Scheidende spelletjes

Afbeelding: Marcus Spiske / Unsplash

OP DE DANSACADEMIE | In het derde jaar van de dansacademie ontdekt de student in dit waargebeurde verhaal dat de grenzen tussen vriend en docent, of vriend en collega, vaak vaag zijn… Door toedoen van haar favoriete choreograaf wordt ‘uitsluiting’ al snel het thema van de klas, en niet enkel van de choreografie. Tijdens én buiten de repetities. Wie kan ze nog oprecht vertrouwen? Hoe wil ze later als choreograaf zelf handelen?

Voor dit verhaal leenden Eefje Verbeke en Ilja Geelen hun pen aan een andere danser. Dit verhaal is dus waargebeurd! Maar om de privacy van zowel de verteller als de personages te waarborgen zijn namen en details geanonimiseerd. Om dit te waarborgen zijn enkele details herschreven in overleg met de geïnterviewde, waarbij de essentie van het verhaal bewaard is gebleven.

Pling! 
Een appje komt binnen. 

Terwijl ik met mijn rechterhand snel wat havermoutvlokken de kom in doe, haal ik met mijn linkerhand de telefoon uit mijn dansbroek en ontgrendel. Zo mindful als een overwerkte danser-in-opleiding een voedzaam ontbijt eten kan, hap ik al append wat ontbijtgranen bij elkaar. “Kun jij het materiaal van vorige week straks alvast doornemen met de klas? Ik heb vertraging.” Het appje is van Nick, de choreograaf. Als derdejaars studenten zitten we middenin zijn maakproces. Mijn favoriete deel van het jaar. Als ik ergens van droom dan is het om zelf choreograaf te worden.

Maar nu middenin de coronapandemie voelt het  werken aan de eindvoorstelling een beetje als een slecht geïmproviseerde pas-de-deux. Een onhandig en soms frustrerend heen en weer geslinger. Niet bepaald waar onze klas op zat te wachten... Vorig jaar nog werden we gebrandmerkt als ‘moeilijke klas’ omdat we niet bang zijn om ons uit te spreken. We keken dit jaar dus reikhalzend uit naar een easy proces met een nieuwe choreograaf. Eentje mét flow en momentum, zo effortless als contemporary dance. Maar behalve de corona omstandigheden, helpt ook het thema van de choreografie daar niet echt bij. Nick koos voor het thema ‘uitsluiting’. Om me hierin in te leven kost me behoorlijk wat verbeeldingskracht, want ik ben meer een allemansvriend. Extreem één kant van het verhaal kiezen is niks voor mij, ik ben juist het type bemiddelaar. Al blijkt een paar weken later dat Nick zo zijn maniertjes heeft om ons het thema aan den lijve te laten ondervinden…

Pling!

Mijn beste maatje Lu stuurt me een flauw coronafilmpje. Een man draagt een transparante kap rondom zijn hoofd - zo eentje die je bij een huisdier omdoet na een operatie. Met wilde bewegingen probeert hij het ding van zich af te schudden. Naast hem zit zijn hond te blaffen, ondertiteld als: “it’s for your own good, you’ve gotta stop touching your face”. Ik grinnik - lachen is de beste remedie. Ik grabbel mijn mondmaskers bij elkaar en spring op de fiets, richting de studio. Another day at the office! Het lege landschap doet bevreemdend aan. De stad lijkt wel stilgevallen, waardoor de snelheid die ik haal, haast zonder tegenliggers, exponentieel toeneemt. Na amper tien minuten trappen zwier ik mijn fiets het rek in, precies naast die van Lu. Wanneer ik binnenkom zie ik dat iedereen al aan het opwarmen is, in een grote cirkel. Ik voeg me snel bij hen, stretch mijn linkervoet (die al een aantal jaar mijn zwakke plek is) en laat weten dat Nick later komt. 

