peuters zitten op de grond met de benen wijd (‘poortje open’). Als ze de bal krijgen, mogen ze hun eigen naam zeggen en de bal naar een ander kind rollen, net zolang totdat iedereen aan de beurt is geweest. De bal wordt kriskras door de kring gerold, maar ieder kind krijgt maar één keer de bal. Deze oefening is geschikt voor een groep met maximaal twaalf peuters. Dus niet voor in de kleuterklas (met 20-30 leerlingen), want dan moeten de kinderen te lang wachten en is de concentratie weg. 

TIP | Een bal met geluid vinden peuters vaak nog leuker!

Leerdoelen:
- Het leren praten in een groep, door de eigen naam uit te spreken.
- Het leren wachten op de beurt.




2 | Warming-up

♫ muzieksuggestie: Hallodans - Dansspetters

Vertel de peuters in één zin waar ze over gaan dansen. Bijvoorbeeld: “Vandaag vieren wij feest in de les: carnaval!” 

Vervolgens geef je alle peuters een geplastificeerd plaatje van een ballon. Die gebruiken ze vandaag om hun plekje in de ruimte te markeren. Tijdens de warming-up mogen ze hierop staan, zodat ze mooi in de kring blijven. Het is ook fijn om dit plaatje in de loop van de les weer te gebruiken om de peuters snel op de plek terug te krijgen. 

Daarna maken we ons lichaam wakker. Laat de peuters hun hele lijf langs gaan door met de vingers zachtjes te kloppen of tikken. Jij doet dit voor en de peuters volgen. Begin bovenaan op het hoofd, ga door langs de wangen, de schouders de buik, de rug, de benen en de tenen. Benoem telkens welk lichaamsdeel je wakker maakt. Zo zorg je ervoor dat de peuters hun lijf leren kennen, de lichaamsdelen kunnen benoemen en in de fysieke concentratie van de dansles komen.

Daarna mogen de peuters met verschillende lichaamsdelen afzonderlijk zwaaien. Begin makkelijk met bijvoorbeeld de handen, dan het hoofd en de buik. Kunnen ze dit ook tegelijk? Laat kinderen ook af en toe zelf een lichaamsdeel verzinnen.

Leerdoelen:
- Het verkrijgen van lichaamsbesef door alle lichaamsdelen wakker te kloppen.
- Het oefenen van isolaties door de lichaamsdelen apart van elkaar te laten bewegen.
- Het leren kennen van de namen van de lichaamsdelen.




3 | Rode loper

♫ muzieksuggestie: Modeshow - Lucilla Bellinga

Met carnaval gaat iedereen verkleed. De peuters mogen hun outfit showen op de rode loper. Je kunt vooraf vragen om de kinderen verkleed te laten komen naar de les, of misschien heb je een verkleedkist in de studio? Maar je kunt ze natuurlijk ook laten doen alsof ze verkleed zijn.

3a | Voorbereiding

Als je doet alsof, begin je samen in de kring. Vertel dat de peuters zich mooi gaan verkleden voor het carnavalsfeest. Begin met het denkbeeldig aantrekken van een broek/rok/jurk en draai daarna een aantal rondjes op de plek. Kies er vervolgens mooie schoenen bij. Laat elkaar de schoenen zien door om de beurt de tenen voor je te tikken op de grond. Zet een hoed of pet op je hoofd en maak een mooie buiging. De peuters zijn nu klaar voor de rode loper.  

3b | Modeshow

Leg in het midden van de zaal een catwalk of rode loper. Laat de peuters aan beide kanten van de rode loper zitten: zij zijn het publiek. De eerste peuter gaat vast klaarstaan, en dan start de muziek. Laat de peuter heen en weer lopen over de rode loper. Vertel erbij dat ze vol trots mogen laten zien welke kleren ze dragen. Hoe laat je dit zien? Door bijvoorbeeld mooi rechtop te lopen met de handen in de zij. En door af en toe een rondje te draaien, zodat iedereen je kleren van alle kanten kan bekijken. 

Laat de anderen kinderen vooral hard klappen als iemand aan de beurt is geweest!

TIP | Een rode loper is makkelijk online te bestellen, bijvoorbeeld bij feestwinkels of textielwinkels, en hoeft niet duur te zijn. Je kunt zelf bepalen hoe lang de loper moet zijn. Zorg er wel altijd voor dat je de loper met tape vast maakt op de grond, zodat de peuters niet uitglijden of struikelen. Natuurlijk is het ook mogelijk zelf een (rode) loper te maken van antislip materiaal. Antislip materiaal is in allerlei kleuren en motieven te verkrijgen bij de Action.

