Sportbeha
Foto: Karla Rivera / Unsplash
OP DE DANSACADEMIE | Als tiener geloofde de danser in dit verhaal dat ze haar grenzen wel kende. Ruim tien jaar later brengt een gesprek met een vriend daar verandering in. Met een decennium vertraging voelt haar lichaam alsnog de onveiligheid van het amateurgezelschap waarin ze als meisje danste. Waarom moesten al die oudere jongens, of mannen, het toch steeds over haar grote borsten hebben? En waar was de regisseur, met wie ze online zo close was, wanneer ze hem echt nodig had?
Voor dit verhaal leende Ilja Geelen haar pen uit aan een andere danser. Het verhaal is dus waargebeurd, maar namen en details zijn geanonimiseerd.
“Mama, waarom heeft Lina eigenlijk grotere borsten dan jij, terwijl ze geen kindjes heeft?”, vraagt Pip doodserieus aan de ontbijttafel. Haar vader, moeder en ik kunnen onze lach niet inhouden. De wereldwijsheid van deze groep drie-er verbaast ons steeds opnieuw. Zonder het te weten raakt ze precies aan hét mysterie waar haar moeder Nora ook haar hoofd over breekt: na twee baby’s werden haar borsten ineens juist drie cups kleiner. “Omdat je broer en jij als baby’s mijn borsten hebben opgegeten!”, grapt ze dan ook. Ze wisselt een veelbetekende blik met haar man Tibbe én met mij, want vroeger had ze net als ik een flinke E-cup. Dat leed delen we met elkaar - van de pijn van floorwork en petits sautés tot het ongemak van niet-passende kostuums en weinig verhullende balletpakjes.
Nora werd mijn docent modern toen ik 17 was. Niet alleen hielp ze me om mijn auditiesolo voor te bereiden, ze hielp me vooral los te komen van het klassieke stramien waar ik al sinds mijn vierde in zat. Inmiddels ben ik 27, al zes jaar afgestudeerd en is de tien jaar oudere Nora een van mijn beste vriendinnen. Ook met haar man ben ik heel close, en met haar kinderen. Vandaar dat haar vijfjarige dochtertje zojuist nog met mij in bad zat, nieuwsgierig mijn borsten te bestuderen. Terwijl ik Pip’s boterham smeer, legt Nora liefdevol aan haar uit dat borsten bestaan in allerlei vormen en maten. “Oh, dus misschien worden die van mij ook wel zo groot?”, vraagt Pip met grote ogen. Maar echt bezorgd lijkt ze niet, want de chocoladevlokken van haar broertje zijn veel belangrijker. Hij heeft er veel meer!
Zo boeiend zijn borsten dus ook weer niet voor een vijfjarige. “Waarom is me dan toch zo vaak verteld dat ik mijn grote borsten strakker in moest pakken, juist in kindervoorstellingen?”, vraag ik me later die dag hardop af. Ik zit met Tibbe op de bank. Nora heeft zich na kinderbedtijd teruggetrokken met haar aquarelset en ik ben met haar man in gesprek geraakt. Hij doet de financiën van een energiebedrijf en de danswereld is voor hem nog altijd een mysterie, wat praten met hem verfrissend maakt. Ik vertel hem over het amateurgezelschap waar ik vroeger danste en acteerde. We maakten musicals voor kinderen uit de wijk. Ons grootste jaarlijkse evenement was een zomerkamp voor kinderen waar elke dag werd geopend en gesloten met een korte voorstelling.