Nauwelijks heb ik de aankondiging volbracht, of er gaat een diepe zucht door de klas. “Dan hadden we gewoon nog even onder de wol kunnen blijven liggen?!”, zegt Amélie verontwaardigd. Om die woorden kracht bij te zetten, schudt ze tegelijkertijd haar rechterarm los. Jordy, die naast haar zit, rolt met zijn ogen. Die twee zijn altijd de eersten om kritiek te uiten. Vaak terecht, maar niet altijd subtiel geformuleerd. Vandaar wellicht onze ‘moeilijke klas’ reputatie. Maar mensen als zij durven tenminste te zeggen waar het op staat. Ze stellen terechte vragen over taalgebruik: waarom niet gewoon ‘studenten’ in plaats van ‘jongens en meisjes’? Ze herinneren de coördinator aan de extra lessen die zijn beloofd maar nooit zijn waargemaakt, of melden het als een docent vaak afwezig is. Dat noem ik juist constructief-kritisch. Helaas kan niet elke docent daar goed mee omgaan, wat de marketing slogans op de website van onze dansacademie ook moge beweren. Ze leiden ‘kritische en individuele makers en docenten’ op. Dat klopt. Maar die kritiek mogen we kennelijk niet richten op de opleiding zelf. Of toch niet op individuele docenten, die ons al snel de mond snoeren.

Vanuit zijn spreidzit zegt Jordy net iets te hard: “En dat weet jij alleen?” Hij draait zijn hoofd naar mij, als een gans met uitgestrekte nek. Zijn priemende blik vangt die van mij. “Heb je weer lekker zitten slijmen bij Nick?” Er komt wat geroezemoes uit de rest van de klas. Iedereen kijkt nu mijn richting uit. “Ik weet ook niet waarom hij juist mij appt”, zeg ik vastberaden, waarna ik snel mijn gezicht verberg in een roll down.

Dat Nick niet in de smaak valt bij het merendeel van de klas, is me al een tijdje duidelijk. Al snap ik niet waarom. Mij heeft hij nooit iets misdaan. Integendeel. Ik vind hem zorgzaam en respectvol in de manier waarop hij zijn functie invult. Oprecht begaan met zijn leerlingen. Een soort docent-mentor. Zo tipte hij me al bij het dansgezelschap van mijn dromen om er stage te lopen volgend jaar, waar ik ongelooflijk naar uitkijk! Mede dankzij hem lukt het om mezelf te ontwikkelen tot de beste danser die in me zit.

Na de roll down komt onvermijdelijk de roll up en zetten we ons gezamenlijk aan de opdracht van Nick. We dansen onze herinneringen aan het materiaal als wazige pixels op een uiteengetrokken beeld. Het voelt raar om fysiek niet dicht in de buurt te mogen dansen van mensen die anders dagelijks elkaars rug masseren. Maar het lijkt de samenwerking juist goed te doen: in zeer korte tijd puzzelen we samen de choreografie terug in elkaar. Eén plus één is soms drie en geen twee. Wat nou ‘moeilijke’ klas? 

Dat weekend wissel ik van bubbel en breng wat tijd thuis door met mijn ouders. Geen betere plek om anatomie onder de knie, of in het brein, te krijgen. Klop klop! Mijn mama steekt haar hoofd de kamer in en vraagt of ik zin heb in vers geperste sinaasappelsap. Ik glimlach bij zoveel vitaminen der liefde. “Heerlijk!” Ze komt de kamer binnen, kijkt even in mijn lesboek, wijst ter overhoring één of andere pees aan en vraagt dan terloops: “Schat, hoe loopt het choreografisch proces tot nu toe?” 

Ik vertel haar over de leidende rol die ik eergisteren kreeg en hoe fijn ik het vond om even voor choreograaf te spelen. Mams heeft zich ondertussen op mijn bed genesteld. “Het klinkt alsof het beter loopt dan vorig jaar, daar ben ik blij om!” Haar vragende ogen laten ruimte tot reflectie. “Dat zeker. Hoewel er ook nu weer mensen zijn die Nick niet zo waarderen.” “Helaas lieverd,” zegt ze terwijl ze naar me toe loopt, “maar je best doen voor anderen, dat is waar jij controle over hebt.” Ze kroelt liefdevol wat door mijn haren voor ze de kamer uit gaat met mijn lege glas en me verder laat studeren. Ter hoogte van de achillespees in mijn boek valt mijn oog op mijn mobiel ernaast, die oplicht. Appje van Nick: “Hola captain, even checken: kan dit zo denk je? Hij stuurt me drie lijstjes met namen van klasgenoten. 

