In de spotlight: docerend danser Gino Jagessar

Gino Jagessar. Fotograaf: Ezme Hetharia.

INTERVIEW | Performen met ISH Dance Collective, battles dansen én organiseren, tv-shows winnen, danswedstrijden jureren en lesgeven op dansacademies… Multitalent Gino Jagessar (34 jaar) doet het allemaal. Hij is allround getraind, variërend van breaking tot jazz en hedendaagse dans. Maar zijn ‘ding’ blijft toch locking en house, met name freestyle. Al had hij het als jongere nooit voor mogelijk gehouden dat juist dát zijn ding zou worden. Nu zijn improvisatie en expressie een onmisbaar onderdeel van de lessen die hij geeft.

Waar ben je nu allemaal mee bezig?

Een van de grote dromen die ik had was om te dansen bij ISH Dance Collective. Die is in 2021 uitgekomen! En nog steeds komt er bij ISH veel voorbij voor mij op projectbasis. Zo heb ik vorig jaar in hun voorstelling Rhythm & Flow gedanst, die de Zwaan heeft gewonnen (in 2024, voor ‘meest indrukwekkende dansproductie’, red.). En ik werd toevallig vanochtend nog gebeld door ISH met de vraag of ik wil meedansen in GRIMM, die in 2026 in reprise gaat.

Op dit moment ben ik vooral veel aan het lesgeven op dansopleidingen. Zoals op Fontys (Dance Arts in Context, red.), daar heb ik net een blok afgerond. Ik ben ook mentor geweest in een talentontwikkelingsproject van de stichting Triple ThreaT, dat sport en cultuur inzet om jongeren te helpen op hun pad naar zelfredzaamheid. En ik deed met ISH mee aan NextSteps, een samenwerking met Het Nationale Ballet om de werelden van ballet en straatstijlen bij elkaar te brengen. Soms jureer ik bij battles en danswedstrijden, zoals UDO. En op 16 mei danste ik in een Michael Jackson Tribute concert in Ahoy.

Verder zit ik in een crew: Avant Garde Collective. Daarmee hebben we twee Nederlandse tv-programma’s gewonnen: Battle On The Dancefloor in 2016 en Time to Dance in 2018. En we deden in 2020 mee aan World of Dance in de Verenigde Staten. We werken nog steeds als team samen, maar veel breder. Nu hebben we bijvoorbeeld een eigen battle-event dat we organiseren, de Avant Garde Battle op de Haarlemse Dansdagen in maart. Daarin krijgen de dansers muziek en een aantal opdrachten aangereikt waarmee ze een improvisatie maken die op een theaterperformance lijkt. Dat past goed bij onze missie: de straat- en clubstijlen het theater in halen. Maar we hebben ook veel commercieel werk gedaan, zoals optreden bij live concerten, in videoclips en op televisie.

Hoe is de Avant Garde Battle ontstaan?

De crew is in 2015 door Herrold Anakotta en Kevin van der Kleij opgericht voor Battle On The Dancefloor. We bestonden toen uit zeven man, nu zijn we nog met vijf. Nu we allemaal wat ouder worden, zijn we gaan filosoferen over wat de volgende stappen zijn voor ons als groep. Uit onze gesprekken kwam naar voren dat het ons heel fijn leek om events te organiseren. We hebben gepraat over andere events die we kennen, wat daar vet aan is en wat daar mist, en dat er zo weinig bestaat in onze niche, met die straatstijlen op een theatrale artistieke manier naar voren brengen. Zo maken wij bijvoorbeeld graag theatervoorstellingen op artistieke muziek, van klassiek tot filmische geluiden of soundscapes. En nu kunnen we die identiteit dan doorgeven in een battle format.

Hoe ben je begonnen met dansen?

Dat is een moeilijke vraag, want ik ben opgegroeid in een Surinaamse familie. Als er wat te vieren was, dan was er muziek. Dus ik kreeg dat mee, dat dat onderdeel is van het leven. Dat er ruimte is voor feest en ontlading door te bewegen. Zelfs bij begrafenissen wordt er muziek gebruikt, of het nou hele emotionele muziek is of opzwepende muziek. Dus er was veel muziek en dans om mij heen, maar dat was zo vanzelfsprekend dat ik dat niet zag. Ik had nog niet begrepen dat ik daar mijn expressie in kwijt kon. Het was er gewoon altijd. 

