Bij ons in de straat: een dansles voor groep 1-4 in het thema van de Kinderboekenweek 2023

MUZIEK & LESMATERIAAL | Dit jaar is het thema van de kinderboekenweek ‘Bij mij thuis’. Daarom heeft Astrid Spit een lesplan bedacht aan de hand van het prentenboek Bij ons in de straat. In deze dansles leren de kinderen dat ieder thuis er net even anders uitziet. De les is geschikt voor de lessen peuter- en kleuterdans bij jou in de dansschool, én voor kinderen in groep 1 tot en met 4. Met suggesties hoe je de oefeningen voor basisschoolleerlingen uitdagender kunt maken.

De kinderboekenweek komt er weer aan!

Tijdens de vakantie heb je waarschijnlijk de tijd genomen om alvast een aantal danslessen voor te bereiden. Misschien is daarbij de Kinderboekenweek even aan je aandacht ontsnapt. Maar die komt er al snel aan: van 4 tot en met 15 oktober! 

Natuurlijk hoef je niet aan alle themaweken mee te doen, maar de kinderboekenweek is wel bij uitstek geschikt om jonge kinderen te laten ervaren hoe leuk de combinatie van lezen en bewegen kan zijn. En hierdoor werken wij als dansdocent ook nog eens mee aan de woordenschatontwikkeling van het jonge kind. Daar hebben ze de rest van hun leven profijt van! In mijn danslessen maak ik daarom vaak dankbaar gebruik van prentenboeken. Met als actueel aanknopingspunt De Kinderboekenweek, De Nationale Voorleesdagen, Boekstart, etc. Allemaal redenen om met de kinderen al dansend met taal aan de slag te gaan.

Peuters en kleuters kunnen zelf nog niet lezen, maar wist je dat zelfs door voorlezen de woordenschat al aanzienlijk groeit? Daarnaast heeft ‘interactief voorlezen’ een extra positief effect op de ontwikkeling van de woordenschat, met name bij jongere kinderen. Hierbij lees je niet alleen de tekst voor en leg je onbekende woorden uit, maar praat je ook met de kinderen over wat er te zien is in het boek en wat er gebeurt in het verhaal. Stel daarom ook waarom- en hoe-vragen, want die lokken langere en complexere antwoorden uit. Dus zo stimuleer je (jonge) kinderen om te praten en zelf na te denken.

Dit jaar is het thema van de Kinderboekenweek: ‘Bij mij thuis’. Thuis betekent voor iedereen iets anders en thuis bestaat in veel verschillende vormen. Deze diversiteit vieren we dit jaar en we praten over de verschillen en gelijkenissen. Hoe kan dat beter dan met boeken? Want ook in boeken komen allerlei thuissituaties aan bod en daardoor stimuleren deze verhalen om het gesprek aan te gaan. Lees over thuissituaties in verre landen of leer van alles over verschillende huizen. Niet ieder huis hoeft een thuis te zijn.
— De Kinderboekenweek

Bij mij thuis

Dit jaar is het thema van de kinderboekenweek ‘Bij mij thuis’. Voor mijn lessen heb ik gekozen voor het Prentenboek Bij ons in de straat van Koos Meinderts & Annette Fienieg. In korte rijmpjes beschrijft Meinderts wie in welk huis woont. Daardoor is dit boek ideaal voor jonge kinderen met een korte spanningsboog. Verder komen in het boek allerlei verschillende huizen en mensen aan bod. Zo zien de kinderen dat het bij andere mensen thuis anders kan zijn dan bij hun zelf. En het boek is grappig, dat vinden kinderen natuurlijk ook leuk!

