Laat jonge kinderen kennismaken met dans met het prentenboek ‘Lila gaat dansen!’

Dansdocent Astrid Spit met haar eerste prentenboek: Lila gaat dansen!

MUZIEK & LESMATERIAAL | Geef jij les aan peuters of kleuters die nog niet veel gedanst hebben? Dan kun je deze dansles met ze doen, aan de hand van het prentenboek Lila gaat dansen! Hierin doet Lila namelijk voor het eerst mee aan een dansles. Door mee te bewegen met het verhaal krijgen jonge kinderen een idee van hoe een dansles eruitziet. In dit lesplan geeft Astrid Spit (de auteur) extra oefeningen, tips en muzieksuggesties mee voor een vrolijke kennismaking met dans.   

Dans met je hart

Zelf dans ik al sinds ik mij kan herinneren. Dat ik hiervan mijn fulltime beroep zou maken had ik in eerste instantie niet voorzien. Maar toen ik mijn vorige baan verloor door economische ontwikkelingen besloot ik dat het tijd werd mijn hart te volgen. Inmiddels ben ik alweer ruim vijf jaar eigenaar van een dansschool voor het jonge kind: Peuter Passie in Hengelo. Hier geef ik met veel plezier danslessen en yogalessen aan de doelgroep die mij het meest aanspreekt: peuters en kleuters. Ik vind het heerlijk om met jonge kinderen te dansen en ze mee te nemen in een fantasievol dansverhaal. 

Dat ik van danslessen geven mijn beroep zou maken had ik dus in eerste instantie niet voorzien. Maar wat al wél een lang gekoesterde droom van mij was, was het schrijven van een boek. Stiekem heb ik ook altijd gedacht dat dit ooit echt zou gaan gebeuren. De thriller die ik wilde schrijven schoof ik echter op de lange baan als iets waar ik mee verder zou gaan als ik meer tijd had. Maar ik heb al wel twee prentenboeken voor peuters en kleuters geschreven! Namelijk: Lila gaat dansen! en Deugniet is ondeugend!

Het gebeurde allemaal tijdens de coronacrisis. In deze periode viel voor mij alles op zijn plek. Ik kreeg meer tijd voor zelfreflectie en ik besloot om al mijn passies - dansen, schrijven en het jonge kind - tot één product te maken. En zo ontstond het idee voor Lila! Lila is een meisje met een hoofd in de vorm van een hartje, dat steeds van kleur verandert als haar emoties veranderen. Voor kleine kinderen zijn hartjes een vorm van herkenning, want je ziet ze overal. Mede daarom heb ik Lila in de vorm van een hart gegoten. Ze is de hoofdpersoon in mijn eerste prentenboek: Lila gaat dansen!

Dansinitiatie

In dit boek gaat Lila voor het eerst op dansles. Het is geschreven voor peuters en kleuters die houden van bewegen, én om peuters en kleuters die dansen nog spannend vinden juist tot beweging te brengen. Door mee te lezen en te bewegen krijgen peuters en kleuters een idee van wat er in een dansles gebeurt. In dit boek staat namelijk onderaan iedere pagina een beweegopdracht. Hierdoor komt het verhaal tot leven en worden de kinderen gestimuleerd om mee te bewegen. Het is dus een interactief boek om samen met de voorlezer en de andere kinderen dans te ontdekken. 

Geef jij dansles aan jonge kinderen, dan zal het prentenboek Lila gaat dansen! zeker herkenbaar zijn en veel jonge kinderen vinden herkenning fijn. Geef je geen dansles, maar wil je wel graag bewegen met peuters en kleuters in de klas, kinderopvang, peuterspeelzaal of thuis? Dan geeft dit prentenboek een kijkje in de dansles en krijgen jullie genoeg redenen en ideeën om gezellig samen te gaan ontdekken en bewegen. Verder is de tekst kort en bondig geschreven in rijmvorm. Hierdoor kunnen de peuters en kleuters al snel tijdens het lezen van het boek meepraten. 