Aandachtig kijk ik naar zijn groepsverdeling. Beter had ik het niet kunnen maken. In elke groep zit wel één ‘kritische’ danser. En de klasgenoten die het minder goed met elkaar kunnen vinden zitten verdeeld over verschillende groepen. Zelf zit ik bij mensen met wie ik graag en vlot werk. En ik zit bij Lu in de groep, dat wordt fun! “Het eten is klaar”, hoor ik mama gezwind roepen. Haastig app ik terug: “No problemo”. Ik laat lesboek en mobiel voor wat ze zijn en schuif aan. Niets zo lekker als de keuken van thuis. 

• • • • •

De volgende repetitie wordt onze klas in de voor mij bekende groepen verdeeld. Iedere groep krijgt bovendien een andere studio en Nick doet een soort heen-en-weertje over de drie, waardoor hij er meer niet is dan wel. Heb ik een corona-persconferentie gemist of is dit Nick’s eigen keuze? In plaats van wazige pixels op één uiteengerokken beeld kijken we plots naar drie aparte foto’s, met eenderde fotograaf. Say ‘cheese’! Al voelt niets aan de sfeer om te lachen. Die lijkt plots omgeslagen. Of denk ik dat alleen maar?

“Binnen het grotere thema van uitsluiting, gaan jullie op zoek naar wij-zij dynamieken in dans,” geeft Nick ons de opdracht voordat hij de studio weer uit rent. Het is blijkbaar aan ons om te improviseren. Gelukkig is Lu direct geïnspireerd: “We kunnen uitgaan van atomisering: het idee dat een collectief uiteenvalt in individuele deeltjes.” 

Ik geef me geconcentreerd over aan het uitprobeer- en maakproces dat zich ontvouwt en stel me zo constructief mogelijk op. Niet anders dan anders dus. Toch raakt het thema me op een geniepige, onderhuidse manier. De improvisaties laten me gelijk voelen alsof ik het enige deeltje ben dat alleen overblijft. Hoewel we allemaal afstand houden tot elkaar, lijkt het wel alsof iedereen nóg verder bij mij vandaan blijft. Heb ik teveel gekucht? Ik heb toch net als iedereen mijn handen gewassen… 

Net als ik mijn arm omhoog beweeg om zo subtiel mogelijk te checken of ik stink, loopt Lu’s timer af. Lunchpauze. Opgelucht haal ik adem. Zo blij om de studio te verlaten ben ik nog niet eerder geweest. De frisse lucht reguleert mijn systeem. Daar zie ik de rest van de klas al zitten, op het grasveldje. Ik plof naast ze neer en vraag: “Hoe was het maakproces bij jullie vanochtend?” Jens doet alsof hij de grootste moeite heeft om een hap uit zijn broodje weg te slikken. Ook bij de anderen blijft het muisstil. Eén seconde wordt twee en algauw vijf zes zeven acht, een spontaan antwoord wacht. Alsof hun broodjes plots wereldnieuws vormen. Gekunsteld komt er een “Wel oké”, van Jens uit, voordat hij zich van me af draait naar Anne naast hem. Mijn vragende ogen vangen de blik van Lu, maar haar gezichtsuitdrukking toont nauwelijks de warmte die ik van haar gewend ben. Er loopt een koude rilling langs mijn ruggengraat en mijn tot alertheid geactiveerde voelsprieten. Alsof een bubbel van ijs zich sluit rond mijn hart. In stilte eet ik mijn salade verder op. 

De dagen die volgen blijft er iets verstikkend voelen in de groepsdynamiek naar mij toe. Alsof ik persoonlijk drager ben van alle virussen in de wereld. Wanneer we tijdens de opwarming zogenaamd willekeurig door de ruimte lopen, merk ik wéér dat iedereen net de andere kant uitgaat als ik eraan kom. Dit trek ik niet langer... Wat heb ik in godsnaam verkeerd gedaan voor mijn klasgenoten, voor wie ik toch altijd klaar sta? Ik besluit het gewoon te vragen, het zal wel een misverstand zijn. Om mijn vraag kracht bij te zetten, loop ik naar de muziekinstallatie en schuif de volumeknop helemaal naar beneden. 