TIP | Geef jij (ook) les aan (kinderen uit) groep 3 en 4? Cultuurschakel heeft een literatuurproject ‘Mijn Straat’ ontwikkeld. En voor de eerste oefening wordt het boek Bij ons in de straat gebruikt. Dus wil je dieper ingaan op de thematiek ‘Bij mij thuis’ van de kinderboekenweek? Bekijk dan vooral eens hun lesmateriaal

LESPLAN

Benodigdheden:

  • Prentenboek Bij ons in de straat

  • Voor ieder kind een geplastificeerd kaartje met een cijfer

  • Tape

  • Touw

  • Kroontjes 

1 | START

Net als altijd starten we in de kring. Als je vooraf het aantal leerlingen weet, dan kun je alvast markeringen klaarleggen. Dit keer met de cijfers 1 tot en met 10. Als je meer leerlingen hebt, begin je gewoon opnieuw. Dus dan heb je misschien 2 of 3 keer hetzelfde cijfer. Weet je het aantal leerlingen niet van tevoren, dan geef je de kinderen het nummer pas als de kring is gemaakt. Vraag de leerlingen om het cijfer te verstoppen onder de billen, zodat alle cijfers zijn verdwenen. 

Vertel dat jullie vandaag gaan dansen in de straat. Als inleiding kun je alvast de voorkant van het boek laten zien. Begin een klein gesprek met elkaar over de straat waarin de kinderen zelf wonen. Staan er veel bomen? Staan er veel huizen? Is het een drukke straat of juist rustig? De kleuters weten misschien zelfs wel op welk huisnummer ze wonen. 

Vraag dan aan de kinderen ‘Hey, waar zijn alle cijfers gebleven?’ en kijk een beetje verbaasd om je heen. De eerste kinderen zullen al gaan roepen ‘hier juf’ en hun billen optillen. Vraag alle kinderen om achter hun cijfer te gaan zitten en bekijk ze eens goed. 

Met de peuters ga je gewoon de kring rond en vraag je of ze een rondje op hun cijfer willen draaien. Met de kleuters kun je nu de cijfers 1 tot en met 10 even gaan oefenen. De kinderen met cijfer 1 mogen een rondje draaien, daarna mogen de kinderen met cijfer 2 springen, met cijfer 3 op één been staan etc. Net zolang totdat iedereen aan de beurt is geweest. Met kinderen uit groep 3 en 4 kun je het moeilijker maken door de volgorde van de cijfers te husselen en de kinderen snel te laten reageren als ze hun nummer horen.

Leerdoelen:
- Het herkennen van de cijfers 1 tot en met 10
- Op de beurt wachten
- Zichzelf laten zien / kijken naar de ander

2 | WARM UP A

♫ muzieksuggestie: A Whole New World - Lisa Harris

Vraag alle kinderen om te gaan liggen op hun cijfer. Dit is vandaag hun plekje, hun huis. 

Laat de kinderen net doen alsof ze slapen en zet zachtjes een muziekje op. Langzaam wordt iedereen wakker. Goed uitrekken, tenen laten wiebelen, vingers laten kriebelen en langzaam opstaan. Laat de kinderen zich helemaal uitstrekken tot op de tenen met de armen in de lucht. Doe net alsof je de slaap uit je ogen wrijft. Dan mogen ze zich even gaan wassen. Zet denkbeeldig de kraan aan. Was je handen, het gezicht, de oren, de buik, de armen, de benen en de voeten. Nog even tanden poetsen en dan is iedereen klaar. 

3 | WARM UP B

♫ muzieksuggestie: Wakker Stamp Lied - Fenna Ramos

Als iedereen goed wakker is, is het tijd voor het ‘Wakker Stamp Lied’. Volg de tekst van de muziek en lekker dansen maar. Bij de tekst ‘stap naar voren’ loop je met z’n allen naar het midden en schud je je hoofd, daarna loop je weer achteruit naar de plek. 

Door in het midden van de kring een voorwerp neer te leggen waar ze naartoe kunnen lopen zorg je ervoor dat het geen chaos wordt. Meestal leg ik een knuffel van een zon in het midden. Maar je kunt natuurlijk van alles in het midden leggen. Het is maar net waar je op dat moment over danst. Dus in dit geval zou je een (houten) speelgoedhuisje neer kunnen leggen. 

Let op: vertel er wel altijd even bij dat ze het materiaal niet aan mogen raken. Dit zorgt namelijk vaak voor valpartijen, als iedereen boven op het materiaal duikt, en de kans is groot dat het materiaal kapot gaat. Bij de zon vertel ik bijvoorbeeld dat de zon heel erg warm is. In dit geval zou je kunnen zeggen dat iedereen in het huisje nog slaapt en dat we het huisje daarom niet aan mogen raken.

