Geef jij danslessen in het po? Maak het jezelf makkelijk met deze lesplannen!

Foto van Getty Images.

OMSCHOLING & BIJSCHOLING | Geef jij graag danslessen aan kinderen? En wil je dat ook in het primair onderwijs gaan doen, of doe je dat al? Dan is dit artikel jouw go-to inspiratiebron! Of je nu een ervaren dansdocent bent op zoek naar inspiratie voor deze doelgroep, of je een lesbevoegdheid wilt halen voor het binnenschoolse dansonderwijs. Hoofdredacteur Jacqueline de Kuijper maakte voor jou een overzicht van alle relevante bijscholingsmogelijkheden: opleidingen, trainingen, boeken én kant-en-klaar lesmateriaal!

Meer dans in de klas

Danseducatie stimuleert de persoonsvorming, het zelfvertrouwen en het mentale welbevinden van kinderen, waardoor ze steviger in de samenleving kunnen staan. Als dansdocent weet je dat! Toch komen kinderen en jongeren in Nederland en Vlaanderen onvoldoende in aanraking met dans. Dat vonden ook alle Nederlandse bacheloropleidingen Docent Dans en verschillende pabo-opleidingen. Om ervoor te zorgen dat er in de toekomst meer docenten worden opgeleid om danslessen te geven in het primair en voortgezet onderwijs, ondertekenden zij in oktober 2023 het DansopleidersAkkoord. Deze overeenkomst draagt ook wel de naam: Meer dans in de klas!

Het akkoord is ondertekend voor een periode van zeven jaar, waarvan de eerste drie vooral zullen opgaan aan onderzoek, ontwikkeling en samenwerking. Op dit moment lijkt het vooral een charmeoffensief, want heel concreet zijn de plannen nog niet (Van Hoek, 2024). Maar een van de doelstellingen is het stimuleren van (toekomstige) groepsleerkrachten om dans in te zetten als leermiddel. Bijvoorbeeld door meer pabo-studenten het vak dans en theater aan te bieden. Verder is er aandacht voor het bijscholen van (toekomstige) dansdocenten en dansers in de juiste didactische en pedagogische vaardigheden. Zodat zij hun passie kunnen doorgeven aan de jongere generatie op een manier die aansluit bij de overkoepelende leerdoelen van het basisonderwijs. En die zijn net even anders dan bij een (amateur) dansschool.  

Als onafhankelijk vaktijdschrift heeft Dansdocent.nu dit akkoord niet ondertekend, onze partner Dansbelang wel. Maar uiteraard willen ook onze redacteuren andere dansdocenten stimuleren om zich bij te scholen en in het primair onderwijs (po) danslessen te geven. Niet alleen omdat het voor kinderen zo belangrijk is om danseducatie te krijgen, maar ook omdat het voor dansdocenten een belangrijke bron van inkomsten kan zijn. Met een vaste instelling in loondienst heb je namelijk een stabiel inkomen! Daarnaast biedt het lesgeven op een basisschool veel inspiratie en een verdieping van je pedagogische en didactische vaardigheden. Door kennis uit te wisselen met de andere vak- en groepsleerkrachten kunnen jullie veel van elkaar leren.

Inspiratiebronnen

Bij het (primair) onderwijs komen echter wel specifieke vaardigheden en kennis kijken die je misschien als dansdocent op een dansschool niet vanzelf ontwikkelt. Je bent als dansdocent op een basisschool immers mede-opvoeder en dat vraagt iets anders van je dan het werken met kinderen in hun vrije tijd, los van wettelijke en school-specifieke leerdoelen. Niet alle basisschoolkinderen zullen bijvoorbeeld even enthousiast zijn over dans. Daarom heb ik in dit artikel een overzicht gemaakt van alle vervolgopleidingen en trainingen die je kunt volgen om beter onderlegd te zijn om in het po danslessen te verzorgen. En voor alle dansdocenten die reeds in het po werken geef ik een overzicht van kant-en-klaar lesmateriaal uit Nederland, Vlaanderen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. 

Deze inspiratiebronnen zijn overigens waardevol voor álle dansdocenten die aan kinderen lesgeven, of dat nu in hun eigen dansschool is of in het onderwijs. Dus geef jij les aan deze doelgroep? Neem dan een duik in onze inspiratielijst!

Omscholing: vervolgopleidingen

Dansles geven in het basisonderwijs verschilt nogal van lesgeven op een lokale (amateur) dansschool. In het onderwijs draait het veel minder om danstechniek en des te meer om creativiteit (Heijdanus-de Boer et al., 2024 & Tielemans, 2023). Dus waar leerlingen op veel dansscholen met name ‘reproductief’ bezig zijn (ze doen de docent na), wordt er in het basisonderwijs van hen verwacht dat ze voornamelijk zelf aan de slag gaan met dans maken én dat ze hierop leren reflecteren. Daarnaast dient er in het basisonderwijs meer aandacht te zijn voor dansbeschouwing en kunstwaardering. Oftewel, de kinderen kijken naar (een stuk) van een dansvoorstelling en bespreken die met elkaar. 

