Dansles met jongeren: 7 oefeningen voor verbinding na eenzame lockdown

Hoera! Rimke Saan is vanaf september 2021 redacteur Muziek & Lesmateriaal voor JONGEREN! Foto: Jacqueline de Kuijper

Hoera! Rimke Saan is vanaf september 2021 redacteur Muziek & Lesmateriaal voor JONGEREN! Foto: Jacqueline de Kuijper

MUZIEK & LESMATERIAAL | Rimke Saan las tijdens de lockdown verschillende berichten over de slechte mentale gesteldheid van jongeren. Het nieuwe seizoen voelt voor haar als een kans om leerlingen weer dichter bij elkaar te brengen - nu het weer mag! In dit artikel focust ze daarom op ‘verbinding’. Met deze zeven oefeningen kun je op een toegankelijke manier samenwerking stimuleren tijdens een dansles voor jongeren. Gebruik dit lesplan als dansles op zich of integreer de oefeningen in je wekelijkse technieklessen. Met muzieksuggesties en Spotify afspeellijst!

Jongeren in Crisis

Na een zomervakantie met meer vrijheden op covid gebied, staan we weer klaar om een nieuw dansseizoen te beginnen. Een seizoen waar ik zelf heel veel zin in heb! Zo’n seizoen waarbij we hopelijk weer eens een jaar lang in de studio mogen blijven dansen. Ik denk er liever niet aan, maar ik vind het toch belangrijk om stil te staan bij hoe lang we vorig jaar online en/of buiten hebben moeten dansen. Dit heeft niet alleen een enorme impact op ons als docenten gehad, maar zeker ook op de leerlingen aan wie wij lesgeven. 

Ik heb mezelf soms best eenzaam gevoeld tijdens de lockdown. Contact maken ging niet altijd meer vanzelf. Maar ik ben niet de enige met dit gevoel. Vooral jongeren hebben het erg zwaar gehad afgelopen anderhalf jaar. Dansdocent Tamara Snoeren van De Dansfabriek Oosterhout maakte er een mooie documentaire over met de titel Hoe het echt gaat. Ook in het nieuws verschenen regelmatig artikelen over de mentale staat van veel tieners tijdens de coronacrisis. Ik las over hun eenzaamheid en behoefte aan sociaal contact. 

Al tijdens de eerste lockdown kwamen dit soort berichten online. Zo stond er in een artikel van de NOS in oktober 2020 dat de ggz (geestelijke gezondheidszorg) zich grote zorgen maakt over de mentale gezondheid van met name de Nederlandse jeugd. In het artikel sporen ze zelfs aan om iets te doen aan deze grote zorgen. "De problemen die we zien zijn acuut en moeten aangepakt worden om groepen die nu al door het ijs dreigen te zakken te helpen", zegt Jacobine Geel, voorzitter van de Nederlandse ggz (Dorlo, 2020).

Zo ook is klinisch psycholoog Ellen Loykens aan het woord in een aflevering van Corona Dialoog (Bessels, 2021). Zij vertelt hoe belangrijk het is dat jongeren niet binnen worden gehouden, maar juist leren om ‘op eigen benen te staan’ en ook om met anderen om te gaan. Zeker nu ze volop in ontwikkeling zijn. Het contact tussen jongeren is essentieel. Het tegenovergestelde van wat de coronacrisis hen bracht. 

Dansen voor verbinding

Deze berichten geven niet alleen aan dat de lockdown voor veel jongeren heel zwaar is geweest, ze sporen je ook aan om actie te ondernemen. Ik geloof erin dat dans daar een goed middel voor is. Dat bracht me op het volgende idee: ik begin dit seizoen met een dansles over verbinding! Een dansles waarbij jongeren worden aangemoedigd om een leeftijdsgenoot in de ogen te kijken en te voelen hoe het is om in te spelen op de ander. 

