In de spotlight: dansdocent en health coach Saskia de Badts

Saskia de Badts. Fotograaf: Bettina Traas.

INTERVIEW | Saskia de Badts (52 jaar) is health coach, dansdocent en directeur van Amsterdam Dance Centre. Ze volgde haar jazzdans training onder andere bij Lynn Simonson in New York City. Begin 2022 kwam haar boek SPITZ uit. Een inspirerend verhaal over haar eigen ervaringen als danser met een eetstoornis, boordevol oefeningen en recepten. Als health coach begeleidt Saskia tegenwoordig dansers bij het halen van hun mentale en fysieke gezondheidsdoelen. Wil jij ook weten hoe jij jouw leerlingen daarin beter kunt begeleiden? Lees dan dit interview! 

Hoe oud was jij toen je jouw eerste danspassen deed? 

Op mijn zevende begon ik met jazzdans lessen bij Joke Louwerse op de lokale dansschool in mijn ouderlijk dorp Oost-Souburg in Zeeland. Vanaf het begin maakte dansen mij zo gelukkig dat ik dat mijn hele leven wel wilde doen. Toen ik acht jaar was zag ik de voorstelling Revelations van Alvin Ailey American Dance Theater, met als hoogtepunt sterdanseres Judith Jamison. Zij was zo sterk, krachtig en mooi: zo wilde ik ook worden. Ik ging zoveel mogelijk lessen volgen op de lokale dansschool en nam deel aan internationale stages. 

Na mijn middelbare school deed ik audities voor verschillende dansopleidingen. Uiteindelijk koos ik voor de jazzafdeling van de toenmalige Dansacademie Brabant (nu Fontys, red.).

Hoe verliep jouw danscarrière daarna?

Het harde werken om een goede danseres te worden ging gepaard met een grote focus op de buitenkant. In mijn ogen waren al mijn klasgenoten beter en dunner dan ik, dus moest ik afvallen. Iets wat niet alleen ík mezelf oplegde, maar ik ook tijdens een evaluatiegesprek op de dansacademie op een ongenuanceerdere manier te horen kreeg… Ik besloot te stoppen met eten, met als gevolg dat ik zo verzwakte dat ik me ziek moest melden en een tijd niet meer kon dansen.

Gelukkig knapte ik op en kon ik mijn danscarrière vervolgen. We kregen Ria Martens als nieuwe leidinggevende op de academie. Door haar maakte ik kennis met de Simonson jazztechniek: een organische manier van bewegen, die anatomisch correct is voor ieder uniek lichaam.

Toen ik stage mocht lopen bij Lynn Simonson zelf in New York City gaf de diversiteit onder de dansers daar mij een heel fijn gevoel. Het ging niet om je uiterlijk, maar om dat je kon dansen. Bij Lynn bleef ik een flink aantal jaren dansen en lesgeven en hielp ik om haar dansstudio (Dance Space) te managen. Toen ik mijn man ontmoette ben ik terug verhuisd naar Nederland en kwam ik uiteindelijk bij Amsterdam Dance Centre (ADC) terecht.

Je bent directeur bij Amsterdam Dance Centre. Hoe ben je in die functie terechtgekomen?

Na mijn tijd in New York City ben ik eerst gaan werken als Simonson jazzdocent aan de Topschool in Brugge en als gastdocent bij stages in Frankrijk, Duitsland en België. Toen mijn man en ik naar Amsterdam verhuisden heb ik een versnelde lerarenopleiding gedaan zodat ik dansles kon geven in het basisonderwijs. Ik gaf les op een school waar alle kinderen iedere week dansles hadden binnen hun reguliere lespakket. 

Marie-José Swart, de oprichter van ADC, vroeg mij toen om daar les te komen geven. Vanuit het lesgeven aan de volwassenen ben ik overgestapt naar de jeugdlessen. Beetje bij beetje ben ik bij ADC ook meer kantoorwerk gaan doen, tot ik uiteindelijk een directiefunctie bekleedde. Van het managen van een dansschool heb ik bij Dance Space in New York City al jong mogen proeven. Ik houd enorm van organiseren en communiceren en Marie-José en ik zijn een gouden team. 

Op dit moment ben ik voor het grootste deel verantwoordelijk voor de jeugdafdeling. Hier kan ik mijn lesgeef- en coachingservaring goed kwijt in het begeleiden van de docenten.

Waarom heb je de overstap naar Health Coach gemaakt?

Ook al leek het soms beter te gaan, mijn eetprobleem bleef jarenlang doorsijpelen. Ik raakte in een depressie en zocht voor het eerst in mijn leven écht hulp. Via de huisarts en therapeuten kreeg ik tijdens mijn herstel een coach. Die vroeg wat ik wilde, wat mij gelukkig zou maken. 

