Franklin Ignacio: “Kijk dan wat er wel mogelijk is, niet alleen wat er niet kan!” 

Franklin Ignacio (43 jaar) werkte van 2008 tot 2017 bij het Albeda Danscollege als productieleider en docent ondernemerschap en was verantwoordelijk voor de PR & Communicatie. Sinds 2019 is hij terug bij Albeda voor het runnen van het stagebureau Dutch Dance Artistry. Zo regelde hij dat hun studenten in 2021 mee konden dansen in de shows van het Eurovisie Songfestival.

TRENDS & CURRICULUM | Bij de twaalfde podcast over de ‘Dansdocent van de Toekomst’ ging redacteur Sanne Fokkens in gesprek met Franklin Ignacio, hoofd van het stagebureau Dutch Dance Artistry bij het Albeda Danscollege in Rotterdam. Zij spraken over het curriculum van de mbo opleidingen Dansinstructeur (niveau 3) en Allround Danser (niveau 4), waar studenten worden opgeleid voor het commerciële danswerkveld én leren lesgeven. Benieuwd wat dat inhoudt? Beluister dan de podcast! Of lees Sanne’s reflectie op het interview.

Reflectie: Je eigen meerwaarde ontdekken

De maatschappij is aan het veranderen. In deze tijden van #MeToo is er meer openheid aan het ontstaan over hoe het eraan toegaat op dansacademies en in de danswereld. Daarnaast is er steeds meer oog voor diversiteit & inclusie. Dat geeft wellicht aan dat ‘wij’ onze grenzen willen kunnen aangeven, maar ook onszelf willen laten gelden. We willen echt gezien en gehoord worden. 

En dát is wat mij raakte tijdens het podcastgesprek met Franklin Ignacio van het Albeda Danscollege, dat zij ál hun studenten zien en daarbij zéér maatschappelijk betrokken zijn. Zo moedigen ze hun studenten aan om hun eigen talenten en meerwaarde te ontdekken. Zoals Franklin zegt: “Kijk dan wat er wel mogelijk is, niet alleen wat er niet kan. Wat betekent het voor jou als je wel jouw unique selling point naar voren zou kunnen brengen. Hoe zou je je dan kunnen profileren? En dan ga je niet concurreren met al die duizend anderen, maar dan vind jij je eigen niche wel in het commerciële werkveld.” Met dit zelfbewustzijn - en een hoop lessen ondernemerschap - willen zij hun dansers en dansinstructeurs zelfverzekerd het werkveld insturen.

Daarnaast zegt Franklin over de ‘dansdocent van de toekomst’ dat de dansers en dansinstructeurs verbinding moeten houden met de maatschappij. Studenten moeten daarom weten wat er gaande is en wat er speelt in de samenleving. In een stad als Rotterdam, met haar vele etnische, culturele achtergronden en een levendige LHBTIQ+ gemeenschap, zie je dat ook terug op het danscollege. Zo vierde Albeda de kunst van drag met een mooie dansvideo (gechoreografeerd door docent Virgil Moreno) waarin de geschiedenis ervan naar voren komt en dat tevens een ode is aan de gay-cultuur en Black Trans Women. En hun performance op de uitreiking van de 010 Inclusief Award kreeg een staande ovatie!

Dat is denk ik echt uniek aan deze opleiding: dat je je eigen meerwaarde leert kennen binnen die veranderende maatschappij. Franklin vertelt dat het in de commerciële danswereld vaak gaat over ‘het mooie plaatje’, maar Albeda leert haar studenten te kijken naar hun talenten en te zoeken naar een eigen plek binnen die wereld. Als dansinstructeur hebben ze dan ook ‘extra tools’ in huis om bijvoorbeeld aan te tonen bij een opdrachtgever: ‘Ik kom niet alleen mijn lesje afdraaien, maar ik kan dit ook geheel opzetten’. Dat ondernemerschap komt eveneens naar voren in het ontwikkelen van hun portfolio en het presenteren van een ‘plan van aanpak’ tijdens het laatste studiejaar. Studenten moeten duidelijk kunnen maken waar ze heen willen en hoe zij dat willen bereiken. 