Ik ben overigens niet de enige die denkt dat dans een goede manier is om een gevoel van verbondenheid te creëren. In juni dit jaar kon je in een artikel van Jacqueline de Kuijper reeds lezen over hoe dansen mensen verbindt. Zij licht hierin onderzoek uit van danseres en psycholoog Bronwyn Tarr. Ik raad je aan dit artikel vooral zelf te lezen, maar de conclusie van Tarr’s onderzoek is als volgt: 

Dansen leidt tot verbondenheid met mede-dansers en gevoelens van geluk wanneer het dansen synchroon is (maar niet per se intensief) én wanneer het dansen intensief is (maar niet per se synchroon). Al werd het grootste effect gemeten bij de leerlingen die samen zowel synchroon als intensief hadden gedanst! Zij voelden zich het meest verbonden.
— (De Kuijper, 2021)

In dit artikel werk ik deels met deze theorie. Daarnaast heb ik oefeningen bedacht waarvan ik zelf denk dat ze de verbinding tussen leerlingen vergroten, omdat hierbij uitgegaan wordt van de twee leerdoelen die hierboven zijn benoemd: op eigen benen staan én met anderen omgaan. Het is leuk om aan het einde van de les aan de groep te vragen hoe zij dit hebben ervaren. In welke oefening voelden ze zich het meest verbonden met anderen? 

Ik heb er overigens bewust voor gekozen om nog niet met fysiek contact te werken, omdat ik me kan voorstellen dat nog niet elke dansdocent zich daar nu prettig bij voelt (covid gerelateerd). Maar de oefeningen in dit artikel zijn alsnog zo gemaakt dat de leerlingen elkaar nodig hebben. Ze kunnen geen enkele oefening alleen uitvoeren en moeten elkaar constant in de gaten houden. Ik hoop daarmee alsnog het gevoel van contact met leeftijdsgenoten te vergroten. 

De oefeningen zijn gericht op improvisatie en compositie en dus niet stijlgebonden. Gebruik ze als losse oefeningen in je les of wijd er een hele les aan. Het kan allebei.

7 oefeningen voor verbinding

Dansen met elkaar is niet voor elke jongere even makkelijk. Vaak vergt het tijd om dit op te bouwen. Het kan natuurlijk ook per groep verschillen. In groepen waar leerlingen elkaar goed kennen, kunnen dit soort oefeningen vaak sneller opgebouwd worden. In redelijk nieuwe groepen kun je langer de tijd nemen voor elke stap. 

De oefeningen zijn gemaakt in een specifieke volgorde en ik zou je aanraden pas door te gaan naar de volgende oefening als ze de vorige redelijk onder de knie hebben. Je hoeft niet alles in één dansles te doen. Je kan de zeven oefeningen ook over zeven weken verdelen (of langer). Elke week pak je er een extra oefening bij. 

Tussendoor is het fijn om met je leerlingen te reflecteren over wat ze gedaan hebben. Op die manier krijg je als docent te horen wat de leerlingen ervaren hebben en zet je de leerlingen ook aan het denken. Onder elke oefening vind je daarom een paar voorbeeldvragen die je aan de groep kunt stellen.

Oefening 1: samen beginnen

Maak met de hele groep een grote kring. Doe als docent een aantal bewegingen op muziek die dienen als opwarming. De bewegingen mogen lekker intensief zijn en kunnen geheel gekozen worden in de stijl van de dansles. Het synchroon en intensief beginnen van de les zorgt meteen voor een gevoel van verbinding. Als variatie kun je één voor één de leerlingen een beweging laten kiezen die iedereen na moet doen, zolang iedereen maar synchroon blijft dansen en het tempo er goed in blijft. 

Notitie: Ik begin met kinderen en volwassenen altijd in een kring, maar met tieners heel vaak niet. Op de een of andere manier is er bij hen meer ongemak in een kring en daarom sla ik die vaak over. Ik merk dat zij zich soms even 'niet gezien’ willen voelen aan het begin van een les en ze zich pas, als ze eenmaal een beetje in de les zitten, wat vrijer beginnen te voelen. Je kunt de dansles eventueel dus ook met oefening 2 beginnen! 

Muzieksuggestie klassiek/modern: Gatluak - Bakermat Remix
Muzieksuggestie jazz/urban: Canoa - DJ Gregory, Gregor Salto
Deze oefening kan ook goed zonder muziek

Oefening 2: aanvoelen

Laat de leerlingen wandelen/lopen door de dansstudio, kriskras door elkaar. 

