Naar bed met mijn dansdocent

Foto van Unsplash.

OP DE DANSACADEMIE | Seksuele relaties tussen docent en leerling zouden niet normaal moeten zijn. Toch gebeurt het regelmatig, ook op dansacademies. De student in dit verhaal blikt terug op een roerige tijd waarin ze zoekt naar wie ze is en wat ze wil. Na een heftige voorstellingsavond ontstaat er een onenightstand met een docent van haar dansopleiding. De dagen erna blijft ze in bed liggen. Drie maanden lang gaat ze niet naar school. Het is op. 

Voor deze rubriek leent Simone Narraina haar pen en haar stem aan andere dansers. De verhalen zijn geanonimiseerd om de privacy van zowel de verteller als de personages zoveel mogelijk te waarborgen. 

Het zonlicht valt door de opening van mijn gordijnen naar binnen. In de verte hoor ik het rumoer op straat van deze grote stad. Flarden van gesprekken dwarrelen mijn kamer in, de tramlijn pingelt en ergens slaat een kerkklok 9 uur. Ik zou eigenlijk op school moeten zijn. Zuchtend draai ik me om en trek ik de dekens nog verder over me heen. Elke keer als ik wakker word, komen de herinneringen van gisteren naar boven. Het theater, de mislukte choreografie en ik alleen op de buitenplaats. Geen mens die doorhad wat er in me omging.

Als ik mijn hoofd opzij draai ruik ik het kussen naast me. Het ruikt naar hem. Hoe kun je tegelijkertijd van iets walgen en er toch ook een opwinding door voelen? Het verwart me. In een ruk zit ik rechtop en trek ik impulsief de hoes van het kussen af. Ik gooi het in de hoek waar de rest van de was is opgestapeld. Ook de andere lakens ruk ik los van het bed. De rest van de dag lig ik in mijn onopgemaakte bed, terwijl er een onophoudelijke stroom van verdriet naar buiten komt waarvan ik niet weet of die ooit nog gaat stoppen. Ik verplaats me in een gevoel van donkerte en eenzaamheid. Ergens tussen paniekaanval en desoriëntatie. Ik ben opgebrand.

De verwachtingen van de docenten op de dansopleiding spreken elkaar tegen en ik weet niet meer waar ik aan moet voldoen. Ik moet mijn volledige unieke creatieve zelf laten zien, maar wél binnen het kader dat zij scheppen. Ik moet mijn authenticiteit ontwikkelen als danser en maker, maar wél op de manier van de docenten van de opleiding. Dan moet ik ook nog mondig sterk zijn: alles verklaren, uitleggen en onderbouwen. Er is nooit genoeg over gefilosofeerd en er is altijd iemand die het onderuit haalt. Het past niet bij me. Ik wil creëren vanuit fijngevoeligheid.

Ik zit in mijn derde jaar van deze vierjarige opleiding. Gisteren was dan eindelijk de voorstelling waar we met spanning naartoe hadden gewerkt; hierna zouden  we op stage gaan. Gespannen heb ik vanuit de coulissen naar de andere dansers op het toneel gekeken. Mijn stresslevels waren enorm hoog, ik bibberde over mijn hele lijf en mijn hart klopte op een tempo alsof ik een marathon aan het rennen was. Elke beweging van de dansers volgde ik met argusogen, want het moment dat ik op moest komen hing daar nauw mee samen. Het moment dat ik op het duet moest inbreken was namelijk een danstechnisch ingewikkeld stuk: een strakke telling, veel lifts, veel val- en opvangwerk. Maar één hand greep mis, en daar lag ik dan, plat op het toneel. Hoe ik de rest van het stuk door heb gedanst weet ik niet meer. Ik had alleen dít prestatiemoment om mezelf te bewijzen als maker en danser, want nu zat de commissie in de zaal. Dit had goed moeten gaan. Het mislukte. 

Na het stuk ben ik weggelopen, of eigenlijk rende ik weg, in totale paniek. Ik móést naar buiten. Lucht! Ik duwde de zijdeur open naar de kleine buitenplaats voor de rokers. Naast de stinkende asbak zocht ik hyperventilerend naar mijn adem en maande ik mezelf tot rust. Niemand die van dit moment getuige is geweest. De rest van de voorstellingsavond heb ik geprobeerd om te doen alsof er niets aan de hand was. Met een fake smile op mijn gezicht liep ik daar rond. 

Hij zei dat hij het stuk goed vond, dat het vallen erbij had kunnen horen. Hoe we precies tot de afspraak kwamen om bij mij thuis nog wat te gaan drinken weet ik niet meer precies. Stelde hij het voor, of ik? Ik wilde in ieder geval niet voelen wat ik voelde: het zware gevoel rondom alle donkere leegte die ik op elk moment ervaarde. Ik wilde ergens op een manier voelen dat ik geliefd was, gewild. En zo belandden we in mijn bed. Hij heeft de mysterieuze aantrekkingskracht die een gebroken man kan hebben. Een sterk fysiek, een natuurlijke autoriteit, maar een afwezigheid in zijn ogen. Er gebeurt iets met mijn vrouwenhart bij het zien van de pijn die een ander met zich meedraagt. 