“Toen ik een jaar of 16 was stuurde Bas, de regisseur, me op een avond een berichtje met het voorzichtig geformuleerde advies om de volgende dag een wat stevigere sportbeha aan te trekken.” Tibbe trekt een wenkbrauw op. “I know,” zeg ik, “ik begreep toen al dat dat weinig met de kinderen te maken had…”
Het is lang geleden dat ik de naam Bas heb uitgesproken. Toen ik een paar jaar geleden voor het eerst een vriendin vertelde over hem, kwam ik moeilijk uit mijn woorden. En ook nu verval ik in een monoloog vol verantwoordingen als “Ik weet dat het verkeerd klinkt”, “Het was niet wat het lijkt” en “Ik was toen ook al heel voorzichtig”. Terwijl ik over die tijd vertel hoor ik de rode vlaggen in mijn verhaal. Als tiener zag ik die eigenlijk ook al. Een meisje van 16 dat ‘s nachts zit te chatten met haar regisseur van 27. En eerder naar de repetitie komt om elkaar in het lege gebouw alvast een dikke knuffel te geven. “We wisten allebei maar al te goed dat de andere spelers ons beter niet zo konden zien”, zeg ik tegen Tibbe. “En ik vroeg me toen al af hoe het kon dat uitgerekend een jongerenwerker, want daar was hij voor opgeleid, zichzelf toestond om alleen in een gebouw te zijn met een minderjarige. En elke avond haar berichtjes te beantwoorden en door te vragen naar alle onzekerheden die ze opnoemde.” Ik zie aan Tibbe dat hij wil reageren, in zijn ogen flikkert boosheid. Dat is precies waarom ik hier zelden iemand over vertel. Ik wil Bas niet zo zien. Niet als meer of minder dan een eenzame man die blijkbaar bij mij net zo kwetsbaar kon zijn als ik bij hem. Iemand bij wie ik me veilig voelde, in een omgeving waarin ik regelmatig op mijn hoede moest zijn.
Ik twijfel of ik wel verder moet vertellen, of Tibbe me wel zal begrijpen. Maar als er iemand is die de wereld niet zwart-wit ziet is hij het. Dus besluit ik me, met de stem van mijn psycholoog in mijn achterhoofd, voor de verandering eens kwetsbaar op te stellen. Ik doe mijn best om Tibbe aan te blijven kijken, niet alleen maar wazig voor me uit te staren. Ik haal een keer diep adem, wetende dat ik op het punt sta een duik in mijn verleden te maken waar ik weleens flink verward uit naar boven zou kunnen komen. En dan begin ik.
…
Alleen al de leeftijd van mijn medespelers, bijna allemaal 20-plus, was voor mij als veertienjarige genoeg om er vanaf de eerste dag van overtuigd te zijn dat zij vol talent en zelfvertrouwen zaten. Ik keek meteen naar hen op. Ik bewonderde hun jarenlange vriendschap, te merken aan de manier waarop de sarcastische grappen en liefdevolle beledigingen tussen hen over en weer vlogen. En ik bloeide op: hier was ik niet degene waarover gelachen werd, maar degene die mee mocht lachen. De rol die ik mocht spelen tijdens het eerste kamp was een uitvergroting van mezelf: een nerderig, bangig meisje dat op tijdreisavontuur gaat met haar stoerdere wederhelft, gespeeld door mijn beste vriendin uit de brugklas. Alles waar ik me op school voor schaamde mocht ik hier uitvergroot op het podium zetten! Ik waande me in een bad van acceptatie.
Dolenthousiast nam ik het jaar daarop mijn zusje Mara mee naar de vereniging. In het jongerencentrum lazen we voor het eerst het script voor het nieuwe zomerkamp, met als thema Wilde Westen. ‘De jongens’ (de twintigers) hingen onderuit op de bank: Joris waarvan ik niet begreep waarom iedereen hem zo knap vond, womanizer-waar-ik-nooit-in-zou-trappen Roel, “Yellow” van wie ik op die leeftijd nog niet wist of wilde weten hoe racistisch zijn bijnaam was en hoe onoprecht zijn glimlach, lieve krullenbol Stefan en mijn one-of-the-guys heldin Lot. Zelf zat ik rechtop op de leuning van de bank tegenover hen. Naast me mijn twee jaar jongere zusje Mara, haar onzekerheid verstopt onder een subtiel laagje make-up waardoor ze er bijna ouder uitzag dan ik. Alleen ik wist dat ze een beetje zenuwachtig was voor deze eerste ontmoeting met de crew en ik voelde me op een warme manier verantwoordelijk. Zo was de dynamiek tussen ons, in elk geval in de ogen van onze moeder: ik de verstandige en verantwoordelijke, Mara degene die beschermd moest worden. Met mij erbij mocht mijn zusje dan ook later thuiskomen van feestjes en mee naar cafés en concerten waar ze zonder mij niet eens in de buurt mocht komen.
