Gewoon op uw strepen staan!

Foto van Unsplash.

OP DE DANSACADEMIE | Zou jij bereid zijn topless te dansen als de choreograaf het vraagt? Durf je überhaupt ‘nee’ te zeggen als de choreograaf iets wilt waar jij je niet fijn bij voelt? De dansstudent in dit verhaal vraagt zich af waar haar grenzen liggen, hoe ze die aanvoelt, en of ze die zou durven aangeven. Mag dat of is het not done in de danswereld? Wat zijn de consequenties als je het wel doet? Ze reflecteert.  

Voor deze rubriek leent Simone Narraina haar pen en haar stem aan andere dansers. De verhalen zijn geanonimiseerd om de privacy van zowel de verteller als de personages zoveel mogelijk te waarborgen. 

Het is middag en het zonlicht maakt lange schaduwen van de dansers, die wild met hun voeten op de vloer stampen onder het geluid van ritmische drums. Ze staan dicht bij elkaar en als een groep bewegen ze zich door de zaal. Doordat ze synchroon dansen lijken ze te veranderen in één groot beest, met zwaaiende ledematen in één dreigend ritme. De choreograaf telt hardop mee op de muziek en legt accenten op belangrijke stukken. “One, two, THREE-FOUR-FIVE, six AND seven AND eight”, klinkt het. We kunnen haar scherpe stem zelfs buiten het lokaal horen.  

Wij, tweedejaars studenten, staan te gluren door het raam. Volgend jaar is het onze beurt om te werken met deze beroemde choreograaf uit het buitenland. Deze vrouw maakt fantastische choreografieën, maar vraagt daar ook wat voor terug van haar dansers. Als je met haar samenwerkt werk je hard, tot laat, of tot je niet meer kunt. Nu doet het gerucht de ronde dat ze graag wil dat deze studenten het stuk topless opvoeren.

Terwijl we kijken naar de repetitie kauwt een klasgenootje naast me op een appel. ‘Knak’ klinkt het als de tanden door het schilletje bijten, en ‘tjomp-tjomp’ wanneer het knapperige vruchtvlees aan de beurt is. Dan zegt ze ineens heel droog: ‘’Pfff, ik zou dat echt niet doen.” Ik kijk haar aan en ook al zijn we op ooghoogte, ik kijk naar haar op. Ze heeft talent, is brutaal en heeft de attitude van een atleet. Zij is zo iemand die doorgaat tot ze niet meer kan en dan nog wat meer. Zo iemand die niet met blessures aan de kant gaat zitten. Zo iemand met een dikke huid. Zo iemand die niet bang is om met zo’n choreograaf samen te werken, nee, die daar zelfs enthousiast van wordt.

Ik ben niet zo iemand. Ik houd er niet van om door te gaan tot ik kapot ben, en dan nog wat meer. Dan slaap ik slecht, omdat ik wakker word van nachtmerries over eindeloze repetities die niet stoppen. In zo’n periode loop ik in de supermarkt, maar ben ik te moe om te bedenken wat ik wil eten. En als ik mezelf wil afleiden van de dag lukt me dat slecht, omdat de stem van de choreograaf maar doorgaat in mijn gedachten, terwijl ze er helemaal niet is. 

Pas over tien jaar zal ik weten om te gaan met deze gevoeligheid waaruit ik gebouwd ben. Pas tien jaar later zal ik begrijpen dat het een kracht is en hoe ik die kan gebruiken. Maar nu, op dit moment, wil ik niet zo gevoelig zijn. Ik begrijp niet waarom ik niet zo stoer ben als mijn klasgenoot en ik begrijp ook niet wat ik dan wel voel. Ik heb op dit moment nog maar half door wat ik eigenlijk ervaar en wat deze signalen voor mij betekenen. 