1 | Laat de leerlingen elkaars ritme vinden. Ze moeten proberen precies even snel te lopen. 
2 | Ze mogen nu het looptempo versnellen of vertragen. Zonder te overleggen moeten ze samen proberen om tot een nieuw tempo te komen. 
3 | Voeg nu de ‘stop’ toe: uit het niets kan er iemand stil staan. Als dit gebeurt moet de hele groep direct ook stilstaan. Omstanders mogen bijna niet zien wie het stilstaan heeft ingezet. Vanuit het stilstaan kom je samen weer op gang. 
4 | Het stilstaan kan worden uitgebreid naar verschillende posities: staand, zittend of liggend. 

Als het goed is, voelt de groep elkaar na deze oefening goed aan en zijn de zintuigen flink geprikkeld. Ook is deze oefening een lekkere warming-up, zeker wanneer ze regelmatig een stukje kunnen rennen. 

Reflectie:
- Hoe voelde het om de groep zo nauw in de gaten te moeten houden?
- Hoe voelde het om kriskras door elkaar te bewegen?
- Werd het makkelijker na een tijdje oefenen?

Muzieksuggestie klassiek/modern: Swim - Christian Löffler
Muzieksuggestie jazz/urban: Remember me - Alyssa & Gia
Deze oefening kan ook goed zonder muziek

Oefening 3: kopiëren 

De groep laat elkaar nu even los. Iedereen maakt nu zelf een keuze. 

1 | Iedere leerling mag kiezen om te lopen (traag, normaal of snel) of te stoppen (staand, zittend of liggend). De verschillende opties worden steeds afgewisseld. 
2 | Als extra optie mogen leerlingen nu ook een herhalende beweging doen als ze stoppen met lopen. Deze beweging mag alles zijn, maar moet vaak achter elkaar kunnen worden uitgevoerd. Voorbeelden zijn: het draaien van je arm, springen op je plek, door je knieen zakken en weer strekken, omhoog en omlaag kijken, et cetera. De herhalende beweging vindt plaats op de plek waar de leerling stopt en is dus niet verplaatsend. 
3 | Copycat: een leerling mag ervoor kiezen om iemand anders te kopiëren. Dit mag op elke plek in de zaal gebeuren. Hoe lang en wie de leerling kopieert mogen ze zelf bepalen. Iedereen kan op elk moment kiezen om weer te lopen, zelf een beweging te verzinnen of om iemand anders te kopiëren. 
4 | We gaan de Copycat variatie nu meer verdiepen. Als een leerling iemand nadoet, dan moet deze leerling heel bewust een plek kiezen in de ruimte. Naast diegene of juist ervoor? Helemaal aan de andere kant van de zaal of misschien wel rug aan rug. Spoor de leerlingen aan om goed na te denken over de keuze van de plek. 
5 | Maak de oefening tot slot extra moeilijk door te zeggen dat er maar twee leerlingen hetzelfde mogen doen. Stel je voor dat er een leerling op de plaats aan het springen is. Een andere leerling gaat erachter staan en kopieert de sprongetjes. Nu gaat er een derde leerling achter staan die ook de sprongetjes kopieert. Dit betekent dat een van de andere twee springende leerlingen moet stoppen en verder gaan met een andere beweging. Op die manier moeten alle leerlingen elkaar extra goed in de gaten houden. 

Reflectie
- Wat voegt de plek van de copycat toe aan de de beweging?
- Hoe voelt het als iemand je nadoet?
- Wat zijn mogelijke tegenstellingen van bewegingen die net tijdens de oefening zijn gedaan (dit is een voorbereiding op de volgende oefening)

Muzieksuggestie klassiek/modern: Mi Mujer - Nicolas Jaar
Muzieksuggestie jazz/urban: COPYCAT - Billie Eilish

Oefening 4: reageren

Als het ‘zelf keuzes maken’ en het ‘kopiëren’ soepel verloopt, kun je er een ‘actie-reactie’ opdracht van maken. Vooraf aan deze opdracht is het fijn om verschillende tegenstellingen te bespreken met de groep. Dans als docent een stukje voor en laat de leerlingen de tegenstelling doen in beweging. Bijvoorbeeld:

- docent danst hoog, leerlingen dansen laag; 
- docent danst snel, leerlingen dansen langzaam;
- docent dans vloeiend, leerlingen dansen hoekig; 
- docent beweegt heel groot, leerlingen bewegen heel klein.