Bas, die het script schreef, had de gewoonte om daarin niet alleen grapjes te verwerken voor de kinderen, maar ook dubbelzinnigheden om de volwassen vrijwilligers aan het lachen te maken. De eerste scriptlezing was dan ook lachen, gieren, brullen voor ‘de jongens’, bij wie het that’s-what-she-said-gehalte altijd al hoog lag. Stoer lachte ik mee. Ik probeerde niet te laten merken dat de helft van de innuendo’s me ontgingen. Wat ik wel meteen begreep was dat de saloon girl die ik zou spelen voor de kinderen gewoon een barmeisje was, maar voor de kampleiding niets minder dan een hoer. Van nerderige kleuter was ik plots gepromoveerd tot een volwassen lustobject. Geen hoofdrol meer, toch een ego boost. En natuurlijk nog steeds een grote dansrol, want dat was mijn sterkste kant. Ik ging er vanzelf een beetje meer van rechtop zitten.
Het eerste moment van het kamp van dat jaar wat ik me goed herinner, was de generale repetitie. Voor het eerst met decor en alles erop en eraan, in de circustent waarvan we ‘s ochtends eerst nog zelf de plankenvloer moesten leggen. Die generale repetitie vond ik nog spannender dan de voorstelling zelf. Zonder het gespannen gelach van de kindjes, maar voor het eerst mét de scherpe blikken van de kampleiders van mijn eigen leeftijd, of nog ouder… Zenuwachtig stond ik onder het hete tentzeil, verborgen achter het houten decor van de ‘saloon’. Ik luisterde scherp naar de dialoog aan de andere kant van het scherm om mijn cue te horen. Helemaal ingeleefd in mijn rol begon ik alvast te rennen op mijn plek zodat ik zometeen niet alleen bezweet, maar ook geloofwaardig buiten adem het podium op kon rennen. “AAAAAH!”, krijste ik zo meisjesachtig als ik kon toen ik eindelijk door de kartonnen deur de ‘bar’ binnenstormde. “Billy, Billy, kom kijken, je moet helpen, kom nou…”, stamelde ik, inderdaad perfect buiten adem, terwijl ik aan de arm van mijn tegenspeler Joris sjorde. “Cut!”, riep Bas - hij sprak het expres uit met een K. Hij stond op van zijn stoel, legde zijn script en pen aan de kant, en liep naar me toe. Hij deed zijn best om zijn stemvolume onhoorbaar te houden voor de rest toen hij zei: “Misschien moet je, eh, wat minder springerig doen. Het, eh, schudt nogal. Zeg maar.” Hij wierp een schichtige blik richting mijn borsten om zijn punt duidelijk te maken.
Ik wist dondersgoed voor wiens blik hij me probeerde te beschermen: dezelfde persoon met wie ik godzijdank niet de partnerdans hoefde te doen. In plaats daarvan danste Sjors met mijn lieve zusje, die twee jaar jonger was dan ik maar al bijna het lichaam had van een volwassen vrouw. Gelukkig merkte zij niks van de blikken die achter haar rug door de zaal schoten. Iedereen behalve zij zag hoe de tien jaar oudere viespeuk nog net niet kwijlde wanneer hij tijdens de partnerdans op haar borsten neerkeek. Met een schuin oog hield ik hem in de gaten, maar juist omdat hij zo openlijk naar haar staarde, geloofde ik niet dat hij iets zou doen. En met mij blijkbaar iedereen, want zijn vrienden imiteerden alleen maar lachend zijn wijd opengesperde ogen en zijn openhangende mond. Ook Lot!
