In de spotlight: balletdocent Matthew Pawlicki-Sinclair

Matthew Pawlicki-Sinclair. Fotograaf: Niels Cornelis (Knelis) Meijer

INTERVIEW | Matthew Pawlicki-Sinclair (36 jaar) geeft les aan de vooropleiding van de Nationale Balletacademie in Groningen. Daarnaast runt hij stichting Développé, waarmee hij workshops en intensives organiseert voor dansers in zijn regio. Als docent wil hij laten zien dat ballet toegankelijk is én belangrijk is voor alle dansers. In dit interview vertelt hij over het intensieve dansonderwijs dat hij genoten heeft in de Verenigde Staten, waar hij is opgegroeid. En hoe hem dat inspireert om meer kansen voor de ontwikkeling van Nederlandse talenten te realiseren. 

Hoe oud was jij toen jij jouw eerste danspassen deed?

Ik begon met dansen in mijn geboorteplaats Tucson, Arizona. Ik was 2,5 jaar oud toen we naar Disneyland gingen, en daar is elke dag een parade die door het park trekt. Mijn ouders hebben me vaak verteld dat ik naast de bandleider ben gaan lopen en op de muziek van de marching band heb meegedanst - van het begin tot het einde van die parade! Daarna hebben mijn ouders mij ingeschreven voor creative movement classes. Dat zijn lessen peuterdans.

Het jaar daarna zijn we met het gezin naar The Nutcracker gaan kijken. Toen viel het mijn moeder op hoe gefocust ik heb gekeken voor zo’n kleine jongen. Ik was maar heel eventjes in slaap gevallen. Dus toen ik 5 jaar was, en er weer audities werden gehouden voor The Nutcracker, heeft ze mij auditie laten doen. Ik werd gelijk gecast als Fritz, een rol met best veel verantwoordelijkheid voor een kind. Ik weet nog goed hoe artistiek leider Michael Uthoff bukte, me bij mijn schouders vastpakte en tegen mij zei: “You are a smart boy, you can do this!” Het was een geweldige ervaring om zo jong al op een groot podium te staan. 

Daarna heb ik ieder jaar in The Nutcracker gedanst, steeds in een andere rol. Tot mijn dertiende met Ballet Arizona en daarna in de versie van Ballet Tucson, de balletschool waar ik danste.

Een jonge Matthew.

Wat maakt The Nutcracker zo bijzonder?

In de Verenigde Staten en Canada werkt vrijwel iedere balletdanser in het najaar toe naar de voorstelling van The Nutcracker. Deze traditie wordt trouwens uitgebreid beschreven in het boek Nutcracker Nation van Jennifer Fisher - echt een aanrader! 

Ook voor mij was Nutcracker season altijd het hoogtepunt van het jaar. Ik vind het fantastisch hoe dansers van verschillende leeftijden dan samen op het podium staan. Het inspireerde mij steeds opnieuw om een betere danser te worden. Je danst namelijk nooit dezelfde rol. Het ballet bestaat uit allerlei korte dansscènes, die verschillende aspecten van je danstechniek uitdagen. In de ene dans gaat het meer om wisselingen van formaties, maar voor weer een andere moet je bijvoorbeeld op spitzen kunnen dansen. Zo wist je als kind ieder jaar waar je aan moest werken om bij de volgende auditie een bepaalde rol te bemachtigen. Dat werkte enorm motiverend. 

Waar heb je dans gestudeerd?

Het laatste jaar van de middelbare school heb ik volbracht aan de North Carolina School of the Arts. Dat is een prestigieuze kostschool voor kunstonderwijs. Daar kreeg ik les in ballet en hedendaagse dans. En tussendoor volgde ik reguliere vakken, zoals wiskunde, Engels, etc. Maar wat dat jaar voor mij zo bijzonder maakte, is dat alle kunstdisciplines op die school vertegenwoordigd waren. Dus mijn kamergenoot specialiseerde zich in theater, zijn beste vriend in opera, en een goede vriend van mij was basspeler. Het was super leuk om naar elkaars optredens te kijken en zo blootgesteld te worden aan verschillende perspectieven.

Na dat jaar werd mij een baan als apprentice bij Kansas City Ballet aangeboden. Die kans heb ik gelijk gepakt, want ik was er enorm aan toe om aan de slag te gaan als professionele danser. Die omslag van een creatieve bubbel naar een dansgezelschap in the Mid-West was wel een schok. Mijn collega’s hadden al partners en een huis, en ik was nog geen 21 dus ik mocht niet met hen op stap (in de VS mag je pas vanaf 21 jaar alcohol drinken, red.). Ik heb me toen op mijn werk gestort en in drie jaar tijd veel geleerd. We deden veel modern repertoire, van Twyla Tharp, Paul Taylor en José Limón. Iets wat veel balletgezelschappen in Europa niet doen. Dus ik vond het exciting om die stukken te kunnen dansen! 

