Laat peuters niet zitten op hun gat, maar vergroot al dansend hun woordenschat! 

Dit lesplan is gebaseerd op het prentenboek Het begint met een zaadje van Laura Knowles en Jennie Webber.

MUZIEK & LESMATERIAAL | Prentenboeken voorlezen vergroot de woordenschat van peuters en kleuters. Al helemaal als ze daarna de woorden mogen dansen! Daarom heeft Astrid Spit een lesplan gemaakt voor peuters en kleuters, aan de hand van het boek Het begint met een Zaadje. In het kader van de Kinderboekenweek! In deze dansles leren peuters al dansend de lidwoorden bij namen van de lichaamsdelen en nieuwe begrippen met betrekking tot het thema Gi-Ga-Groen, zoals ‘dwarrelen’. Daarnaast komen verschillende bewegingsmogelijkheden als rollen, draaien, kruipen, huppelen en stampen aan bod.

Kinderboekenweek: ook leuk voor peuters en kleuters

De kinderboekenweek is een jaarlijks feest ter promotie van het Nederlands kinderboek en het stimuleren van lezen bij kinderen. Dit jaar vindt de Kinderboekenweek plaats van 5 tot 16 oktober. Hoewel peuters en kleuters nog niet zelf kunnen lezen, is de kinderboekenweek ook voor hen interessant. Zij leren namelijk veel wanneer anderen hen boeken voorlezen. De woordenschat wordt vergroot door het bekijken en benoemen van de plaatjes in het boek. Lees meer over het stimuleren van de woordenschat tijdens de dansles in dit artikel van danseres en basisschooldocent Bo van Hagen. 

Peuters en kleuters leren veel door middel van hun lijf. Door beweging toe te voegen aan het verhaal dat je voorleest, worden de zintuigen geprikkeld en blijft het verhaal nog beter hangen. Danslessen aan de hand van prentenboeken zijn dus ideaal. Al helemaal tijdens de kinderboekenweek! Dat is het perfecte moment om het eerste zaadje van leesplezier te planten bij de peuters. Om je te inspireren schreef ik hieronder een lesplan gebaseerd op een prentenboek. Maar Bo heeft in dit artikel nog veel meer tips over hoe je prentenboeken in je danslessen kunt verwerken. 

Peuters en kleuters leren veel door te doen en door herhaling. Dat gebruiken we in deze les om te werken aan verschillende taal- en rekendoelen. De taaldoelen worden onder andere behandeld bij de warming up. Door met de peuters alle lichaamsdelen langs te gaan, ze te benoemen en de peuters actief mee te laten praten. De woordenschat wordt tevens vergroot met nieuwe begrippen als ‘dwarrelen’ en de verschillende dierennamen, zoals eekhoorn en lieveheersbeestje (best lastige woorden voor jonge kinderen). De rekendoelen worden verwerkt in verschillende begrippen rondom meten, zoals hoog/laag, dik/dun en langzaam/snel. 

Lesplan Het begint met een zaadje

In dit artikel deel ik een compleet lesplan met jullie voor een dansles met peuters en/of kleuters van ongeveer 45 minuten. Overal waar ik spreek over peuters kun je ook kleuters lezen. 

Dit lesplan heb ik gemaakt in het kader van de Kinderboekenweek 2022, met als thema Gi-Ga-Groen. De oefeningen zijn gemaakt aan de hand van het prentenboek Het begint met een zaadje. De oorspronkelijke titel luidt: It starts with a Seed. Het boek is geschreven door Laura Knowles en bevat prachtige illustraties van Jennie Webber. 

Het boek vertelt het verhaal van een dansend zaadje dat uitgroeit tot een grote boom. De verteller neemt je mee op reis door de seizoenen van het jaar. Hierdoor kun je het boek het gehele jaar door gebruiken in je lessen en hoef je je niet te beperken tot de Kinderboekenweek. 

Het verhaal is simpel en mooi beschreven. Doordat er weinig tekst op een pagina staat kun je het verhaal makkelijk voorlezen in de dansles zonder de concentratie van de leerlingen te verliezen. Naast de tekst staat een duidelijke illustratie om met de kinderen te bekijken, te bespreken en in beweging te brengen. Er worden veel verschillende dieren afgebeeld. De meeste jonge kinderen houden van dieren en doen ze graag na. Dit geeft veel bewegingsmogelijkheden!

1. Begin van de les

Met peuters kun je het beste iedere dansles hetzelfde starten en eindigen. Dit zorgt voor vertrouwen en rust in de les. Zelf begin ik de dansles altijd in de kring. Dit heeft als voordeel dat iedereen elkaar goed kan zien. Ik noem ieder kind bij naam, zodat ze zich welkom voelen. Dan laat ik de peuters een rondje draaien of een ‘kunstje’ doen. Dit geeft hen zelfvertrouwen. 