Kortom, als dansdocent in het po wordt van jou een andere aanpak gevraagd dan op een amateurschool. Daarop word je op een opleiding Docent Dans ook (steeds meer) voorbereid. Toch voelt niet iedere hbo-geschoolde dansdocent zich voldoende voorbereid op die binnenschoolse context. Daarom is het raadzaam om, als je in het onderwijs aan de slag wilt gaan, ook nog een master kunsteducatie te doen. Of een andere opleiding waarbij er veel aandacht is voor de pedagogiek en didactiek die passen bij het primair en voortgezet onderwijs. Of een extra training over dansexpressie en creatief bewegen.

Hieronder vind je verschillende mogelijkheden op een rijtje. Bij deze opleidingen kun je vaak zowel met een diploma Dans als met een diploma Docent Dans instromen. En de opleidingen zijn allemaal deeltijd, dus je kunt gewoon blijven werken en centjes verdienen terwijl je verder studeert! Ook leuk: als je een master Kunsteducatie gaat doen met hbo-diploma Docent Dans op zak en al één dag in de week in het onderwijs werkt, kom je in aanmerking voor de lerarenbeurs! De lerarenbeurs bestaat uit twee vergoedingen: maximaal € 7000 per jaar voor collegegeld en maximaal € 700 per jaar voor studiekosten en reiskosten. Plus een vergoeding voor je werkgever om jou studieverlof te geven en een vervanger aan te stellen.

Nederland

Tweejarige deeltijd masters kunsteducatie:

  • Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten: Master Kunsteducatie | Tijdens deze tweejarige deeltijdopleiding werk je nauw samen met medestudenten uit verschillende disciplines en ontwikkel je een persoonlijke visie op actuele vraagstukken in de kunst en kunsteducatie. Belangrijke thema’s in deze opleiding zijn interdisciplinariteit, grootstedelijke en interculturele context en authentieke kunsteducatie.

  • ArtEZ Zwolle: Master Kunsteducatie | Met de deeltijd masteropleiding Kunsteducatie neem je jouw positie als docent-kunstenaar met een frisse blik onder de loep en breng je verdieping aan in jouw professionele positie als ‘artisteducator’. Als artisteducator bied je mensen een breder perspectief: op zichzelf, de samenleving en het werkveld. 

  • Hogeschool voor de Kunsten Utrecht: Master Kunsteducatie | Bij deze master word je uitgedaagd jezelf te ontwikkelen tot een innovatieve onderwijsdesigner. Je ontwerpt bijvoorbeeld een tool, een omgeving, een spel of een innovatief curriculum. Daarin word je uitgedaagd om verder te denken dan je eigen vakgebied of de traditionele onderwijs- en leervormen.

  • Fontys Tilburg: Master Kunsteducatie | Tijdens deze studie verbreedt en verdiep je jouw kennis van kunst, cultuur en educatie. Je leert kritische situaties in kunsteducatie op gefundeerde wijze onderzoeken en geeft oplossingen voor actuele problemen. Met een focus op handelen vanuit interdisciplinariteit en interculturaliteit. 

  • Hanzehogeschool Groningen: Master Kunsteducatie | Tijdens deze tweejarige deeltijd master werk je aan projecten waarin onderwijs, onderzoek en het werkveld samenkomen. Door praktijkgericht onderzoek kom je met innovatieve oplossingen voor actuele maatschappelijke vraagstukken.

Andere relevante vervolgopleidingen:

  • Hanzehogeschool Groningen: Kunstvakdocent in het primair onderwijs | Tijdens deze eenjarige deeltijdopleiding leren kunstdocenten vanuit hun kunstvak een stevige verbinding te leggen met de basisschool waarop zij werken. De docenten leren over de ontwikkeling van de basisschoolleerling, leerprocessen bij jonge kinderen, het schoolcurriculum en het reilen en zeilen van een basisschool. 

  • Thomas More Academie in Rotterdam: LevelUp | Dit opleidingstraject voor kunstdocenten richt zich op het versterken van hun pedagogische kennis en vaardigheden. Bovendien leren ze hoe ze over de randen van hun kunstvak verbanden kunnen leggen met andere leergebieden. Binnen LevelUp volg je losse cursussen van de bacheloropleiding tot leraar basisonderwijs.

  • InHolland in Amsterdam & Den Haag: Master Leren en Innoveren | Deze master bestaat uit zes modules, verdeeld over twee studiejaren. Over onderwijskunde, veranderkunde en de rol van de onderzoekende vernieuwer. Je ontwikkelt vaardigheden in het doen van praktijkgericht onderzoek om duurzame veranderingen in het onderwijs te onderbouwen en realiseren.

  • Docent Dansimprovisatie in Amsterdam | Deze post-hbo opleiding leidt studenten op volgens de methodiek dansexpressie. Vanuit de visie dat ieder mens uniek is ontstaat zo een persoonlijke benadering in de dans. Lessen worden vanuit diverse thema’s ontwikkeld. Denk aan muziek, beeldende kunst, natuur, literatuur, het lichaam en alles wat tot dans kan aanzetten.

Trainingen:

  • STIKKR is een trainingsbureau in Eindhoven waar creatieve professionals de kans krijgen om zich verschillende didactische en pedagogische tools eigen te maken. De basistraining (5 dagen) is hét antwoord als je twijfelt aan jouw skills om voor de klas te staan, of als je een kwaliteitsslag wilt maken in jouw huidige manier van lesgeven.

