In de spotlight: danspedagoog Maud Tielemans

dansdocent Maud Tielemans

Maud Tielemans. Fotograaf: Kim Vos.

INTERVIEW | Maud Tielemans (28 jaar) vindt dat danseducatie in het onderwijs een evidentie moet zijn. Daar werkt ze hard voor! Op Codarts inspireert ze de nieuwe generatie dansdocenten. En op de lerarenopleiding in Antwerpen enthousiasmeert ze toekomstige leerkrachten voor dans. Nog leuker: in het najaar komt haar eerste boek uit, met lesplannen voor danslessen in het basisonderwijs. Maud krijgt energie van veel verschillende samenwerkingen en van haar drive om de persoonlijke ontwikkeling van kinderen te stimuleren door dans. Benieuwd naar haar visie? Lees dit interview! 

Waar heb jij je eerste danspassen gezet? 

Ik ben in Gooik gestart bij een academie, dat is hoe we in de Vlaamse volksmond het Deeltijds Kunstonderwijs noemen. Ik was toen zes jaar, en ik herinner me nog steeds dat we tijdens mijn allereerste dansles allemaal een paarse of roze doek kregen en dat we daar mee mochten experimenteren. Dat maakte blijkbaar veel indruk!

Later kreeg ik les van balletdocent Geertrui Feytens. Zij was heel erg van de lesvoorbereiding. Ze tekende dan kolommetjes op papier, met haar telling en de armbewegingen, en de beenbewegingen. Ik weet dat me dat toen heel erg geboeid heeft. Toen ik tien jaar was, ontwierp ik thuis op dezelfde manier mijn fictieve danslessen. Dus daar is al wel onbewust een zaadje geplant om later ook dansdocent te worden.

Waarom ben je dansdocent geworden? 

Op een gegeven moment is er een tweede dansschool in het dorp gekomen, in de sporthal. Die was van een docente die van de dansacademie van Fontys in Tilburg kwam: Inne Debusscher. Dat is de dansdocent met de meeste energie, de grootste passie, en onuitputtelijke coachingsdrang die ik ken. Inne kwam met een hele lesopbouw, cooling down en leerplannen voor haar school.

Zij heeft ook gezegd toen ik veertien was: ‘Hop, je krijgt een groep, ga maar helpen bij de kleuters en ik denk dat je dat gaat kunnen.’ Dus zo kwam ik eerst als hulpjuf bij Veerle Weeck terecht. Daarna groeide dat uit naar het geven van mijn eigen danslessen in ballet en jazz, en helpen bij de zomercurussen en talentgroepen. Allemaal onder zorgvuldige begeleiding: ik moest lesvoorbereidingen opsturen, Inne kwam kijken naar mijn lessen, en dan hadden we een feedbackgesprek.

Dus Inne heeft mij de wereld van het dansdocentschap laten zien, dat het een optie was om dat te gaan studeren. Ik ben met haar naar de open dag van de dansopleiding Fontys geweest, en we gingen naar voorstellingen zoals die van Béjart. Zij heeft echt de eerste stappen naar wie ik nu ben als dansdocent gefaciliteerd.

Maud staat op de cover van de glossy van Dansdocent.nu! Een jaarlijks print magazine van 180 pagina’s dik, met de beste en leukste artikelen die afgelopen seizoen op ons online magazine gepubliceerd zijn. De ideale manier om jezelf als dansdocent dezer zomer bij te scholen! Bestel de glossy nu gratis - je betaalt alleen de verzendkosten.

Hoe kreeg jij vroeger les?

Ik kreeg heel docentgericht les, veel meer dan ik nu zelf les tracht te geven. Voordat ik verder ging studeren heb ik ook nog een paar jaar bij een pre-professionele dansopleiding les gevolgd. Een wedstrijdschool waar de focus op ballet en het esthetische aspect daarvan lag. Ik was daar best goed in en ik werd daar toen ook gelukkig van. Ik ben daar heel erg gegroeid als danser. En ik ben ervan overtuigd dat als ik daar niet had gedanst, ik nooit op Codarts had kunnen geraken.

Maar dat competitieve en op vorm gerichte heeft denk ik wel mijn ontwikkeling als persoon tegengehouden. De puberteit is een hele belangrijke tijd, en als je die spiegelt aan prestatie en de hele tijd streven om iemand anders gelukkig te maken… Dat is niet zo goed, maar dat realiseerde ik me pas toen ik in Nederland danseducatie studeerde. 

Waar heb je de opleiding Docent Dans gedaan?