Maar dansten we echt? Ja, een moeder en een tante riepen dan: “Gino, kom met me dansen!” En dan doe je mee. Maar je weet niet wat je doet. Nou ja, je beweegt wel. Is dat dansen? Weet ik niet. Ik deed wel altijd mee met de dansjes die mijn iets oudere neefjes en nichtjes verzonnen. Zij deden dingen na die ze in videoclips zagen en ik deed met hen mee, ook al was ik nog heel klein. Mijn neef, die wedstrijden danste, heeft me weleens verteld dat ik talent heb, omdat ik het zo snel oppikte. Dat zette me toen wel aan het denken.

Als tiener zag ik een paar jongens van de middelbare school die aan breakdance deden. Dat vond ik meteen heel tof. Zij konden op hun hoofd staan, dus ik ging dat gewoon proberen en bleek dat ook te kunnen. Toen volgde al snel mijn eerste breakdance les. Eigenlijk voetbalde ik: ik heb tien jaar lang gevoetbald, van mijn zesde tot mijn zestiende. Maar toen ben ik daarmee gestopt omdat ik dansen leuker vond. Dat vond ik heel moeilijk om te zeggen tegen mijn ouders! Mijn vader vond het namelijk heel leuk dat ik voetbalde. Maar voor de eerste keer ging ik tegen mijn ouders in en zei ik: "Nee, ik wil wat anders.”

Waar heb jij dans gestudeerd?

Nou… Het duurde best even voordat ik wist dat er dansacademies bestonden! Eerst studeerde ik een jaar Oefentherapie-Mensendieck (een houdings- en bewegingstherapie, red.). Ik deed eigenlijk maar wat, want ik had geen idee. Toen ik moest gaan studeren ging het voor het eerst over wat ik wilde in plaats van wat mijn ouders wilden voor mij. Dus het werd iets richting sport, iets met het lichaam. 

Maar toen schreef een vriendin me in voor de audities van het Art & Entertainment College (nu PACT+, red.). Ik was zelf niet zo proactief toen, en durfde misschien ook niet zo goed me serieus te verdiepen in dans als toekomst. Zij wist zeker dat het bij me zou passen en schreef me in. Omdat de audities al geweest waren ben ik via een meeloopdag aangenomen. Toen ontdekte ik: Oh mijn god, dit kan dus, dat bestaat echt! Ik zie dit alleen in mijn films, maar het bestaat! Ik ga dus gewoon de wereld kunnen zien met het dansen. 

Ik moest wel nog leren meer mijn best te doen. Want in het eerste jaar van de opleiding mocht ik niet mee op project naar China, omdat ik te weinig aanwezig was en bijna bleef zitten. Een van mijn docenten, Frie Trustfull, zei toen tegen me: “Het is aan jou. Ga je hier straks bovengemiddeld weg, of uitmuntend? Je bent al bovengemiddeld binnengekomen, dus het zou zonde zijn als je het hier maar gewoon bij laat!” Dat heeft bij mij echt de knop omgezet om harder te gaan werken! Uiteindelijk heb ik in 2011 alsnog door China kunnen touren met de Amsterdam Urban Dance Show.

Waarom wilde je zo graag de wereld zien met dansen?

Ik vind het gewoon zo interessant om te zien hoe mensen op allerlei plekken in de wereld van dans houden! Dat krijg ik mee door te reizen, maar ook doordat internationale dansers naar battles komen of als ik ze online bezig zie. Er zijn verschillen in hoe ze dans beleven. Zo zijn ze in de Verenigde Staten veel dichter bij de straatcultuur gebleven en zijn ze in Japan bijvoorbeeld heel goed in het helemaal clean, spic en span maken. Daarbij vind ik dat we in Europa heel erg creatief zijn. Wij breken de regeltjes. We zijn ondernemend. Ik zie dat we elementen nemen vanuit andere omgevingen en contexten en daaruit een eigen vorm creëren. Maar wat we allemaal gemeen hebben, en daarom connecten we zo makkelijk, is dat we houden van dans. 

Hoe ben je zelf creatief met dans?

Ik kan daar het beste antwoord op geven met een voorbeeld over locking. Ik lock namelijk niet zoals andere lockers. Ik merk dat ik veel stijlen mix, ook omdat ik allround ben opgeleid. Dus ik heb wat jazzy sprongen in mijn locking, wat andere dansers niet doen. Die hebben meer acrobatische breakdance dingen. En ik houd van voetenwerk omdat ik ook house dance doe, wat je terugziet in mijn locking. Dus ik denk dat het combineren van verschillende dingen mijn creativiteit is.