Kijk of je samen zoveel mogelijk tegenstellingen kunt verzinnen. 

1 | Blijf doorgaan met onderdeel 5 van oefening 2. Leg uit dat de leerlingen nu niet alleen mogen kopiëren, maar ook reageren. Hun reactie moet altijd een tegenstelling zijnIs een leerling aan het springen (hoog)? Dan kun jij als reactie gaan rollen over de vloer (laag). Loopt een leerling slowmotion door de zaal? Dan kun jij als reactie gaan rennen. 
2 | De regel van maximaal twee leerlingen per beweging wordt opgeheven. Moedig leerlingen nu juist aan om per beweging zoveel mogelijk tegenstellingen te zoeken. Stel je voor dat er iemand langzaam door de zaal loopt, dan kun je daarop reageren door te gaan rennen. Een andere leerlingen zou daarop kunnen reageren door van richting te veranderen en achteruit te gaan lopen in hetzelfde tempo. Een volgende leerling kan over zijn buik glijden in plaats van te lopen over dezelfde route als de lopende leerling. Zo zijn er per beweging verschillende tegenstellingen te verzinnen. 

Muzieksuggestie klassiek/modern: Will Soon Be a Woman - Ibrahim Maalouf
Muzieksuggestie jazz/urban: Primate Boogaloo - Quantic, Aspects 

Reflectie:
- Wat doe je liever: zelf verzinnen of volgen?
- Kon je gemakkelijk tegenstellingen verzinnen?
- Heb je met veel verschillende groepsgenoten samengewerkt of waren het vaak dezelfde? Waarom?

Notitie: Je kunt je afvragen of deze oefening nog in lijn is met de theorie van Tarr, waarin juist de synchroniteit voor een gevoel van verbinding zorgt. Toch denk ik zelf dat het bewust niet synchroon bewegen ook kan bijdragen aan het gevoel van samenhorigheid. In deze oefening moet een leerling goed naar een andere leerling kijken en daar een passende reactie op verzinnen. Als beide leerlingen bewegingen maken die aan elkaar gerelateerd zijn, zonder hetzelfde te zijn, voelen ze denk ik nog steeds een vorm van verbondenheid. Het is in ieder geval een oefening waarbij ze eigen keuzes moeten maken en toch aan het samenwerken zijn!

Oefening 5: dansen 

Het lopen en op de plek stilstaan of herhalende bewegingen maken laten we nu los. De leerlingen verplaatsen al dansend door de zaal. Maak tweetallen en wijs één van de twee aan als leider. De leiders dansen door de zaal. Tegenover deze leerlingen danst de volger. 

1 | De volger doet de leider zo goed mogelijk na. Aangezien je tegenover elkaar staat mag je elkaar spiegelen. Deze oefening hoeft niet lang te duren. Het gaat erom dat de duo’s elkaar gaan aanvoelen. 
2 | De volger gaat de leider nu niet meer spiegelen, maar zet de bewegingen van de leider om in tegenstellingen. Dit hebben we al geoefend in oefening 3.
3 | Verdeel de groep doormidden en laat de leerlingen naar elkaar kijken. Wat valt hen op? Welke tegenstellingen zien ze? Dit onderdeel werkt heel fijn als leerlingen moeite hebben met het verzinnen van tegenstellingen. Zet deze stap vroegtijdig in als je merkt dat dit het geval is. 

Muzieksuggestie klassiek/modern: Libertango - Grace Jones
Muzieksuggestie jazz/urban: Hope - Jain

Reflectie:
- Welke tegenstelling kon je het makkelijkste of juist het moeilijkste dansen?
- Wat heeft je tijdens de oefening het meest verrast?