Codarts, in Rotterdam. Ik heb stomweg auditie gedaan omdat ik daar iemand kende. Ik heb die auditie heel ontspannen kunnen doen, want het was niet echt mijn plan om de opleiding ook echt te gaan doen. Maar toen ik op de roltrap stond naar de vijfde etage, voelde ik al snel: hier zou ik weleens mezelf kunnen zijn. Dus toen ik aangenomen werd, ben ik er gewoon voor gegaan! 

Ik had een hele fijne klas, daar heb ik veel aan te danken. Ik ben op heel veel vlakken gegroeid tijdens die opleiding. Ik denk als danser en docent, maar ook en misschien vooral als persoon. Ik denk dat ik hier echt pas ‘Maud’ geworden ben. Ik heb toen geleerd dat het oké is om te zijn wie je bent, en dat je daarin jouw sterke kanten kunt leren kennen. En dat dat bij mij een stukje gaat over geïnspireerd raken door anderen. Ik werk graag met heel veel mensen samen. Daarom werk ik denk ik ook op zoveel plekken. 

Wat doe je eigenlijk allemaal?

Wanneer mensen vragen wat ik doe is dat altijd een beetje een awkward moment, want dan moet ik met een soort lijst komen. En dan weten mensen niet waarom ik dat dan allemáál wil doen. Maar ik krijg er energie van, anders zou ik niet zoveel doen. Mensen zeggen weleens tegen mij: ‘Let op, want je gaat crashen of een burn-out krijgen.’ En ik heb ook wel dipjes hoor. Soms lig ik huilend op de grond en denk ik: HOE?! Maar op de een of andere manier lukt het mij wel! Ik denk dat dat door een soort innerlijke drive komt, die gevoed wordt door alle mensen waarmee ik het voorrecht heb samen te werken en mijn leven mee te mogen delen.

Wie zijn nu dan je grootste opdrachtgevers?

Ik werk sinds 2020 fulltime voor de Kunstacademie van Halle, waar ik al sinds 2016 danslessen geef. Die valt onder het DKO in Vlaanderen, dat staat voor Deeltijds Kunstonderwijs. Bij deze kunstacademie geef ik hedendaagse dans aan de oudste klassen, dus dat is 16 tot 18 jaar. En ballet, in het naschoolse traject. Ik ben daar ook coördinator van de hele dansafdeling, en beleidsmedewerker. Daarnaast geef ik ook een project Kunstkuur, dat is een samenwerking tussen dagscholen en DKO scholen. Dat doe ik op mijn eigen oude basisschool.

Verder werk ik op Codarts in Rotterdam, voor de opleiding Docent Dans. Daar ben ik docent Algemene Dansdidactiek (ADD) voor de eerstejaarsstudenten. Ook doe ik een stukje ontwikkelingspsychologie en cultuureducatie voor de studenten in jaar 2 en 3, en ik doe scriptie- en stagebegeleiding bij de afstudeerders. Omdat ik op Codarts de nieuwe generatie docenten opleid, blijf ik zelf ook heel bewust bij de Kunstacademie van Halle werken. Want ik vind het niet kunnen dat ik dan niet zelf in de praktijk zou staan, dat ik niet zelf op scholen sta, dat ik niet zelf materiaal ontwikkel voor een educatievoorstelling, dat ik niet zelf dat ‘community art gevoel’ ervaar. En ik wil gewoon op dat level ook met de studenten samen kunnen leren en ontdekken nog. 

Hoe blijf je jezelf ontwikkelen?

Door nieuwe rollen op me te nemen! Op de Kunstacademie ben ik sinds drie jaar ook beleidsmedewerker. Dat beleidsmatig denken is niet iets wat ik van nature doe. Ik ben een danser en ik wil dóén. Maar de directeur, Stijn Hanssens, steunt me heel erg in uitzoomen en zaken van bovenaf bekijken. Hoe ga je een plan op de lange termijn maken? Hoe ga je zo'n veranderingsproces in gang zetten? En hoe krijg je heel je team daarin mee? Ik voel dat ik daar heel erg aan het leren ben.

Ook op Codarts heb ik nu een uitdagende rol waarin ik veel leer over het bouwen aan een langere lijn in het curriculum. Sinds dit jaar ben ik coördinator van het project ‘Interdisciplinair Werken voor de Kunstenaar in het Primair Onderwijs’. Het is de eerste keer dat we de opleidingen Docent Dans en Docent Muziek combineren in één leerteam. Voor die studenten mag ik tien weken lang het programma vullen. Dus dat is echt héél leuk!