Als ze dit nog spannend vinden, kun je ze hierbij helpen. Door zelf ook een rondje te draaien of door ze een hand te geven en samen een rondje te draaien. Durven ze (nog) helemaal niets te doen? Laat dit dan zo zijn. De volgende les durven ze misschien wel, of de les daarna. Alles op zijn tijd.

2. Warming-up

♫ muzieksuggestie: Gympentic Instrumentaal – Kinderen voor Kinderen 

Vertel de peuters kort in één zin waar ze over gaan dansen. Bijvoorbeeld: Vandaag gaan we dansen over een klein zaadje dat een hele grote dikke boom wordt. Daarna geef je alle peuters een geplastificeerd plaatje van een zaadje, dit is hun plekje vandaag (de eerste les kun je de kinderen ook echte zaadjes laten zien en voelen!). Laat de peuters staan op hun ‘zaadje’ en zet de muziek aan. 

- De peuters ‘dwarrelen’ als zaadjes naar beneden. Maak je zo lang als je kan, op de tenen en de armen omhoog. Vervolgens dwarrel je langzaam kronkelend naar beneden, helemaal tot aan de grond, als een klein zaadje. Herhaal dit een aantal keren. 

- Dan moeten de zaadjes diep in de grond. Stamp maar flink met de voeten op het zaadje. 

- Als het zaadje in de grond zit maken jullie rustig je hele lijf wakker. Klop zachtjes op de armen, de billen, de buik en de benen. Ga het hele lijf langs en benoem steeds hardop het lichaamsdeel waarop jullie aan het kloppen zijn.

- Laat de kinderen zelf ook af en toe een lichaamsdeel noemen, hierdoor blijven ze nog meer betrokken bij de les. En het geeft jou een idee hoe goed ze deze woorden al kennen. Doe zelf vooral fanatiek mee! Je zult merken dat je de kinderen hiermee enorm stimuleert.

Leerdoelen: 
- Door het benoemen van alle lichaamsdelen wordt de woordenschat van de kinderen vergroot.
- De peuters leren het begrip ‘dwarrelen’, doordat ze dit door de beweging die ze maken zelf ervaren. Oftewel: kronkelend bewegen van boven naar beneden. Door het woord duidelijk te benoemen en te herhalen tijdens het bewegen zullen de peuters het nog beter onthouden. 

3. Voorlezen

Na de warming up pak ik het boek erbij. De eerste les lees ik altijd het hele verhaal een keer voor. Tijdens eventueel daarop volgende lessen kun je ook alleen de illustraties gebruiken. In het boek worden geen paginanummers vermeld. Vandaar dat ik in dit lesplan de illustratie zal beschrijven die ik bij een oefening gebruik. 

Lees duidelijk en niet te snel. De peuters moeten de gelegenheid hebben om de tekst te verwerken en eventueel te kunnen reageren. Zorg voor de juiste intonatie in je stem. Als een verhaal eentonig wordt voorgelezen zullen peuters eerder afhaken. Zorg je voor melodie in je stem dan zullen ze langer geconcentreerd luisteren. Kun je wel wat stemtips gebruiken? In dit Dansdocent.nu artikel deelt Maud Tielemans technieken voor rustig, enthousiasmerend en gezond stemgebruik.

Het gebruik van handpoppen tijdens het voorlezen maakt het voor peuters magisch. Het verhaal zal dan nog meer tot de verbeelding spreken en gaan leven. 

4. Vrij dansen

♫ muzieksuggestie: Whispering Wind - Ronan Hardiman

Laat de peuters de pagina zien met het dansende zaadje.

Vertel dat zij zaadjes zijn en heel langzaam dansen in de wind. Zet zachtjes muziek op en begin zelf te bewegen. De peuters zullen jou na gaan doen. Vertel ondertussen wat je doet. De zaadjes krijgen vleugels en vliegen omhoog en weer omlaag. Ze maken mooie tekeningen hoog in de lucht en dwarrelen daarna langzaam omlaag. Tekeningen in de lucht kunnen ze maken met hun vingers en armen. Voor extra uitdaging kun je vragen om tekeningen te maken met hun hoofd, benen of neus. 

Daarna rollen de zaadjes over de grond. Maak jezelf zo klein als een zaadje. Als de wind zachtjes waait rollen ze langzaam, maar begint het harder te waaien dan rollen ze snel. Kunnen jullie zelf ook wind maken? Laat de peuters (mee)blazen, dit is goed voor de mondmotoriek. 