Leerdoelen:
- Het leren wachten op de beurt.
- Het leren om jezelf te presenteren voor een groep.
- Het krijgen van zelfvertrouwen door het applaus dat de leerlingen ontvangen.
- Het aanleren van een mooie dansershouding (rechtop lopen).




4 | Schoenen

♫ muzieksuggestie: De Rode Schoentjes - Efteling
♫ muzieksuggestie: Carnaval Festival - Efteling
♫ muzieksuggestie: Fata Morgana - Efteling

Een leuke dansante oefening; laat de de peuters door de zaal lopen op de denkbeeldige schoenen die ze bij de vorige oefening hebben aangedaan. Vraag eerst aan de peuters welke schoenen ze allemaal hebben gekozen. Daarna bepaal jij tijdens de dansoefening steeds welke schoenen ze dragen. Je kunt ook als voorbeeld verschillende soorten schoenen meenemen naar de les.

De peuters staan verspreid door de zaal. Zodra de muziek aangaat mogen ze lopen en als de muziek stopt wisselen ze van schoenen (we blijven alles alsof doen). Bij het eerste liedje dat ze horen lopen ze op hoge hakken. Laat de peuters op de tenen lopen. Bij het volgende lied mogen ze laten zien hoe je kunt lopen op clownsschoenen. Loop met grote passen en struikel af en toe. En als laatste op sneeuwschoenen. Til je knieën hoog op alsof je door de sneeuw aan het lopen bent en zet de voeten steeds stevig weer op de grond.

In de eerste les vertel je erbij welke schoenen ze aan hebben. Als je dit een paar keer hebt geoefend, kun je de volgende lessen alleen het muziekje laten horen. De peuters kunnen dan - zonder te praten! - laten zien welke schoenen ze dragen. 

Leerdoelen:
- Het herkennen en onthouden van verschillende soorten muziek, en die koppelen aan de bijbehorende oefening/danspassen.
- Het oefenen van verschillende bewegingsmogelijkheden.
- Het stimuleren van de verbeeldingskracht.




5 | Schminken

♫ muzieksuggestie: Oriental Blues - Eric Chiryoku

Met carnaval mag je lekker worden geschminkt. Vertel de peuters dat ze zich vandaag zelf (denkbeeldig) mogen schminken. Deze oefening start weer in de kring. Geef alle kinderen een penseel. Vertel de peuters dat ze beginnen met het schminken van het gezicht. We strelen met het penseel over de wangen, de neus, de mond en het hoofd.

Vraag aan de peuters welk plekje op ons lichaam we nog meer kunnen schminken. Ongetwijfeld zullen ze nog de benen en armen noemen. Vanuit hier kun je zelf nog ideeën aanreiken, zoals de grote teen en de kleine teen, de knieën, de navel etc. Zo zorg je er samen voor dat het hele lichaam geschminkt wordt. Dit vergroot het lichaamsbewustzijn en de bijbehorende woordenschat.

Na een aantal lessen kun je bovenstaande oefening bij de oudere peuters en kleuters ook in tweetallen uitvoeren. De kinderen kunnen dan elkaar schminken. Je geeft één van de kinderen het penseel en wisselt vervolgens om. Let er wel op dat ze elkaar geen pijn doen.

Leerdoelen:
- Sensorische ontwikkeling door het stimuleren van het tastzintuig.
- Het oefenen van de namen van de lichaamsdelen. 
- Het ontwikkelen van het lichaamsbesef door het benoemen en aanraken van verschillende lichaamsdelen.


VERDIEPING

Er zijn veel informatieve boeken te vinden over het belang van sensopatisch spel, waaronder het boek Aanraken: een levensbehoefte van Marijke Sluijter. Ik ben mij er door dit boek van bewust geworden dat aanraking voor mij heel vanzelfsprekend is, maar dat dit lang niet voor iedereen geldt. Door jonge kinderen te laten zien dat aanraking niet angstig hoeft te zijn en ze hiervan het plezier te laten ervaren, zul je merken dat de groep veel meer tot verbinding komt. De kinderen worden socialer en liever naar elkaar. Maar blijf wel alert, als een kind niet wil hoeft het niet. Bij aanrakingsspelletjes geldt dat zowel gever als ontvanger dit allebei moeten willen. Daarom vraag je vooraf altijd toestemming aan elkaar.  

