In de spotlight: waacking-docent Fleur Bomelijn

INTERVIEW | Fleur Bomelijn (31 jaar) is een mensen-mens. Ze krijgt veel energie van mensen helpen. Daarom zet ze dans in als middel om mensen te verbinden, met zichzelf en met elkaar. Dat doet ze als dansdocent op Descart in Utrecht, een middelbare school voor creatievelingen. En als waacking-docent onder de naam Social Dance Club. Dans betekent voor haar vrijheid en persoonlijke expressie. Dat fijne gevoel wil ze met zoveel mogelijk mensen delen! 

Wat betekent dans voor jou?

Als dansdocent is dans voor mij een middel om mensen met zichzelf te laten verbinden, of met de ander. Dus wat ik ook doe, of ik nu op de middelbare school lesgeef, of aan mijn eigen community, dans is het middel tót … - in plaats van het doel. De dansers laten genieten van dans heeft een hogere prioriteit dan hoe het er precies uitziet. Als mensen naar mijn lessen komen, dan wil ik hen laten voelen hoe ik mij voel als ik mag dansen. Namelijk: vrij! Dans is mijn grootste uitlaatklep. Mijn missie voor mezelf, in mijn persoonlijk leven, is dat ik meer in het nu wil leven. En als ik dans, kan ik helemaal verdwijnen in het moment. Dat is zó lekker! Dus dat wil ik ook aan andere mensen geven. 

Waar heb je leren lesgeven?

Toen ik 15 jaar was, heb ik mijn eerste dansles gegeven. Ik zat toen in een wedstrijdteam bij een dansschool in Veghel en had bij mijn dansdocent een korte cursus kunnen volgen in hoe je lesgeeft. Daarna mocht ik aan een ander demoteam lesgeven. Toen ik 18 jaar was ben ik de Urban Dansopleiding in Utrecht gaan doen, daarna de 5 O’Clock Class om mezelf bij te scholen in ballet en moderne dans, en vervolgens de opleiding Docent Dans aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Dus ik heb acht jaar lang vanuit allerlei verschillende invalshoeken leren dansen en lesgeven.

Met die opleiding aan de AHK zijn we ook naar Senegal geweest, naar École des Sables. Die ervaring heeft heel veel invloed gehad op hoe ik nu lesgeef. Heel gericht op de community, en vaak beginnend vanuit de cirkel. Verder werden we op de opleiding Docent Dans best wel in het diepe gegooid met onze stages in het primair en voortgezet onderwijs. Zo stonden we als derdejaars en vierdejaars studenten vaak voor lastige groepen. Maar dan leer je wel echt lesgeven. Daarmee bedoel ik: het overzicht bewaken door in te tunen op de groep en wat de leerlingen op dat moment nodig hebben. Ik heb geleerd leerlingen heel persoonlijk te benaderen en gevoelsmatig bij de les te betrekken.

Welk beroep zou je hebben gekozen als je geen dansdocent was geworden? 

Dan was ik maatschappelijk werker geworden. Sowieso iets met mensen. Mijn ouders zijn allebei hele sociale mensen. Mijn vader is maatschappelijk opbouwwerker geweest en hielp mensen met het verbeteren van hun woon- en leefomstandigheden. En mijn moeder werkte bij een bewindvoerderskantoor, dus zij hielp mensen uit de schulden te komen. Hun werk heeft mij altijd heel erg geïnspireerd, want mijn ouders hielpen eigenlijk allebei ‘vergeten’ mensen. En ik help mensen ook graag met hun problemen. Omdat ik ze kán helpen. 

Er zijn zoveel mensen die het niet goed hebben. Maar als je ze kan helpen met een paar woorden, of door gewoon naar ze te luisteren. Waarom zou je dat dan niet doen? Dat kan zoveel voor iemand betekenen! Ik heb daarom in de ouderenzorg gewerkt. Dus toen ik nog freelancete als jonge dansdocent werkte ik één dag in de week als thuishulp. Ik werd betaald om schoon te maken, maar in de praktijk zat ik vaak koffie of thee met de ouderen te drinken en hun verhalen aan te horen. Mensen aandacht geven is heel natuurlijk voor mij en kost me weinig energie.

Welke dansdocent inspireert jou?

Op de Urban Dansopleiding heb ik waacking-les gehad van Sarada Sarita. Toen dacht ik gelijk: wow, wat is dit?! Op dat moment ben ik toch niet verder in die stijl gedoken, omdat daar de tijd en ruimte niet voor was. Maar in het derde jaar van de opleiding Docent Dans in Amsterdam kreeg ik ineens zo’n heimwee naar house en waacking. Toen wilde ik terugkeren naar de stijlen waarmee ik begonnen was. Op de academie kreeg ik trouwens ook wel house, maar we werden vooral gedrild in de passen. En ik wilde mij meer vrij voelen! 

