Hoe houd je je dansvuurtje levend? Tobias vertelt over zijn ‘bosbrand’

Tobias Monsanto. Fotograaf: Ezme Hetharia.

DE JONGE DANSDOCENT | Wanneer mag je als dansdocent tevreden zijn over je danslessen? En hoeveel uur lesgeven in de week is gezond? Dit zijn vragen waarmee Tobias Monsanto momenteel worstelt. Door zijn autisme duikt hij soms zo diep in dingen die hij leuk vindt, dat hij vergeet af en toe naar adem te happen. Dit keer schrijft Tobias over hoe het geven van danslessen hem zowel energie geeft als kost. En hoe moeilijk hij het vindt de juiste balans te vinden.

Denkbeeldig schip

Een van mijn inspirerende dans-idolen is Pina Bausch. Een quote van haar luidt: “Dance, dance, otherwise we are lost.” Dat is precies hoe dans voor mij voelt. Zonder dans voel ik mij verloren. Een soort leegte ontstaat. Een leegte die alleen maar gevuld kan worden door dans. Daar ben ik inmiddels wel achter gekomen.

Ik heb namelijk al vaak tegen mezelf gezegd dat ik ga stoppen met dansen. Tijdens de dansopleiding heb ik op een zeker moment bijna het papiertje van uitschrijven ondertekend. Ik dacht: ik ga toch niks met dans doen later, ik ben er niet goed genoeg in, ik wil het niet, enzovoorts… Toen heb ik een tijdlang geprobeerd muziek te luisteren zónder er in mijn hoofd een dansoefening of choreografie op te maken. Ik hield het nog geen week vol. Ik móést dansen!

Zelfs nu ik mijn diploma bijna een jaar in handen heb, twijfel ik vaak of ik wel echt gemaakt ben om dansles te geven. De twijfels komen en gaan. Ze varen mee met mijn gemoedstoestand. Wanneer ik mij niet goed voel, stormt het in mijn hoofd. En de twijfels zijn net als metershoge golven die mijn dierbare schip willen laten zinken. Een schip gevuld met liefde voor dans. Gelukkig is het schip nog niet helemaal naar de bodem gezonken. Maar dit leek de afgelopen tijd wel bijna het geval te zijn.

Dat de twijfels samenhangen met mijn gemoedstoestand, is een interessante observatie. Want ik weet dat mijn gemoedstoestand mede bepaald wordt door de balans die ik in mijn leven weet vast te houden. Een balans tussen druk bezig zijn met leuke dingen, zoals lesgeven, en rust pakken. Die balans is voor mij als persoon met autisme extra belangrijk. En mijn leven raakte laatst flink uit balans doordat ik in opeens veel meer danslessen ging geven en voor allerlei toffe opdrachten gevraagd werd. In mijn enthousiasme zei ik overal ‘Ja!’ op. Maar het waren te veel extra danslessen in één keer. Ik stortte in. Het schip ging kopje onder.

Mijn werk als dansdocent staat daarom nu even op pauze. De twijfels hebben het denkbeeldige schip veel schade toegebracht. En er zijn tools, tijd en energie nodig voor de reparatie.

Zoektocht

Was het alleen het vele lesgeven dat mij opbrak? Het antwoord is nee. Ook de ‘randzaken’ maakten dat ik het niet meer volhield. Denk aan het last-minute voorbereiden van lessen die ik plotseling moest invallen (soms wel vijf lessen achter elkaar). En aan de administratie, nu dat ik sinds een paar maanden sta ingeschreven als ondernemer bij de Kamer van Koophandel. Al is het voornamelijk dat eerste dat mij veel tijd en energie kost, want mijn danslessen moeten van mezelf perfect zijn. Dus de voorbereiding ervan ook.

Ik wil mijn lessen heel graag tot in de puntjes uitgedacht en uitgevoerd hebben. Maar ja, soms loopt een dansles totaal anders dan hoe ik het voorbereid had. En of dat nu in de positieve of negatieve zin is, het vreet bij mij ontzettend veel energie om mij dan aan te passen aan de situatie. Dit wil dus niet zeggen dat ik dat niet kan! Ik heb erna gewoon wat ‘ontprikkeltijd’ nodig om alle onvoorziene indrukken te verwerken. Maar wanneer ik vier lessen achter elkaar geef, kan ik die hoognodige pauzes niet op tijd pakken. En dan gaat het opnieuw stormen in mijn hoofd.

Hierdoor weet ik nu dus: aha, misschien is vier lessen achter elkaar geven nu te veel gevraagd. Als beginnend dansdocent is het denk ik voor iedereen een zoektocht in wat die wel en niet aankan. Maar voor mij is die zoektocht nog wat groter. Ook het leren accepteren dat ik niet meteen op topniveau hoef te presteren als docent, is een uitdaging. Want ik ben pas net begonnen.

Drie ingrediënten

Ik wil dus dat mijn danslessen ‘perfect’ zijn. Maar wanneer is een dansles dan eigenlijk goed genoeg? In de danswereld streven we graag naar perfectie, naar die honderd procent. Maar bij dansen bestaat perfect niet. Het kan altijd beter en het is nooit goed genoeg. Met die conclusie kan ik dus ook antwoord geven op mijn eigen vraag: een dansles is nooit goed genoeg. Ojee!

