28 nieuwe gezichten: Wat nu?!

Dansdocent Rimke Saan. Fotograaf: Jacqueline de Kuijper.

Dansdocent Rimke Saan. Fotograaf: Jacqueline de Kuijper.

YOUNG DANCE PROFESSIONAL | Rimke Saan staat als dansdocente de laatste tijd vaak voor een nieuwe groep leerlingen. Elke groep en situatie is verschillend. Dat maakt nieuwe groepen ontzettend lastig. Ook al bereidt zij haar lessen voor tot in de puntjes, Rimke vergeet vooraf na te denken hoe ze zo’n nieuwe groep aan moet pakken. Waar loopt ze tegenaan en hoe lost ze dit op? Dat lees je in dit artikel! Als een herinnering voor haarzelf en alle dansdocenten in dezelfde situatie. 

De eerste indruk

Woensdagmiddag. Een uur of 13.00.. Ik val in op de middelbare school in Amsterdam waar ik normaal gesproken werk op dinsdag. Het gaat om eerstejaars. Ze hebben vandaag voor het allereerst dansles op hun rooster staan. De sfeer is gezellig druk als ik de les wil starten. 

Ik: “Goedemorgen, ik ben juf Rimke. Jullie krijgen de volgende vier lessen dans van mij.”

Leerling 1: *fluisterend naar mede tweedeklasser (leerling 2)* “Is zij een leerling of zo?”Leerling 2: “HOE OUD BEN JIJ?!”Ik: *Proberend grappig te zijn* “Bedankt voor het compliment jongens, ik ben 43.”

De klas hele klas kijkt me hoofdschuddend aan. Geen grappen meer.

Ik leg uit wat we in de danslessen gaan doen en dat we altijd met een warming-up beginnen. Ik wil ze uitleggen dat je tijdens de warming-up technieken en passen leert die je kan gebruiken tijdens de lessen.

Ik: “Een warming-up heeft natuurlijk een doel. We doen dat om …. op te warmen. Ik ga voor een spanning opbouwende stilte, maar wordt onderbroken. Leerling 3: “Wow serieus?! Een warming-up? Om op te warmen?!

Opnieuw hoofdschuddende leerlingen. Ik heb weer een super eerste indruk gemaakt. Dit is niet de doelgroep voor spanning opbouwende stiltes. Dan maar gewoon beginnen.

Eenmaal in beweging lijkt de klas de ongemakkelijke opening vergeten. Ik gooi er een paar moeilijk pasjes in en hoppa, ik heb mijn waardigheid weer terug. 

Nieuwe groepen

Ik heb de laatste tijd vaak een nieuwe groep voor mijn neus. Door een workshopdag, sollicitatie, invallessen of nieuw project. Van tevoren bedenk ik wat ik tijdens mijn les ga doen. Wat sluit aan op de leeftijd, op hun niveau? Wat voor thema en leerdoel koppel ik aan mijn les? Ik verzin oefeningen, maak muzieklijsten en verzamel materiaal. Alles wordt genoteerd in mijn koperkleurig schrift (met glitters). Ik ben ready to go!

Dan sta ik de volgende dag met je neus tegenover 28 nieuwe gezichten. Nog voor de les begint, weet ik niet wat ik kan verwachten. Rennen ze langs me heen naar binnen als ik de muziek aan probeert te sluiten? Komen ze handjes schudden, netjes wachtend bij de ingang? Zijn ze gewend aan een namenrondje vooraf? Of ben ik dan meteen alle concentratie kwijt? Kan ik ze beter meteen laten beginnen, zodat de spanning niet te lang opbouwt? Of moet ik ze even rustig uitleggen wat we gaan doen: waarom, hoe en wat de regels zijn? 

Vraagstukken die me elke keer als ik een nieuwe klas voor me heb bezighouden. Maar pas als het te laat is en die 28 stuiterballen langs me heen de gymzaal in rennen, ik geen enkele naam ken en de groepsleerkracht al weg is. Had ik hier maar een keer over nagedacht.

Daarom daag ik mezelf uit in deze nieuwe blog om eens vooraf na te denken hoe ik een nieuwe les aan kan pakken. Niet alleen wat ik tijdens mijn les voor stof wil behandelen, maar hoe ik de les didactisch aanpak. Van binnenkomst tot werken in groepjes. 

