Het begin van een nieuwe (hedendaagse) danswereld in Marokko 

Een scene uit Gezelschap Telles Quelles/Tel Quels van Dans6t , gechoreografeerd door Bouziane Bouteldja.

YOUNG DANCE PROFESSIONAL | Dansdocent en antropoloog Ilja woont inmiddels al een paar maanden in het Noorden van Marokko. In Tetouan gaf ze danslessen aan kinderen en jongeren in opvangtehuizen. Het project gaf haar voldoening, maar maakte haar soms ook eenzaam. Op zoek naar verbinding met andere dansers besluit Ilja verder te reizen naar de stad Tanger. Daar laten inspirerende ontmoetingen haar zien waar de hedendaagse dans in Marokko vandaan komt: niet vanuit dansacademies, gezelschappen en instituten, maar vanaf de straat. 

“Er is hier niks”

“Maar mam, wat móét ik hier nu mee?!” riep ik een paar maanden geleden in mijn telefoon. Vanuit Tetouan in Noord-Marokko bel ik regelmatig gefrustreerd naar het thuisfront. Die keer was de aanleiding Doua, een geweldig intelligent en creatief meisje met een groot talent voor dans. Ik ontmoette haar tijdens mijn project met twee opvangcentra voor kinderen in kwetsbare situaties. Ze was nog maar acht jaar en had nog nooit dansles gehad, maar verblufte mij wekelijks met haar bevlogen improvisaties en haar hoge leertempo. 

De vreugde die elke les van haar gezichtje afspatte, had mij aangezet tot een zoveelste Google-poging om een vervolgtraject voor haar te vinden zodat ze kan blijven dansen. Radeloos vertelde ik mijn moeder: “Ze is zo getalenteerd mam, maar er is hier níks! Waar stuur ik haar naartoe als mijn project klaar is? Dit meisje hoort op een vooropleiding thuis, maar er is hier in de verste omgeving niets van zoiets te vinden!”

Denkfout

“Er is hier niks” - daar maakte ik een grote denkfout. De weken daarna las ik een belangrijk boek: Moroccan Theatre: between East and West door Khaled Amine, professor in performance studies aan Abdemalek Essaadi University in Tetouan. Hij schrijft hoe de Franse en Spaanse kolonisten destijds dachten dat, omdat er in Marokko geen klassieke theaters bestonden zoals zij die kenden (met een tribune, een podium en een script), er hier geen theaters bestonden. 

Vervolgens draagt Amine allerlei rijke voorbeelden aan van hoe theater in de Marokkaanse cultuur verweven zit in rituelen en volksvertellingen. En zelfs in het onderhandelen op de markt, wat met een beetje overgave uit kan groeien tot een rollenspel – semi-geïmproviseerd en semi-geregisseerd door allerlei ongeschreven gedragscodes. 

Oef. Als antropoloog schaamde ik me wel eventjes toen ik mij realiseerde dat ik dezelfde overhaaste conclusie had getrokken als de kolonisten. Het boek opende mijn ogen en ik werd me bewuster van de dansvormen die geworteld zitten in de cultuur. 

Ik ontdekte bijvoorbeeld dat met name de vrouwen, vooral wanneer er geen mannen in zicht zijn, een rijk repertoire aan bewegingen bezitten die ik met mijn stijve Nederlandse heupen niet kan nadoen. Zoals in de buikdansles die ik een tijdje geleden volgde, die in mijn ogen meer leek op een feestje dan op een ‘les’ omdat velen zelf bewegingen initiëerden in plaats van de docent nadeden. Ik voelde me daardoor behoorlijk verloren, maar de meiden om me heen wisten precies hoe te bewegen. Dat leerden ze niet op een cursus of academie, maar van elkaar op bruiloften en in de woonkamer - of online. 

Ik paste mijn denkbeeld aan: er is hier niks op het gebied van (hedendaagse) theaterdans. Dat gaf me de energie om te creëren en om mensen met deze dansvorm in aanraking te laten komen. Tegelijkertijd maakte het me nederiger, opener voor lokale tradities. Maar terwijl ik zoveel leerde van dit land, was om me heen iedereen gericht op Europa; daar zou alles beter en verder ontwikkeld zijn. 