Daarna, in 2008, werd ik aangenomen bij Het Nationale Ballet. Mijn vader komt uit Duitsland, dus ik wilde graag een tijdje in Europa wonen om beter te weten wie ik ben. Ik heb toen bij allerlei dansgezelschappen auditie gedaan, maar koos uiteindelijk voor Het Nationale Ballet omdat Amsterdam zo internationaal is. Dat voelde spannend en bevrijdend. En ik was heel nieuwsgierig naar het Europese repertoire dat Ted Brandsen koos voor het gezelschap.

Waarom ben je balletlessen gaan geven?

Tijdens de pandemie ben ik gestopt met dansen en ben ik naar Groningen verhuisd. Al snel gaf ik bijna dertig uur per week les bij verschillende dansscholen, waaronder de dansopleiding van Lucia Marthas in Groningen. Maar het lesgeven gaf me weinig voldoening. Ik merkte dat ik meer wil zijn dan een dance teacher. Ik wil een dance educator zijn. Daarmee bedoel ik dat ik mijn leerlingen niet alleen ballettechniek wil aanleren, maar hen ook de liefde voor dans als podiumkunst wil bijbrengen. Ik voel me gezegend en dankbaar voor alle leraren en regisseurs die me hebben geïnspireerd. Ik wil nu die inspiratiebron zijn voor de jeugd van vandaag en hen toegang geven tot dezelfde ervaringen die ik heb gehad.

Toen ben ik gaan reflecteren op het dansonderwijs dat ik heb genoten in de Verenigde Staten en wat ik denk dat leerlingen hier mislopen, maar ik hen hopelijk wel kan geven! Wat me opviel is dat in Nederland dansers pas op relatief late leeftijd intensief gaan trainen. En vier danslessen per week vindt men hier al veel, ook voor jongeren. Terwijl het in de Verenigde Staten heel normaal is om van jongs af aan iedere dag na school naar de lokale balletschool te gaan voor je danslessen. Vanaf dat ik 10 jaar was had ik zes dagen per week balletles, en daarnaast ook nog een les per dag in een andere stijl. Zoals jazz, modern, tap en musical. Maar dat is hier heel ongebruikelijk. En in het noorden van Nederland zijn er ook geen mogelijkheden voor kinderen en jongeren om zo intensief te trainen. 

Dus het is mijn droom om die mogelijkheden voor talentontwikkeling hier te gaan creëren. Want als je kijkt naar hoeveel Nederlanders er bij de vijf grote BIS-dansgezelschappen dansen, dan zijn dat er echt heel weinig. Vorig seizoen waren dat 42 Nederlandse dansers, op een totaal van 205 dansers. Geen van hen kwam uit Groningen, Friesland of Overijssel. Maar het is niet zo dat er hier geen talent is! Alleen als je het wilt maken als balletdanser moet je wel echt jong beginnen.

Wat lopen leerlingen in Nederland nog meer mis? 

Zoals ik al zei vond ik het toewerken naar de voorstellingen van The Nutcracker heel inspirerend. Dat was ieder najaar. In het voorjaar is het in de Verenigde Staten gebruikelijk dat je als danser auditie doet voor summer intensives van prestigieuze dansopleidingen of gezelschappen. En die audities doe je gewoon bij jou in de buurt, want die opleidingen sturen hun docenten op tournee door het hele land om masterclasses te geven en talent te scouten. Dat betekent dat je van jongs af aan al kennismaakt met allerlei geweldige docenten en repertoire. 

En ‘s zomers tijdens de intensives sta je dus in de les met dansers uit andere staten. Dan maak je allemaal nieuwe vrienden en doe je nieuwe indrukken op. Dat is niet alleen ontzettend inspirerend, ik werd er ook een veel betere danser van. Ik weet niet of ik een professionele danser was geworden als ik al die kansen niet had gehad. Ik denk namelijk niet dat ik het leuk was blijven vinden als ik altijd maar van dezelfde paar docenten les had gehad. Juist die afwisseling en dat avontuur motiveerden mij om te blijven dansen. 

Dus dat zijn twee dingen die ik jonge dansers hier wil bieden: toegang tot geweldige docenten die zelf professioneel gedanst hebben, en de interactie met leerlingen van andere dansscholen stimuleren. 

Op welke prestatie ben jij trots?

Ik ben heel erg trots op wat we in korte tijd met de Développé Dance Intensive hebben bereikt. Aan de tweede editie van afgelopen zomer deden 110 leerlingen mee, waarvan de meeste zich hadden ingeschreven voor alle vijf dagen. De eerste editie was drie dagen en had 80 deelnemers. Dus we zijn al flink gegroeid! Nu overwegen we om volgend jaar een intensive van tien dagen te organiseren, omdat iedereen er zo enthousiast over was. En op 27 en 28 december organiseren we onze eerste winter intensive bij Podium Zuidhaege in Assen, met repertoire uit The Nutcracker.