“Is er iets wat ik verkeerd doe? Ik heb het gevoel alsof jullie me al een tijdje mijden. En hoewel dat past in de thematiek, voel ik me nu wel heel erg het zwarte schaap.” Alles in de ruimte proeft zuur bij het uitspreken van die woorden, maar ook een beetje zoet. Ik heb het opgebracht. Ik zie hoe iedereen tot stilstand komt op verschillende plekjes in de ruimte, allemaal pixels of atomen los van elkaar, die elkaar aanstaren. Wie zal als eerste het woord nemen? “Tja, dan had je de groepen maar anders moeten indelen. Jij lijkt me wel de laatste die mag klagen!” bijt Jens de spits af. Nijdig. Zijn woorden zijn nog niet koud of Amélie vervolgt al: “En jij plaatst jezelf dan in eenzelfde groep met je BFF. ‘Toevallig’ zeker?” En daar rolt de golf al verder: “Heb je haar mening wel gevraagd? Of heb je ook haar erbuiten gehouden? Waarom eigenlijk? Zeker om iets van jou en Nick alleen te hebben?!” 

Maar… 

Ho…

Wacht…

Nick maakte de groepen! Maar… van hem heb ik sindsdien niets meer gehoord. Zou hij…? For the sake of the concept? “We werken rond het thema uitsluiting, het wordt spannend!” Nicks woorden echoën klotsend door mijn lijf. In paniek zwerven mijn ogen naar Lu. Ook zij kijkt me vragend aan. Ik lees nog net “dit kan je niet maken” in haar donkerbruine ogen. Twijfelend zegt ze: “Nick heeft ons gezegd dat jij de groepen hebt gemaakt, volgens jouw wensen.” Wacht eens even, ook mijn beste vriendin gelooft dit verhaal? Is dit wat er overblijft van al die keren dat ik het voor mijn ‘moeilijke’ klas heb opgenomen naar docenten toe? En wat een venijnige zet van Nick. Hoezo mentor, hoezo voorbeeldrol?

Het liefst wil ik weglopen en de deur achter me dicht slaan, maar ik hou me in. Ik recht mijn schouders, slik en doe mijn best om de trilling in mijn stem te onderdukken. “Nee, ik heb de groepen helemaal niet ingedeeld. Dat was Nick zijn zet. Ik heb ze wel op zijn verzoek goedgekeurd. Maar ik heb niets gewijzigd aan zijn indeling.” Ik benadruk dat ik niks meer heb gehoord van Nick sinds hij een week geleden naar Mexico vertrok voor een nieuwe klus. Hij communiceerde toch vooral via Sophie de laatste dagen? Had niemand dat dan opgemerkt?

“En trouwens, vond niemand van jullie het nodig om bovenstaande hypothese even te toetsen aan de werkelijkheid, bij mijzelf? We zijn toch geen kinderen meer in een junior company?” Dat laatste had ik er misschien beter niet bij kunnen zeggen. Maar van twintigjarigen, van een beste vriendin, van klasgenoten, mag je toch wat meer volwassen communicatie verwachten? 

• • • • •

Als ik later die dag onder de douche sta, zet ik bewust de kraan op koud. Ik laat het water extra lang over me heen lopen. Mijn hoofd maalt nog na. Ondanks de oprechtheid van de verontschuldigingen van mijn klasgenoten, voelt het wrang. Toch kalmeert het koude water me enigszins, waardoor ik iets helderder nadenk. Ik verwijt mijn vrienden dat ze een overhaaste conclusie hebben getrokken, maar doe ik dat niet zelf ook? Ik draai de kraan dicht en zonder de tijd te nemen om me af te drogen grijp ik naar mijn telefoon op de wastafel. Ik grijp mis, het ding glijdt van de rand af en klettert op de grond. Ook dat nog. Met mijn handdoek om me heen gewikkeld ga ik op de rand van het bad zitten en draai mijn telefoon om - super, het gehavende scherm heeft er nog een barst bij. Ik zucht en open WhatsApp.

