Conceptkerndoelen kunst en cultuur: kansen voor dans in het onderwijs

Foto: Erika Giraud/Unsplash

WERKPLEZIER & DIDACTIEK | De kerndoelen van het leergebied kunst en cultuur zijn in 2024-2025 geactualiseerd. In de nieuwe conceptkerndoelen wordt dans voor het eerst expliciet en gelijkwaardig naast andere kunstdisciplines benoemd. Dat betekent dat volgens deze conceptkerndoelen elke leerling in Nederland op school met dans in aanraking zal komen! Dat geldt voor het primair onderwijs, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs. Dansdocent Maedy de Miranda - Tol, lid van het kerndoelenteam, vertelt er in dit artikel meer over.

Dans in het onderwijs

Veel mensen weten niet dat dans niet alleen in de vrije tijd wordt aangeboden, maar ook een plek heeft in het binnenschoolse onderwijs. Dans is onderdeel van het leergebied kunst en cultuur in het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo). Het is zelfs een examenvak in het vo! Maar vergeleken met de andere kunstdisciplines is dans een erg klein vak dat niet vaak wordt aangeboden in het onderwijs. Leerkrachten in het po voelen zich vaak niet goed uitgerust als het om dans gaat. Maar ook voor dansdocenten blijft het vaak bij incidentele workshops en niet een vaste aanstelling op een school. Hierdoor krijgt dans geen duurzame plek in het curriculum.

Om dans (en andere kunstvakken) in het po en vo vorm te geven, zijn er kerndoelen die gelden voor het hele leergebied kunst en cultuur. Maar helaas worden de huidige doelen, die al sinds 2006 van kracht zijn, door zowel leerkrachten als kunstdocenten vaak ervaren als ‘te globaal omschreven’. In andere woorden: het is niet duidelijk genoeg wat leerlingen moeten kennen, kunnen en ervaren. Daardoor bieden ze leerkrachten en dansdocenten geen concrete handvatten om de danslessen mee te ontwerpen en is de drempel om met dans aan de slag te gaan in het onderwijs hoog. 

Daarnaast zijn de huidige kerndoelen ook al zo'n twintig jaar oud en sluiten daardoor niet genoeg aan op het onderwijs van nu - hierover later meer.

Het werd dus de hoogste tijd voor nieuwe of in elk geval aangepaste kerndoelen. Gelukkig mocht SLO, het landelijk expertisecentrum voor het curriculum, hier in 2024-2025 mee aan de slag. De afgelopen jaren werden in fases de kerndoelen voor alle andere vakken (dus ook Nederlands, wiskunde etc.) geactualiseerd in opdracht van de overheid. Als een van de laatste kwam dus ook kunst en cultuur aan bod. De kerndoelen voor het leergebied kunst en cultuur gaan gelden voor alle scholen in het primair onderwijs, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en het (voorgezet) speciaal onderwijs.

In augustus 2023 ging een 'kerndoelenteam' van start om te werken aan de actualisatie van de kerndoelen voor het leergebied kunst en cultuur. In deze commissie had ik als vakexpert dans het voorrecht om samen te werken met een bevlogen team dat bestond uit verschillende kunstvakleerkrachten, vakexperts en curriculumontwikkelaars. Nu het ontwikkeltraject is afgerond, de conceptkerndoelen zijn gepubliceerd en ze worden beproefd in de praktijk, mag ik ze eindelijk delen. In dit artikel vertel ik waarom deze vernieuwde conceptkerndoelen een doorbraak kunnen betekenen voor dans in het onderwijs en voor het kunst- en cultuuronderwijs in het algemeen. 

De kerndoelen die we hebben geformuleerd in dit ontwikkeltraject worden nu nog ‘conceptkerndoelen’ genoemd, omdat ze eerst op bruikbaarheid worden beproefd in de onderwijspraktijk. Vervolgens moet de Tweede Kamer ze nog goedkeuren. Toch verdienen deze conceptkerndoelen nú al aandacht voor dansdocenten,  want ze vormen straks het fundament van het onderwijs in het leergebied kunst en cultuur en openen de deur naar een sterkere, duidelijker verankerde plek voor dans binnen het curriculum.