Tijdens onze intensives krijgen kinderen en jongeren les van docenten die dansen - of hebben gedanst - bij gezelschappen als Het Nationale Ballet, Nederlands Dans Theater en Introdans. Daarmee wil ik hen laten zien: This is how hard you have to work, and this is how far you can go if you do. En ik vind het belangrijk dat ze eens wat nieuwe gezichten om zich heen zien door samen met leerlingen van verschillende lokale dansscholen in de les te staan. Dat werkt zowel validerend als motiverend, om zo jezelf te kunnen meten aan anderen. 

Met welke leerdoelen ben jij in jouw lessen bezig?

Sinds 2021 geef ik op de zaterdagochtend pre-NBA lessen in Groningen, voor jonge talenten uit groep 5 en 6. Hier ligt de focus op het leggen van een stevige basis. Ik volg hetzelfde leerplan als ze in Amsterdam bij de pre-NBA gebruiken, dat Marieke van der Heijden daar ontwikkeld heeft. Dit biedt mij een waardevol kader en richtlijnen op basis van haar uitgebreide ervaring. Maar er is ook veel herhaling in het programma, dus soms breng ik daar wel wat variatie in aan. Ik kijk geregeld op internet hoe andere balletdocenten dingen aanpakken. Soms kom ik een oefening tegen die hetzelfde bereikt, maar op een andere manier is ingekaderd of gepresenteerd. En dat kan goed zijn om te voorkomen dat de studenten moe worden van steeds hetzelfde te doen. It keeps them engaged. 

Welke muziek gebruik jij graag in jouw balletlessen?

Mijn favoriet is het klassieke balletmuziekalbum van David Howard: A Great Ballet Class with Pianist Joe Cross. Ik geniet ook echt van Ballet Class Music: The Great Ballets, Vol. 1 van Nate Fifield. En ik kijk altijd uit naar nieuwe releases van Trisha Wolf. Ik vind het geweldig dat ze nummers en thema's kiest die passen bij de sfeer van het seizoen. En ze lijkt altijd een nieuw album uit te brengen precies wanneer ik genoeg heb van de muziek die ik op dat moment gebruik.

Hoe school je jezelf bij op het gebied van didactiek?

Leren stopt nooit voor mij. Ik ben altijd op zoek naar mogelijkheden om mijn kennis verder uit te breiden en verschillende perspectieven te verkrijgen. Om een betere docent te worden volg ik de cursus ‘Basis Didactische Bekwaamheid’ aan de Hanze Hogeschool in Groningen. Het geeft me vooral de woordenschat om uit te leggen wat ik in mijn lessen doe, en bevestiging dat ik op de goede weg zit. Ook volg ik het National Training Curriculum van het American Ballet Theatre. Dat is een teacher training program voor balletdocenten.

Maar ik ben eigenlijk het meest geïnspireerd geraakt door de workshops en cursussen over de geestelijke gezondheid van dansers van Minding the Gap. Het is namelijk geen geheim dat danser zijn een veeleisend beroep is. Het is niet alleen fysiek zwaar, maar ook emotioneel en mentaal! Alleen is daar veel minder aandacht voor. Ik ben me er ook heel erg van bewust dat ik wit, cis-gender en hetero ben. En dat dansers die dat niet zijn waarschijnlijk nog meer last hebben van discriminatie, misbruik en gevoelens van minderwaardigheid. Dus ik wilde graag leren hoe ik het anders zou kunnen aanpakken, hoe ik als docent voor al mijn leerlingen een veilige leeromgeving kan creëren. 

Zo heb ik onder andere geleerd dat er een correlatie is tussen hypermobiliteit en neurodiversiteit. Dat wil zeggen dat veel dansers waarschijnlijk neurodivers zijn! Voor hen kan de hele dag voor de spiegel staan enorm overprikkelend zijn, naast dat de hele dag in de spiegel kijken al slecht genoeg is omdat het bijdraagt aan body dysmorphia. Een suggestie die ze in de cursus gaven was om daarom één les per week - voor wie dagelijks danst - te dansen met de rug naar de spiegel. Dus ik heb dat uitgeprobeerd, en ik zag gelijk dat de leerlingen die normaliter moeite hebben met concentreren en oefeningen onthouden dat ineens wel konden. 

Of de balletles met een bodyscan beginnen… Dat doet ook bijna niemand, maar dat levert echt een wezenlijk verschil op! Ik zag dat mijn leerlingen van Lucia Marthas na een bodyscan veel meer grounded waren, en dat hun houding beter was. They looked taller. 