  • Lenneke Gentle van Studio Swing is de bedenker van de Taaldans® en Rekendans® methode. Dit is een gecertificeerde methode om peuters en kleuters al dansend taal en rekenen te leren. De opleiding is grotendeels online en start 16 april 2024.

  • Wil jij als dansdocent aan de slag met euritmie op de (vrije) basisschool? Dan is de 8-daagse training Euritmisch Bewegingsonderwijs Basis een goede stap. In deze cursus leer je over de leerlijnen euritmie in relatie tot de bredere leerdoelen van de vrije school.

  • Cultuur Oost in Gelderland organiseert twee trainingen voor lesgeven in het po: 'Met kunst voor de klas' voor beginnende kunstvakdocenten en 'Als kunst je vak is' voor ervaren kunstvakdocenten die verdieping zoeken. Dit scholingsprogramma geeft veel ruimte voor jouw eigen leervraag. Tegelijkertijd bieden ze een aantal urgente thema’s aan: de complexe lessituatie, vakoverstijgend werken en interculturele sensitiviteit.

  • In de training Voor de klas in het gespecialiseerd onderwijs van Cultuur Oost leer je hoe het gespecialiseerd onderwijs in elkaar steekt. Je krijgt informatie over de verschillende clusters in het speciaal onderwijs en specifieke docentvaardigheden die je nodig hebt, zoals het aansluiten op de groep of het individu of omgaan met afleidend gedrag. Verder ontwerp je een lessenserie die je bij een werkervaringsplek in de praktijk brengt.

Vlaanderen

Waar de masters kunsteducatie in Nederland interdisciplinair zijn ingericht, zijn de kunsteducatieve masters in Vlaanderen discipline-specifiek. In Vlaanderen zijn er daardoor aanzienlijk minder mogelijkheden om als danser/dansdocent kunsteducatie te studeren dan in Nederland. Sowieso is het daar gangbaar dat je eerst kunstenaar wordt, voordat je verder studeert om kunstdocent te worden. Een bachelor Docent Dans zoals we die in Nederland kennen bestaat in Vlaanderen dus niet.

Als danser kun je voor pedagogische-didactische scholing alleen terecht bij AP Hogeschool Antwerpen. Daar kun je na het behalen van een bachelor in dans een verkort bachelor-traject Leraar Dans van 60 studiepunten volgen, een graduaat Leraar Dans van 90 studiepunten, of een vergelijkbare master van 120 studiepunten. Heb je ook al een master in dans? Dan kun je een verkorte master Leraar Dans van 60 studiepunten volgen.  

Bijscholing: boeken en lesmateriaal

Ben je al werkzaam in het po? Of geef je al jaren les aan kinderen, maar droogt de inspiratie op? Check dan onderstaande boeken, lesmateriaal en andere inspiratiebronnen! Omdat de eisen die de overheid aan danseducatie in het dansonderwijs per land verschillen, heb ik de inspiratiebronnen ingedeeld per land. Maar omdat de leerdoelen en werkwijzen ook weer niet zo erg verschillen, is het waardevol om de hele lijst aan inspiratiebronnen te bekijken. 

Nederland

Dans is nog een betrekkelijk jong vak in het primair onderwijs (Bergman, 2017). Pas na de Tweede Wereldoorlog was sprake van serieuze pogingen om dans in te voeren. In navolging van de ‘modern educational dance’ die in Engeland was ontwikkeld, introduceerden Kit Winkel en Corrie Hartong de ‘dansexpressie’ in Nederland. Ook in de wereld van de volksdans ontstonden nieuwe initiatieven, mede gericht op het onderwijs. Men noemde dit ‘kinderdans’.

Danseducatie in Nederland kenmerkt zich door de geschiedenis heen door het uitgangspunt dat leerkrachten in het onderwijs zelf dansactiviteiten moeten geven. Al in de jaren ‘80 ontstonden er daardoor projecten voor pabo’s, om de studenten het vak dans en drama aan te bieden. Ter legitimering van het vakgebied dansante vorming zocht men aansluiting bij meer algemene onderwijsdoelen zoals de sociale, creatieve en emotionele ontwikkeling. Een belangrijk uitgangspunt was dat er een samenhang moest zijn tussen het doen, het kijken, en het bespreken. Daardoor ontstond er een toename van dansgezelschappen die voorstellingen maakten voor kinderen en jongeren.

In de jaren ‘90 kwamen de kunsten centraal te staan in het onderwijs, in plaats van meer algemene onderwijsdoelen. Het accent kwam te liggen op het aanbod dat vanuit de steunfunctie-instellingen aan scholen werd gedaan. De school werd een afnemer van kunsteducatieve projecten. Vanaf 2000 verschoof de aandacht van uitvoerende activiteiten, zoals het verzorgen van lessen en projecten, naar het begeleiden en adviseren van scholen. Die namen steeds meer de verantwoordelijkheid op zich voor het beleid en de activiteiten op het gebied van cultuureducatie. En daarvoor schakelen scholen toch vaak de hulp van dansdocenten in. Dansprojecten worden dan opgezet vanuit een samenwerking tussen dansdocent en leerkracht.

De laatste jaren gaan er, mede vanwege het lerarentekort, in Nederland weer stemmen op om ook in het po voor de kunstvakken vakdocenten in te zetten (Hagenaars, 2023). Ook omdat het groepsleerkrachten vaak niet lukt om alle kunstvakken op niveau te verzorgen. Ondanks alle inspanningen op de pabo’s om de studenten wel alle kunstvakken bij te brengen.