Ik weet bijvoorbeeld niet wat het betekent wanneer een gek ongemakkelijk gevoel me bekruipt als er wordt gezegd dat ‘we niet zo preuts’ moeten doen. Een gevoel alsof ik niet meer kan ademen en ik enkel alleen nog uit ogen besta. De rest van mijn lichaam lijkt onder me vandaan te zweven. Als ik op zo’n moment op een pijnlijk legoblokje zou staan, zou ik het amper voelen. Alles wat er dan uit mijn mond komt voelt onnatuurlijk aan. Ik ervaar een error en ga op slot.  Sensaties waarvan ik pas veel later zal begrijpen dat dit mijn signaal is voor ‘Dit wil ik niet!’. 

Maar ik zeg zelden ‘nee’. In plaats daarvan stijg ik bij zo’n lichamelijk signaal op naar de razendsnelle gedachten in mijn hoofd. Als ik in die paar seconden geen échte reden kan bedenken waarom het voorstel van de docent fout zou zijn, roep ik ‘Ja hoor! Doe ik!’ Dat niet alleen, ik zou het enthousiast zeggen, omdat je als danser altijd gemotiveerd moet overkomen. Daarnaast zou ik ook nog eens snel antwoorden, omdat twijfel je onzeker doet overkomen. En onzeker zijn, dat is niet oké.

Wie heeft me deze ideeën ingefluisterd? Er is niemand die ik kan aanwijzen. Het is alsof dit een onbesproken wet is die ik al aanvoel vanaf het moment dat ik begreep dat je als kind niet zoveel te zeggen had. Je moest luisteren naar de volwassenen, dan was je een braaf kind, een makkelijk kind vooral, waar niemand last van had. En dan waren juffrouwen, meesters, ooms, tantes, ouders en dansdocenten ontzettend trots op je. ‘Wat ben je goed opgevoed’ is een gevaarlijk compliment voor een gevoelig kind. Althans, in mijn ervaring heeft het zich op dit punt van mijn studentenleven op zo’n manier ontwikkeld dat mijn eigenwaarde afhankelijk is van het oordeel van anderen.

Hee, maar, ik ben niet gek! Natuurlijk weet ik wel wanneer dingen écht niet kunnen! Een écht goede reden om nee te zeggen tegen het verzoek om topless te dansen, zou bijvoorbeeld zijn als de choreograaf een heteroseksuele man is die aan me zou hebben gezeten. Of als hij smerige dingen in mijn oor zou hebben gefluisterd. Gewoon, dat beeld van een man in de bosjes. Dan is het pas fout, toch? Maar een vrouwelijke choreograaf die zoiets vraagt... Dat doet niet direct alarmbellen rinkelen. Het geeft mij alleen dat benauwde gevoel. 

Mijn klasgenoten voeren achter mij een discussie over hoe je de toplesskwestie zou kunnen oplossen. Ik verbaas me over de opties die ze op tafel leggen. Stuk voor stuk mondige vrouwen omringen mij. Mijn Vlaamse klasgenoot, Kathleen, met haar atletische mindset. Mijn vriendin Maya, die opgegroeid is aan de andere kant van de wereld in een internaat. Mijn klasgenootje Jolien die emotionele manipulatie van een afstand kan spotten, met dank aan een heel fout ex-vriendje. Allemaal zijn ze het er over eens dat het anders kan en dat je als groep op kunt staan tegen dergelijke eisen. Of iedereen is er oké mee, of het wordt helemaal niet gedaan. 

Ik zeg niets. Ik ben in de war. Ik kijk voor me, naar de dansers die in een ritmische frase bewegen. Naast me worden er weer tanden in een appel gezet. Knak. Tjomp-tjomp. Na een tijdje kan ik eindelijk mijn hoofd opzij draaien en zeggen wat ik denk. “Ja maar… als een choreograaf dat van je vraagt, dan heb je weinig keuze, toch?”. Mijn Vlaamse klasgenoot kijkt me aan, trekt een wenkbrauw omhoog, en zegt: ‘‘Natuurlijk niet, je hoeft niets te doen dat je niet wilt.’

Je hoeft niets te doen, dat je niet wilt.