Leerdoelen:
- Peuters leren begrippen als langzaam/snel en hoog/laag.
- Peuters leren zich bewegen door de hele ruimte.
- Peuters leren hun fantasie te gebruiken.

Het dansende zaadje uit het boek Het begint met een zaadje.

5. Dans oefening A: van zaadje tot boom

♫  muzieksuggestie I: Music Box Dancer – Frank Mills
♫  muzieksuggestie II: De boom staat stil – Dirk Scheele

Laat de peuters nog even kort de afbeeldingen op de pagina’s zien van het zaadje tot aan de boom. Tip: Je kunt de cyclus ook uitprinten op één pagina en deze plastificeren en in de zaal hangen. Op Google zijn verschillende afbeeldingen te vinden. Of download deze plaatjes: cyclus 1, cyclus 2 of cyclus 3.

Deze oefening herken je vast, als je zelf op jonge leeftijd bent begonnen met dansen. Het is met recht een klassieker! In deze oefening beelden we de cyclus van een zaadje naar een boom uit. De peuters maken zichzelf zo klein als een zaadje. Alle zaadjes liggen in de grond. Heel voorzichtig komt er één stengel uit het zaadje (één arm omhoog) en nog een stengel (andere arm omhoog). De stengel strekt zich (hele lichaam komt langzaam omhoog). Langzaam komen alle kinderen staan en maken zich zo groot als ze kunnen. Armen omhoog en op de tenen. De boom wordt steeds dikker (armen opzij, poortje maken met de benen). Dan gaat de boom dansen. De peuters mogen vrij bewegen door de zaal. Dit herhalen we een aantal keren zonder muziek en daarna op muziek. 

Bij muzieksuggestie I hoor je duidelijk in de muziek wanneer de peuters zaadjes zijn en wanneer ze mogen dansen als een boom. Als ze zaadjes zijn gaat de muziek namelijk langzaam en als ze mogen dansen gaat de muziek sneller. Dit wordt drie keer herhaald. Na een aantal lessen weten de peuters zelf wanneer ze weer op de grond moeten liggen als een zaadje. Op het lied ‘de boom staat stil’ van Dirk Scheele kun je met de kinderen de tekst van de muziek volgen.

Leerdoelen:
- Peuters leren de begrippen groot/klein en dik/dun (rekendoel). 
- Peuters leren luisteren naar de muziek en de tekst (luister- en concentratieoefening).

Boven en onder: de danseresjes van redacteur Astrid Spit, verstopt onder grote bladeren.

6. Dans oefening B: schuilen

Muzieksuggesties:
♫ 
Autumn Song – Adriano, Paulina (= dansen/vliegen)
♫ 
Dai Allegri Musicanti - Georg Pommer (= kruipen)
♫ 
Oefenmuziek 02 Vrolijk – Dansspetters (= huppelen)
♫ 
Butterfly Waltz - Brian Crain (= draaien)
 Forest Rain – Rain Recordings (= schuilen)

Laat de peuters de pagina zien van de twee lieveheersbeestjes die onder het blad schuilen. 

We zijn een grote dikke boom geworden. Veel dieren vinden het fijn om in de boom te wonen. (In dit lesplan deel ik oefeningen met twee verschillende dieren. Je kunt uiteraard zelf voor andere dieren kiezen of extra dieren toevoegen.)

De lieveheersbeestjes schuilen onder de bladeren. Geef alle peuters een groot blad (zelf heb ik ooit grote vilten bladeren bij de Action gekocht). Bekijk samen het blad. Wat kunnen we hier allemaal mee? Het blad kan op het hoofd, op de rug, op de buik. Het blad kan zwieren en zwaaien en rondjes draaien. Laat de peuters ook zelf dingen bedenken.

TIP | Van Lenneke Gentle van Studio Swing heb ik tijdens de Taaldans® en Rekendans® cursus geleerd om overal direct de juiste lidwoorden bij te gebruiken. Ik merk dat ik dit nu zelf ook vaak toepas in mijn ‘normale’ danslessen. Dus in plaats van: “Leg het blad maar op je buik.” zeg ik “Leg het blad maar op de buik.” Het is niet fout als je dit niet doet, maar als je hier af en toe bewust mee bezig bent, leer je de peuters tijdens het dansen direct de juiste lidwoorden. Dit is goed voor hun taalontwikkeling.