Ik ontdekte dat coaching mij zelf ook interesseerde en ging op zoek naar een opleiding. In New York City vond ik een health coaching opleiding bij The Institute for Integrative Nutrition® en er ging direct een lichtje boven mijn hoofd branden: dit wat was ik moest doen! Alles wat ik heb meegemaakt op alle vlakken - als danser, student, docent, iemand met een eetstoornis - komt hierin samen. In 2018 rondde ik deze opleiding af.

Een bekende Amerikaanse coach zei eens “Make your mess your message”. En zo voel ik dat ook. Alles wat ik heb moeten doorstaan in mijn danscarrière zet ik nu om in iets positiefs om anderen te kunnen helpen. Eigenlijk klinkt het best logisch. Op die manier kan ik nu als ervaringsdeskundige andere dansers begeleiden zodat zij niet hetzelfde hoeven te doorstaan als ik.

Eerder dit jaar verscheen jouw boek SPITZ. Hoe is dit boek tot stand gekomen?

Het schrijven van een boek was een langgekoesterde droom. Vanuit mijn eigen ervaringen en wat ik als coach van andere dansers meekrijg, weet ik  dat verstoord eetgedrag en eetstoornissen in de danswereld nog altijd veel voorkomen. Mentale en fysieke gezondheid is niet vanzelfsprekend. In SPITZ komen deze ervaringen samen, in combinatie met recepten van dansers en opdrachten voor de lezer. 

Het boek ligt in het verlengde van het pad dat ik als health coach aan het bewandelen ben. Mijn doel is om fysieke en mentale gezondheid in de danswereld meer bespreekbaar te maken en daarin is SPITZ een belangrijk middel. Het is bedoeld voor iedereen: dansers, dansdocenten, geïnteresseerden in dans, en mensen met en zonder verstoord eetgedrag.

Wat was de invloed van jouw omgeving op de ontwikkeling van jouw eetstoornis?

Tijdens mijn danscarrière was het ideaalbeeld van een lange, dunne, flexibele danseres sterk aanwezig. Iedereen werd ermee vergeleken en vergeleek ook zichzelf met elkaar. Voldeed je niet aan dit ideaalbeeld, dan moest je daar wat aan doen om niet afgewezen te worden. 

Begeleiding van een coach of psycholoog op de academie was er in mijn tijd nog niet. En als die er al was, dan durfde je niet om hulp te vragen als je niet goed in je vel zat of ergens last van had. Bang voor het oordeel van degenen tegen wie je op keek en die jou moest beoordelen. Daarbij kwam ook dat wanneer ik bijvoorbeeld afgevallen was, ik complimenten kreeg van anderen over mijn uiterlijk. Ik was dus goed bezig en zou nog even doorgaan met afvallen.

Thuis zat mijn moeder met de handen in het haar. Zij belde me op om te vragen wat ik gegeten had. Maar ik, slim als ik was, had een kookboek naast de telefoon liggen waaruit ik keurig ingrediëntenlijsten voorlas om te verbergen dat ik niet at. Ook mijn vrienden probeerden samen eetafspraken te maken, maar ik moest ‘toevallig’ telkens iets anders doen als er een datum werd geprikt. Meer dan dat konden mijn dierbaren ook niet doen. Ik had professionele hulp nodig.

In de Verenigde Staten speelde mijn eetstoornis minder, omdat het ideaalbeeld van de dunne danser niet zo werd nagestreefd. In ieder geval niet door Lynn Simonson of bij Dance Space. Gelukkig merk ik nu dat het ideaalbeeld in Nederland ook steeds breder wordt. Al blijft hulp vragen en erover praten moeilijk, mensen gaan het wel steeds meer doen.

Wat breng jij uit jouw visie als health coach naar de studio’s van ADC?

ADC is geen reguliere dansschool waar dansers zich opgeven voor een vaste les in de week. Iedereen kan er open lessen volgen. In elke dansles staan dus andere dansers en er zijn geen vaste groepen. Bij het jeugdprogramma dansen de leerlingen wel een hele periode bij dezelfde docent. Hierbij liggen voor mij ook de meeste taken. Direct contact met leerlingen heb ik niet veel, maar wel met de docenten. 

Vorig jaar ben ik begonnen de jeugddocenten intensiever te begeleiden. Hoe gaan ze om met hun leerlingen? Hoe spreken ze hen aan en hoe corrigeren ze? En eten ze zelf als docent tussen de lessen? Drie keer per jaar bekijk ik hun danslessen. In principe ter observatie van de docent, maar ik kijk ook naar de leerlingen. Het valt me op dat met name meiden veel naar elkaar kijken en zich vergelijken qua danstalent of kleding. 

Daar maak ik de docenten bewust van en geef ik tips over. Bijvoorbeeld door aandacht te geven aan hoe bewegingen voelen in plaats van puur hoe iets eruit ziet. Ik stimuleer ze om een veilige omgeving te creëren voor de leerlingen. Een plek waar iedereen gezien wordt en goed is zoals hij of zij is, zonder oordeel of vergelijking. Een plek waar plezier in dans bovenaan staat.