“Kan ik je even bellen?” app ik naar Nick. Ik check zijn status: laatst online 5 uur geleden. In welke tijdzone zit hij inmiddels? Hij is zo halsoverkop vertrokken naar zijn nieuwe buitenlandavontuur… Goede afspraken over hoe en wanneer we hem kunnen bereiken in deze laatste fase van ons proces zijn er niet. Pas de volgende ochtend krijg ik reactie, tijdens het ontbijt. “Lastig hier. Is het belangrijk?”

Mijn duim blijft hangen boven mijn scherm, tot vier keer toe start ik een berichtje dat ik weer uitwis. Nu mijn gemoedstoestand een beetje is gekalmeerd, word ik overvallen door twijfels. Was het wel echt een doelbewuste zet van Nick om onrust te zaaien? Of gewoon onzorgvuldigheid, lette hij niet goed op zijn woorden? Wat heeft hij echt tegen de klas gezegd en wat hebben zij zelf geïnterpreteerd? Sommige mochten hem al niet zo, heeft dat hun conclusie beïnvloed? Of waren ze al wantrouwend vanwege het feit dat hun kritiek zelden serieus wordt genomen? Maar dan nog: waarom stelde Nick uitgerekend mij de vraag om de groepen goed te keuren? Waarom niet aan onze mentor, of aan de klas als geheel? Was het aan mij om dat op te merken? Had ik niet moeten reageren op zijn vraag? 

Gelukkig is het weekend en hoef ik niet alles vanavond op te lossen. Ik loop naar mijn kledingkast en pak mijn pyjama - dat wil zeggen: een afgeragde joggingbroek en het eerste beste oversize T-shirt dat ik te pakken krijg. Het blijkt het T-shirt met het logo van de school, dat Nick op de open dag droeg en daarna aan mij gaf “want ik heb er al vier”. De trots waarmee ik het normaal gesproken draag is verdwenen. Ik denk aan hoe Nick me aan mijn stageplek hielp. Was dat dan wel doelbewust, omdat hij me daadwerkelijk een goede match vindt? Of zit er veel meer willekeur in zijn acties dan ik tot nu toe heb gedacht? Was ik toevallig op de juiste plek op het juiste moment, had hij beloofd iemand te vinden en kwam ik toevallig voorbij? Alles wat hij eerder tegen me heeft gezegd, vervaagt. Hoe ik het ook wend of keer, de uitkomst blijft niet echt positief. Of hij nu manipulatief is of gewoon onzorgvuldig, het blijft toch een beetje… onprofessioneel? Ik durf het bijna niet te denken.

Plots begrijp ik beter waarom er zoveel roddels rondgaan in de wandelgangen van mijn school en die van de andere academies waar mijn vrienden studeren. Dat informele contact met docenten tussen de lessen door laat zoveel ruis ontstaan! En de jonge studenten, met hun onzekerheid en competitiedrang, zijn zo gevoelig voor roddels. Wat zegt dat over het klimaat op school, dat mijn klasgenoten zich zo makkelijk lieten overtuigen om zich tegen me te keren? Maar kan ik het ze kwalijk nemen als onze docenten weinig voorbeelden geven van hoe het anders kan? 

En trouwens, een goede afronding ontbreekt ook vaak. Het ene moment zie je elkaar elke dag en leg je je diepste ziel bloot in het creatieve proces, het volgende moment word je vergeten. Tegen de tijd dat mijn rolmodel van zijn voetstuk viel, zat hij al lang en breed in een andere tijdzone met zijn hoofd volledig in een nieuwe productie. Ik besluit niet nog meer ruis te veroorzaken door hem via WhatsApp te confronteren. Dat komt wel, als ik hem ooit nog tegen het lijf loop. Misschien dat ik dan nog eens vraag welke woorden hij écht tegen mijn klasgenoten heeft gezegd. Voor nu heb ik in elk geval geleerd om veel beter op te letten. Zulke ambigue communicatie wil ik later niet met mijn dansers! Juist omdat ik mezelf wil kunnen blijven: iemand die goed van vertrouwen is, altijd het beste in mensen ziet en geen overhaaste conclusies trekt.