Zelf heb ik onlangs de train de trainer cursus afgerond bij Happy Kids Massage  (nu gratis aan te vragen via het STAP-budget). Ik was namelijk op zoek naar een manier om, met name in grote groepen, rustmomenten te creëren in de dansles. De methodiek van HKM voorziet in deze behoefte, want het is een massage die meestal over de kleding heen gegeven wordt. Vaak in combinatie met massage-verhaaltjes en kriebelliedjes. Veel lessen met jonge kinderen of op basisscholen eindig ik tegenwoordig met onderlinge kindermassage. Altijd in het thema van de les! Ik heb gemerkt dat de meeste kinderen hier enthousiast op reageren en er vervolgens vaak zelf om vragen. 


6. Polonaise

♫ muzieksuggestie (6a): Feest! - Kinderen voor Kinderen
♫ muzieksuggestie (6a): Het grote verkleedfeest - Matheu Hinzen
♫ muzieksuggestie (6b): De Kabouterpolonaise - Kabouter Plop
♫ muzieksuggestie (6b): Polonaise Hollandaise - Carnavalsliedjes

De peuters zijn nu helemaal klaar om carnaval te vieren. Dat doen we door de polonaise te dansen, zoals men tijdens carnaval vaak doet. Leg de peuters eerst uit wat een polonaise is. Dit kun je doen door een afbeelding te laten zien van mensen die de polonaise dansen.

WEETJE | De polonaise is een dans die gebaseerd is op een Poolse dans, de Polonez (Historiek, 2019). Dat is een langzame traditionele dans in driekwartsmaat. De Polonez wordt doorgaans in paren gedanst, over een wat langere afstand. De deelnemers dansen, soms ook in viertallen of achttallen, in rijen of achter elkaar volgens patronen die de dansleider aangeeft. De Polonez heeft allerlei varianten. In onze regio is echter alleen de carnaval-variant overgebleven, waarbij je met de handen op de schouders van de voorganger achter elkaar door een zaal slingert.

6a | Het maken van de rij 

Vertel de peuters dat zij vandaag in de polonaise naar het feest toe gaan. Oefen eerst met de peuters het maken van een lange slinger. Zet de peuters in een rij achter elkaar en laat ze de handen bij elkaar op de schouders leggen. Bij een klein groepje peuters gaat dit nog wel lukken, maar als je een grote groep hebt kan dit best een uitdaging zijn. Zodra ze mogen gaan lopen, valt de trein negen van de tien keer uit elkaar. Oefenen, oefenen, oefenen dus.

Een leuke manier om het maken van een rij te oefenen is een variant van de stopdans. Als de muziek aangaat mogen de kinderen vrij door de zaal dansen, maar zodra de muziek stopt maken ze zo snel als ze kunnen een lange rij achter elkaar. Je kunt de stopdans in een leuk verhaal gieten passend bij het thema. Bijvoorbeeld: zodra de muziek aangaat mogen de kinderen zich al dansend klaarmaken voor het feest, maar wanneer de muziek stopt moeten ze direct in de trein stappen, want anders vertrekt de trein zonder hen.   

6b | De polonaise

Als de peuters geleerd hebben een mooie rij te maken laat je ze de polonaise dansen. Bij de jonge peuters is het gewoon al feest dat ze mogen lopen in een rij achter elkaar op vrolijke muziek. Bij de oudere peuters en kleuters kun je dit uitbouwen met wat simpele opdrachten, zoals de polonaise vooruit en achteruit dansen. 

Bij kleuters kun je de polonaise op de hurken proberen. Je kunt ook een polonaise doen in verschillende aantallen. Als je bijvoorbeeld een groep hebt van twintig leerlingen kun je de kleuters vragen om twee gelijke polonaises te maken. Zodra de muziek aangaat mogen ze door de zaal lopen. Zodra de muziek stopt vraag je de kleuters om een polonaise van acht en een polonaise van twaalf kinderen te maken. Daarna vraag je de kinderen om drie polonaises te maken. Zo kun je eindeloos variëren.

Leerdoelen:
- Samenwerken in groepen.
- Het creëren van een groepsgevoel.
- Het eigen maken van getalbegrippen (bij kleuters).




7 | Confetti

♫ muzieksuggestie (8a): Hawaiian Roller Coaster Ride - Brittni Paiva
♫ muzieksuggestie (8b): All fall down - Kindermusik International
♫ muzieksuggestie (8c): Zydeko - Cirque de Soleil 

Neem een zak confetti mee naar de les om te laten zien aan de leerlingen. Confetti mag niet overal meer gebruikt worden, omdat het vaak weer moeilijk schoonmaken is en je jaren later nog confetti terugvindt op de gekste plekken. Daarom gebruiken wij in de les onze eigen confetti. Of eigenlijk: wij zijn de confetti!