Als zij lachte zat het goed. Mijn stiekeme girlcrush Lot. Met haar 21 jaar precies oud genoeg om naar op te kijken maar ook precies jong genoeg om woest aantrekkelijk te zijn. Al durfde ik op dat moment nog niet toe te geven dat ik ook maar iets in die richting voelde. Ik was pas net die godsgruwelijke kusjeskring ontgroeid… Voor dit soort ongemakkelijke emoties had ik nog geen tijd.
…
Een zijspoor.
De volgorde mijn verhaal wordt verstoord door een flashback. Het luisterende oor van Tibbe brengt een associatiestroom naar boven die weinig boodschap heeft aan chronologie. Herinneringen klikken in elkaar op basis van emotie, dwars door de drie verschillende kampjaren heen.
Het zijspoor: in de pauze van een repetitie voor de Sinterklaasvoorstelling hingen we met de groep rond de bar van het jongerencentrum cola te drinken. Koffie lustte ik nog niet, dus ik zal een jaar of vijftien zijn geweest. Ineens hoorde ik mijn naam. Roel en Joris, die inmiddels 21 en 23 waren, verhoogden expres hun stemvolume zodat ik hun gesprek wel móést horen. “Oh, die Lina…” zei Joris samenzweerderig. “Die zou ik zo rechtop tegen de muur doen hoor!” Ik voelde mijn wangen rood worden en vervloekte mijn levendige fantasie, die de denkbeeldige scène direct op mijn netvlies grifte. Het beeld overschreef direct al mijn warme herinneringen aan samen met Joris op het podium staan. Joris bij wie ik me zo op mijn gemak had gevoeld om all-out te spelen, en wiens aanraking zo respectvol had gevoeld bij het samen dansen. Van Roel, die me al eens had geprobeerd te overtuigen om bij hem thuis langs te komen toen zijn ouders op vakantie waren, had ik het wel verwacht. Maar toch niet Joris ook al?!
Bij deze herinnering voelt mijn lichaam zich nog steeds zo klein dat ik hem niet durf na te vertellen. Zelfs niet twaalf jaar later, zelfs niet aan Tibbe. Mijn huid voelt nu weer ruw bij de gedachte aan hoe mijn allereerste seksuele fantasie volledig consentloos van me werd gekaapt. Waar was Bas op dat moment, toen ik hem écht nodig had?! Waarom duikt zijn gezicht maar niet op, haast in geen enkele herinnering op die bij daglicht plaatsvond?
…
Terug naar het zomerkamp. Daar maakte het me kennelijk niet zo uit hoe afwezig Bas zich overdag hield, als hij er ‘s avonds op MSN maar voor me was. Daar vertelde ik hem alles.
Het hele jaar door chatte ik al met hem tot in de kleine uurtjes, maar tijdens het kamp nog meer. Over de rotopmerking die mijn beste vriendin die dag maakte, over hoe dik ik mijn buik vond, over de ‘skinspiration’ plaatjes die ik steeds op Tumblr tegenkwam terwijl ik ze helemaal niet wilde zien. Dat die “walgelijke ongezonde skelettenfoto’s” me stiekem toch een beetje raakten, zei ik er niet bij, maar alleen omdat ik daarover zelf nog in ontkenning was. Bas deelde ook veel met mij. Hoe hij zijn ex miste en hoe klaar hij ermee was om bij zijn moeder te wonen. En hoe hij zich soms buiten spel gezet voelde door zijn eigen acteurs die vooral naar elkaar toe trokken. Hij deelde ook wat hij van de vrijwilligers over mij hoorde: “Jouw borsten waren vanavond hét gesprek van de kampvuurborrel. Maar ik moet ook wel eerlijk zeggen… die jurk stond je erg goed.”
Ik wist niet hoe ik me moest voelen - trots of vies. De onzekere tiener in me, met haar drang naar waardering, koos voor trots met een vleugje arrogantie. Mijn vriendinnen stootte ik daarmee af - of was de sfeer tussen ons toch al raar omdat we allemaal goedkeuring zochten van de twintigers? Tegen Bas zei ik dat iedereen maar kut tegen me deed. Iedereen behalve mijn zusje, die zoals gewoonlijk heerlijk naïef overal tussendoor huppelde. Ik heb het er later weleens met haar over gehad hoe veel haar bespaard is gebleven dankzij die onschuldige kijk van haar.