Wijs de peuters een plek aan verspreid door de zaal. De oudere peuters of kleuters kun je zelf een plek laten kiezen. Als blijkt dat dit te moeilijk is en ze te dicht bij elkaar gaan zitten kun je ze daarna alsnog een plek aanwijzen. Door dit af en toe te oefenen leren de kleuters de hele zaal te gebruiken. Vervolgens maken ze zich zo klein als een lieveheersbeestje op het blad. Als de muziek aangaat mogen de lieveheersbeestjes dansen/vliegen tussen de bladeren door, als de muziek stopt moeten ze snel schuilen onder het blad.

Uitbreiding 1:
Als de muziek aangaat kruipen de lieveheersbeestjes, als de muziek aangaat, huppelen de lieveheersbeestjes, als de muziek aangaat draaien de lieveheersbeestjes et cetera. In plaats van de muziek stop te zetten, is het ook leuk om een regengeluid te laten horen. Dit is voor de peuters een teken dat ze snel moeten schuilen.

Uitbreiding 2:
Laat de peuters samenwerken door ze per tweetal één blad te geven. Als de muziek aangaat mogen ze hand in hand huppelen zonder blad en als de muziek stopt moeten ze samen schuilen onder het blad. Je kunt ze ook de aansluitpas (zijwaartse chassé) laten oefenen door het blad tussen hen in te laten vasthouden. 

Leerdoelen:
- Peuters leren samenwerken
- Het leren van voorzetsels zoals in, op, onder, voor, achter, tussendoor etc.

Samen werken met een vilten blad van dansjuf Astrid.

7. Dans oefening C: eekhoorns

Muzieksuggesties:
♫ 
Indische Waterlelies – Efteling (=klimmen)
♫ 
Springen Maar! – Rood en Wit (=springen)
♫ 
Eekhoorn – DD Company

Laat de pagina van de boom met de eekhoorns aan de peuters zien. De eekhoorns leven in de boom.

Zien jullie de eekhoorns? Hoeveel zitten er in de boom? Hoe denk je dat ze in de boom zijn gekomen? Hebben ze geklommen? Of zijn ze gesprongen? Probeer de bewegingen uit met je leerlingen. Als je gaat klimmen begin je op de hurken en klim je daarna denkbeeldig in de boom. Helemaal naar boven. Gebruik je handen en til je knieën hoog op. Laat je af en toe vallen, dat vinden de peuters geweldig.  

TIP | Van Marsha Kester van Danswijs kreeg ik de tip om dansdoekjes als eekhoornstaart te gebruiken. De kinderen vinden het fantastisch. Stop ze achter je broek en dans op het lied ‘Eekhoorn’ van DD Company. Volg de tekst en gooi de staart op het einde in de lucht. Simpel en succesvol. Heb je geen dansdoekjes? Deze video van het Muziekkwartier legt uit hoe je dansdoekjes zelf kunt maken (zonder te hoeven naaien).

8. Dans oefening D: Strekken

♫ muzieksuggestie: The Ballerina - Ballet L’école

Laat de peuters de pagina van het boek zien met de tekst ‘De stengel rekt zich en strekt zich, de wortels duwen de aarde opzij’. 

De peuters rekken en strekken hun armen. Helemaal omhoog. Met hun voeten tekenen ze wortels over de grond, naar voren, naar achteren en opzij. Deze oefening is een voorbereiding op het dansje waarmee we de les afsluiten. Deze oefening kan op muziek, maar kun je ook prima zonder muziek met de peuters oefenen. 

9. Dansje

♫ muzieksuggestie 1: Trots - Toy-Town Cavalry Trot van Guy Dearden
♫ muzieksuggestie 2: Herfst – 2 kleine kleutertjes

De kinderen maken zich klein (zaadje op de grond) en groeien uit tot een grote boom. 

- Wapper met armen (= zaadje met vleugels) (4 tellen)

- Dwarrel naar beneden (= zaadje dwarrelt op de grond) (4 tellen)

- Wapper met armen (= zaadje met vleugels) (4 tellen)

- Dwarrel naar beneden (= zaadje dwarrelt op de grond) (4 tellen)

- Wapper met armen (= zaadje met vleugels) (4 tellen)

- Dwarrel naar beneden (= zaadje dwarrelt op de grond) (4 tellen)

- Beweeg je hele lijf in de wind (8 tellen)

- Rondje draaien linksom armen wijd als takken (= boom gaat dansen) (4 tellen)

- Klimmen en spring 1x in de lucht (= eekhoorn) (4 tellen)

- Rondje draaien rechtsom armen wijd als takken (= boom gaat dansen) (4 tellen)

- Klimmen en spring 1x in de lucht (= eekhoorn) (4 tellen)

- Rondje draaien linksom armen wijd als takken (= boom gaat dansen) (4 tellen)