Leerdoelen:
- We oefenen de namen van onze lichaamsdelen. 
- We leren samenwerken door samen een grote en kleine kring te maken.

4 | DANSOEFENING

♫ muzieksuggestie: Lopen, Lopen - Jeroen Schipper

Vertel de kinderen dat jullie vandaag een kijkje gaan nemen in de straat van 1 tot en met 11.

Om bij deze straat te komen moeten ze een stukje lopen. Zet de muziek aan en laat de kinderen lopen. Vertel dat ze de handen op hun schouders mogen laten rusten met de ellebogen opzij wijzend, hierdoor gaan ze namelijk vanzelf rechtop lopen. Zet de muziek aan en loop zelf mee. Met peuters en kleuters kun je in een kring achter elkaar aan laten lopen. Met kinderen uit groep 3 en 4 kun je een slang maken achter jou aan, of ze allemaal kriskras door de ruimte laten lopen. 

De muziek geeft aan dat als je niet meer kunt lopen, je ook kunt gaan fietsen. Ga liggen op de rug en begin met het ronddraaien van de benen, net of je aan het fietsen bent. De meeste kinderen zullen vanzelf meedoen. Draai dit liedje minstens drie keer achter elkaar, zo geef je ieder kind de gelegenheid om de oefening te begrijpen en de kans om mee te doen.

De eerste keer dat je dit lied draait is lopen en fietsen voldoende uitdaging voor de peuters. Voor de kleuters kun je hier extra oefeningen aan toevoegen. Deze extra oefeningen kun je na de tweede of derde keer dat je deze les doet ook aan de peuters leren. Extra oefeningen kunnen zijn: lopen op de tenen met de handen in de zij, lopen op de hakken met de handen wijd, achteruit lopen, lopen in tweetallen etc. Je kunt ook rijtjes maken waarin steeds één kind voorop mag, die bepaalt hoe jullie lopen. Wissel net zolang door tot iedereen aan de beurt is geweest.

Voor groep 3 en 4 kun je de opdracht uitbreiden met de vraag: Hoe kunnen we door de straat bewegen? Lopen, springen, huppelen, kruipen, rollen etc. Maak van de klas twee lange lijnen met daartussen een soort gangetje: de straat. De achterste kinderen mogen door het gangetje bewegen, en sluiten daarna weer aan bij het einde van de rij. Daarna schuift iedereen een plekje door. Je kan de kindjes zelf laten kiezen hoe ze willen gaan, of je kunt het met ze afspreken. Wel handig om even een pion aan begin en einde te zetten zodat het geen chaos wordt.

Leerdoelen:
- Luisteren naar de muziek
- Het oefenen van verschillende bewegingsmogelijkheden
- Het ervaren van verschillende manieren van lopen

5 | VOORLEZEN

Vertel de kinderen dat jullie zijn aangekomen in de straat van 1 tot en met 11. In deze straat wonen veel verschillende mensen. Pak het prentenboek erbij en laat de voorkant zien. Met de kleuters kun je eventueel een gesprek beginnen over hun eigen straat, maar met de peuters begin ik vrij vlot met het voorlezen van het verhaal. Zij zijn nog te jong om gedetailleerd over hun thuissituatie in gesprek te gaan. Lees in dat geval gewoon het hele boek in één keer aan hen voor, zonder onderbrekingen. 

Met kinderen uit groep 3 en 4 kun je zeker wel een gesprek beginnen over hun eigen straat. Hen kun je wat vragen stellen tijdens het voorlezen. Start met de eerste pagina: “Wie woont waar denk je?" "Zegt de vorm van het huis iets over wie er woont?” Lees dan het hele boek voor. Bespreek daarna het boek aan de hand van de volgende vragen:

Zou deze straat echt bestaan? Waarom wel/niet denk je?
- Welke bewoner van deze straat zou jij als buurman willen hebben? Waarom?
- Wie niet? Waarom niet?
- In welk huis zou jij willen wonen?
- Klopten je ideeën die je aan het begin over de bewoners van de verschillende huizen had?