7a | De peuters veranderen in confetti

Vraag de peuters om zich zo klein te maken als confetti (een klein rond bolletje op de grond) en start de muziek. Vertel tijdens de muziek wat er gebeurt: de confetti ligt helemaal stil op de grond, maar door alle dansende mensen komt er wind en rolt de confetti door de zaal. Eerst nog langzaam, maar dan steeds iets sneller. Daarna komen ze weer tot stilstand op een ander plekje in de zaal. Dit herhaal je een aantal keren. 

Als laatste wordt de confetti door de zaal gestrooid. Laat de peuters nadoen hoe je als confetti door de zaal gestrooid wordt, maar let op: vertel erbij dat de confetti niet tegen elkaar aan mag botsen! 

7b | Confettidans

De peuters dansen als confetti door de zaal. Ze mogen springen, rollen, draaien etc. Laat eerst een klein stukje van het lied horen aan de peuters om hen voor te bereiden op de oefening. In de melodie van het lied hoor je steeds een bepaald geluid. Horen de peuters dit geluid dan vallen ze op de grond en blijven even liggen, totdat de muziek weer verder gaat.

7c | Confetti in de kleuren van carnaval.

De zotte kleuren van carnaval zijn rood, geel en groen. De peuters gaan zich al dansend deze kleuren eigen maken. 

Knip rondjes van rood, geel en groen papier (tip: als je ze plastificeert kun je ze meerdere malen gebruiken). Verspreid de rode, gele en groene rondjes kriskras door de zaal als confetti. 

Als de muziek aangaat mogen de peuters dansen en als de muziek stopt noem je een kleur waar de peuters zo snel mogelijk als een bolletje op gaan zitten. Geef de peuters tijdens de muziek verschillende beweegopdrachten mee. Springen over de confetti, rollen tussen de confetti door of stampen op de confetti. 

De oudere peuters en kleuters kun je de confetti als laatste in een patroon op kleur laten leggen, zodat er een parcours ontstaat (rood, geel, groen, rood, geel, groen, rood, geel, groen). Zo leren ze patronen herkennen. Dat kun je later eventueel nog verdiepen, door aan elke kleur een dansopdracht toe te voegen. Bijvoorbeeld op rood is springen met twee voeten tegelijk, geel mag je niet aanraken dus land je met de voeten wijd, zodat de gele confetti tussen de voeten ligt. En op groen draai je een rondje op jouw manier.

Leerdoelen:
- De leerlingen leren de namen van de kleuren rood, geel en groen.
- De leerlingen leren aandachtig te luisteren (sensorische ontwikkeling) naar een bewegingsverhaal en naar de muziek.
- Het oefenen van verschillende bewegingsmogelijkheden: springen, rollen en stampen.
- Het oefenen van (kleuren) patronen.

8 | Serpentine

♫ muzieksuggestie (langzaam): Het Zonnetje - LL Kids Kinderliedjes
♫ muzieksuggestie (snel): Looby Loo - The Tiny Boppers
♫ muzieksuggestie (vrij dansen): Gewoon een vrolijk liedje - DJ Tony

Neem voldoende rollen serpentines mee naar de les. Laat de serpentines zien en vertel de kinderen dat serpentines speciale feestslingers zijn die met carnaval worden gebruikt om alles mooi te versieren. Maak een kring en laat de kinderen zien hoe je een serpentine uitblaast (kleuters kun je een plekje in de zaal laten kiezen, maar ze moeten je wel kunnen zien en ruimte hebben om een rondje te draaien zonder iemand aan te raken). 

Vertel de peuters dat serpentines ook mooi kunnen dansen. Vraag hen: hoe zou een serpentine dansen? Houterig of juist sierlijk? Draaierig of statisch? Bedenk en beweeg samen met de peuters. Vertel dat jij een serpentine vriendinnetje hebt meegenomen: “Sara Serpentine”. Pak één rolletje serpentine en blaas deze uit. Dit is Sara. Vervolgens laat je Sara dansen door de serpentine slinger te bewegen. Van boven naar beneden, van links naar rechts, draaien, etc. De kinderen mogen Sara precies na proberen te dansen. 

Omdat een serpentine slinger vrij lang is, zul je de slinger iets korter moeten maken om er fijn mee te kunnen dansen. De slinger is van papier, dus je kunt deze makkelijk naar eigen inzicht afscheuren. 

Bovenstaande oefening kun je bij de kleuters ook in tweetallen uitvoeren. Eén kleuter laat een serpentine slinger dansen en de andere probeert exact de bewegingen te volgen.

Geef ieder kind een aantal rolletjes serpentine om uit te blazen en mee te dansen.