Het idee van ‘het naar bed gaan met je docent’ is opwindender dan het daadwerkelijk is. Op het moment dat het dan echt gebeurt, is het alsof de drugs zijn uitgewerkt. Dat is niet op het moment van elkaar in de ogen kijken en weten dat er een spanning hangt. Niet het moment van een eerste kleine aanraking. Zelfs niet het moment dat je elkaar voor het eerst zoent. Maar het moment dat er kleren uitgaan en het ineens allemaal heel erg naakt wordt. Zodra het echt gaat om seks, dan gebeurt er iets. Dan ontstaat er een kloof, tussen wat ik denk en kan zeggen. Tussen wat ik eigenlijk voel en wil, maar wat ik automatisch negeer. Waarom kan ik geen ‘stop’ zeggen? Het lijkt belangrijker om er voor hem te zijn. Zoals je in de opleiding ook leert dat je eigenlijk niet zoveel te zeggen hebt, maar wel je uiterste best moet doen. Anders word je er gewoon uitgekickt.

De afgelopen drie jaar is er tijdens deze opleiding een schild om me heen gegroeid, een verharding die ervoor moet zorgen dat ik alles aankan. Bovendien kun je alles wat je ervaart omzetten in je danskunst. Toch? De romantiek van de lijdende kunstenaar geeft me het valse gevoel dat alles is zoals het hoort. Iedereen weet dat docenten naar bed gaan met studenten. Het is een kunst-opleiding! Wat denk je dan?!

Had hij moeten weten dat hij in een machtspositie stond tegenover een student en anders had moeten handelen? Ja, dat was niet juist. Maar het ligt genuanceerder: beiden zijn we op zoek naar iets wat ons heel maakt, waar we alletwee gezien worden. Onze dynamiek is als een achteloze sigarettenpeuk in een droog zomers bos. Voor hem is dat de aanbidding van een vrouw, voor mij de bevestiging van een autoriteit. Alletwee worden we op die manier gezien en erkend. Alletwee hebben we pijn. Er wordt niet over gesproken, maar zo zoeken we elkaar op, alsof we elkaar beter kunnen maken. 

De rest van de week lig ik in bed en kom ik de deur niet uit. Ik ben zo overprikkeld dat een bezoekje aan de supermarkt een intensieve dagreis lijkt. De week afwezigheid van school rekt zich uit tot een maand, dan twee maanden en uiteindelijk drie maanden. Ergens in deze periode mail ik de coördinator van de opleiding dat ik met een burn-out kamp en dat ik voorlopig niet naar school kan gaan. Hij mailt dat ik vooral mijn tijd moet nemen, maar er wordt niet ingegaan op hoe ik er bovenop zou kunnen komen. Er is geen emotionele hulp vanuit school of een studieloopbaanbegeleider die opmerkzaam genoeg is om te merken dat een student al lang afwezig is. Ik krijg de ruimte om tijd voor mezelf te nemen, maar meer ook niet. 

Tot ik zelf somatisch werk ontdek. In mijn zoektocht om te herstellen van mijn depressie en burn-out kom ik in contact met allerlei vormen van lichaamswerk. Overal waar ik kom in dit werkveld wordt er gekeken naar de mens als individu. Elk lijf is anders! Het geeft op een eigen manier signalen af en heeft zijn eigen anatomische mogelijkheden en beperkingen. Hoe meer ik me in deze benadering verdiep, hoe meer ik thuis kom in mijn lijf. Ik leer dat door pijn heen dansen helemaal niet normaal is, en ik leer herkennen wanneer mijn lichaam moe is, of wanneer het aangeeft dat er iets niet klopt. Ik kom weer ‘thuis’ in mijn lijf en win het vertrouwen in mezelf terug.

Na een tussenjaar waarin ik me volledig richt op mijn zelfontwikkeling, rond ik uiteindelijk met veel horten en stoten de dansopleiding af. Ik heb er daarna nooit meer iets mee gedaan.


OP DE DANSACADEMIE

Hoe heb jij jouw tijd op de dansacademie ervaren? Voor vele studenten is dit niet enkel een mooie tijd. Soms komt pas jaren later het besef dat bepaalde ervaringen traumatisch waren. Om deze persoonlijke en kwetsbare verhalen te kunnen vertellen, leent Simone Narraina haar pen en haar stem aan andere dansers en docenten. Zo wil Dansdocent.nu bijdragen aan de groeiende aandacht voor het fysieke, mentale én emotionele welzijn van dansers en studenten op dansopleidingen. 

Wil jij ook jouw verhaal over de dansacademie delen en laten vertellen door Simone? Neem dan contact met ons op!

Simone Narraina

Simone Narraina is redacteur van de rubriek ‘Op de dansacademie’. Ze studeerde in 2012 af aan de bachelor Choreografie van de Fontys Dansacademie. Haar makerschap vindt zijn weg in verschillende vormen: ze maakt niet alleen choreografieën, maar schrijft ook korte verhalen. Sinds 2020 legt ze zich toe op individuele sessies lichaamswerk en werkt ze aan haar carrière als therapeut. Voor de rubriek ‘Op de dansacademie’ verzamelt ze verhalen van dansers en dansdocenten over hun studententijd. Daarmee wil ze de schaduwkant van de academische cultuur bespreekbaar maken, in de hoop een veilige leeromgeving te creëren voor toekomstige jonge dansers.