Natuurlijk kun je ze ook nog wat dans-gerelateerde vragen stellen: 
- Hoe lopen zij door hun eigen straat?
- Welke route moeten ze lopen naar…? 
- Zijn er veel bochten of veel trappen? Moeten ze vaak oversteken?
- Hoe spelen ze in de speeltuin?
- Mogen ze al een stukje alleen van huis, en tot waar dan?

6 | STOPDANS

♫ muzieksuggestie: Mission Impossible - The Session
♫ muzieksuggestie: Pomme d'amour I - René Aubry

De kinderen mogen stiekem gluren in ‘de huisjes’ om te kijken hoe het er van binnen uitziet. Maar ze moeten oppassen dat ze niet betrapt worden. Zet de muziek aan en laat de kinderen verzinnen hoe ze stiekem kunnen gluren. De kleuters hebben vaak zelf goede ideeën, de peuters moet je helpen of het zelf voordoen. Bijvoorbeeld: turen met de handen als zonneklep voor je voorhoofd, plat op de buik liggen en met je hoofd iets omhoog komen, zachtjes springen omdat het raam te hoog zit en je het anders niet goed ziet. 

Maar let op: zodra de muziek stopt, moeten de kinderen zich snel verstoppen! Bijvoorbeeld door zich heel klein te maken. 

Je kunt deze oefening voor de kleuters uitdagender maken door de cijfers van 1 tot en met 11 verspreid door de danszaal te leggen. Vertel dan voordat je de muziek aanzet bij welk huisje ze naar binnen mogen gluren. Vergeet vervolgens niet te checken of ze bij het juiste huisje naar binnen gluren.

Deze oefening is ook juist leuk voor kinderen uit groep 3–4, want die kunnen nog meer in hun fantasie kruipen. Extra idee: vakken tapen op de grond. Dat zijn de huisjes. Een aantal leerlingen 'wonen' in die huisjes en mogen daar bijvoorbeeld zitten, liggen, rondlopen. De andere kinderen gaan daar naar binnen gluren.

Leerdoelen:
- Luisteren naar de muziek en reageren op de stops
- Herkennen van de cijfers van 1 tot en met 11
- Het aanspreken van hun eigen creativiteit en verbeeldingskracht

7 | DIKKE DAME

♫ muzieksuggestie: Oefenmuziek 12 New Age - Dansspetters (langzaam)
♫ muzieksuggestie:
Piraña - Efteling (snel)

In het boek staan elf verschillende mensen beschreven. Super leuk dus om deze mensen te verwerken in jouw les. Omdat elf een beetje veel is voor één les, heb ik voor dit lesplan gekozen om er drie verder uit te werken. 

Lees de bladzijde over de dikke dame op nummer één nog een keertje voor.

Vertel de peuters wat een koning of koningin is en laat zien dat ze vaak een kroon dragen. De kleuters weten dit al wel! Vraag de kinderen om een kroon te maken met hun handen boven hun hoofd. Nu zijn ze zelf een koning of koningin. Vraag de kinderen of ze zich ook heel groot en dik kunnen maken. Of juist heel lang en dun. Laat ze goed het verschil ervaren tussen dik en dun.

Ik heb ervoor gekozen om te vertellen dat het feest is op nummer 1, want de koning en koningin zijn jarig. De koning en koningin trekken hun mooiste kleren aan en zetten hun kroon op. Dit laat je de kinderen (nog zonder muziek) uitbeelden. De koningin is een dikke dame, maar de koning is juist heel dun. Ze gaan dansen in de woonkamer. En bij deze oefening is het natuurlijk helemaal leuk als je kroontjes kunt uitdelen zodat de kinderen met een echte kroon op kunnen dansen.

Zorg ervoor dat je twee verschillende soorten muziekjes klaar hebt staan. Eén muziekje voor de koning en een muziekje voor de koningin. Zodra de muziek aangaat mogen de kinderen gaan dansen. Als ze langzame muziek horen dansen ze alsof ze groot en dik zijn, met langzame logge passen. Doe aan het begin vooral zelf mee. Wissel daarna de muziek af met snelle muziek. De kinderen veranderen in de koning: ze maken zich lang en dun en dansen snelle pasjes. 