Ik besloot daarom een solo te maken op Marokkaanse Gnawa-muziek, een trance-muziekstijl met allerlei complexe ritmes door elkaar. Deze solo stopte ik vol lokale handgebaren, verwijzingen en knipogen naar de Marokkaanse cultuur en de levens van mijn leerlingen. Ik voerde de solo op in een kringvorm, zoals gedaan wordt tijdens traditioneel straattheater, wat ik in Marrakesh met eigen ogen heb mogen zien. De solo werd een versmelting van mijn Europese hedendaagse dansachtergrond en mijn ontmoetingen hier, in de hoop de jongens en meiden in mijn project  een spiegel te kunnen voorhouden: ‘vergeet Europa, kijk eens wat jullie hier allemaal aan moois hebben!’ 

Natuurlijk is het naïef om te denken dat één dansopvoering het verschil gaat uitmaken, maar in ieder geval genoten de kinderen en hun begeleiders er zichtbaar van mij te zien spelen met ‘hun’ muziek. Wellicht heeft het een zaadje geplant bij sommigen…

Plottwist

Fast-forward naar een paar weken later. Ik ben verhuisd naar Tanger, een stad zo’n anderhalf uur verderop. Mijn project in Tetouan heb ik afgesloten en ik heb een cultureel centrum gevonden (Live Room) waar ik nog twee maanden vrijwilligerswerk kan doen. Ik hier bied didactisch-pedagogische ondersteuning aan docenten van cursussen in dans, theater, street art en video. Ineens word ik omringd door jongeren die actief zijn in theater, dans, streetart, film en muziek. Mijn leven is 180 graden omgeslagen. Nu ik eenmaal een ingang heb gevonden in de Marokkaanse dans scene, kom ik terecht in een bruisend netwerk. 

Tanger is bovendien internationaler en liberaler, waardoor ik met veel meer mensen kan praten. Ineens zit ik ’s avonds weer in een bar en hoef ik geen 20 minuten meer in de taxi om ergens een flesje wijn te halen. Wat een contrast met Tetouan, waar het niet gek is voor vrouwen om op hun 31e nog bij hun ouders te wonen en om 21.00 uur thuis te moeten zijn! En dan, als klap op de vuurpijl, zit ik op een avond ineens in een theater te kijken naar een dansvoorstelling… 

Gezelschap Dans6t (spreek uit: dansakt) danst Telles Quelles/Tel Quels. Het stuk is gechoreografeerd door Bouziane Bouteldja, een hedendaagse choreograaf met een achtergrond in hiphop en breaking. De voorstelling raakt me. Niet alleen omdat ik lang niet in het theater heb gezeten, maar vooral omdat de dansers zo oprecht op me overkomen. Ik zie geen personages, maar echte mensen die al hun energie en dansplezier op het podium gooien. Het verhaal van de voorstelling zijn zij zelf; een ontmoeting tussen zes sterke individuen die ondanks culturele barrières hun droom nastreven. 

De avond van tevoren gaven enkele van de dansers een workshop, gevolgd door de vertoning van Broken Mirrors, een documentaire over het maakproces van Telles Quelles. De workshop, film en het samen eten achteraf geven mij een inkijkje in de levens van de dansers, die mij met hun voorstelling zo hebben geraakt. 

Wat blijkt: slechts één van hen heeft een pad gevolgd dat vergelijkbaar is met het mijne: als kleuter begonnen met ballet, steeds fanatieker in jazz en modern en uiteindelijk een vakopleiding aan de dansacademie. De andere dansers komen uit de breaking scene; voordat zij de hedendaagse dans ontdekten trainden ze op straat en probeerden rond te komen door het winnen van geldprijzen in battles in het hele land. Ze hebben inmiddels intensieve trajecten gevolgd in moderne en hedendaagse technieken, maar je ziet aan alles waar hun wortels liggen. Zoals de enige academisch geschoolde danseres zegt in de docu: “Mijn collega’s dansen met zoveel meer vrijheid dan ik!” 

’S avonds in het pizzarestaurant hoor ik mezelf iets vergelijkbaars zeggen. Ik ben met één van de dansers (Soufiane Faouzi Mrani) in gesprek over het informele, sociale, intergenerationele leren waarop breaking en hiphop zijn gebouwd. “Hoe hard ik ook probeer er van af te komen,” zeg ik, “mijn eerste impuls blijft toch om te wachten op die stem van een docent die mij gaat vertellen wat ik moet doen, en hoe.” 