Omdat ik in verschillende scenes werkzaam ben, ben ik ook altijd datgene wat daar niet is, zeg maar. Dus in de commerciële wereld ben ik degene die kan freestylen. En in de freestyle ben ik degene die choreografieën kan dansen. Voorheen vond ik dat vervelend, want ik wilde er gewoon helemáál in passen. Maar nu zie ik dat mijn allroundheid er juist voor zorgt dat ik in verschillende omgevingen kan functioneren: in het theater, in battles, in tv-shows en videoclips, en in wat ze noemen de ‘studio-scene’: het geven van lessen en workshops bij dansstudio’s.

Wat betekenen dansimprovisatie en -expressie voor jou?

Oke, story time… Ook dat gaat allemaal terug naar hoe ik ben opgevoed. Want ondanks al die muziek en beweging en veel buiten spelen, ben ik best strikt opgevoed. Vooral als het op schoolzaken aankwam. Het klinkt een beetje plat zoals ik het nu zeg, maar het komt erop neer dat als mijn ouders zeiden ‘Gino, je gaat linksaf’, en dan ging ik linksaf. Zeker toen ik nog klein was. Maar op een gegeven moment ga je uit huis, dan moet je ineens op je eigen benen staan en dan is er eindelijk de ruimte om te vinden whatever jij vindt of wilt. Dat was echt een zoektocht voor mij, want ik wist helemaal niet wat ik vond! Mij was altijd verteld wat ik moest doen. 

Maar ik begon langzaam te zien hoe fijn het is om eens niet te moeten passen in het hokje van wat een ander denkt. En in dans maakte ik eigenlijk dezelfde ontwikkeling door. Ik hield in het begin helemaal niet van het improviseren of het freestylen, ook al zullen mensen nu zeggen dat het mijn ding is. Vroeger dacht ik: geef mij maar lekker choreografie, dan weet ik precies wat er van me wordt verwacht. Maar ook daarin vond ik steeds meer mijn stem en mijn mening. Ik denk dat als je ouder wordt je misschien ook muziek meer gaat begrijpen. 

Gaandeweg ontdekte ik het hele improviseren en de expressie. Zo van: oh, ik mag doen hoe ík het fijn vind?! Dat was een hele verademing. Daardoor is dansen echt naar de kern gegaan voor mij. Oók in het uitvoeren van choreografie! Mijn belevenis van wat dans is komt nu van een andere plek dan alleen maar nadoen. Ik geef tegenwoordig heel snel een eigen invulling, tenzij de choreograaf dat niet wil natuurlijk. De eigen expressie neem ik nu altijd mee in mijn dansen en ik wil niet meer zonder!

Je werkt in veel verschillende scenes. Merk je dat ook in het lesgeven?

Ja, want daardoor kan ik meepraten over veel verschillende visies. Bijvoorbeeld op Lucia Marthas (Lucia Marthas Institute for Performing Arts, red.), waar het meer gericht is op snel choreografie oppikken en performen. Daar heb ik veel ervaring mee als danser. Op de AHK (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, red.) gaat het meer over stijloverstijgend denken, waar studenten de kern en de informatie van een stijl leren en die proberen te gebruiken op hun eigen manier. Omdat ik freestyle kan ik dus ook in die taal meepraten. 

Ik speel ook makkelijk in op de verschillen binnen één klas, tussen studenten onderling. Ieder mens is anders en ieder mens leert anders. Zo zijn er mensen die veel sterker zijn met woorden, die willen een verbale uitleg en dan snappen ze het. Sommigen hebben meer aan het visuele, die willen vooral kijken. En sommige mensen moeten gewoon gaan en doen. Die manieren van leren passen bij verschillende scenes. Maar dat zegt niet dat als iets je natuurlijker ligt, dat dan de enige vorm is waarin je dan moet gaan functioneren. Bijvoorbeeld in de commerciële scene heb je nooit tijd: er moet altijd in hele korte repetitietijd een product af. Dus dat is versie: kijken en doen. In die scene werk ik veel, terwijl ik eigenlijk visueel veel sterker ben. 

Omdat ik in verschillende scenes verschillende dingen zie en meemaak, kan ik dus op verschillende leerstijlen inspelen. Bijvoorbeeld door een keertje andere woorden te gebruiken. Of ik zeg weleens expres: “Mensen, gewoon een experiment: vandaag gaan we amper praten. Puur om mee te maken wat het met je doet!" Dat doe ik zodat mijn studenten ook leren hoe ze zelf leren. Daardoor ontwikkelen ze niet alleen lichaamsbewustzijn maar ook zelfbewustzijn. Dat je snapt hoe het lijf werkt én hoe je mind werkt. 