Bij de peuters en kleuters zul je de eerste paar keer moeten vertellen wie ze zijn, maar uiteindelijk is het natuurlijk de bedoeling dat ze aan de muziek kunnen horen of ze de koning of koningin zijn. Bij de kinderen uit groep 3 en 4 kun je proberen of ze zelf kunnen horen welke muziek bij welk personage hoort.

Leerdoelen:
- Het verschil ervaren tussen dik en dun (zwaar versus lichtvoetig bewegen) en langzaam en snel
- Het herkennen van verschillende soorten muziek  

8 | MOOIE MOLLY

♫ muzieksuggestie: Het Circus - Koorddansers - Dansspetters
♫ muzieksuggestie: Salento - René Aubry
♫ muzieksuggestie: De wereld is een circus - Suske&Wiske De Musical

Lees de bladzijde over Mooie Molly op nummer 3 nog een keer voor.

Vraag aan de kinderen of ze ook op één been kunnen staan. Natuurlijk kunnen ze dat, dit willen ze allemaal vast laten zien! Als iedereen heeft laten zien dat ze dit kunnen, ga je met ze tellen: eerst proberen we drie tellen op één been te staan, daarna vier tellen, dan vijf tellen en misschien kunnen we zelfs wel zes tellen op één been staan (met de kleuters kun je proberen tot tien of elf te tellen). Vergeet niet om ook het andere been te proberen. 

Vraag aan de kinderen uit groep 3 en 4 of ze ook op één been kunnen springen. Op de plek of verplaatsend naar de overkant van de zaal. Lekker even balanceren oefenen.

Pak dan het boek er weer bij en laat de voorkant nog een keer zien. Daar zie je mooie Molly balanceren over een koord. Vertel de kinderen dat Molly vroeger bij het circus zat en dat ze kon balanceren over een heel dun koord. Ze was namelijk koorddanseres. Vertel dat jullie vandaag ook gaan koorddansen.

Eerst mogen ze oefenen op de grond over een stuk tape. Vraag de kinderen om aan de zijkant van de zaal te gaan zitten en plak over de gehele lengte van de zaal een lange streep tape op de vloer. Dan mogen de kinderen in een rij achter elkaar voor de streep gaan staan. Ik krijg de kinderen altijd snel in de rij door te zeggen dat ze in de ‘danstrein’ mogen stappen. Eén voor één mogen de kinderen over het koord balanceren. Bij grote groepen laat je ze vrij snel achter elkaar doorgaan. 

Laat de kinderen op verschillende manieren naar de overkant lopen. Bijvoorbeeld voetje voor voetje, op de tenen, op de hakken, achteruit. Maak het extra moeilijk door in het midden bijvoorbeeld op één been te balanceren of een rondje te draaien. 

Als dit goed gaat, vertel je de kinderen dat ze goed genoeg hebben geoefend om nu over een echt koord te lopen, hoog in de lucht. Denkbeeldig lopen jullie de ladder helemaal naar boven. Dit doe je door de knieën goed op te trekken en met je handen denkbeeldig naar boven te lopen. Vervolgens pak je een touw en legt dit net als de tape over de gehele lengte van de zaal. Nu herhaal je de voorgaande oefening maar dan op het touw. Je kunt eventueel het touw nog in verschillende vormen leggen, kronkelend of zigzaggend. 

Bij de kinderen uit groep 3 en 4 kun je ook werken aan de houding. Een koorddanseres ziet er namelijk uit alsof het helemaal geen moeite kost! Dat komt omdat ze zo mooi zelfverzekerd rechtop loopt en zo min mogelijk naar beneden kijkt. De armen houdt ze gestrekt opzij of ze maakt er mooie gebaren mee. En ze maakt aan het einde een speciale buiging, waarbij ze niet helemaal voorover buigt (want dan valt ze van het touw), maar een zacht knikje geeft met haar hoofd terwijl ze haar benen buigt, het één gekruist achter het andere, zoals een prinses.