LESPLAN Lila gaat dansen

Benodigdheden:

  • Prentenboek Lila gaat dansen!

  • Gele geplastificeerde hartjes (voor ieder kind 1)

  • Gele hartjes ballon (of een ander geel hartje van stof, plastic of papier)

  • Koffer(tje) met toverstafjes

  • Theepot

  • Gekleurde papieren hartjes (geel, grijs, groen, roze, blauw, paars, rood, wit, oranje)

1 | START

We starten de les in de kring. Weet je vooraf met hoeveel leerlingen je bent, dan kun je ervoor zorgen dat er al geplastificeerde gele hartjes op de grond zijn geplakt met tape. Verzoek de kinderen om dit hartje te gaan verstoppen onder de billen. Zo heeft ieder kind tijdens de dansles een eigen plekje. Vanuit de kring is het ook fijn om voor te lezen, omdat iedereen dan het boek goed kan zien. Doordat je iedereen aan het begin van de les een eigen plek geeft, zorg je ervoor dat na een (dans)oefening de leerlingen weer snel en zonder chaos op de plek zitten.

Dit boek leent zich om in gedeelten voor te lezen. Je hoeft bij het geven van de dansles dus niet van tevoren het hele boek voor te lezen. Bij de verschillende oefeningen in dit lesplan staat vermeld wanneer je welke bladzijden kunt voorlezen. Vertel de leerlingen nu eerst dat jullie gaan dansen met Lila en laat alvast de voorkant van het boek zien. Bespreek met de kinderen wat jullie zien. Vragen die je zou kunnen stellen: “Welke vorm heeft Lila?”, “Waarom zou ze Lila heten?” en “Wat is Lila aan het doen?”

2 | DANSTREIN

♫ muzieksuggestie: Rijdend in een treintje - Dirk Scheele
♫ muzieksuggestie: Lila Liedjesland - K3
♫ muzieksuggestie: Warm Up Jumps - Soren Bebe 
♫ muzieksuggestie:
Bibbidi-Bobbidi-Boo - Nina Miller

Lees het begin van het boek, van pagina 4 tot en met 9. Hierin wordt verteld wie Lila is en dat ze voor het eerst naar dansles gaat. 

Vertel de leerlingen dat ze vandaag, net als Lila, ook naar dansles gaan, maar dat ze hiervoor eerst een stukje met de trein moeten. Verzoek de leerlingen te gaan staan in een rij achter elkaar - de ‘danstrein’ - en laat ze elkaar bij de schouders vastpakken net zoals in een polonaise. Het voorste kind in de rij is Lila en krijgt een gele hartjes ballon vast (dit kan ook een hartjes knuffel zijn of een hartje geknipt van papier). Degene die vooraan in de rij staat bepaalt de route van de danstrein. 

Zet de muziek aan en laat de trein vertrekken. Zodra de muziek stopt geeft de persoon vooraan de ballon door aan de tweede en gaat zelf achteraan in de trein. Voor peuters is dit al een hele oefening op zich. Voor kleuters kun je de oefening uitdagender maken door de trein af en toe om te draaien. Stopt de muziek dan moeten alle leerlingen omdraaien en is de persoon achteraan dus de eerste in de trein geworden. 

Je kunt de leerlingen ook vragen om op de tenen te lopen, op de hakken te lopen, door de knieën te zakken etc. Gaat dit goed, dan kan de trein ook door de zaal zonder elkaar vast te houden. Door de handen in de zij te zetten, de handen op je schouders te laten rusten of op je hoofd. De kunst is ervoor te zorgen dat de trein nog steeds bij elkaar blijft en er geen gaten ontstaan.

