Talent wil je ontwikkelen, niet afbreken: blessurepreventie bij Codarts Rotterdam 

Studenten van Codarts Rotterdam doen een fysieke test. Fotograaf: Sacha Grootjans.

Studenten van Codarts Rotterdam doen een fysieke test. Fotograaf: Sacha Grootjans.

REPORTAGE | Hoe voorkom je dat dansers uitvallen door blessures? Daar doet het Lectoraat Performing Arts Medicine van Codarts Rotterdam onderzoek naar. Een team van wetenschappers onderzoekt welke blessures het meest voorkomen, wat de risicofactoren zijn én wat effectieve preventiestrategieën zijn. Talent wil je immers ontwikkelen, niet afbreken. Inmiddels bestaat het lectoraat vijf jaar. Lector Janine Stubbe vertelt over hoe het initiatief is ontstaan, wat zij met haar team al heeft bereikt en wat nog toekomstmuziek is.

Blessurepreventie 

Wereldwijd lopen professionele dansers een hoog risico op overbelastingsblessures doordat ze continu op de top van hun kunnen moeten presteren en het uiterste van hun lichaam vragen, maar weinig tijd hebben om hiervan fysiek en mentaal te herstellen (Karreman et al. 2019). Jonge dansers, wiens lichaam nog volop in ontwikkeling is, lopen een hoger risico op blessures (van Winden et al. 2020a). 

Andere risicofactoren zijn een gebrek aan coping skills, een hoge BMI en beperkte flexibiliteit in het enkelgewicht (van Winden et al., 2020a; Van Seters, 2017). De meest voorkomende overbelastingsblessures zijn aan de enkel/voet, lage rug en knieën (Van Winden et al., 2019). Maar ook mentale klachten als angst, stress en vermoeidheid komen veel voor, met name bij studenten Docent Dans (Van Winden et al., 2020b).

Dat zijn enkele inzichten uit onderzoek naar blessurepreventie bij de studenten van de dansopleidingen bij Codarts Rotterdam, waar één op de twee studenten in een academisch jaar geblesseerd raakt (Van Winden et al., 2019). Voor één op de drie studenten is een mental health issue het grootste gezondheidsprobleem (Van Winden et al., 2020b). Vrijwel iedereen ervaart gedurende het schooljaar een gezondheidsklacht. 

Dat klinkt heftig, maar niet alle blessures leiden tot uitval. En in vergelijking met andere internationale dansopleidingen, voor zover daar data van bekend zijn, doet Codarts het goed op het gebied van blessurepreventie. Er zijn dansopleidingen waar het risico op blessure wel drie of vier keer hoger ligt. Toch is het hoge risico op blessures bij dansers een probleem dat aandacht en onderzoek vereist. Janine Stubbe, lector van het Lectoraat Performing Arts Medicine, vertelt: 

Codarts hecht veel waarde aan het opleiden van podiumkunstenaars die langdurig op topniveau kunnen presteren. Dus als studenten uitvallen of vertraging oplopen door blessures of mentale klachten, dan ben je afbreuk aan het doen op de talenten die je binnenhaalt. En de selectie is ontzettend streng he! Op de opleiding Uitvoerende Dans wordt maar 6% van de auditanten aangenomen. Die studenten wil je ook gewoon fit naar het einde van hun studie brengen. Dat is je visitekaartje, ook als zij straks bij gerenommeerde dansgezelschappen terechtkomen.

Inmiddels doet Stubbe alweer vijf jaar onderzoek naar blessurepreventie bij de studenten van de verschillende kunstvakopleidingen van Codarts Rotterdam (dans, muziek en circus). Om effectieve preventiestrategieën te ontwikkelen, brengt ze in kaart wat de meest voorkomende blessures en risicofactoren zijn. 

Nieuw: gezondheidsmonitor voor dansers

Het team van het Lectoraat Performing Arts Medicine bestaat uit bewegingswetenschappers, psychologen, epidemiologen en software-engineers. Zij hebben achtergronden in dans, muziek en circus. Samen hebben ze een online tool ontwikkeld: de Performing artist and Athlete Health Monitor, PAHM in het kort. Het is wereldwijd het enige online instrument dat de fysieke en mentale gezondheid van conservatoriumstudenten en podiumkunstenaars kan monitoren!

Studenten vullen hier maandelijks in hoe ze zich voelen, of ze een blessure hebben en in welke mate deze klacht hen beperkt in het deelnemen aan lessen, repetities en optredens. Slapen ze goed? Hebben ze ergens pijn? Is er sprake van perfectionisme of podiumangst? PAHM verzamelt deze data en koppelt de resultaten in een persoonlijk dashboard terug. Wanneer klachten aanhouden krijgen ze een berichtje dat hen oproept contact te zoeken met een behandelaar, zoals een fysiotherapeut. De meeste studenten doen dit vervolgens ook. Ze gebruiken de monitor graag.