  • LEERDOELEN | Een absolute must om te begrijpen als je in het basisonderwijs voor de klas gaat staan is: waarom wordt dans aangeboden in het onderwijs? Ofwel: aan welke doelen wordt gewerkt, wat moeten de kinderen ervan leren? Want gewoon ‘(technisch) goed leren dansen’, dat is voor het basisonderwijs onvoldoende. Voor de binnenschoolse primaire schoolcontext worden sinds 2006 de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie van SLO gehanteerd. Die gaan over kunst creëren (kerndoel 54), kunst beschouwen (kerndoel 55) en cultureel erfgoed waarderen (kerndoel 56).

  • GESCHIEDENIS | Hoe heeft dans zich als vak ontwikkeld in het po? Dit artikel van Vera Bergman schetst een beeld van het vak dans vanaf 1945 tot 2018, aan de hand van verschillende beleidsinitiatieven van de overheid voor de bevordering van cultuureducatie. Op haar website vind je overigens ook de PDF-versie van het boek Dans in samenhang. Dit boek is standaard leesvoer in de opleidingen Docent Dans en is een goede gids over de verschillende manieren en benaderingen om dans in te zetten, binnen en buitenschools, voor allerlei type leerlingen en situaties.

  • VAKVERENIGING | VONCK is dé vakvereniging voor kunstdocenten in het onderwijs en heeft een speciale vakgroep voor dansdocenten. VONCK is tevens de uitgever van Kunstzone. Het blad verschijnt zes keer per jaar. Elke editie heeft een themadeel en daarnaast losse artikelen, rubrieken, beeldreportages en columns. 

  • HANDBOEK | Het boek DANS! Praktisch handboek voor het basisonderwijs (2024) is opnieuw uitgebracht. De nieuwe druk is aangepast en aangevuld om aan te sluiten bij nieuwe leerdoelen en ontwikkelingen in het Nederlandse onderwijs en de maatschappij. Zo is er meer aandacht voor vakintegratie en procesgericht werken en zijn de voorbeeld leerplannen bijgewerkt naar de actualiteit. Ook het online lesmateriaal is aangevuld met nieuwe video’s en muziek. Het boek richt zich in de eerste plaats op pabo-studenten, maar is ook een goede leidraad voor vakdocenten dans.

  • KENNIS VAN DE DOELGROEP | Ontwikkelingspsychologie voor het basisonderwijs (2020) behandelt de belangrijkste ontwikkelingsdomeinen en ontwikkelingstheorieën die relevant zijn voor de basisschool. Dankzij een grondigere kennis van de ontwikkeling van kinderen (met bijbehorende problemen) kunnen leerkrachten een betere didactiek uittekenen en lesdoelen gerichter formuleren. 

  • KENNIS VAN DE DOELGROEP | In Ontwikkeling in vogelvlucht schetst Martine Delfos een gedegen beeld van de ontwikkeling van kinderen en adolescenten. Eerst wordt het werk van de belangrijkste theoretici op dit gebied kort uitgelegd. Vervolgens worden alle leeftijdsfasen beschreven met de belangrijkste aandachtspunten. Zo wordt duidelijk hoe belangrijk de vorming van de sociale identiteit is aan het einde van de basisschool.

  • INSPIRATIE | Waar hebben we het over als we het over dans in het basisonderwijs hebben? Anouk van Nunen en Daniëlle Bouwmeester zijn de auteurs van de handreiking Dans’es. Hierin beschrijven zij (voor leerkrachten) de mogelijkheden voor dans in het basisonderwijs in de volle breedte van het onderwijsveld. Van leerlijnen tot uitdagende lesvoorbeelden, met inspirerende video's en handige links (waarvan enkelen het helaas niet meer doen).

  • INSPIRATIE | Danspedagoog Saskia Sap onderzocht hoe dans jonge kinderen kan helpen bij het leren van een nieuwe taal. In het boekje Dansend Nederlands leren voor NT2-kleuters (2023) beschrijft zij haar TOLD-model, dat ze op drie basisscholen testte. Meer weten? Lees dit artikel, of beluister deze podcast

  • PODCAST | Sophie van Heesewijk brengt bij SALLY Dansgezelschap Maastricht met veel enthousiasme dans naar de jeugd. Lynn Kosakoy ging met haar in gesprek over de visie van SALLY: waarom de nadruk binnen danseducatie meer op dansexpressie zou moeten liggen, en hoe dialoog in en over dans wordt gecreëerd. Nieuwsgierig? Luister naar de podcast.

  • PODCAST | Hoe kan danseducatie een vaste plek krijgen in het basisonderwijs? Daarover gaat Lynn Kosakoy in gesprek met Janneke van der Vlugt, haar zakenpartner bij De Dansverbinderij. Ze praten over de bijzondere weg die Janneke heeft bewandeld: van basisschoolleerkracht tot dansdocent. En over de plek die dans in het po en de pabo verdient. Luister naar de podcast! 

  • LESMATERIAAL (dansexpressie) | De methode Danspetters van Maria Speth biedt al jarenlang inspiratie voor dansdocenten die aan kinderen lesgeven. Het theorieboek (2020) is gratis online als PDF te downloaden. Hierin werkt ze haar visie op lessen dansexpressie uit. Op haar website vind je ook veel lesmateriaal en alle bijbehorende muziek staat op Spotify!