Leerdoelen:
- Leerlingen leren het verschil tussen vooraan en achteraan, en tussen leiden en volgen
- Het leren van de rangtelwoorden; eerste, tweede, derde etc.
- Leerlingen leren samenwerken
- Leren van plaatsbepaling

3 | NAMENRONDE

♫ muzieksuggestie: Weet jij hoe ik me voel? - Jeroen Schipper

De trein komt aan in een grote danszaal. Verzoek de leerlingen weer te gaan zitten op hun eigen plek in de kring. Lees daarna verder van pagina 10 tot en met 13, waarin wordt verteld dat alle danshartjes hun naam mogen zeggen. Daarna mogen ook alle leerlingen één voor één hun eigen naam hardop zeggen en een dansmove laten zien. Als kinderen het lastig vinden om zelf een beweging te verzinnen kun je ze natuurlijk helpen door voorbeelden te geven.

Je eigen naam zeggen is voor veel (jonge) kinderen best spannend. Alle ogen zijn op jou gericht en je staat in de belangstelling. Door dit van kleins af aan te oefenen in de les, door het normaal te maken, kunnen ze hier in hun latere leven profijt van hebben. Zelf vind ik spreken in het openbaar voor een grote groep volwassen mensen nog steeds best spannend. Misschien dat ik het juist daarom belangrijk vind om mijn leerlingen vertrouwen te geven, zodat zij dit later niet als een obstakel ervaren.

Merk je dat kinderen hun eigen naam nog niet durven uit te spreken, dan kun je de eerste les ook vragen of ze hun hand op willen steken als ze hun naam horen of door met de hele groep samen de namen uit te spreken. Je kunt eventueel ook zelf beginnen met je naam zeggen en een beweging laten zien.

Als iedereen aan de beurt is geweest kun je vertellen dat Lila het best spannend vond dat ze haar eigen naam moest zeggen en eigenlijk een beetje bang was. Bespreek de verschillende emoties met elkaar en laat de leerlingen hier bewegingen bij verzinnen. De kleuters kunnen dit vaak zelf al goed, maar de peuters moet je een beetje helpen door het voor te doen. 

Ben je boos? Dan kun je stampen met de voeten op de grond, slaan met de vuisten in de rond, je wenkbrauwen fronsen. Ben je verdrietig? Dan kun je sip kijken met de mondhoeken naar beneden en tranen uit je ogen wrijven. Ben je bang? Dan kun je de handen voor de ogen houden en trillen met je benen. En ben je blij? Dan kun je lachen en dansen in het rond. Bij de kleuters kun je er een spelletje van maken door één iemand een emotie te laten uitbeelden en door de anderen te laten raden welke emotie dit is. Voor de kleinste peuters is dit nog moeilijk. Je kunt hen wel laten raden welke emoties jij zelf uitbeeldt.

De verschillende emoties komen ook terug in het liedje van Jeroen Schipper: ‘Weet jij hoe ik me voel’. Dit lied is voor peuters en kleuters erg leuk om op te dansen door voorgaande bewegingen te herhalen op muziek.

Leerdoelen:
- Leren spreken in het openbaar
- Het leren herkennen van de verschillende emoties

4 | WARMING UP

♫ muzieksuggestie: Lilali - Pat Benesta

Lees verder in het boek van pagina 14 tot en met 17. Hier wordt verteld dat alle hartjes eerst hun lichaam wakker maken voordat ze gaan dansen.

Vraag de leerlingen om te gaan staan en hun hartje te verstoppen onder de voeten. Je kunt ervoor kiezen om direct te starten met de muziek, maar als je voldoende tijd hebt kun je ook een aantal oefeningen vooraf doen met de leerlingen. Kunnen ze bijvoorbeeld hun hart verstoppen onder één voet? Kunnen ze op de tenen staan en een rondje draaien? Kunnen ze allemaal een hartje naar rechts of links opschuiven? Etcetera.

Het is ook leuk om de leerlingen te vragen of ze weten waar hun eigen hart zit. Lang niet iedereen zal dit weten. Laat dit bij jezelf zien door je handen op je hart te leggen en help de kinderen vervolgens dit bij hun zelf te doen. Vraag de kinderen de ogen te sluiten en te voelen of ze hun hart voelen kloppen.