Voor deze unieke aanpak is zoveel interesse dat in 2018 ook het PEARL Research Lab is opgericht, waarbij andere partijen zoals de Feyenoord Academy en het Rotterdams Philharmonisch Orkest zijn aangesloten. Ook professionele dansgezelschappen zoals Het Nationale Ballet en Nederlands Dans Theater gebruiken PAHM. Hierdoor monitort het team van Stubbe nu niet alleen de gezondheid van de studenten, maar van ruim 1000 nationale en internationale podiumkunstenaars en atleten. Dat levert bruikbare inzichten op:

Het Nationale Ballet had in 2018 op twee momenten Sleeping Beauty in productie, in februari en in december. Zij zagen tijdens de eerste reeks voorstellingen dat veel dansers last kregen van hun enkel. Ze hebben toen de data uit PAHM gebruikt en hebben samen met het medisch team en de fysiotherapeuten een plan opgesteld. In de aanloop naar december hebben ze met de dansers oefeningen gedaan, zoals de calf raises, om hen beter voor te bereiden op de voorstelling. Volgens Het Nationale Ballet heeft dat geresulteerd in substantieel minder enkelklachten.
— Janine Stubbe, Lector

Fysieke Screening

Daarnaast worden de studenten dans en circus van Codarts twee keer per jaar uitgebreid gescreend, aan het begin van het academische jaar en zes maanden later. Dan wordt er ook naar bloedwaardes gekeken, zoals ijzer en vitamines. Ook doen de studenten een push-up-test, sprongtest, knie-test en een dansspecifieke conditietest: de Dance Aerobic Fitness Test (DAFT). De circusstudenten doen de shuttle run, maar deze bleek voor dansers niet uitdagend en dansspecifiek genoeg. De DAFT is bedacht aan de University of Wolverhampton en Trinity Laban, maar wordt nu doorontwikkeld bij Codarts. Stubbe: “Wij zagen nog wel wat verbeterpunten.” 

De resultaten uit deze fysieke teksten worden gebruikt om individueel of in kleine groepjes met de studenten aan de slag te gaan. Blijkt er bijvoorbeeld uit de Single Leg Squad (SLS) testen dat er sprake is van knie-instabiliteit, dan gaan de studenten onder begeleiding van een docent daarop trainen. En dat werkt! In het derde jaar kunnen de studenten aanzienlijk beter hun knie stabiel houden; iets dat veel eerstejaarsstudenten erg lastig blijken te vinden. Daarnaast worden deze data gebruikt om het curriculum van Codarts te verbeteren: 

Zo bleek dat we in september en oktober een piek aan fysieke klachten hebben, zoals enkelklachten en Shin Splints. Nou dachten wij dat we aan het begin van het schooljaar een langzame opbouw hadden, maar dat was nog niet voldoende het geval. Dus zijn we nog meer met periodisering aan de slag gegaan en hebben we een traject ontwikkeld om de start van het schooljaar soepel te laten verlopen. In die maanden hebben studenten overigens zelden mentale klachten, omdat ze nog helemaal uitgerust zijn van de zomervakantie.
— Janine Stubbe, Lector

Ook is het lectoraat vitamine D gaan monitoren nadat opviel dat veel studenten een tekort hadden. Achteraf gezien is dat logisch te verklaren, omdat de studenten het merendeel van de schooldagen binnen in de studio en in het theater actief zijn. Daarom wordt er nu standaard op vitamine D getest en is er contact gelegd met diëtisten. Wanneer studenten een tekort blijken te hebben, krijgen ze voedingssupplementen. Daardoor voelen ze zich beter en zijn ze veel minder moe. 

Tip: even geen dans

Verder blijkt dat de meeste blessures overbelastingsblessures zijn (Van Winden et al., 2019). Tijd nemen om fysiek en mentaal te herstellen is dus ontzettend belangrijk in het voorkomen van blessures bij dansers die op hoog niveau trainen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan! Waar atleten vaak een paar dagen voor een wedstrijd het even iets rustiger aan doen, zit de agenda van een danser of dansstudent voor een dansvoorstelling juist extra vol met repetities. Ook mentaal tot rust komen en herstellen blijkt lastig:

We hebben hier op Codarts studenten uit 65 verschillende landen, die voor het eerst in Rotterdam wonen en hier geen familie hebben. Dus wat krijg je; er ontstaat een Codarts familie! Die internationale studenten fietsen ‘s ochtends naar Codarts, ontbijten dan samen, dansen samen, lunchen samen, dansen nog meer samen, etc. Vervolgens gaan ze met elkaar mee naar huis omdat ze samen wonen en gaan ze ‘s avonds ook nog naar een dansvoorstelling omdat ze dat leuk vinden. Dus het is voor hen heel moeilijk om daar los van te komen.
— Janine Stubbe, Lector

Toch blijkt uit onderzoek van Stubbe dat mental detachment (een cognitieve en emotionele pauze) effectief is als preventieve strategie (Balk et al., 2018). Studenten die zich in hun vrije tijd niet met dans bezighouden en niet rumineren over wat er in de danslessen is gebeurd, voelen zich vrolijker en ervaren minder gezondheidsklachten. Bij Codarts proberen ze de studenten daarom in speciale Body Awareness and Conditioning Lessons (BAC) uit te leggen dat het helemaal niet erg is om een avond niet aan dans te besteden en iets anders te doen, zoals een pubquiz in een kroeg. 