Op een van de dagen van het kamp was het zo heet dat er een alternatief activiteitenplan moest komen. Een van de oplossingen was om de kinderen in elk geval een half uurtje uit de felle zon te halen door hen met mijn zusje en mij te laten dansen in de grote circustent. Ik was sinds een paar maanden voorzichtig aan het dromen van een carrière als dansdocent en greep de uitdaging met beide handen aan. Trots trok ik mijn hele minidisco-repertoire uit de kast, dat ik met volle energie voordeed aan de kinderen. Aan het einde van de tweede sessie kwam Sjors naar me toe. “Nou, ik moet zeggen… Dit was mijn favoriete activiteit van de week!”, zei hij met een dikke grijns en een vette knipoog. Mijn blik schoot heen en weer naar de twee vrijwilligers die vlakbij hem stonden. Lachten ze omdat ze hem hadden gehoord? Het was vieze Sjors maar, zei ik tegen mezelf. Zo kenden we hem allemaal toch al lang? Maar toch, zo expliciet had hij nooit eerder durven zijn. Tot nu toe kon ik mezelf altijd wijs maken dat hij zelf niet doorhad hoe hij naar de jongere meisjes keek.
Ik ben hier voor de kinderen, zei ik de rest van de dag als een soort mantra tegen mezelf. Maar echt met volle overgave dansen durfde ik niet meer. Ook van het opblaasbad dat die middag werd opgezet genoot ik ondanks de hittegolf nauwelijks, zo exposed voelde ik me in mijn bikini. Was het nu diezelfde dag of een dag eerder of later dat Sjors me plots op mijn billen sloeg, in het bijzijn van vier vrijwilligers en een hele groep kinderen? Woedend draaide ik me om, maar het scheldwoord dat op mijn lippen lag, slikte ik in bij het zien van al die onschuldig lachende gezichtjes. “Oh, mag dat niet?” zei Sjors smalend. “Ik dacht dat je zó’n meisje was?”
…
“What the fuck?!” roept Tibbe uit. “Zo reageerde ik toen ook meteen hoor!”, voeg ik snel toe. “Weet je,” herinner ik me plots, “die avond appte Bas me nog. Hij zei dat hij van de hoofdleidster had gehoord wat Sjors had gedaan, en hij vroeg me of ik wilde dat hij daar iets mee deed.” “Maar dat had hij toch uberhaupt niet moeten vragen?” Tibbe’s handen schieten verontwaardigd de lucht in, vallen even verslagen in zijn schoot en vinden dan hun kracht terug om met een stevig gebaar zijn volgende woorden te benadrukken: “Die man had als volwassene, als jongerenwerker nota bene, die lul gewoon direct moeten aanspreken! Op z’n minst!”
Ook dat had ik als hooggevoelige tiener al door: óók Bas, die met zijn 27 jaar voor mij zo volwassen leek, liet zich soms leiden door zijn onzekerheid in de groep. En ik? “Ik zei geloof ik dat ik het zelf wel aankon,” zeg ik tegen Tibbe. Maar zijn bezorgde ogen dwingen tot een uitgebreider antwoord, dus graaf ik in mijn herinneringen - en in de psychologie van tiener-ik. “Ik was opgevoed met veel bewustzijn over grenzen, dus ik wist zeker dat als iemand écht de grens over zou gaan ik wel aan de bel zou trekken…” sputter ik. “Onzin Lina,” antwoordt Tibbe stellig. “Die grens is al lang overschreden.” Ik voel aan mijn houding dat hij gelijk heeft: ik voel nu pas hoe mijn lichaam ineen is gedoken tijdens het vertellen van mijn verhaal. Mijn ogen voelen droog, mijn vingers slap, ik adem oppervlakkig en het voelt alsof mijn haarwortels over mijn hele lijf het op een schreeuwen zetten. Al die spanning van het nét goed gaan, al die keren dat ik wist dat ik me op dun ijs bevond… Pas twaalf jaar later durf ik het blijkbaar te doorvoelen.