Zodra de muziek start, beginnen we met alle lichaamsdelen wakker te kloppen of tikken. Begin bovenaan bij het hoofd en ga zo helemaal door naar beneden. Benoem steeds het lichaamsdeel dat je aan het wakker maken bent. Aan het einde van deze oefening vraag je de leerlingen nog even heel hard te rennen en springen op de plek. 

Dan mogen ze nog een keer hun hart voelen. Als het goed is voelen ze hun hart nu hard kloppen. Zo niet, dan hebben ze niet voldoende gerend en gesprongen en mogen ze nog even los gaan op de plek.

Leerdoelen:
- Leerlingen leren alle lichaamsdelen delen kennen
- Ontspannen/ontladen van het lichaam, vooral als ze in de vorige oefening gespannen/nerveus waren
- De concentratie terugbrengen van een meer analytisch verhaal over emoties, naar het voelen van het hele lichaam

DANSOEFENINGEN

Lees verder in het boek van pagina 18 tot en met 21. Hier wordt verteld dat de hartjes iedere les een verhaal gaan dansen.

Het voordeel van dit prentenboek is dat je het voor elke les kunt gebruiken. Veel van jullie zullen namelijk werken aan de hand van een thema. In mijn prentenboek maak ik duidelijk wat de opbouw van een dansles voor peuters en kleuters is, waaronder ‘het dansverhaal’ valt. Dit dansverhaal staat niet beschreven, maar kun je als je wilt zelf verzinnen. Dus in dit gedeelte van de dansles kun je jouw eigen thema verwerken.

In dit lesplan houd ik me aan de beweegopdracht uit het boek op pagina 20. Namelijk: “Dans sierlijk als een prinses of stoer als een piraat!” Maar je kunt hier dus ook vertellen dat de dansles vandaag over bijvoorbeeld een van de seizoenen gaat, of over een feestdag, of over elk gewenst ander thema.

5 | DANSOEFENING 1

♫ muzieksuggestie: Hands - Angelina Ballerina (prinses)
♫ muzieksuggestie:
Pomme d'Amour I - René Aubry (piraat) 

De leerlingen zijn vandaag uitgenodigd op het feest in een magisch paleis. In het paleis zijn prinsen en prinsessen, maar ook stoere piraten uitgenodigd. Iedereen danst op zijn eigen manier op het bal. Laat eerst aan de peuters zien hoe een prins of prinses zou kunnen dansen en vraag ze om met jou mee te dansen. Maak mooie sierlijke bewegingen, draai rondjes en wissel af van hoog naar laag. Bij de kleuters kun je direct de muziek aanzetten.

Daarna laat je aan de peuters/kleuters zien hoe een stoere piraat zou kunnen dansen. Houd een denkbeeldig zwaard vast en zwaai hier mee van hoog naar laag, heen en weer, in cirkels etc. Vaak hebben piraten ook een ooglap voor. Bedek één oog met je hand en dans. Ook hier geldt dat de kleuters zelf met mooie ideeën zullen komen, maar zorg er wel voor dat het geen chaos wordt. Merk je dat de kinderen door elkaar gaan rennen en gaan duwen en trekken? Dans dan zelf fanatiek mee en geef het goede voorbeeld.

Als je de verschillen van dansbewegingen hebt geoefend ga je experimenteren. Laat de kinderen luisteren naar de muziek en zelf horen of ze een prins(es) of piraat zijn. Wissel de muziek dus af. Verdeel de groep in twee en laat ze om en om dansen. De ene helft is prins(es) en de andere helft piraat. Of geef de opdracht om in tweetallen te dansen, waarbij ze elkaar tijdens het dansen vast moeten blijven houden. Ze zijn dan beiden prins(es) of piraat.

Leerdoelen:
- Leerlingen herkennen verschillende soorten muziek
- Leerlingen leren verschillende soorten bewegingen te maken: direct, plots en zwaar (piraat) en indirect, doorgaand en licht (prinses). 
- Voor meer info over bewegingskwaliteiten, lees je het artikel ‘Laban’s 8 Efforts: dynamische kwaliteiten in een les dansexpressie voor kinderen’ van Rimke Saan.