Leerdoelen
- Balanceren
- Voor groep 3-4: lichaamshouding

9 | JANTJE

♫ muzieksuggestie: Alle hens aan dek 2 - Dansspetters

Als laatste dansen we over Jantje op nummer 4. Lees ook deze bladzijde nog een keer voor. 

Vertel dat de kinderen vandaag een stukje gaan varen over de zeven zeeën net als Jantje. Alleen wij gaan varen op een heus zeilschip (eventueel afbeelding laten zien of speelgoed zeilschip) en niet op de stoomboot van Jan.

Eerst moeten we de zeilen hijsen, de boot moet nog geschrobd worden, dan kijken we door onze verrekijker of we kunnen vertrekken en dan gaan we varen. Dit doen we op de muziek van Dansspetters. We beginnen langzaam en gaan steeds sneller. Elke beweging doen we 8 tellen en dan herhalen we alles, totdat de muziek is afgelopen. Dit is een kort lied, dus kun je makkelijk nog een keer herhalen. 

Voor de peuters en kleuters is het leuk om het eerst zittend in de kring te doen en vervolgens staand in de kring. Maar deze oefening is ook super leuk met groep 3-4. Je kunt ze dan iets meer uitdagen door de eerste keer met de leerlingen mee te doen, en ze vervolgens zelf mee te laten dansen met het lied. Of oefen het eerst een keer in de kring zodat iedereen elkaar goed kan zien, en oefen de dans daarna in andere formaties. Bijvoorbeeld verspreid door de ruimte. 

10 | EINDOEFENING

♫ muzieksuggestie: Hi Ha Hinkelen - Bibaboerderij
♫ muzieksuggestie: In the night garden closing theme - Andrew Davenport

Na alle indrukken sluiten we deze les af met een hinkelpad. Dat kennen ze misschien wel van 'bij hen in de straat', en anders is het een leuke tip voor ze! 

Laat de kinderen eerst even kriskras door de zaal oefenen om vervolgens in een rij over de hinkelbaan te hinkelen. Als je een grote groep kinderen hebt zijn meerdere hinkelbanen aan te raden. Ik werk graag met een hinkelbaan van foam cijfers, maar vind je dit te prijzig dan kun je natuurlijk ook zelf een hinkelpad maken. Lamineer bijvoorbeeld de cijfers van 1 tot en met 10 op wit (of nog leuker op gekleurd) papier en plak ze met tape op de grond vast. Of werk met hoepels of andere materialen die je voorhanden hebt.

Spotify playlist

Bronnen


MUZIEK & LESMATERIAAL - KLEUTERS

Als dansdocent ben je veel tijd kwijt met voorbereiding. Uren die niet betaald worden. Vooral muziek zoeken voor een nieuwe les is een hels karwij. Wie kent er nog een leuk liedje over de winter? Of over vlinders? Leeuwen? Bijen? En welke oefening doen we daar bij? Help! Onze redacteur Muziek & Lesmateriaal schrijft artikelen met oefeningen en lesplannen voor danslessen voor peuters en kleuters. Deze worden vergezeld van muzieksuggesties, zodat jullie nooit meer lang hoeven te zoeken naar een geschikt muzieknummer!

Astrid Spit

Astrid Spit is redacteur Muziek & Lesmateriaal voor peuters & kleuters. Ze volgde de opleiding tot peuter- en kleuterdansdocent bij Dingjan Peuterdansonderwijs in Rotterdam. Vervolgens deed zij de Taaldans® en Rekendans® cursus bij Studio Swing van Lenneke Gentle. Daarnaast volgde zij verschillende trainingen, waaronder ‘Muziekkwartier’ van Félice van der Sande, en ‘Danswijs met het jonge kind’ van Marsha Kester. Sinds 2019 heeft Astrid haar eigen dansschool speciaal gericht op het jonge kind. Hiernaast geeft zij wekelijks op diverse basisscholen taal- en rekendanslessen aan peuters en kleuters. Voor Dansdocent.nu zet Astrid zich in om andere dansdocenten te ontlasten door het maken van kant-en klare-lesplannen.