Kerndoelen kunst en cultuur 

Maar eerst: wat zijn de huidige kerndoelen eigenlijk? Het po kent op dit moment maar drie kerndoelen voor kunst en cultuur:

  • De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om ermee te communiceren.

  • ​De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

  • De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

In het vo zijn er vijf kerndoelen en ook die zijn niet heel concreet:

  • De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen.

  • De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren.

  • ​De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- of filmvoorstellingen.

  • ​De leerling leert met behulp van visuele of auditieve middelen verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten, als toeschouwer en als deelnemer.

  • De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder dat van kunstenaars.

Zoals je ziet zijn deze kerndoelen erg bondig verwoord en dus vaag. De praktijk leert dan ook dat scholen weinig hoeven te doen om deze doelen te behalen. Of ze een keer een workshop doen, wat bewegingsspelletjes spelen of juist een heel jaar vast lesgeven, mogen scholen zelf weten. Sommige scholen zetten wel in op dans, maar daar zijn ze vooralsnog niet wettelijk toe verplicht. De verschillen in het dansaanbod op scholen zijn dus vaak het gevolg van verschillen in de ambities van individuele docenten of docententeams. 

In de geactualiseerde kerndoelen die SLO voorstelt is daarom specifieker en concreter opgeschreven wat er van leerlingen — en dus ook van de school — wordt verwacht. Daarbij is er een doorlopende leerlijn gecreëerd van po naar onderbouw vo. 

Een van de opvallende veranderingen is dat alle kunstdisciplines — muziek, beeldende vorming, theater, dans en film — expliciet worden benoemd. Dit betekent dat elke leerling in Nederland op school in aanraking moet komen met de verschillende kunstdisciplines. Als de conceptkerndoelen doorgang vinden is dans dus niet langer een keuze-optie, maar een onmisbaar onderdeel van het kunst- en cultuuronderwijs. Dit is een belangrijke doorbraak die zowel kansen als nieuwe vragen met zich meebrengt. Hoe kunnen we deze kans benutten om dans een kwalitatieve en betekenisvolle vaste plek in het onderwijs te geven? Wat betekent dit voor scholen, dansdocenten en vakopleidingen? In dit artikel neem ik je mee in de veranderingen én de mogelijkheden die de conceptkerndoelen voor dans bieden.  

Log in om verder te lezen.


WERKPLEZIER & DIDACTIEK

Over één ding zijn dansdocenten het allemaal eens: wat een uitdagend en veelzijdig beroep hebben wij! Door middel van dans kunnen wij leerlingen begeleiden in hun algemene leerproces. Aan de hand van verschillende didactische werkwijzen leren we ze elke keer dat stapje meer. En dat geeft ons voldoening. Als dansdocent sta je er echter ook vaak alleen voor. Het is vaak creatief zoeken naar oplossingen voor de problemen waar je tegenaan loopt. Hoe bereid je je schooljaar voor? Hoe ga je te werk binnen verschillende contexten? Hoe gaan we de eindvoorstelling vormgeven? Maar vooral… Hoe behoud ik plezier in mijn beroep? Dat alles lees je in de rubriek ‘Werkplezier & Didactiek’!

Maedy de Miranda - Tol

Maedy de Miranda - Tol is dramaturg en adviseur kunst & cultuureducatie, gespecialiseerd in danseducatie in het voortgezet onderwijs. Met haar brede ervaring in zowel de schoolcontext als het professionele culturele veld verbindt zij beleid, praktijk en innovatie binnen kunsteducatie. Door het begeleiden van curriculumontwikkeling en docentprofessionalisering bij vo-scholen, zet ze zich in voor een inclusieve en duurzame toekomst waarin kunstonderwijs toegankelijk en betekenisvol is voor elke leerling.