6 | DANSOEFENING 2

♫ muzieksuggestie: Jump 6/8 Mexican Hat Dance Medley - Lisa Harris

In het magische paleis staat een magische koffer met magische spullen erin! De koffer staat precies midden in de danszaal. Om ervoor te zorgen dat de magische spullen niet kapot gaan mogen de prins(es) en piraten de koffer tijdens het dansen niet aanraken. Zorg ervoor dat de koffer niet te groot of te hoog is en dat je deze vooraf al hebt gevuld met toverstafjes voor ieder kind. De toverstafjes kun je kopen, maar ook heel makkelijk zelf maken van een rietje of satéprikker, papieren hartjes, een lintje eraan en voila, jouw toverstaf is klaar.

Vraag de kinderen om in een rij achter elkaar in de hoek van de zaal te gaan staan. We gaan namelijk dansen vanuit de hoek (diagonaal). Bij hele jonge peuters kun je ervoor kiezen om recht over te steken, want uit ervaring weet ik dat zij de diagonaal nog lastig vinden. Vanaf 3 jaar kun je dit al wel gaan oefenen, mits de groep niet te groot is. Bij grote groepen maak je twee rijen.

De kinderen mogen van de ene kant naar de andere kant van de zaal huppelen of rennen en in het midden springen over de magische koffer. Als je dit een paar keer hebt geoefend kun je de oefening uitbreiden en uitdagender maken door bijvoorbeeld een hoepel achter de koffer te leggen waar ze een rondje in mogen draaien, een balans steen waar ze op moeten balanceren of een mat om de koprol te leren. Je kunt de leerlingen ook in tweetallen over de diagonaal laten gaan. Zo leren ze ook samenwerken. 

Leerdoelen:
- Leerlingen kennis laten maken met de diagonaal
- Leren springen, balanceren, rollen

7 | DANSOEFENING 3

♫ muzieksuggestie: De heksenketel - Dansspetters

Zet de koffer in de kring en vraag de kinderen om weer op hun eigen plekje te gaan zitten. Laat ze raden wat er in de koffer zou kunnen zitten. Maak het vervolgens een beetje spannend en doe dan de koffer langzaam open… en haal er voorzichtig één toverstaf uit. Laat deze magische toverstaf zien en vertel erbij dat de staf iedereen kan omtoveren, maar dat we hiervoor wel een speciale toverspreuk moeten leren. Voor de magische toverspreuk maken we gebruik van het boek en de lesomschrijving van Dansspetters.

Leer eerst samen de toverspreuk:
Siebel, sabbel, sieberidie… Hatsjie!
Siebel, sabbel sieberidoe… Hatsjoe

Laat de leerlingen daarna allemaal zitten op hun knieën met de billen op de hakken. Dan gaan we samen een dansje doen…

- Maat A: De leerlingen zingen de eerste regel van de toverspreuk terwijl ze op en neer gaan met hun armen, en bij Hatsjie met de wijsvingers wijzen naar de koffer. De leerlingen zingen de tweede regel van de toverspreuk terwijl ze met hun armen rondjes draaien boven hun hoofd, en bij Hatsjoe met de hele hand wijzen naar de koffer.
- Tussenspel: de leerlingen kiezen een plek vrij in de ruimte
- Maat B: De leerlingen dansen in het rond als een piraat, zoals geoefend 
- Tussenspel: de leerlingen gaan weer in de kring zitten
- Herhaling van maat A
- Tussenspel: de leerlingen kiezen een plek vrij in de ruimte
- Maat B: de leerlingen dansen in het rond als een prins(es)met soepele en vloeiende bewegingen
- Tussenspel: de leerlingen gaan weer in de kring zitten
- Herhaling van maat A
- Tussenspel: de leerlingen dansen naar keuze als een piraat of prins(es)l ieder houdt zijn eindhouding vast