Leerdoelen:
- Leren te observeren en kopiëren van bewegingen. Dat gebeurt hier in combinatie met verbeeldingskracht, doordat de peuters de bewegingen van de serpentine proberen te vertalen naar hun eigen lichaam
- Zich vrijer bewegen door te concentreren op de losse, ontspannen slinger (in tegenstelling tot concentratie op isolatie en lichaamsbeheersing)
- De peuters leren blazen, dit is goed voor hun mond motoriek en taalontwikkeling.

9 | Ballon

♫ muzieksuggestie: Bas Ballon - Dansspetters
♫ muzieksuggestie: 10.000 luchtballonnen - K3

Op een feest zijn er naast slingers ook vaak ballonnen aanwezig. Laat de peuters eerst een lege ballon zien. Blaas deze langzaam op en vraag wat er gebeurt. Vertel de peuters dat de ballon groter wordt, doordat er meer lucht in de ballon komt. Vraag daarna wat er zal gebeuren als de lucht uit de ballon ontsnapt. Laat de ballon los en kijk samen wat er gebeurt. Dit onderdeel is altijd lachen geblazen en kun je daarom rustig een paar keer herhalen.

Daarna zijn de kinderen zelf de ballon. Eerst oefenen we zonder muziek. De peuters maken zich zo klein als een ballon en samen blazen we de ballon steeds een stukje op. Bij elke keer blazen worden de peuters een stukje groter: mooie ronde armen voor, bolle wangen, ronde armen boven je hoofd en benen wijd. Laat de peuters op het eind even op de tenen staan. Dan ontsnapt de lucht en vallen alle peuters op de grond. Dit herhaal je een aantal keren. 

Daarna vertel je dat jij de ballonnen één voor één kapot gaat prikken met je vinger. Als de peuters helemaal groot zijn geworden, op hun tenen staan en de armen mooi rond gebogen hebben, en dus een echte grote ronde ballon zijn geworden, prik jij willekeurig een ballon kapot. De peuters mogen pas naar beneden vallen als ze zijn geprikt.

Als laatste oefening laat je het lied ‘Bas Ballon’ van Dansspetters horen. Vraag de kinderen goed te luisteren naar de muziek en de ballon uit te beelden. Als het goed is hoef je dit niet voor te doen: dat daagt de kinderen uit om de tonen in de muziek te vertalen naar hun verbeelding! Meestal voelen de kinderen instinctief al aan wat de muziek van ze vraagt.

Als afsluiter van deze feestelijke les mogen de kinderen natuurlijk nog even lekker zelf dansen met een ballon.

Leerdoelen:
- Het verschil leren tussen groot en klein.
- Balanshouden door op de tenen te blijven staan.
- Leren wachten op hun beurt.
- De luistervaardigheid wordt getraind door goed te luisteren naar de muziek van Bas Ballon.
- Door af te sluiten met een feestelijk nummer en een ballon leren de kinderen vrij te bewegen door de ruimte en ontwikkelen ze hun zelfexpressie.

Afspeellijst

Bronnen


MUZIEK & LESMATERIAAL - KLEUTERS

Als dansdocent ben je veel tijd kwijt met voorbereiding. Uren die niet betaald worden. Vooral muziek zoeken voor een nieuwe les is een hels karwij. Wie kent er nog een leuk liedje over de winter? Of over vlinders? Leeuwen? Bijen? En welke oefening doen we daar bij? Help! Onze redacteur Muziek & Lesmateriaal schrijft artikelen met oefeningen en lesplannen voor danslessen voor peuters en kleuters. Deze worden vergezeld van muzieksuggesties, zodat jullie nooit meer lang hoeven te zoeken naar een geschikt muzieknummer!

Astrid Spit

Astrid Spit is redacteur Muziek & Lesmateriaal voor peuters & kleuters. Ze volgde de opleiding tot peuter- en kleuterdansdocent bij Dingjan Peuterdansonderwijs in Rotterdam. Vervolgens deed zij de Taaldans® en Rekendans® cursus bij Studio Swing van Lenneke Gentle. Daarnaast volgde zij verschillende trainingen, waaronder ‘Muziekkwartier’ van Félice van der Sande, en ‘Danswijs met het jonge kind’ van Marsha Kester. Sinds 2019 heeft Astrid haar eigen dansschool speciaal gericht op het jonge kind. Hiernaast geeft zij wekelijks op diverse basisscholen taal- en rekendanslessen aan peuters en kleuters. Voor Dansdocent.nu zet Astrid zich in om andere dansdocenten te ontlasten door het maken van kant-en klare-lesplannen.