Sjors’ actie, en het gebrek aan reactie van de kampleiders om hem heen, maakten me in één klap duidelijk hoe het werkte. Mijn nieuwe rol op het toneel - van lief klein meisje naar uitdagende hoer - was me ook off stage toegekend. Er komt jaren later nog steeds stoom uit mijn oren als ik denk aan de incapaciteit van dit stelletje meerderjarige kleuters om onderscheid te maken tussen het toneel en de realiteit. Nog kwader word ik van het stemmetje dat me probeert te vertellen dat het misschien ook een beetje mijn eigen schuld was. Omdat ik dat amateurwerk te serieus nam, over-ijverig was, net als wanneer ik op school te hoge cijfers haalde. Was het nou datzelfde jaar dat Bas me vroeg om “wat minder goed te dansen” omdat ik zo uit de toon viel bij mijn minder gecoördineerde medespelers?
“Weet je Tibbe, ik heb Bas een paar jaar later nog ge-appt, toen ik 19 was. Ik weet niet waarom ik ineens de behoefte had om hem met zijn verjaardag te feliciteren. Ik was al meer dan een jaar uit dat verstikkende kutdorp weg. Maar we raakten in gesprek en we haalden wat herinneringen op. En weet je waar hij zo ongeveer als eerste mee kwam?” Ik hoor hoe mijn stem versnelt, er komt een frustratie naar boven waarvan ik niet wist dat die er nog zat. “Hij herinnerde zich dat hij me ooit advies had gegeven, toen ik zocht naar een uitlaatklep voor mijn stress. Zestien was ik hè? En een laatbloeier, dat weet je. En hij adviseerde me toen om te masturberen.”
“Oh my god”, verzucht Tibbe. Zijn lichaam valt stil. Ik heb hem deze woorden nog nooit zo zonder sarcastische eye roll horen uitspreken. Ik wil in de verdediging schieten over Bas, zijn zorgvuldige woordkeuze, zijn voorzichtige toon en zijn goede bedoelingen. Maar ik ben moe, ik heb hier geen zin meer in. “Uitgerekend dát vroeg hij me drie jaar later - of ik die tip had opgevolgd, of ik er iets aan had gehad… Ik heb hem altijd vertrouwd hè Tibbe, hij zou nooit wat hebben gedáán. Toen ik jonger was. Maar in dat laatste gesprek vroeg hij me om nog eens af te spreken, en ik was me er ineens zo van bewust dat ik nu 18-plus was… Ik durfde het niet. Ik wilde het niet weten.”
OP DE DANSACADEMIE
Hoe heb jij jouw tijd op de dansacademie ervaren? Voor vele studenten is dit niet enkel een mooie tijd. Soms komt pas jaren later het besef dat bepaalde ervaringen traumatisch waren. Om deze persoonlijke en kwetsbare verhalen te kunnen vertellen, lenen onze redacteuren hun pen en hum stem aan andere dansers en docenten. Zo wil Dansdocent.nu bijdragen aan de groeiende aandacht voor het fysieke, mentale én emotionele welzijn van dansers en van studenten op dansopleidingen.
Wil jij ook jouw verhaal over de dansacademie delen en laten vertellen door ons? Neem dan contact met ons op!
Ilja Geelen
Ilja Geelen is hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze heeft een bachelor Docent Dans van ArtEZ in Arnhem, en een master Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Sindsdien combineert ze verschillende rollen als maker, docent, performer, schrijver en organisator. Ze begon haar carrière in Marokko, waar ze twee jaar woonde. Na nog eens twee jaar lesgeven en maken in Egypte woont ze nu in Marseille (Frankrijk).
Ilja begon bij Dansdocent.nu in 2022 als redacteur Young Dance Professional en schreef toen over haar ervaringen als dansdocent in Marokko. Al snel kwamen daar klussen als eindredacteur en nieuwsredacteur bij. En sinds november 2024 dient Ilja Dansdocent.nu als tweede hoofdredacteur. In deze rol is zij verantwoordelijk voor het aansturen van de andere redacteuren.