8 | KOPJE THEE

♫ muzieksuggestie: I'm a little teapot - nursery rhymes 123

Van al dat dansen krijgen de kinderen natuurlijk dorst. Daarom sluiten we de dansles in stijl af met een ‘magisch kopje thee’. Alle kinderen maken van hun handen een kommetje (kopje) en jij gaat langs met de theepot en schenkt hier denkbeeldig water in. Het allerleukste is als je een theepot hebt waar geluid uitkomt, maar dit hoeft natuurlijk niet. Vraag de kinderen om drie keer hun kopje te draaien en dan te ruiken welke thee ze hebben (diep inademen door de neus). De thee is nog warm, dus ze mogen daarna uitblazen door de mond. Herhaal dit ongeveer drie keer en je zult merken dat (bijna) iedereen hier rustig van wordt. 

Deze ademhalingsoefening gebruik ik al jaren en is bij de meeste kinderen favoriet. Je krijgt dan ook de leukste reacties. Sommige kinderen willen graag regenboog thee of Elsa thee, maar er zijn ook kinderen die kiezen voor chocolademelk of cola. Thuis kan dat natuurlijk niet altijd, maar gelukkig hebben wij in de dansles zoveel fantasie dat alles mogelijk is. Met Halloween hebben we spinnetjes (neppe natuurlijk) in de theepot gestopt en hadden we 'spinnen thee'. Zo kun je zelf van alles verzinnen.

9 | AFSLUITING

Als afsluiter van de les kun je de leerlingen vragen of ze nog weten waarom Lila nu geel is (antwoord: omdat ze blij is want ze mag naar dansles). Achterin het boek op pagina 30 staan alle kleuren van Lila met de betekenis erbij. Zorg voor een bakje of mandje met de verschillende kleuren hartjes erin (deze kun je knippen van papier). Alle leerlingen mogen een hartje meenemen naar huis aan het einde van de les. De peuters zullen ongetwijfeld kiezen voor de kleur die ze het mooiste vinden, maar de kleuters kun je wel vragen om te kiezen voor de kleur hoe ze zich op dat moment voelen. 

Kleurplaat

Na de les geef ik de kinderen een kleurplaat mee naar huis. Op deze manier worden ze thuis nog eens aan de dansles herinnerd en kunnen ze hun indrukken verwerken. Ze mogen dan ook zelf bepalen welke kleur Lila krijgt. Al kiezen de meeste kinderen voor geel, zo is mijn ervaring. En dat is mooi, want dat betekent dat ze de dansles leuk vonden! 

Afspeellijst


MUZIEK & LESMATERIAAL - KLEUTERS

Als dansdocent ben je veel tijd kwijt met voorbereiding. Uren die niet betaald worden. Vooral muziek zoeken voor een nieuwe les is een hels karwij. Wie kent er nog een leuk liedje over de winter? Of over vlinders? Leeuwen? Bijen? En welke oefening doen we daar bij? Help! Onze redacteur Muziek & Lesmateriaal schrijft artikelen met oefeningen en lesplannen voor danslessen voor peuters en kleuters. Deze worden vergezeld van muzieksuggesties, zodat jullie nooit meer lang hoeven te zoeken naar een geschikt muzieknummer!

Astrid Spit

Astrid Spit is redacteur Muziek & Lesmateriaal voor peuters & kleuters. Ze volgde de opleiding tot peuter- en kleuterdansdocent bij Dingjan Peuterdansonderwijs in Rotterdam. Vervolgens deed zij de Taaldans® en Rekendans® cursus bij Studio Swing van Lenneke Gentle. Daarnaast volgde zij verschillende trainingen, waaronder ‘Muziekkwartier’ van Félice van der Sande, en ‘Danswijs met het jonge kind’ van Marsha Kester. Sinds 2019 heeft Astrid haar eigen dansschool speciaal gericht op het jonge kind. Hiernaast geeft zij wekelijks op diverse basisscholen taal- en rekendanslessen aan peuters en kleuters. Voor Dansdocent.nu zet Astrid zich in om andere dansdocenten te ontlasten door het maken van kant-en klare-lesplannen.