Dus toen ben ik de danslessen gaan volgen van Native Moons, dat is het collectief waar Sarita bij zit. Zij gaven op de maandagavond waacking, house en popping bij productiehuis Nowhere in Amsterdam. Die lessen heb ik vijf jaar lang gevolgd, want daar was wél ruimte voor het ontwikkelen van je freestyle en persoonlijke expressie. Ik heb van Kim (house) en Sarita (waacking) echt geleerd om vanuit je authentieke essentie te bewegen. Te voelen van binnenuit, in connectie met de muziek, en dat naar buiten uit te dragen. Daarnaast heb ik hier gevoeld hoe het is om onderdeel te zijn van een community en hoe waardevol dat is.

Ik beschouw Sarita als mijn mentor. Dus toen ik zelf waacking lessen wilde gaan geven, heb ik om haar blessing gevraagd. Want ik wil cultural appropriation voorkomen en de zwarte/latino mannen eren die in de jaren ‘70 met waacking zijn begonnen. Dat doe ik door de geschiedenis van de stijl steeds opnieuw te blijven vertellen aan mijn leerlingen. Die geschiedenis is overigens vrij complex, omdat het voornamelijk bestaat uit persoonlijke verhalen die mondeling worden doorgegeven. Ik vind het daarom belangrijk mijn zoektocht naar die geschiedenis te blijven voortzetten. Sarita's zegening gaf mij de vrijheid om vanuit mezelf, op mijn eigen manier, mijn ervaring en kennis weer door te geven.

Waarom houd jij van waacking?

Als danser ben je denk ik altijd op zoek naar je eigen identiteit. Waacking is voor mij speciaal omdat ik hierin compleet mezelf kwijt kan. Het omarmt mijn vrouwelijke energie. Dat past zo goed bij mijn wezen. Het hele theatrale en expressieve. Dat voelt FIJN! Binnen die dansstijl is er veel ruimte om buiten je eigen grenzen te gaan zoeken. Het is heel performatief. Ook als je naar de battles gaat: dan hebben de dansers mooie kleding aan, en hakken, en make-up. Dat was thuiskomen: ik kan hier mezelf zijn en meer!

Op welke prestatie ben jij trots?

Tijdens de coronaperiode ben ik mijn eigen ding gaan opzetten: Social Dance Club. Want ik voelde gewoon dat ik niet paste bij andere dansscholen. Dan moest ik wekelijks choreo’s bedenken en deden de leerlingen mij precies na. Dan zei ik wel “Je mag het op je eigen manier doen”, maar dat maakte weinig verschil. Dus na een tijdje gaf dat mij geen voldoening meer. En toen werd mijn moeder helaas ziek. Dus toen ben ik me echt op mezelf gaan focussen, op wat ik leuk vind. En ben ik gestopt met lesgeven voor andere dansscholen. 

Onder de naam Social Dance Club geef ik waacking lessen in Utrecht. Nu in Danszaal Overvloed op de woensdagavond. Maar het is begonnen in het Filmcafé, dat door een goede vriend van mij gerund werd. Ik mocht van hem gratis de ruimte gebruiken en dat was perfect, want het was een club. Dus er waren mooie lichten en het geluid was geweldig. En het was ook een beetje een rommeltje, maar dat vond ik juist leuk. Want waacking is begonnen in de underground clubs in Los Angeles. Dus de sfeer voelde helemaal goed. 

Met welke leerdoelen ben jij bezig in jouw danslessen?

De mensen die naar mijn waacking-lessen komen zijn rond de 30 jaar. En die komen voor dat gevoel van vrijheid in dans en een moment van tijd en aandacht voor zichzelf. Ze willen gewoon lekker dansen. Ik bied in mijn lessen dan ook veel ruimte voor persoonlijke expressie. Dus we doen bijvoorbeeld eerst een techniek oefening, en daarna mogen ze het op hun eigen manier doen. Ik geef ook veel improvisatie oefeningen.

Verder wil ik altijd de veiligheid in een les waarborgen, en tussen iedereen. Als iemand iets niet wilt doen, hoeft dat niet. Het is hun les. Ik geef richting aan, maar wat ze ermee doen is aan hen. Tijdens mijn lessen besteed ik veel aandacht aan het samen dansen. Naast dat dit vooral leuk is, kan je door observeren veel van elkaar leren. Iedereen is heel supportive. Nieuwe dansers geven aan dat ze, ondanks dat ze het aanvankelijk spannend vonden, de sfeer in mijn lessen heel goed vinden. 

Het sociale element vind ik dus heel belangrijk. Voor, tijdens én na de les. We gaan ook regelmatig samen uit. Dan gooi ik een uitnodiging in de groepsapp en dan gaan er altijd wel mensen mee naar de club. Of we gaan samen naar een voorstelling. Of ik organiseer een filmavond en dan gaan we kijken naar oude Hollywoodfilms, omdat de punkers (eerste waacking dansers, red.) daar veel inspiratie uit haalden. Zoals Sunset Boulevard. Het is dus niet alleen dat lesje dat ik geef. Ik wil graag een community creëren. 