  • LESMATERIAAL (spellen) | Het boek De 50 beste dans- en bewegingsspelletjes (2020) van Paul Rooyackers bevat spelletjes verdeeld in vijf categorieёn, met tien spelletjes per categorie: dansen met je lijf, karakterdansen, samenwerkingsspelletjes, straatdansen en feestdansen. Deze spelletjes kunnen zowel op de basisschool als in het voortgezet onderwijs gebruikt worden. Paul bracht ook een leuk dansspel uit: een doosje met 64 kaarten, voor 6 jaar en ouder. 

  • LESMATERIAAL (digitaal) | Nederlands Dans Theater (NDT) heeft digibord-apps ontwikkeld voor het po. Hiermee kunnen leerkrachten - én dansdocenten - op een laagdrempelige manier met hun leerlingen dansen in de klas. Er zijn vier apps beschikbaar: Cacti voor groep 1 en 2, Parade voor groep 3 en 4, Dreamplay voor groep 5 en 6, en The Statement voor groep 7 en 8. Al meer dan 600 basisscholen hebben deze apps aangevraagd.

  • LESMATERIAAL (lesplannen) | In de rubriek ‘Muziek & Lesmateriaal voor kinderen’ op Dansdocent.nu vind je uitgewerkte lesplannen. De meeste van deze lesplannen zijn geschreven voor Rimke Saan, die veel in het (speciaal) basisonderwijs lesgeeft. Al haar lessen bevatten daarom veel dansimprovisatie rondom een centraal thema. 

  • LESMATERIAAL (kunsteducatie) | In het boek Wicked Arts Assignments (2020) zijn bijna honderd ongebruikelijke, inspirerende, grappige of sociaal betrokken kunstopdrachten gebundeld. De opdrachten sluiten aan bij de vakgebieden theater, beeldende kunst, muziek, design en dans, en kunnen in verschillende contexten worden uitgevoerd: van basisscholen tot hoger onderwijs. Het boek is een publicatie van het Lectoraat Kunsteducatie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten.

  • HULPMIDDEL | Nita Halman is opgeleid als leerkracht én dansdocenten geeft op de pabo in Utrecht het vak theater en dans. Op haar website vind je dans-kijkwijzers voor leerkrachten. Daarmee kunnen zij actief hun leerlingen observeren als jij in het po een dansles komt geven. Zo leren groepsleerkrachten wat danseducatie is en met kinderen doet. Er zijn kijkwijzers voor de vier danselementen (lichaam, tijd, kracht, ruimte), het creatieve proces en choreograferen. De kijkwijzers kunnen eventueel ook gebruikt worden door leerlingen in de groepen 5 t/m 8.

  • HULPMIDDEL (dansbeschouwing) | In het basisonderwijs draait het niet alleen om dansen en dans maken, maar ook om dans beschouwen. Een methode die je daarvoor kunt gebruiken is Visual Thinking Strategies. Een VTS-gesprek verloopt volgens een vast patroon van open vragen. Hierdoor leren kinderen nauwkeurig te observeren, formuleren, onderbouwen wat ze zien, respect op te brengen voor andermans visie en actief deel te nemen aan het gesprek. Het boek Visual Thinking Strategies, met kunst het leren op school verdiepen is een vertaling van het Amerikaanse standaardwerk over VTS van Philip Yenawine.

Vlaanderen

Danseducatie wordt in het Vlaamse basisonderwijs veelal georganiseerd vanuit kunsteducatieve organisaties, in de vorm van eenmalige workshops of langlopende projecten (Tielemans, 2023). Dans wordt dus niet enkel intern gegeven door de leerkracht, maar kan ook worden gegeven door externe dansdocenten. Sinds 2018 is er echter de mogelijkheid om een meer duurzame vorm daarin aan te bieden vanuit het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO). Dit wordt georganiseerd onder de naam Kunstkuur. Hierbij geven klasleerkrachten samen met een dansdocent les en doen ze aan expertisedeling binnen dans of andere kunstdomeinen.

  • LEERDOELEN | In Vlaanderen worden de onderwijsdoelen voor muzische vorming gehanteerd. Daar is dans naast beeld, drama, media en muziek het vijfde domein waarin alle leerlingen gedurende zes jaar aan de slag gaan. Bij muzische vorming staat het leren met, over en door de kunsten centraal. Het gaat daarbij dus over zowel kunstbeleving als kunstcreatie. 

  • HANDBOEK | In Vlaanderen is het boek Zeppelin (2017) van Koen Crul rond muzische vorming hét handboek voor kunsteducatie in het basisonderwijs. Het boek biedt een overkoepelende didactiek die de eigenheid van elk muzisch domein respecteert: beeld, muziek, drama, dans, woord en media. Er is ook aandacht voor vakintegratie en verschillende vormen van samenhang tussen de domeinen. Heldere schema’s, praktijkvoorbeelden, zinvolle verwijzingen naar de kunsten en voorbeeldactiviteiten creëren een brede kijk op de verschillende aspecten van muzische vorming.