Blokkeer de ingang

Voor de dansles überhaupt is begonnen, is het belangrijk te beseffen hoe jij als dansdocent de binnenkomst wilt begeleiden. Dit is een onderwerp dat, denk ik, op elke dansacademie in het eerste jaar wordt behandeld. Toch is het in de praktijk iets waar ikzelf niet aan denk. Zo druk ben ik bezig met wat ik in mijn dansles wil gaan doen, dat ik alles ‘voor’ de les vergeet. 

Op sommige scholen (basis- of middelbaar onderwijs) zijn kinderen het gewend een hand te geven. Op andere steek ik gewoon mijn hand uit en hoop ik dat ze hem schudden. Dit geeft mij de kans om alvast wat namen te leren of in elk geval de kinderen aan te kijken en te observeren. Zijn ze rustig? Verlegen? Of is dit een kind wat misschien straks de boel op stelten gaat zetten? Dan houd ik die meteen in mijn vizier. Je weet maar nooit.

Überhaupt bij de deur staan als leerlingen binnen stromen, geeft me de kans om ze een opdracht te geven. “Ga maar, zonder geluid, op de rode lijn zitten.” Zeker bij een eerste les, geeft dat veel rust. Je voorkomt in ieder geval dat er een grote chaos ontstaat in de danszaal. Blokkeer dus de ingang en zorg dat jij bepaald wie er wanneer naar binnen komt. 

Gaan met die banaan

Als de kinderen in de kring zitten ga ik ertussen staan. Ik gebaar ze te komen staan met hun voeten op de rode lijn. Leerling 1: “Kan je niet praten ofzo.” De klas lacht. Ik kijk hem vragend aan. Gebaar de hele klas om naar hem te wijzen. Ik steek mijn vinger zo ver mogelijk naar hem uit en dan doe ik hem voor mijn mond. Ik: “SSSHHHHHHH” Iedereen doet mee. Dan is hij de rest van de warming-up stil.

Ik begin mijn les vaak met een introductie. Vragen hoe het gaat, of iemand iets leuks heeft meegemaakt en misschien een terugblik op de vorige les. Maar soms heb ik het idee dat zo’n verbale introductie ook veel onrust kan creëren. Kinderen die beginnen met wiebelen, kinderen die zichzelf terug lijken te trekken en geroezemoes. Je bouwt met een te lange introductie ook veel spanning op. Ik weet ook van mezelf dat hoe langer ik ergens op wacht, hoe enger ik het ga vinden. 

Een van mijn nieuwe projecten doe ik vanuit een organisatie die graag werkt met ‘non-verbaal lesgeven’. Met andere woorden: lesgeven met zo min mogelijk uitleg en gepraat. Zij zeiden: “Ga gewoon direct klaar staan met de groep en begin. Na de warming-up kun je nog het een en ander toelichten.” Ik had zelf nog nooit zoiets gedaan en kon me niet voorstellen dat kinderen het niet heel gek vonden dat hun nieuwe juf niets zei. 

Toch heb ik het uitgeprobeerd en inderdaad… dit werkt echt! 

Door jouw stilte en directe inzet, moeten de leerlingen wel mee. Je geeft ze geen kans om te gaan klieren of om zichzelf terug te trekken. Al denk ik niet dat dit voor elke situatie of groep goed werkt. Dit moet je als docent aanvoelen. Bij twijfel, probeer het eens! 

Respect voor elkaar

Bij een eerste les kun je natuurlijk rustig vertellen wie je bent, wat je komt doen en welke gedragsregels je hanteert. Regels zijn belangrijk, maar hebben ook een negatief imago. Als je meteen begint met de regels, kan je overkomen als nóg zo’n docent die de hele tijd regels oplegt. Aan de andere kant is het bij een nieuwe groep heel fijn om je verwachtingen aan te geven. Ik vertel altijd bij elke groep twee regels. Ik noem het dan ‘afspraken’, omdat dit net wat positiever klinkt.

  1. Als ik (de dansjuf) uitleg of iets voordoe, dan kijken jullie naar mij en luisteren jullie. 

  2. Tijdens de dansles houden jullie je handen en voeten bij jezelf (tenzij ik een andere opdracht geef). 

Dit zijn voor mij de belangrijkste voorwaarden. Vaak werkt het goed om dit vooraf te bespreken. Ik heb dan iets om op te bouwen als er leerlingen écht niet luisteren of steeds met andere kinderen bezig zijn. Dan hebben ze al een keer gehoord dat waar ze mee bezig zijn niet wordt goedgekeurd. Als er een onveilige sfeer in de groep hangt, heb ik nog een nummer drie.