Bij de danslessen voor de volwassenen kijk ik ook rond. Vooral tijdens de zomermaanden wanneer veel professionele dansers en studenten komen trainen. Als het me opvalt dat iemand geen eten bij zich heeft, of enkel een zak worteltjes, probeer ik soms nog wel een gesprek aan te gaan. Maar het is niet mijn plek op dat moment. Ik heb wel foldertjes in de studio liggen, maar meer kan ik niet doen. Iemand moet zelf aangeven hulp nodig te hebben. Je kan niks forceren.

Je geeft ook workshops op dansscholen als health coach. Hoe zien deze eruit?

De hoofdonderwerpen zijn lichaamsbeeld, hoe je je lichaam energie geeft en de algehele gezondheid. Alles is heel luchtig en interactief, zodat dansers al jong inzien dat het normaal is om hierover te praten. Ik vertel dingen, maar betrek de deelnemers ook actief door vragen te stellen: hoe omschrijven de jongeren in de workshop ‘de perfecte danser’? We praten hier samen over, bespreken mindset en het stellen van realistische doelen. Dit alles gaat gepaard met een dosis humor. De omgeving is veilig en positief.

Er zijn ook dansscholen die aangeven dat social media een grote rol speelt bij hun jonge dansers en dat ze daar iets mee willen doen. Dan focussen we meer op vergelijken en controleren. Ik heb een workshopprogramma van circa twee uur, maar als dansscholen behoefte hebben aan iets anders speel ik daar ook op in.

Wat zou je andere dansdocenten en dansschoolhouders willen adviseren?

Maak het bespreekbaar! Dat is echt het allerbelangrijkst. Creëer een veilige omgeving voor je leerlingen. Als je ze hoort praten in de kleedkamer over voeding, lichaamsbeeld of iets dergelijks, ga er dan bijzitten. Praat erover en laat vooral de leerlingen praten. Vaak hebben dansers hun docent als voorbeeld, dus als ze zich veilig bij jou voelen en er speelt iets, dan is de kans groter dat ze erover gaan praten. Je kunt dan langzaam een zaadje gaan planten om hen weerbaarder en veerkrachtiger te maken.

Een mooi voorbeeld van iets kleins dat kan bijdragen, is het ophangen van body positivity posters in je studio of tijdschriften neerleggen die bijdragen aan een positief lichaamsbeeld. Je kunt ook elke maand een half uurtje met je leerlingen gaan zitten en een onderwerp als voeding of lichaamsbeeld aansnijden, of ze een lijstje laten maken met dingen die ze leuk vinden aan zichzelf.

Ieder initiatief dat je neemt, hoe klein dan ook, kan al een groot effect hebben op het zelfbeeld en de weerbaarheid van je dansers. Zolang het maar in een veilige omgeving gebeurt en je niks forceert. En als iemand echt hulp nodig heeft, bespreek het dan met de ouders.

Wat is jouw droom voor de toekomst?

Het klinkt heel simpel, maar ik hoop gewoon zoveel mogelijk dansers te kunnen begeleiden zodat ze niet door hoeven te maken wat ik door heb gemaakt. Preventief zoveel mogelijk dansers weerbaar, sterk en veerkrachtig te maken. Dankzij de begeleiding van een team experts ben ik nu gelukkig gezond. Ik wil andere dansers helpen om mentaal en fysiek gezond te blijven. 

Daarbij is het heel belangrijk dat ik mensen niet kom vertellen dat ze iets verkeerd hebben gedaan, want we doen allemaal ons best. Nu is de tijd om samen te kijken hoe we het anders kunnen gaan doen. Topprestaties vanuit een gezonde fysieke en mentale basis: het kan. Daar ben ik van overtuigd.

Meer informatie over Saskia’s werk en haar boek SPITZ vind je hier.

Dit artikel wordt je gratis aangeboden door Dansdocent.nu. Vind je ons online magazine voor dansdocenten ook een fantastisch initiatief? Steun ons dan door lid te worden!


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Rosa Poels

Rosa Poels is redacteur voor de rubrieken ‘In de spotlight’ en ‘Internationaal Dansonderzoek’. In 2021 behaalde zij haar master Contemporary Theatre, Dance and Dramaturgy aan Universiteit Utrecht. Daarvoor studeerde ze Algemene Cultuurwetenschappen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Tijdens deze studies ontwikkelde zij een passie voor schrijven. Dansen doet ze al heel haar leven in de dansschool van haar moeder: Dizzy Dance in Venray. Sinds 2013 geeft Rosa daar ook met veel plezier danslessen aan jongeren. In 2020 behaalde ze de verklaring van bekwaamheid als Jazz dansdocent bij Dansbelang NBDO. In haar schrijven, lesgeven en dramaturgie streeft zij naar een verbinding tussen theorie en praktijk.