Verder heb ik een nieuwe functie bij de Nederlandse Dansdagen. Daar werk ik als educatie- en participatiemedewerker onder de vleugels van Axelle De Rore. Samen gaan we DansWEB inhoudelijk invullen. Dat is een participatief dansproject dat zich richt op de behoeftes en mogelijkheden van ouderen, mensen met een beperking in zorgcentra, en kinderen en jongeren in het speciaal onderwijs. Dat zijn voor mij nieuwe doelgroepen waar ik nog niet eerder lesmateriaal voor ontwikkeld heb.

Dansdocent Maud Tielemans heeft in 2021 samen met DoeDoos een nieuwe educatieve tool ontwikkeld voor kinderen van 4 tot 12 jaar: de DoeDoos Onweerdansbaar! Met deze doos vol materialen wil zij kinderen aanzetten tot experimenteren met beweging, zowel thuis als op school. Klik op de foto voor meer info!

Wat zijn jouw valkuilen? 

Ik heb een heel groot verantwoordelijkheidsgevoel. Het gevoel dat ik dingen móét doen. En de angst dat als ik ze niet doe, dat ze dan misschien niet zullen gebeuren. Dat kan een kracht zijn, want ik denk dat ik daardoor ook altijd mogelijkheden zie om dingen beter te doen. Maar ik denk toch ook dat ik er meer op mag vertrouwen dat ik niet alles hoef te doen en niet alles kan doen. Dat het oké is voor studenten als dingen niet in het eerste jaar aan bod komen, bijvoorbeeld, maar pas later. Of misschien zelfs pas in de praktijk. Dat niet alles míj́n verantwoordelijkheid is in een traject van een leerling of een student. 

Want het gevaar is dat ik te veel op een eilandje ga werken. Ik werk gewoon heel snel, en ik weet ook heel snel hoe ik iets wil aanpakken en waar ik dan naar toe wil en hoe ik dat ga regelen. En dan heb ik het soms al geregeld voordat ik voldoende gecheckt heb bij iedereen en bij alle partners of zij akkoord zijn. Daardoor ben ik soms denk ik een beetje overwhelming. Maar… Of je krijgt deze versie van Maud, of je krijgt een gedemotiveerde versie die er geen zin meer in heeft. Dus ik heb ook wel mensen om me heen nodig die meegaan in mijn enthousiasme. 

Wat is volgens jou het belang van danseducatie?

Ik denk dat de kunsten - en zeker dans! - mensen heel erg kunnen ondersteunen in hun persoonlijke ontwikkeling. Dus dat we mensen leren: wie ben ik, hoe voel ik mij goed in mijn vel, hoe ga ik met iemand anders communiceren, hoe ga ik in contact met iemand, hoe leer ik luisteren of kijken naar iemand. Vooral dansexpressie heeft dat effect, het laat leerlingen vanuit hun eigen ik en hun eigen lichaam communiceren. Dat krijgen kinderen nu te weinig mee, waardoor ze niet meer tot leren komen. En dat vind ik echt heel jammer!

Ik maak me ook echt zorgen over het onderwijs. Ik ken veel jonge klasleraren die gestart zijn in de basisschool, echt met volle overtuiging, maar die binnen twee jaar afhaken omdat de werkdruk zo hoog ligt. Kinderen communiceren tegenwoordig ook niet meer op een respectvolle manier met elkaar, ervaar ik. Ze leven heel erg in hun eigen bubbel. Het gaat zelfs zo ver dat ik al gebrainstormd heb: moet ik geen eigen school oprichten vanuit de muzische vakken, vanuit de kunsten? Dat je gewoon mensen opleidt die klaar zijn voor de wereld. Want dat zijn ze niet altijd. En ik hoop dat de kunsten dat voor elkaar kunnen krijgen. 

Maar de vraag is: hoe?! Want je moet ook de groepsleerkrachten meekrijgen! Dat hoop ik dan vanuit mijn functie op Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen een stukje te faciliteren. Daar werk ik samen met Dafne Maes. We geven daar het vak Dans, in het eerste jaar van de lerarenopleiding lager onderwijs. Dat is een workshopachtig bombardement van ‘Wat is dans?' waarin ze dat vooral zelf mogen ervaren. En ze hoeven straks van mij niet allemaal voor de klas een dansles te geven. Maar ik wel dat ze weten, op het moment dat ze iets met dans willen doen, waar ze terecht kunnen en hoe ze dat kunnen insteken. En wat ze met dans kunnen bereiken binnen de ontwikkeling van een kind op de lagere school.

Hoe krijgt die visie vorm in jouw danslessen?