  • THEORIE | De theorie Cultuur in de Spiegel is een belangrijke inspiratiebron voor het basisonderwijs. Zeker in Vlaanderen waar het door Canon Cultuurcel gebruikt wordt om cultuuronderwijs vorm te geven. Het ontwikkelen van persoonlijke reflectie op kunst is volgens de theorie een essentieel ingrediënt van cultuureducatie. Dat gebeurt aan de hand van vier culturele basisvaardigheden: waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren. Reflecteren doen we vanuit deze basisvaardigheden met een medium (zoals dans, muziek, tekenen) of taal. Maud Tielemans past deze theorie toe op het dansonderwijs in Vlaanderen.

  • LESMATERIAAL (dansexpressie) | Het boek Dansexpressie (2023) van Maud Tielemans borduurt voort op de Zeppelin-didactiek en richt zich specifiek op danseducatie. In Maud’s gids vind je negen uitgewerkte lesplannen voor drie leeftijdscategorieën: small (leeftijd van 4 tot 6 jaar), medium (leeftijd van 7 tot 9 jaar) en large (leeftijd van 10 tot 12 jaar). Bij elke leeftijdsgroep vertrekt er steeds één les vanuit de leefwereld, één vanuit diverse leercontexten en één vanuit de kunsten. Bij dit boek vind je online gratis ondersteunend lesmateriaal.

  • LESMATERIAAL (toolkit) | Maud Tielemans heeft samen met DoeDoos een nieuwe educatieve tool ontwikkeld voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Met de DoeDoos onweerDANSbaar wil zij kinderen aanzetten tot experimenteren met beweging, zowel thuis als op school. In de doos zit een t-shirt, een strandbal, een klok, danskaartjes, elektriciteitsdraad en nog veel meer. Ze sporen kinderen aan te wiegen, sluipen, wriemelen, kronkelen en tollen. 

  • LESMATERIAAL (dansspel) | Een Stil(l) in Dans is een kaarten-dansspel bedacht door de Vlaamse improvisatiedocent Anne-Lore Baeckeland. Het is een bundeling van meer dan vijftig speelse dansopdrachten die de basisvaardigheden van dans trainen. Het spel is bedoeld voor kinderen van 4 tot 12 jaar en hun (dans)docenten!

  • LESMATERIAAL (kleuters) | An-Sofie Maes is een kleuterjuf en dansanimator uit Vlaanderen. Haar lesmateriaal bundelde ze in verschillende boeken: Aan de slag met kleuterdans, Kleuterdans met de dansdobbelsteen, en Kleuterdans met prentenboeken met dansactiviteiten rond 25 recente prentenboeken. Ze schreef ook twee lesplannen voor Dansdocent.nu: ‘Dansles dansexpressie voor kleuters met Keith Haring’ en ‘Oefen sociale vaardigheden met peuters in deze dansles met knuffels’.

  • HULPMIDDEL (dansbeschouwing) | Veel leerkrachten vinden kunstbeschouwing met leerlingen moeilijk omdat ze niet weten welke vragen ze moeten stellen. Daarom ontwikkelde Koen Crul in samenwerking met Vives Hogeschool het stappenplan Kunstig Kijken in het basisonderwijs. Hiermee kun je eenvoudig een gesprek leiden nadat je met je leerlingen naar een fragment van een dansvoorstelling hebt gekeken. Verder selecteerde het onderzoeksteam beeldfragmenten om beschouwende gesprekken mee te voeren.

Wat er in de rest van Europa - en daarbuiten - op het gebied van danseducatie gebeurt is natuurlijk ook super interessant. Maar wegens de taalbarrière is deze informatie weinig toegankelijk. De meeste Nederlanders spreken ook vloeiend Engels, maar bijvoorbeeld niet Duits of Frans. In dit artikel behandel ik mede daarom verder alleen inspiratiebronnen uit het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. En omdat danseducatie in deze landen al langer (voor de Tweede Wereldoorlog) een plek in het onderwijs had, binnen het vak lichamelijke opvoeding (physical education). Bovendien is danswetenschap binnen deze landen een gerespecteerd en bloeiend vakgebied, wat betekent dat er daar ook meer onderzoek gedaan wordt naar danseducatie dan in Nederland en Vlaanderen.

Verenigd Koninkrijk

In het Verenigd Koninkrijk is dans een verplichte activiteit binnen het nationaal curriculum voor lichamelijke opvoeding (physical education). Toch blijkt daar in de praktijk weinig van terecht te komen (Bacon & Tambling, 2023). De afgelopen tien jaar wordt het vak dans steeds meer gemarginaliseerd, omdat scholen zich focussen op de STEM vakken (Science, Technology, Engineering and Mathematics). Daardoor verschilt het aantal uren danseducatie, en de kwaliteit daarvan, enorm van school tot school. In 2023 bood 1 op de 3 scholen geen danseducatie (Thomas, 2023).

  • LEERDOELEN | In het e-book Dance In and Beyond Schools : An essential guide to dance teaching and learning in England (2020) wordt beschreven aan welke eigenschappen danseducatie moet voldoen om van hoge kwaliteit te zijn. Deze standaarden zijn toepasbaar op alle dansstijlen en contexten. 

  • HANDBOEK | The Art of Dance in Education (2002) van Jacqueline M. Smith-Autard biedt een kader voor het onderwijzen van dans in het reguliere onderwijs. Ze zoekt daarin het gat op tussen theorie en praktijk. Dit doet ze door de processen van compositie, optreden en danswaardering te onderzoeken. Daarnaast legt ze uit hoe dans kan bijdragen aan de artistieke, esthetische en culturele ontwikkeling van kinderen. 