- Klimmen en spring 1x  in de lucht (= eekhoorn) (4 tellen)

- Rondje draaien en handen in de zij (8 tellen)

- Rechterbeen naar voren en terug (tendu devant)(= duw wortels weg) (2x)

- Stampen op de grond (= stamp de zaadjes in de grond) (4x)

- Linkerbeen naar voren en terug (tendu devant)(= duw wortels weg) (2x)

- Stampen op de grond (=stamp de zaadjes in de grond) (4x)

- Rechterbeen opzij (tendu de côté)(= duw wortels weg) (2x)

- Linkerbeen opzij (tendu de côté)(= duw wortels weg) (2x)

- Buiging

Je kunt natuurlijk ook voor andere liedjes kiezen. Omdat peuters nog niet zelf kiezen voor een bepaald muziekgenre, heb jij als docent de kans om een gevarieerd muziekprogramma aan te bieden. Zoals jazz, Afrikaans, country en klassiek. Kies naast gezongen tekst ook wat vaker voor instrumentale muziek. Daarop zullen de peuters nog meer hun eigen fantasie gebruiken. Zorg er wel voor dat de liedjes niet te lang zijn. Ongeveer twee minuten is voldoende. Jonge kinderen hebben een kleine concentratieboog en haken af als een dans te lang duurt. Het is beter om een dansje te herhalen als blijkt dat kinderen het leuk vinden. 

9. Cooling down

♫ muzieksuggestie: Het land van je ogen dicht - Chantal Janzen

Zorg voor een rustige afsluiting van jouw les, zodat de kinderen niet stuiterend naar huis gaan. Om in het thema van het boek te blijven kun je hier de peuters lekker laten slapen in het bos. Laat ze zelf bepalen welk dier ze willen zijn en zeg dat ze even mogen uitrusten. Van al dat dansen word je namelijk moe. 

Ooit heb ik een keer een grote boom in het midden van de zaal gemaakt van antislip materiaal bij het thema ‘herfst’. Dat zou hier ook heel toepasselijk zijn. Alle kinderen kunnen dan heerlijk gaan liggen bij de boom. 

Dim de lichten (niet helemaal donker), zet een zacht muziekje op en ga met een doorzichtige (organza)doek over de kinderen heen. Dit prikkelt de zintuigen van de peuters. Een doek dat kriebelt over het gezicht, de armen, de benen of de voeten. Dit leert de peuters ook te wachten. Wanneer komt het doek? En het is een leuk verstopspelletje. 

Met deze afsluiting gun je de peuters een stukje rust en leren ze om zich te ontspannen. Even niets moeten. Geniet van een heerlijk zen momentje samen.

Veel plezier!

Natuurlijk zijn er nog veel meer mogelijkheden om te dansen en bewegen bij dit boek. Ik hoop dat ik jullie wat inspiratie heb kunnen geven en dat jullie een eerste zaadje kunnen planten bij de peuters, zodat ze zullen uitgroeien tot mooie sterke bomen - die dol zijn op lezen! Jong geleerd is oud gedaan.


MUZIEK & LESMATERIAAL - PEUTERS & kleuters

Als dansdocent ben je veel tijd kwijt met voorbereiding. Uren die niet betaald worden. Vooral muziek zoeken voor een nieuwe les is een hels karwij. Wie kent er nog een leuk liedje over de winter? Of over vlinders? Leeuwen? Bijen? En welke oefening doen we daar bij? Help! Onze redacteur Muziek & Lesmateriaal schrijft artikelen met oefeningen en lesplannen voor danslessen voor kinderen. Deze worden vergezeld van muzieksuggesties, zodat jullie nooit meer lang hoeven te zoeken naar een geschikt muzieknummer!

Astrid Spit

Astrid Spit is redacteur Muziek & Lesmateriaal voor peuters & kleuters. Ze volgde de opleiding tot peuter- en kleuterdansdocent bij Dingjan Peuterdansonderwijs in Rotterdam. Vervolgens deed zij de Taaldans® en Rekendans® cursus bij Studio Swing van Lenneke Gentle. Daarnaast volgde zij verschillende trainingen, waaronder ‘Muziekkwartier’ van Félice van der Sande, en ‘Danswijs met het jonge kind’ van Marsha Kester. Sinds 2019 heeft Astrid haar eigen dansschool speciaal gericht op het jonge kind. Hiernaast geeft zij wekelijks op diverse basisscholen taal- en rekendanslessen aan peuters en kleuters. Voor Dansdocent.nu zet Astrid zich in om andere dansdocenten te ontlasten door het maken van kant-en klare-lesplannen.