Voor deze dansers is hun entree in de hedendaagse scene de eerste keer dat ze met zo’n stem in aanraking komen. Zineb Boujema, in mijn ogen de meest prachtige danseres van dit gezelschap, vertelt zelfs dat het grootste deel van haar danstraining thuis plaatsvond, waar ze alleen in haar woonkamer leerde dansen. “Ik heb geen stijl, ik dans gewoon. Ik heb altijd maar wat gedaan, overal ideeën vandaan gehaald.” Wat een verschil met hoe ik heb leren dansen! 

Voor de discipline van deze autodidactische dansers kan ik alleen maar bewondering opbrengen. Wanneer ik als danser motivatie verloor, was er altijd wel een docent die me uiteindelijk weer geïnspireerd en overtuigd kreeg. Voor deze dansers is het altijd van binnenuit gekomen, vanuit die innerlijke drive om te bewegen. Ik weet zeker dat dát is wat ik terugzie in de voorstelling, die barst van energie, vrijheid en vooral: oprecht plezier. Zien we daar eigenlijk niet te weinig van in de grote hedendaagse gezelschappen, vraag ik mezelf af. 

Wacht niet af, kom in beweging!

De voorstelling eindigt met een belangrijke les voor mij en voor de jonge dansers van Live Room met wie ik in de zaal zit. “We zijn zo geneigd om te wachten tot iemand van buitenaf ons de kennis en expertise komt brengen,” spreekt danser Soufiane Faouzi Mrani (bboy naam Fawsy) het publiek toe tijdens het nagesprek. 

Deze tendens is me eerder opgevallen en is denk ik heel logisch, aangezien de cultuursector hier nog altijd voornamelijk wordt gefinancierd door Franse, Spaanse en andere buitenlandse instituten. Er bestaan bijvoorbeeld geen publieke professionele dansopleidingen, enkel privécursussen gefinancierd door Europese instellingen. 

Onlangs vertelde een jonge choreograaf me nog hoe zijn Franse sponsor hem op de vingers tikte omdat hij niet zomaar óók met het Spaanse fonds in zee kon gaan. Hij voelde zich een pion in een neokolonialistisch spel. Tegelijkertijd zie ik ook hoe instellingen als Live Room opbloeien met dank aan dit soort internationale fondsen. “Ik kan niet met de Marokkaanse staat werken, hun regels werken niet, zij begrijpen onze visie niet,” vertrouwt de directeur me toe. 

Opeens ben ik me heel bewust van mijn positie: ben ik dan ook zo ‘iemand van buitenaf’ die kennis en expertise komt brengen?  

“Maar de waarheid is,” gaat danser Soufiane verder, “wíj́ zijn het die in beweging moeten komen. De [professionele theater]dans-scene is leeg. Dat is moeilijk, maar het betekent ook dat alle ruimte er is. Dus gá creëren; voorstellingen, solo’s, gezelschappen. Laat je niet weerhouden omdat het moeilijk is en ingewikkeld. Beweeg!” 

Zijn pleidooi raakt me. De Marokkaanse professionele danswereld is in opbouw, het borrelt en bruist, klaar om op te bloeien. Het komt eraan, en wel van onderaf, letterlijk vanaf de straat. Als de nieuwe generatie dansers elkaar blijft toejuichen zoals ze dat doen tijdens battles, cyphers en trainingen op straat, dan moet het wel goedkomen. 


YOUNG DANCE PROFESSIONAL

Hoera! Je bent afgestudeerd als dansdocent. En nu?! Er gaat een nieuwe wereld voor je open. Je hebt al lang door dat de danswereld oneindig veel rollen en werkvormen kent. Maar welke past het beste bij jou? Onze Young Dance Professional laat zien dat je het allemaal niet meteen hoeft te weten. Dit jaar vertelt Ilja Geelen hoe zij op eigen tempo dans herontdekt zonder de regels van een opleiding. Al dansend, docerend, makend, ondernemend en onderzoekend reist ze naar onder andere Frankrijk en Marokko. Daarvoor verbreedt zij letterlijk haar horizon.

Ilja Geelen

Ilja Geelen is redacteur Young Dance Professional. In 2019 studeerde ze af aan de bacheloropleiding Docent Dans bij ArtEZ in Arnhem. Daarna volgde ze de master Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, waarvan ze in juni 2021 is afgestudeerd. Tijdens haar masterstudie gaf ze les in modern jazz aan leerlingen tussen de 6 en 60 jaar oud, en schoolde ze zich bij tot jeugdtrainer boulderen in een indoor klimhal. Voor Dansdocent.nu schrijft ze over de uitdagingen die ze tegenkomt tijdens haar eerste projecten als dansdocent-antropoloog in onder andere Frankrijk en Marokko.