  • BOEK | Een van de eerste boeken over dansdidactiek verscheen uit de pen van Valerie Preston-Dunlop: A handbook for Modern Educational Dance (1974/1980). Online in te zien via Internet Archive. Dit boek is zeer waarschijnlijk het vervolg op Modern Educational Dance van Rudolf Laban, waar Valerie een protegé van was. Met haar methode, die gebaseerd is op de theorie van Laban, stimuleert ze kinderen om hun bewegingsvocabulaire uit te breiden.

  • BOEK (Laban) | Het boek Laban for All (2003) van Jean Newlove en John Dalby is een toegankelijk boek over het bewegingssysteem van Laban, dat menselijke beweging verdeelt in de componenten body, effort, shape, space. Het boek bevat ook oefeningen voor beginners.

  • LESMATERIAAL (lesplannen) | Het meer recente boek Lesson Plans for Creative Dance: Connecting with Literature, Arts, and Music (2011) van Sally Carline bevat 28 dansactiviteiten met muziek voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Het boek richt zich tot zowel gymdocenten, leerkrachten als dansdocenten, en biedt naast lesplannen ook achtergrondinformatie over dansdidactiek.

  • LESMATERIAAL (lesplannen) | In 2010 richtte docent lichamelijke opvoeding Eve Murphy het online platform Dance to School op om leerkrachten te stimuleren danslessen te geven aan hun leerlingen. Op haar website biedt ze daarom meer dan 120 kant-en-klare lesplannen met muziek aan - én een tool om eenvoudig zelf lesplannen te ontwerpen.  

Verenigde Staten

Ook in de Verenigde Staten werd dans in het onderwijs aanvankelijk aangeboden als sport (lichamelijke opvoeding), maar sinds de jaren ‘90 wordt dans vaker gezien als een kunstvak (Bonbright, 2011). Muziek en de beeldende kunsten zijn de meest gegeven kunstvakken, dans het minst. Sinds 2002 mag dans als kunstvak alleen worden gegeven door een gediplomeerde dansdocent. De kunsten worden in de VS gezien als de ideale methode om van leerlingen ‘goede burgers’ te maken in een democratische maatschappij. De nadruk ligt daarom op zelfexpressie, creativiteit, reflecteren en feedback geven. De kunsten moeten de leerlingen helpen om hun eigen stem te vinden, mening te vormen en daarover respectvol te communiceren.

  • LEERDOELEN | Dansdocenten in de Verenigde Staten hebben zich te houden aan de National Core Arts Standards. Dat zijn per leerjaar opgestelde richtlijnen en leerdoelen. Deze begeleiden docenten in een proces waarbij ze leren om kwaliteitsvolle kunsteducatie aan te bieden voor leerlingen van de kleuter- tot en met de middelbare school. Deze doelen worden opgedeeld in (1) creating, (2) performing/presenting/producing, (3) responding en (4) connecting. Ze komen in de basis overeen met de kerndoelen in Nederland. 

  • TRAINING | Het Online Professional Development Institute van de National Dance Education Organization (NDEO) biedt cursussen aan in pedagogiek, didactiek, dansgeschiedenis, evaluatie en allerlei andere relevante onderwerpen. Waaronder ‘Implementing the National Core Arts Standards in Dance’. Hierin leer je de Amerikaanse leerdoelen voor danseducatie te verwerken in je danslessen. 

  • MAGAZINE | De NDEO brengt ook twee online magazines uit: het theoretische en wetenschappelijke vaktijdschrift Journal of Dance Education, en het meer toegankelijke en praktijkgerichte Dance Education in Practice. Hierin komt regelmatig de lespraktijk van dansdocenten in het onderwijs aan bod. Beide vakbladen zijn gratis voor leden van NDEO, en lid ben je voor $ 115 per jaar. 

  • ONDERZOEK | In 2013 publiceerde de NDEO het onderzoeksverslag Evidence: A Report on the Impact of Dance in the K-12 Setting. Hierin worden de meest waardevolle inzichten uit circa 200 verschillende onderzoeken naar de impact van danseducatie in het primair en voortgezet onderwijs samengevat. 

  • HANDBOEK | Een absolute must read op dit gebied is het boek Teaching Dance as Art in Education (2006) van Brenda Pugh McCutchen. Hierin werkt zij de nationale richtlijnen voor kunsteducatie tot in detail uit voor het vak dans. Zij heeft het in haar boek over een geïntegreerde benadering waarbij ze inzet op de vier hoekstenen van dans: dans en performance, creëren en compositie, historisch en cultureel onderzoek, en analyseren en bekritiseren. Oftewel, kinderen leren om te denken als een danser, choreograaf, geschiedkundige én criticus. Ze schetst in haar boek tevens een leerlijn gebaseerd op leeftijd, van groep 1 tot aan het laatste jaar van de middelbare school. 

  • BOEK (improvisatie) | Danspedagoog Patricia Reedy specialiseerde zich in dansimprovisatie voor kinderen in het basisonderwijs. In haar boek Body, Mind & Spirit in Action (2015) stimuleert ze docenten om creativiteit, verbeelding en dans als leermiddel in te zetten. Reedy’s aanpak is leerlinggericht en gaat uit van de ervaringen, leervragen en vaardigheden van de leerlingen. Ze begeleidt hen in het maken van hun eigen dansen.