Oefening 6: creëren

Voor deze oefening heb je een stukje dans nodig uit de les. Dat kan in elke stijl zijn. De combinatie moet minimaal 2x8 tellen duren (beginners/jongere leerlingen) en maximaal 8x8 tellen (gevorderden/oudere leerlingen). Maak tweetallen en geef de leerlingen als opdracht om de combinatie om te zetten naar een andere versie. Je raadt het al… in deze versie moeten ze tegenstellingen verwerken. De leerlingen kunnen daarvoor de tegenstellingen uit opdracht 4 gebruiken. 

1 | Geef de leerlingen (duo’s) een kwartier de tijd om samen een nieuwe versie te maken. Daarna laten de leerlingen per duo zien aan de rest van de groep wat ze hebben gemaakt. 
2 | De duo’s oefenen nogmaals samen hun eigen variant en verdelen daarna de rollen. Een van de twee mag de ‘normale’ combinatie dansen en de andere danst de aangepaste versie. Ze mogen dit gedurende vijf minuten oefenen. Daarna laat elk duo zien hoe dat eruit ziet. Plaats de leerlingen zo in de ruimte dat beide versies van de combinatie goed te zien zijn, bijvoorbeeld naast elkaar of juist voor elkaar. 
3 | Als laatste kies je een aantal leerlingen uit verschillende duo’s en laat je deze samen dansen. Zet ze bijvoorbeeld in vier hoeken van de zaal. In het midden danst iemand de ‘normale’ combinatie. Op die manier kun je goed zien wat je allemaal kunt doen met een klein stukje dans en hoeveel verschillende tegenstellingen er te bedenken zijn. 

Muzieksuggestie: eigen muziek van combinatie

Reflectie: 
- Welke nieuwe versie van onze combinatie zou je zelf willen leren?
- Wie heeft de duidelijkste tegenstellingen gemaakt?

Oefening 7: choreografie & cool down

Om de theorie van Tarr te volgen sluit je de les gezamenlijk af met de combinatie die de leerlingen allemaal kennen. Doe de dans een aantal keer achter elkaar. Maak daarna samen een grote kring en maak als docent een aantal langzame bewegingen en/of stretches die de groep kan volgen. Sluit dit af met een grote buiging. Zo sluit je de les met een extra gevoel van verbondenheid af. 

Muzieksuggestie: eigen muziek van combinatie

Samenwerken

In deze les is op een laagdrempelige manier kennis gemaakt met samenwerken. Leerlingen hebben enkel opdrachten gedaan waarbij ze moesten focussen op anderen. Ik ben heel benieuwd hoe deze les jullie leerlingen gaat bevallen. Werk jij veel aan verbinding tijdens je dansles? Laat het weten in de comments! 

Bronnen


MUZIEK & LESMATERIAAL - JONGEREN

Als dansdocent ben je veel tijd kwijt met voorbereiding. Uren die niet betaald worden. Vooral muziek zoeken voor een nieuwe les neemt veel tijd in beslag. Bovendien veranderen jongeren continu van mening over wat hip is en wat niet. Naar welke muziek luisteren zij? Welke moves zijn cool? Wat speelt er in hun leven? Maar vooral: hoe speel je daar op in? Onze redacteuren Muziek & Lesmateriaal werken veel met jongeren en schrijven artikelen met oefeningen en muzieksuggesties voor danslessen, vergezeld van didactische tips. Laat je inspireren!

Rimke 2021.png

Rimke Saan

Rimke Saan is redacteur Muziek & Lesmateriaal voor jongeren. In 2019 studeerde ze af aan de opleiding Docent Dans bij ArtEZ in Arnhem. Rimke geeft all-round lessen op verschillende dansscholen aan verschillende doelgroepen. Verder werkt ze als dansdocent op de middelbare school en doet zij vaak projecten in het basisonderwijs. Voor Dansdocent.nu schrijft ze inspirerende lesplannen voor jongeren, met didactische tips en muzieksuggesties! Hiervoor was Rimke redacteur Young Dance Professional (2019/2020) en redacteur Muziek & Lesmateriaal voor kinderen (2020/2021).