Mijn brein stijgt weer op, zoekend naar een goede reden waarom het gerechtvaardigd zou zijn om iets niet te doen, als je dat niet wilt. Doen dansers dat? Verliezen we dan niet onze reputatie? Willen mensen dan nog met ons samenwerken? Hoe zit het dan met je studiepunten? Kom je dan niet in de problemen? Ik sta hier als twintigjarige student en ik weet het niet. Waarom weet ik dit niet? Je mag dus gewoon zeggen wat je wilt? Ik voel me een brave sukkel die de memo heeft gemist. Ik staar door het raam. In de zaal luisteren de dansers naar de instructies van de choreograaf. We horen niets maar zien ze knikken. Dan lopen ze naar de andere kant van de zaal om de choreografie weer op te pakken. 

Naast me wordt het klokhuis van de appel met een boogje de prullenbak ingegooid en er wordt aanstalten gemaakt om te vertrekken. Ik moet ook gaan, mijn spullen liggen nog in de kleedkamer en als ik niet opschiet ben ik weer te laat. Ik ben vaak te laat. Toch blijf ik staan. Mijn gedachten zijn nog niet klaar met razen en mijn voeten doen het nog niet. Pas wanneer mijn klasgenoten zich echt beginnen te verwijderen van de plek waar we net als groep op elkaar gepakt stonden te kijken, flapt er zomaar iets uit mijn mond... 

“Echt?”, roep ik tegen de rug van mijn klasgenoot. Het komt er raar uit, meer als een piep dan als een woord. Veel te hoog en veel te ongemakkelijk. Toch hoort ze me. Terwijl ze wegloopt kijkt ze over haar schouder en zegt met haar Vlaamse accent: “Awel Eline, gewoon op uw strepen staan!" Verdwaasd trek ik mijn voeten los van de vloer en loop naar de kleedkamer toe.

• • • • •

Een maand later zitten we in het theater. De laatste tonen van de drummuziek hebben net geklonken en er valt een korte stilte op het toneel voordat het applaus losbarst. De derdejaars hebben het stuk naadloos uitgevoerd, als een geoliede machine stonden ze samen op het toneel. Ze waren een team. Met gezichten die stralen van de adrenaline rennen ze naar de voorste strook van het toneel en maken ze een diepe buiging. Het applaus van trotse ouders, vrienden en docenten neemt toe. Er wordt gefloten en geroepen, het galmt in mijn oren. 

Ook wij staan op van onze stoelen en klappen onze handen hard tegen elkaar. Ik til mijn armen op en geef ze een applaus boven mijn hoofd. Ik ben opgelucht voor ze, want niemand hoefde naakt het podium op. 


OP DE DANSACADEMIE

Hoe heb jij jouw tijd op de dansacademie ervaren? Voor vele studenten is dit niet enkel een mooie tijd. Soms komt pas jaren later het besef dat bepaalde ervaringen traumatisch waren. Om deze persoonlijke en kwetsbare verhalen te kunnen vertellen, leent Simone Narraina haar pen en haar stem aan andere dansers en docenten. Zo wil Dansdocent.nu bijdragen aan de groeiende aandacht voor het fysieke, mentale én emotionele welzijn van dansers en studenten op dansopleidingen. 

Wil jij ook jouw verhaal over de dansacademie delen en laten vertellen door Simone? Neem dan contact met ons op!

Simone Narraina

Simone Narraina is redacteur van de rubriek ‘Op de dansacademie’. Ze studeerde in 2012 af aan de bachelor Choreografie van de Fontys Dansacademie. Haar makerschap vindt zijn weg in verschillende vormen: ze maakt niet alleen choreografieën, maar schrijft ook korte verhalen. Sinds 2020 legt ze zich toe op individuele sessies lichaamswerk en werkt ze aan haar carrière als therapeut. Voor de rubriek ‘Op de dansacademie’ verzamelt ze verhalen van dansers en dansdocenten over hun studententijd. Daarmee wil ze de schaduwkant van de academische cultuur bespreekbaar maken, in de hoop een veilige leeromgeving te creëren voor toekomstige jonge dansers