Welke droom wil je nog verwezenlijken?

Ik wil ballet graag toegankelijker maken. Ik denk namelijk dat het een hele belangrijke techniek is om je lichaam mee te trainen. Maar ik merk als docent dat veel kinderen met een bepaald lichaamstype denken dat ballet niks voor hen is. And I don't believe in that, because it’s about training your muscles! Dus ook als je geen grote uitdraai hebt, of niet super lening bent, dan kun je nog steeds ballettechniek leren gebruiken om een betere danser te worden. Het gaat er namelijk niet om hoe het eruit ziet, maar om hoe het voelt in je lichaam! Ik vertel mijn leerlingen ook altijd dat het geen zin heeft om hun uitdraai te forceren. Juist door binnen je eigen limieten te werken, bereik je meer lichaamsbeheersing. 

Ik vind het ook problematisch dat veel kinderen uit de noordelijke provincies zelden in aanraking komen met ballet. Bijvoorbeeld omdat Het Nationale Ballet maar één keer in het jaar naar Groningen komt. Of omdat die voorstelling dan ‘s avonds is, en mijn jonge leerlingen niet kunnen gaan kijken omdat het voor hen te laat is. Er zijn hier sowieso heel weinig matineevoorstellingen. Daardoor zien schoolgaande kinderen weinig dansvoorstellingen, terwijl ze bijvoorbeeld wel met hun klas op excursie naar een museum gaan. Dat vind ik echt zonde! Want voor een carrière als balletdanser moet je, zoals ik al eerder zei, jong beginnen. Dus ik wil dat kinderen al op de basisschool over ballet leren.

Wat betekent dans voor jou?

Er moet in deze wereld ruimte zijn voor emoties en schoonheid. Er moet ruimte zijn voor het tegenovergestelde van kapitalisme. Een alternatief voor oorlog. Kunst is misschien niet altijd financieel lucratief, maar door kunst te maken en te bekijken blijven we wel in contact met onze menselijkheid. Daarom moeten we voor dans blijven vechten. En als we dat nu niet doen, dan ben ik heel erg bang voor de toekomst. Vooral nu, na de verkiezingsuitslag, maak ik me zorgen over hoe de cultuursector er over twintig jaar uit zal zien. Want ik kan me nog herinneren hoe bloeiend de sector twintig jaar geleden was, en ik weet hoeveel er al is wegbezuinigd.

Welke dansboeken zou jij onze lezers aanraden?

Ik luister momenteel naar het audioboek Don't Think Dear van Alice Robb, waarin ze reflecteert op haar tijd bij de School of American Ballet. En ik heb Swan Dive van Georgina Pazcoguin gelezen, over haar tijd bij het New York City Ballet. Deze boeken gaan allebei over de invloed die George Balanchine had op ballet in de twintigste eeuw. Niet alleen op het gebied van choreografie, maar ook qua werkcultuur. Dat vind ik heel interessant! En ik vind ook dat we daar nu op moeten reflecteren, om te bepalen hoe we willen dat ballet zich in deze eeuw kan ontwikkelen. Hoe kunnen we al het mooie behouden en ons tegelijkertijd bevrijden van al het psychologische, fysieke en seksuele misbruik dat ook bij die ballet cultuur hoorde?  

Daarom lees ik op dit moment ook het boek Final Bow for Yellow Face van Phil Chan, over de representatie van Aziaten in beroemde balletten. Zoals de Chinese dans in The Nutcracker. Juist omdat ik zo dol ben op dit ballet vind ik het belangrijk om erbij stil te staan hoe gemarginaliseerde groepen hierin vertegenwoordigd worden. Want voor professionele dansers van Chinese afkomst is die dans helemaal geen bron van vreugde. Voor hen is het aanstootgevend. Dus ik vind dat we daar kritisch naar moeten kijken. En ook naar hoe volksdansen uit andere Europese landen worden gebruikt. Die worden vaak te simplistisch weergegeven. Hoe kunnen we ons laten inspireren door andere culturen op een sensitieve manier waaruit onze waardering blijkt, zonder ons schuldig te maken aan cultural appropriation? Dat vraag ik me vaak af.


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Jacqueline de Kuijper

Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze studeerde in 2013 af met een master in Dance aan Mills College in Californië. Daarvoor studeerde ze dans- en theaterwetenschap, kunstgeschiedenis, filosofie en psychologie aan University College Utrecht. Na haar afstuderen schreef ze voor Dans Magazine en werkte ze als pilatesdocent in Utrecht. Haar scherpe pen en onderzoekende geest zet ze sinds 2019 in om dansdocenten te informeren en inspireren met Dansdocent.nu. En in 2022 is daar Dansers.nu bijgekomen: een nieuwe online magazine voor dansers en makers in Nederland en Vlaanderen.