Ik ben doorheen de jaren anders les gaan geven en heb het laatste jaar vooral meer voeling gekregen met community art. Dat trok mij vroeger niet zo. Ik was meer iemand van de talentontwikkeling binnen het amateurwerkveld. Maar hoe langer ik meedraai in het onderwijs, hoe meer ik probeer in te zetten op het oprechte dat dans kan brengen. Als we samen gaan dansen, is iedereen evenwaardig, elk idee is oké en kan bijdragen aan ons proces. Ik werk daarom best wel reflectief. Ik vraag vaak aan de leerlingen: wat heb je nu gedaan? Hoe heeft dat gevoeld? Waarom heb je dat gedaan? Dus ik bevraag en gebruik hun keuzes. Ook bij jonge kinderen!

Op welke prestatie ben je het meest trots?

Op mijn boek! In 2020 heb ik een VOCATIO beurs gewonnen in België. Dat is een stichting die jonge mensen met een missie ondersteunt. Ik heb bij het indienen van mijn aanvraag een heel relaas geschreven over danseducatie in het lager onderwijs tot een evidentie maken, en dat ik daarnaar onderzoek wilde doen om een boek te schrijven. Daarvoor heb ik tien experten geïnterviewd, mensen die ik kende en die iets betekend hebben voor dans in het Vlaamse onderwijs. Zoals Anne-Lore Baeckeland, Dafne Maes en Zoë Demoustier.

Een van die interviews was met Koen Crul, de schrijver van didactiekboek Zeppelin. Dat is een heel dik boek, dat eigenlijk in alle lerarenopleidingen in Vlaanderen gebruikt wordt. Het gaat over muzische vorming en ‘Hoe breng ik dans bij de kinderen?’. Twee weken na het interview kreeg ik dan een mailtje dat Koen een nieuwe reeks inspiratiegidsen gaat uitgeven, met gastauteurs uit verschillende kunstdisciplines. ‘Wilt gij die gids voor dansexpressie schrijven?’ Daar heb ik natuurlijk direct ‘JA!’ op gezegd. 

Het boek is al een jaar af. Binnenkort ontvang ik de proefdruk, en in het najaar volgt de publicatie. Ik ben heel benieuwd wat mensen ervan gaan vinden. Maar ik hoop vooral dat mijn missie vervuld wordt en dat mensen de goesting (zin of trek, red.) krijgen om in het onderwijs iets met dans te gaan doen. Dat leraars met mijn boek als spiekbriefje een les dansexpressie durven geven en zo werken aan de persoonlijke ontwikkeling van hun leerlingen. En dat ook ervaren dansdocenten er op hun eigen manier mee aan de slag gaan! 

Welke tip wil je andere dansdocenten meegeven?

Volg je passie, en durf daarin voldoende compromissen te sluiten. Enerzijds gaan voor wat je leuk vindt en energie geeft, en anderzijds ook bijvoorbeeld op de zaterdag de hele dag lesgeven om centjes te verdienen. 

Ik heb veel kansen gekregen en mag met inspirerende mensen samenwerken. En ik ben me heel bewust dat ik daar ook veel geluk in heb. Maar anderzijds werk ik er ook wel echt hard voor! Soms als je ergens in gelooft en ergens van áán gaat, dan moet je het ook voor die energie doen en niet alleen voor het geld. Er zijn ook jobs die ik gekregen heb, omdat ik eerst dingen gratis gedaan heb. Het komt niet aanvliegen.

Maar het harde werken wordt beloond. Ik ben heel trots op wat ik op jonge leeftijd al heb bereikt. Mijn loopbaan laat zien dat je als dansdocent al die toffe jobs kunt combineren. En dat gevoel van thuiskomen in het dansdocentschap, dat hoop ik nu ook weer terug te geven aan de studenten. Dat de volgende generatie 'Maudjes' die hier op Codarts de roltrap oprollen, dat die zich hier ook persoonlijk kunnen ontwikkelen. De dansdocentwereld heeft mij echt mijn identiteit gegeven.


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Jacqueline de Kuijper

Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze studeerde in 2013 af met een master in Dance aan Mills College in Californië. Daarvoor studeerde ze dans- en theaterwetenschap, kunstgeschiedenis, filosofie en psychologie aan University College Utrecht. Na haar afstuderen schreef ze voor Dans Magazine en werkte ze als pilatesdocent in Utrecht. Haar scherpe pen en onderzoekende geest zet ze sinds 2019 in om dansdocenten te informeren en inspireren met Dansdocent.nu. En in 2022 is daar Dansers.nu bijgekomen: een nieuwe online magazine voor dansers en makers in Nederland en Vlaanderen.