Voordat ik onder de dekens kruip, pak ik mijn telefoon en stuur een WhatsAppje naar mezelf - mijn manier van notities maken wanneer ik te lui ben om een pen te pakken. Ik schrijf de vragen op die door mijn hoofd spoken:

Wie kent me eigenlijk echt in dit wereldje? 

Wat voor spelletjes worden er nog meer gespeeld? 

Is mijn allemans-vriendelijkheid een utopie? 

Welke choreografen kan ik nog vertrouwen, als zelfs mijn grote voorbeeld me zomaar uitspeelt tegen de rest? 

Hoe kan ik hierin thuishoren?

Hoe kan ik het straks als choreograaf anders doen?

Ik heb nog anderhalf jaar om antwoorden bij elkaar te dansen op deze opleiding, voordat ik zelf als choreograaf de regels bepaal. Maar al ben ik nog ‘maar’ een student, met mij speelt niemand meer spelletjes!

Noot van de redactie: Er heeft uiteindelijk een gesprek met de opleiding plaatsgevonden over deze choreograaf en er zijn enkele maatregelen genomen. De details hiervan zijn achterwege gelaten met het oog op anonimiteit. De focus is gelegd op de beleving van het hoofdpersonage, dat zoals altijd onderdeel vormt van een groter verhaal. Het verhaal is daarbij een momentopname en zegt niets over de acties van de dansacademie aan de hand van meldingen in een later stadium.


OP DE DANSACADEMIE

Hoe heb jij jouw tijd op de dansacademie ervaren? Voor vele studenten is dit niet enkel een mooie tijd. Soms komt pas jaren later het besef dat bepaalde ervaringen traumatisch waren. Om deze persoonlijke en kwetsbare verhalen te kunnen vertellen, lenen onze redacteuren hun pen en hum stem aan andere dansers en docenten. Zo wil Dansdocent.nu bijdragen aan de groeiende aandacht voor het fysieke, mentale én emotionele welzijn van dansers en van studenten op dansopleidingen. 

Wil jij ook jouw verhaal over de dansacademie delen en laten vertellen door ons? Neem dan contact met ons op!

Eefje Verbeke

Eefje Verbeke is redacteur van de rubriek ‘Op de dansacademie’. Met diploma’s in geschiedenis, internationale betrekkingen & diplomatie en sociale verpleegkunde op zak, zet ze zich in om impact te maken in de maatschappij van vandaag en morgen. Zodat iedereen zich veilig kan voelen én creatief mag en kan zijn. Momenteel werkt ze als beleidsmedewerker bij de provincie West-Vlaanderen en als somatic coach en hedendaags dansdocent bij haar onderneming weef.sel (embodied experiential facilitation) - én bij dansschool Danzas in Kortrijk. Ruim twintig jaar geeft ze al dansles bij diverse (semi)amateur dansscholen in West- en Oost-Vlaanderen. Ze stond ook enkele jaren als leerkracht in het secundair kunstonderwijs, afdeling woordkunst-drama.

Ilja Geelen

Ilja Geelen is hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze heeft een bachelor Docent Dans van ArtEZ in Arnhem, en een master Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Sindsdien combineert ze verschillende rollen als maker, docent, performer, schrijver en organisator. Ze begon haar carrière in Marokko, waar ze twee jaar woonde. Nu choreografeert ze regelmatig in Egypte en woont ze ‘in een koffer’.

Ilja begon bij Dansdocent.nu in 2022 als redacteur Young Dance Professional en schreef toen over haar ervaringen als dansdocent in Marokko. Al snel kwamen daar klussen als eindredacteur en nieuwsredacteur bij. En sinds november 2024 dient Ilja Dansdocent.nu als tweede hoofdredacteur. In deze rol is zij verantwoordelijk voor het aansturen van de andere redacteuren.