Wat is een inspirerend moment dat je met je leerlingen hebt meegemaakt?

Er is een groepje dansers - inmiddels vrienden - dat al lang naar mijn lessen komt. Voor hen ben ik een choreografie-les gaan geven, waarin we samen een stuk maakten. Toen kwam er de kans om een showcase te doen bij Het Wilde Westen (een wijkcultuurcentrum in Utrecht West, red.). Dus toen hebben we daar opgetreden en dat was super leuk. En vervolgens werden we uitgenodigd om in poppodium Ekko op te treden, op een nieuw queer-feestje genaamd PY.PS. Dat was tijdens de Utrecht Pride. Dat voelde als een full-circle moment, want waacking is ontstaan in de gay&queer community. Dus om dat, wat wij doen, dan terug te brengen… on stage, in de club, aan die community, met mensen die dat helemaal omarmen. Geweldig! 

Waar droom jij nog van?

In clubs zie ik vaak dat mensen wel willen dansen, maar het eigenlijk niet durven. Daarom wilde ik een workshop aanbieden waarbij de club-setting wordt nagebootst in een dansstudio. Dus met een DJ die echt goede muziek draait. En ik begeleid de groep door een soort dans-trip heen, met improvisatieopdrachten. Dat is Club Vibes, en dat heb ik nu zo’n vijf keer georganiseerd. Mijn eigen community gaat daar helemaal los op. Die hoef ik niet te overtuigen. Maar het doel is, als zij dan nieuwe mensen meenemen, dat die zich dan laten verleiden om ook los te gaan. Ik wil in hen iets aanwakkeren waardoor ze zich bij het uitgaan in de club ook durven laten gaan. 

Waar ik nog van droom is om dit concept daadwerkelijk naar clubs te brengen. Zodat nog meer mensen leren vrij te dansen. Dus dat we bijvoorbeeld om tien uur ‘s avonds beginnen met mijn workshop en dat we daarna de hele nacht doordansen. Het lijkt me bijvoorbeeld ook helemaal te gek om op Lowlands een Club Vibes te kunnen doen met DJ Tonno Disko. Dat is mijn favoriete DJ, met wie ik vaak samenwerk. Maar het is me nog niet gelukt om dit bij clubs te organiseren. Zij willen namelijk zoveel mogelijk tickets en drank verkopen. Terwijl ik een maximaal aantal bezoekers wil, zodat we de ruimte hebben om echt te dansen. En de meeste dansers drinken niet veel, die willen niet zuipen. Dat is niet echt rendabel voor zo’n evenementenlocatie. Dus ik zoek nog een club die mijn visie deelt. 

Waar geef je nog meer les?

Ik geef sinds drie jaar ook les op Descart in Utrecht. Dat is een middelbare school voor leerlingen die zich creatief willen ontwikkelen. Daar doen alle leerlingen eindexamen in het vak kunst. Ze kiezen voor muziek, toneel, dans of beeldende vormgeving. Op deze school ben ik de sectie-voorzitter van het vak dans en geef ik aan alle leerjaren les. Dat doe ik drie dagen per week. 

De leerlingen die voor het vak dans kiezen, dansen vaak al bij een dansschool. Dus die staan vaak voor een spiegel de docent na te doen. Daarom wil ik hen laten kennismaken met mijn visie op dans. Dus het improviseren en samen dansen. En om ook meer een artistieke laag in hun dansen aan te brengen. Maar hoe ik dat ga aanpakken weet ik nog niet precies. Momenteel ben ik vooral bezig met het opzetten van het vak dans binnen deze school en het ontwikkelen van het curriculum. Dat is nu mijn prioriteit.

Wel zou ik in de toekomst graag vaker met de leerlingen naar dansvoorstellingen gaan. Of dat er een voorstelling naar ons komt. En dan de link leggen naar hun eigen maakwerk. Zodat de term ‘dans’ voor hen meer gaat betekenen dan TikTok-filmpjes en coole pasjes. Want als ze nooit artistiek werk gezien hebben, dan is het lastig voor mij en mijn collega's om ze te inspireren om op een meer artistieke manier te kijken naar dans. Dan snappen ze niet wat we van ze vragen en komen ze klagen dat het ‘niet leuk’ en ‘vaag’ is. Het curriculum moet wel toegankelijk blijven voor de leerlingen. Ik wil ze enthousiasmeren voor dans, niet afschrikken. 


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Jacqueline de Kuijper

Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze studeerde in 2013 af met een master in Dance aan Mills College in Californië. Daarvoor studeerde ze dans- en theaterwetenschap, kunstgeschiedenis, filosofie en psychologie aan University College Utrecht. Na haar afstuderen schreef ze voor Dans Magazine en werkte ze als pilatesdocent in Utrecht. Haar scherpe pen en onderzoekende geest zet ze sinds 2019 in om dansdocenten te informeren en inspireren met Dansdocent.nu. En in 2022 is daar Dansers.nu bijgekomen: een nieuwe online magazine voor dansers en makers in Nederland.