Of toch wel? Een docent op de dansopleiding vertelde ons ooit: “Een goede dansles bevat minstens drie belangrijke ingrediënten: de leerlingen moeten plezier hebben, de leerlingen moeten iets leren, en er moet gezweet worden.” Ik kan mij hierin eigenlijk best goed vinden. Wanneer ik rekening zou hoeven houden met alleen deze drie ingrediënten, en ik zou mezelf een cijfer mogen geven voor hoe ik tot nu toe lesgeef, dan zou dat een tien zijn. Hartstikke goed dus!

Maar ja, dan komt mijn perfectionisme naar boven drijven. De docent zei niet voor niks dat een dansles minstens drie ingrediënten bevat. Ik wil dan meteen van alles uit de kast trekken: een geweldig lesplan, met duidelijke en haalbare doelen. Toepasselijke muziek, met de nodige variatie tussen rustig en opzwepend. Verschillende aanleermethoden, een rode draad in mijn lessenreeks, een goede opbouw in één les, enzovoorts.

Dit zijn allemaal geen verkeerde elementen. Maar ik merk dat ik bij elk element het hoogst haalbare wil bereiken. En dat iedere dansles al die elementen moet bevatten. Nog leuker, nog moeilijker, nog meer variatie. Daardoor is een dansles in mijn hoofd nooit goed genoeg, en een lesplan nooit af.

Kracht en valkuil

Ik vraag mij weleens af of dit herkenbaar is voor andere (beginnend) dansdocenten. Ik zal toch niet de enige zijn met dit streven naar perfectie? Het is denk ik een kracht, enerzijds. Want mede door dat streven hoor ik wekelijks van meerdere leerlingen wat voor een leuke en leerzame dansles ik heb bedacht. Anderzijds kan dit dus ook een valkuil zijn, waardoor nu het denkbeeldige schip opgelapt moet worden en ik mij ziek heb moeten melden bij mijn opdrachtgevers.

Mijn passie voor dans is gelukkig nog niet ten onder gegaan. En ik hoop dat dit ook niet zal gebeuren. Ik probeer dat ‘dansvuurtje’ levendig te houden, ook al is het nu misschien een klein vlammetje in plaats van een bosbrand. Maar liever hebben we natuurlijk geen bosbrand, want dan moet het bos weer herstellen, net als het schip. Laten we spreken van een kampvuur…

Bij een kampvuur kijkt iedereen graag naar de mooie vlammen. Het vuur danst als het ware. Prachtig om te zien. Maar er hoeft maar één vonkje te veel en te groot te zijn, en voor ik het doorheb staan alle bomen, struiken en bloemen in vuur en vlam. Bij een bosbrand grijpt het vuur om zich heen. Het valt niet meer onder controle te houden. Dan kan vuur zo’n grote impact hebben. Zo heeft dans ook een grote impact op mij als persoon. Soms iets te groot.

Vuur heeft onder andere zuurstof nodig om te kunnen bestaan. Hoe groter die toevoer van zuurstof, hoe groter de kans op een mooi kampvuur. Voor nu heb ik besloten om het dansvuurtje niet te veel zuurstof te geven. Want ik kan het nu even niet goed doseren en ben bang voor een bosbrand. Dus even pas op de plaats. De komende tijd zal ik dansen zien als hobby in plaats van werk. Ik stop tijdelijk met lesgeven, maar blijf nog wel danslessen volgen. 

Dansen

“Dance, dance, otherwise we are lost…” Ik ben het dansen nog niet verloren. Ik ben ook niet van plan om dansen weer te verbannen uit mijn leven. Aan mij de taak om in die zoektocht erachter te komen hoe de puzzelstukjes op hun plaats moeten vallen, en wat voor mij de juiste balans is tussen zelf danslessen volgen (ontvangen) en werken als dansdocent (geven). Wellicht zal dans een minder groot deel uitmaken van mijn leven dan ik tot nu toe telkens voor ogen heb gehouden. Ook dat is oké.

Dansen is heerlijk en prachtig. Maar wie weet hoeft het vlammetje geen kampvuur te worden. Wie weet hoeft het schip niet opgelapt te worden tot cruiseschip, maar eerder tot zeilboot. Ik weet het nog niet. Maar één ding weet ik wel zeker: ik zal blijven dansen, rechtsom of linksom.  


DE JONGE DANSDOCENT

Hoera! Je bent afgestudeerd als dansdocent. En nu? In de rubriek ‘De jonge dansdocent’ lees je alles over de perikelen van een beginnend dansdocent. In 2023 is dat Tobias Monsanto, alumnus van de mbo dansopleiding aan het Nova College for Performing Arts in Haarlem. Wat komt hij tegen in het werkveld? Is hij daarop voorbereid door de opleiding? Wat zijn de successen? En de uitdagingen? Je leest het hier op Dansdocent.nu!

Tobias Monsanto

Tobias Monsanto is redacteur van de rubriek ‘De Jonge Dansdocent’. Hij studeerde in 2022 af van de mbo dansopleiding aan Nova College Performing Arts in Haarlem. Zijn passie voor dans, theater en lesgeven is groot. Hij wil dan ook graag verder leren op het gebied van dans- en/of theatereducatie. Voor Dansdocent.nu schrijft Tobias sinds begin 2023 over zijn ervaringen als beginnend dansdocent. Op deze manier hoopt hij andere (beginnende en aankomende) dansdocenten te kunnen inspireren met zijn verhalen.