Opvallend genoeg blijkt dat studenten Docent Dans meer mentale gezondheidsklachten ervaren dan dansers van de uitvoerende opleiding (Van Winden et al., 2020b). Waarschijnlijk heeft dit met een gebrek aan mental detachement te maken, in combinatie van een extra belasting van het lichaam. Waar het curriculum van de uitvoerende dansers voor 70% uit praktijkvakken bestaat, is dit bij de studenten Docent Dans 50%. Dus om extra danservaring op te doen, doen ze in hun vrije tijd ook aan dansprojecten mee. 

Studenten steken vaak het liefst ieder uurtje in hun passie. Ze denken: hoe meer, hoe beter. Dat is goed bedoeld, maar werkt averechts. Met dit soort onderzoek probeer je uit te leggen dat deze instelling ook een negatief effect kan hebben. Dat proberen we ook aan docenten uit te leggen.
— Janine Stubbe, Lector

Toekomstmuziek

Het lectoraat zou aanvankelijk vier jaar lopen, maar is wegens succes voor onbepaalde tijd verlengd. En bij het PEARL Research Lab sluiten zich steeds meer externe partners aan - op hun eigen initiatief! Samenwerking met andere Nederlandse dansopleidingen is er helaas nog maar met mate. Toch hoopt Stubbe dat deze samenwerking alsnog tot stand komt. Om stevige conclusies te kunnen trekken uit hun data is er namelijk een grotere ‘populatie’ nodig. Oftewel: meer studenten. 

Als je kijkt naar onderzoek naar risicofactoren, bijvoorbeeld voor knieblessures, dan moet je eigenlijk wel iets van 200 knieblessures in je database hebben. Inmiddels na vijf jaar onderzoek bij Codarts komen we wel aan die aantallen, maar het zou fantastisch zijn als we samen met andere dansopleidingen op eenzelfde manier data kunnen verzamelen. Dat is altijd nog mijn droom! Dus er is nog genoeg te doen.
— Janine Stubbe, Lector

Janine Stubbe was te gast in de eerste aflevering van Lunch met de Lector op 16 februari 2021. Zij vertelde over de methode die ze ontwikkelde om fysieke en mentale gezondheid van podiumkunstenaars en sporters te meten.

DSC_2138.jpg

Bio Janine Stubbe

Dr. Janine Stubbe is bewegingswetenschapper en werkzaam als lector Performing Arts Medicine bij Codarts Rotterdam. Binnen het lectoraat houdt zij zich bezig met het verbeteren van de fysieke en mentale gezondheid van dansers, musici en circusartiesten. Daarnaast werkt zij nauw samen met de medewerkers van het Codarts Performing Arts Health Centre om de gezondheid van de studenten in de podiumkunsten te optimaliseren. Voorheen was Janine ook verbonden als lector Sportzorg aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Tot 2013 is Janine ook werkzaam geweest als senior onderzoeker en coördinator sportonderzoek bij TNO.

Dit artikel werd mede mogelijk gemaakt door Codarts Rotterdam. 

Bronnen


Internationaal DansOnderzoek

In de rubriek ‘Internationaal Dansonderzoek’ scheiden we fabels van feiten. We nemen een kijkje in de wereld van danswetenschap en gaan in gesprek met de onderzoekers over hun bevindingen: Waarom hebben ze dit onderzoek gedaan? Wat hebben zij ontdekt? En wat hebben dansers of dansdocenten aan die inzichten? Zo zorgen wij ervoor dat de meest relevante danswetenschappelijke kennis het werkveld daadwerkelijk bereikt.

Jacky groot.png

Jacqueline de Kuijper

Danswetenschapper Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze studeerde danswetenschappen aan Mills College in Californië. Tijdens haar bachelor aan University College Utrecht studeerde ze theaterwetenschappen, kunstgeschiedenis en psychologie. Haar scherpe pen en onderzoekende geest zet ze sinds 2019 in om dansdocenten te inspireren. Naast het aansturen van de andere redacteuren, is ze verantwoordelijk voor de rubrieken ‘Bijscholing & Omscholing’ en ‘Internationaal Dansonderzoek’.