In een dansles is er helaas vaak geen ruimte om elk individu apart aandacht te geven. Maar ik probeer wel tegemoet te komen aan de diversiteit van de leerlingen door verschillende manieren van leren aan te spreken.

Welk leerdoel staat centraal binnen de lessen die je geeft?

Dat verschilt dus een beetje per opleiding, maar voor mij is het stukje lichaamsbewustzijn altijd belangrijk en het begrijpen van de stijl. Want de stijlen die ik geef - house, hiphop en locking - worden niet zoveel gegeven. Ik wil dat de studenten niet alleen kopiëren, maar dat ze ook snappen welk gevoel erbij hoort, welke intentie. Ik kan met een klas veel sneller werken en veel meer bereiken als dat kwartje gevallen is. Dus ook als ik eigenlijk alleen word gevraagd om de studenten te trainen om zo snel mogelijk choreografie aan te leren, dan ga ik toch ook altijd in op dat stijlbegrip. 

Dat doe ik bijvoorbeeld door middel van oefeningen waar je eerst geïsoleerd de mogelijkheden van ieder lichaamsdeel verkent en welke vormen je ermee kunt maken. Ik noem dat de bouwstenen. Dat je eerst alles leert kennen en dan kunt zeggen: ik wil dit naar links, en dat naar boven en dat naar onder… Dan kun je de isolaties gaan coördineren, in jouw lijf en met jouw opties. Daarbij zeg ik altijd tegen mijn studenten: "Alles wat je tegenkomt, zet het op de checklist en niet op de judgement list.” Observeer waar je moeite mee hebt maar veroordeel jezelf niet, je bent hier om te leren.

Hoe verschilt dat van hedendaags bewegingsonderzoek?

Door de muziek, en met een bepaald gevoel daarbij, blijft dat onderzoek stijlgebonden. Dus als wij praten over hiphop zijn er drie termen die heel vaak voorbijkomen. Dat zijn de bounce, de rock en de groove. Als je die kan blijven behouden tijdens het bewegingsonderzoek, dan houd je vaak toch de connectie met de stijl. En soms laat ik mijn studenten ook los van de stijl improviseren, om daarna te bespreken: Wat heb je gevonden? En wat is dan dat gevoel met die muziek in die stijl? Hoe hou je dat erin? Welke kwaliteit maakt dat het dan toch hiphop blijft?

Waarom ben jij dansdocent geworden?

Dat ging eigenlijk vanzelf, omdat er veel vraag was naar de stijlen die ik dans en weinig mensen daarin les konden geven. Maar ik ben wel heel bewust docent gebleven! Want ik merkte dat naarmate ik ouder werd, ik ging nadenken over wat er doorgegeven wordt. Over de danscultuur, de geschiedenis van de dansstijlen, welk verhaal ik zou willen dat in stand gehouden wordt. Met hoe snel alles aan het veranderen is in onze maatschappij, bijvoorbeeld op technologisch vlak, gaan sommige waarden verloren. De culturele geschiedenis wordt vaak genegeerd, mensen vinden hun eigen stijl uit en verkopen dat als waarheid, zonder uit te leggen vanuit welke stijlen en bewegingen het is geëvolueerd. 

En wat ik ook verloren zie gaan is de waarde van community. Ik mis tegenwoordig een beetje dat ‘samen’ gevoel. Ik denk dat de wereld een stukje beter is als we met elkaar door één deur kunnen. Dus dat wil ik verbeteren. De boodschap is liefde en het medium is dans.

Hoe geef je die sociale verbinding door in jouw danslessen?

Door iets wat ik heb geleerd van mijn moeder. Zij is leerkracht in het basisonderwijs. Ik gaf op een gegeven moment les aan een jongensgroep. Ik vond de kinderen heel irritant en ik had geen idee hoe ik met hen om moest gaan. Toen zei mijn moeder: “Geef hen even het gevoel dat ze gezien en gehoord worden. Vraag eens hoe hun weekend was.” Dat doe ik nu nog steeds op de academies waar ik lesgeef: ik open de les met een vraagrondje naar de actualiteiten uit iedereens leven. Daarin mogen studenten delen wat ze willen. Of dat nu is ‘Ik heb een kitten gekocht’ of ‘Ik worstel met slapen’. Ik merk dat het bijdraagt aan het community-gevoel, want je gaat elkaar iets beter begrijpen. Ook al ben je in de les intensief samen aan het dansen, dat betekent nog niet dat je automatisch verbinding met elkaar aangaat. Want het gaat vaak over presteren, ieder voor zich. Terwijl ik dus van mening ben dat je, juist omdat je zo intensief met elkaar bezig bent, iets meer oog mag hebben voor: wie is deze persoon vandaag? Dat als iemand zegt ‘Hé, ik ben een beetje aan het struggelen met mijn slaap’, dat dan iedereen snapt waarom diegene even niet zo lekker in de les staat.