  • LESMATERIAAL (dansexpressie) | Een andere voorstander van creative dance is Anne Green Gilbert. Net zoals Reedy en McCutchen ziet zij dans als een multi-sensorische ervaring die de cognitieve, sociale en emotionele vaardigheden ontwikkelt - en niet enkel de motorische vaardigheden. Gilbert staat bekend om haar boek Brain-Compatible Dance Education (2006). Hierin verwerkt ze inzichten over hoe de hersenen informatie verwerken in haar didactische methode. Verder publiceerde ze het boek Creative Dance for All Ages (2015). Dit boek biedt alles wat een dansdocent in het onderwijs nodig heeft: een doorlopende leerlijn, lesplannen, didactische adviezen en beoordelingsmethodes.

  • ONLINE BOEK (spelend leren) | Onderzoekers van de Harvard Graduate School of Education deden onderzoek naar spelend leren op scholen (po en vo) in verschillende landen. Hun inzichten en praktische tools delen ze in het nieuwe boek A Pedagogy of Play (2023). Hiermee willen ze docenten stimuleren om meer gebruik te maken van spelend leren in de klas. Het boek is gratis online beschikbaar.

  • LESMATERIAAL (spelend leren) | Kinderen moeten meer bewegend en spelend leren in het onderwijs. Daarom schreef Judith Peck het boek Dynamic Play and Creative Movement (2022). Dat boek staat vol met oefeningen om spelenderwijs te leren over bijna alles - door middel van beweging, muziek, beeldende kunst en drama. Een inspiratiebron voor zowel dansdocenten als leerkrachten in het basisonderwijs.

  • LESMATERIAAL (dans maken) | Building Dances (2004) van danspedagoog Susan McGreevy-Nichols is geschreven voor leerkrachten in het po en vo. Hierin maakt ze duidelijk hoe zij hun leerlingen kunnen coachen om zelf dansen te maken. Het boek neemt je dus stap-voor-stap door het creatieve proces van een choreografie maken. Of dat nu is op basis van bewegingen, een verhaal, een concept, of muziek.

  • LESMATERIAAL (natuur) | Het boek Elementary Dance Education (2023) bevat meer dan zeventig bewegingsactiviteiten voor leerlingen in het basisonderwijs, allemaal rondom het thema natuur. Denk aan: planten, dieren, water, aarde en lucht. De opdrachten verweven de natuurlijke nieuwsgierigheid van kinderen met de creatieve processen van wetenschappelijk onderzoek en kunstcreatie. Het boek is geschreven voor leerkrachten om op deze manier dans in hun andere lessen te verwerken.

  • LESMATERIAAL (rekenen) | Het boek Dance Integration: 36 Dance Lesson Plans for Science and Mathematics (2014) is geschreven voor leerkrachten op de basisschool. Met de danslessen is het boek kunnen ze de lessen rekenen, wiskunde en wetenschap leuker maken. Maar deze lesplannen kunnen ook dansdocenten helpen hun danslessen meer te laten aansluiten op andere vakken in het po.

  • LESMATERIAAL (activiteiten) | Het boek Dancing in Your School: A Guide for Preschool and Elementary School Teachers (2006) bevat 70 dansactiviteiten voor leerkrachten op de basisschool. Daarbij wordt dans zowel ingezet als sport, kunst en culturele activiteit. Het is gratis online inzichtelijk via Internet Archive

  • DOCUMENTAIRE | In de documentaire PS Dance (2015) worden 16 leerlingen gevolgd uit New York City die op hun school dansles krijgen. Verder tonen en vertellen dansdocenten Catherine Gallant, Ana Nery Fragoso, Michael Kerr, Ani Udovicki en Patricia Dye hoe danslessen de artistieke, sociale en academische vaardigheden van de leerlingen stimuleert.

Bronnen

Met dank aan: Nita Halman, Maud Tielemans, Saskia Sap en Petra Beers.


BIJSCHOLING & OMSCHOLING

We vroegen op Facebook waar dansdocenten meer informatie over willen hebben. Het antwoord was unaniem: bijscholing! Daarom lees je voortaan op Dansdocent.nu in de rubriek ‘Bijscholing & Omscholing’ over een aanvullend of alternatief beroep. Zoals pilatesdocent, yogadocent, fysiotherapeut, danstherapeut, oefentherapeut, fotograaf, etc. Wij vertellen je wie jou zijn voorgegaan, waar je de opleidingen kunt volgen en wat het je oplevert. Daarnaast vind je bij de boekentips voldoende inspiratie voor verdieping van je eigen danslessen!

Jacqueline de Kuijper

Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze studeerde in 2013 af met een master in Dance aan Mills College in Californië. Daarvoor studeerde ze dans- en theaterwetenschap, kunstgeschiedenis, filosofie en psychologie aan University College Utrecht. Na haar afstuderen schreef ze voor Dans Magazine en werkte ze als pilatesdocent in Utrecht. Haar scherpe pen en onderzoekende geest zet ze sinds 2019 in om dansdocenten te informeren en inspireren met Dansdocent.nu. En in 2022 is daar Dansers.nu bijgekomen: een nieuwe online magazine voor dansers en makers in Nederland en Vlaanderen.