  1. Tijdens de dansles heb je respect voor jezelf en voor je klas-/groepsgenoten. 

Het woordje respect levert meestal ook daadwerkelijk respect op. 

Naamstickers please

Namen van 28 nieuwe leerlingen onthoud je niet in één les. Er is vast iemand die dat kan, maar ik helaas niet. Soms zijn leerkrachten op scholen bereid om naamstickers op te plakken. Dat werkt geweldig. Dan zie je meteen alle namen en leer je ze heel snel. Zonder naamstickers is een namenlijst een goed alternatief. Helaas zijn er veel situaties waar beiden geen optie zijn.

Ik gebruik vaak het volgende trucje. Ik vraag direct de namen van leerlingen die het meeste klieren of opvallen in ‘negatieve’ zin. Ze voelen zich direct bekeken en weten dat ik ze in de smiezen heb. Ik probeer dan ook zo snel mogelijk een compliment te geven aan deze leerlingen. Als ze iets goeds doen dan. Ik probeer ook altijd een stuk of twee leerlingen te scouten met veel talent en die mijn oefeningen snappen. Ik kan ze dan inzetten bij bepaalde opdrachten als voorbeeld of als leider. 

Dit zijn voor de eerste les wat mij betreft de belangrijkste namen om te weten. De rest komt dan later wel. 

Vriendjespolitiek

Ik: ‘Oke, jullie kunnen samen. Jij mag met hem. Nee, die ander, met die groene trui. Oke en jij mag dan met, uuuh, haar! Leerling A: “Juf, ik wil niet met haar!!!! *trekt vies gezicht* “Leerling B: “rent stiekem naar de andere kant van de zaal om bij zijn vriend te gaan staan* Leerling C: *in tranen, omdat niemand met hem wil samenwerken.* 

Werken in groepjes of duo’s in een eerste les. Ik vergeet altijd wat een gedoe dat kan opleveren in sommige groepen. Als je de groepjes zelf laat kiezen, heb je vaak de kinderen die elkaar negatief beïnvloeden bij elkaar. Daardoor krijg je een paar geweldige groepjes en een paar tikkende tijdbommen. Groepjes indelen kan zorgen voor discussies. Kinderen gaan stiekem van plek wisselen of zeggen hardop hoe graag ze NIET bij de ander willen.

Voor duo’s gebruik ik het liefste de leerkracht, als die aanwezig is. Die weet vaak wie wel of niet kan samenwerken. Als die er niet is, doe ik het op gevoel.  Voor groepjes werk ik het liefst met nummeren. Gewoon willekeurig (terwijl je checkt dat een aantal kinderen niet hetzelfde nummer hebben). Ik zorg dat leerlingen die goed mee doen allemaal een ander nummer hebben. Dan weet ik zeker dat er in elk groepje een positieve factor zit. 

note-to-self: het werkt!

Afgelopen week heb ik mijn eigen tips in de praktijk gebracht bij maar liefst vijf nieuwe klassen. Ik ben bij de deur gaan staan om handen te geven. Ik gaf ze meteen de opdracht op rustig een plekje te zoeken in de kring. Ik gaf van tevoren de structuur aan van de les, mijn twee regels en het thema van die dag. De lessen verliepen rustig en overzichtelijk. Voor de leerlingen, maar vooral voor mijzelf. Nadenken over dit onderwerp, vóór je les, helpt dus echt!

Heb jij een gouden tip voor nieuwe groepen? Deel het hieronder als opmerking! 


YOUNG DANCE PROFESSIONAL

Hoera! Je bent afgestudeerd als dansdocent. En nu? In de rubriek ‘Young Dance Professional’ lees je alles over de perikelen van een jonge dansdocent. Wat komt ze tegen in het werkveld? Is ze daarop voorbereid door de opleiding? Wat zijn de successen? En de uitdagingen? Onze redacteur deelt haar ervaringen en nodigt je uit om mee te denken en je eigen ervaringen te delen. Je staat er niet alleen voor!

Rimke.png

Rimke Saan

Rimke Saan is redacteur Young Dance Professional. Ze is recent afgestudeerd aan de opleiding Docent Dans bij ArtEZ in Arnhem. Zij geeft all-round lessen op verschillende dansscholen aan verschillende doelgroepen. Verder werkt Rimke als dansdocent op de middelbare school en doet zij vaak projecten in het basisonderwijs. Als beginnend dansdocent schrijft ze voor Dansdocent.nu persoonlijke verhalen over de perikelen van jonge dansdocenten.