En dat geeft mogelijkheden om elkaar te helpen! Zo was er iemand die in Nederland is komen wonen voor de studie en die had moeite met rondkomen. Wat logisch is. Toen hebben we met de groep afgesproken dat we al onze statiegeldblikjes en -flesjes na de pauze aan haar geven. Een klein gebaar, maar toch. Of laatst deelde iemand dat ze eindelijk een kamer had gevonden. Toen kreeg ze meteen plantjes aangeboden van een klasgenoot.

Wat is een grote les die jij onlangs hebt geleerd?

Ik heb in de zomer van 2023 bijna een burn-out gehad. Ik vond het toen heel moeilijk om om hulp te vragen. Ik denk dat dat überhaupt een thema is in mijn leven, het vragen om hulp. Dat wil ik ietsje makkelijker maken voor leerlingen door voor de les met ze in te checken. Ik wil dat er een omgeving ontstaat waarin het oké is als jij in de les een kwartiertje nodig hebt om jezelf te herpakken voor whatever reason. Dat kan als de docent en medestudenten een klein beetje op de hoogte zijn van ‘er is iets gaande’. En ik hoef niet te weten wat, want ik ben ook niet bevoegd als therapeut. Maar ik kan wel interesse tonen.

Ik ben mezelf daardoor ook vragen gaan stellen over ‘mans zijn’ in deze prestatiegerichte wereld. Met name bij mannen onderling is er vaak strijd in plaats van een gevoel van samenzijn. Ik weet niet precies waarom dat is, maar als ik naar mijn eigen leven kijk dan zie ik dat er nooit ruimte was voor emoties. You have to man up. Je moet provider zijn. Je vraagt niet om hulp, je kunt het wel alleen. Kwetsbaarheid was lang geen onderdeel van mijn leven. Ook bij vrienden onderling werden moeilijke dingen weggelachen met een grapje. Ik ben daar zelf ook schuldig aan! Maar ja, het zou fijn zijn om ook met de mannelijke vrienden om mij heen een diepgaand gesprek over emoties te kunnen hebben. 

Wat is jouw advies voor jonge dansdocenten?

Doceren gaat niet over jou! Wat is de behoefte van je leerlingen en wat heeft de scene nodig? Je moet ruimte maken voor iedereen om op hun manier te leren. Je ego moet weg! Als je educatie wilt geven, gaat het niet over hoe goed jij het doet en wie jij bent. Het gaat niet over beter zijn dan je leerlingen. Je moet juist willen dat zij beter worden dan jij!

Bio Gino Jagessar

Gino Jagessar (1990) is geboren en getogen in Diemen en opgegroeid in Amsterdam. In 2013 is Gino afgestudeerd aan het Art & Entertainment College in Amsterdam (nu PACT+). Hij is gespecialiseerd in locking, house en hiphop. Met zijn crew Avant Garde Collective won hij verschillende tv-wedstrijden, en ook individueel was hij als danser veel op tv te zien. Zoals in Avastars, DanceDanceDance, The Voice of Holland, Idols en Holland’s Got Talent. Hij danste verder in de films COSTA en Piece of my Heart, bij live shows als Vrienden van Amstel Live, en met artiesten als Dua Lipa, Davina Michelle, Alain Clark en OGENE. Gino is actief in de underground battle scene en won battles in Nederland, Duitsland en Oostenrijk. In het theater danste Gino voor onder andere ISH Dance Collective en Isabelle Beernaert. 


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Ilja Geelen

Ilja Geelen is hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze heeft een bachelor Docent Dans van ArtEZ in Arnhem, en een master Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Sindsdien combineert ze verschillende rollen als maker, docent, performer, schrijver en organisator. Ze begon haar carrière in Marokko, waar ze twee jaar woonde. Nu choreografeert ze regelmatig in Egypte en woont ze ‘in een koffer’.

Ilja begon bij Dansdocent.nu in 2022 als redacteur Young Dance Professional en schreef toen over haar ervaringen als dansdocent in Marokko. Al snel kwamen daar klussen als eindredacteur en nieuwsredacteur bij. En sinds november 2024 dient Ilja Dansdocent.nu als tweede hoofdredacteur. In deze rol is zij verantwoordelijk voor het aansturen van de andere redacteuren.