Tijdens mijn afstuderen (ArtEZ, 2005) hoefde ik geen plan van aanpak te schrijven. Toch jammer, want ik had ideeën en doelgroepen waar ik graag mee wilde werken, zoals ouderen en kinderen van het speciaal onderwijs. Beiden zijn gelukt en gebeurd! Maar het zou wel leuk en nuttig geweest zijn om later terug te lezen wat er wel en niet van mijn plannen terecht was gekomen, en in welke vorm én hoedanigheid! 

Die reflectie tijdens je opleiding - wie ben je, wat heb je geleerd en waar wil je heen - is van grote waarde voor je toekomst. En, om jezelf te leren kennen. Dat staaft mij toch in het beeld dat dit veranderd is de afgelopen zeventien jaar. Er wordt binnen de dansopleidingen - of toch in ieder geval bij Albeda Danscollege - echt meer aandacht besteed aan wie jij bent en wat je daarmee kunt bereiken. Dat vertrouwen van een opleiding in jou, dat je mag zijn wie je bent, is van levensbelang voor je toekomst. Dat het Albeda Danscollege dat vertrouwen geeft, is zeer waardevol.

Sanne Fokkens.

Interview met Franklin Ignacio

Hieronder vind je een beknopt overzicht van onze vragen en de antwoorden van Franklin Ignacio van de dansopleiding en van het Albeda Danscollege. Beluister voor het volledige interview de podcast.

Wat maakt jullie dansopleiding uniek?

“Allereerst hebben op het Albeda danscollege twee opleidingen. De eerste is de niveau 4 opleiding tot allround danser, die dus opleidt tot het commerciële werkveld. Dat wil zeggen, zowel uitvoerend als lesgever. Daarnaast hebben we een niveau 3 opleiding dansinstructeur, en die focust zich echt op het lesgevende aspect.”

“Toen vanuit de ministeries vanuit de politiek hebben besloten van hé, de Artiest-opleidingen moeten naar drie jaar gaan, hebben wij aangegeven binnen het Albeda van goh, we zouden wel die vier jaar willen behouden want wij vinden dat die rijping nodig is voor die danser. En dat kan alleen als wij van kwalificatiedossier over gingen stappen naar Sport en Bewegen. En dat betekent dat we vier jaar mochten blijven, maar ook dat het lesgevende component zwaarder in de opleiding zou moeten worden ingebed. En dat was eigenlijk alleen maar een welkome bijkomstigheid, dus dat hebben we ook gedaan. Dus dat stuk is nu wat meer verankerd. Maar daarnaast, parallel, zagen we dus ook van hé, er is dus ook een markt voor dansinstructeurs die zich alleen focussen op het lesgeven, maar niet op een klassieke wijze. Dus als je het hebt over klassiek ballet of jazz, ja, dan wil je daar wel een geschoolde hbo’er neerzetten. En dit gaat meer over onderwijs geven in sportscholen, voor culturele organisaties, voor het primair en voortgezet onderwijs. Dus dat is de reden dat we toen die opleiding [niveau 3] zijn gaan starten. Dus dat loopt nu naast elkaar.” 

“Bij niveau 4 is het zo dat ik vanuit het stagebureau voor alle studenten, van alle leerjaren, de stages reguleer. Normaal bij een klassieke dansopleiding ga je dan een compagnie of gezelschap een tijd lang stage lopen, maar wat wij doen zijn kortlopende producties, optredens, shows, voor TV, concerten, evenementen. Maar dat moeten we wel bundelen zodat ze na al die jaren die studiepunten, of BPV uren, bij elkaar hebben gesprokkeld. En daar zorg ik dus voor, dat dat officieel wordt afgetekend.”

Welk contact is er met de alumni?

“We hebben niet specifiek een alumnibeleid, in de zin dat van dat we daar iets voor hebben opgezet, maar alumni weten ons sowieso vaker te vinden voor eindexamenprojecten of open dagen. Of ze vragen of het mogelijk is om stagiaires te plaatsen in één van hun producties. Dus in die zin zijn de contacten altijd wel warm met alumni.”  

Welke vaardigheden en attitudes vinden jullie belangrijk bij auditanten?

“Het gaat om potentie. Dus je moet niet helemaal kant en klaar binnen de auditie verschijnen. We kijken naar de lichamelijke mogelijkheden, fysiek, maar dat zijn andere eisen dan je wellicht zou stellen bij een klassieke opleiding. Bij het Albeda krijgen ze ook klassiek ballet en jazz, maar dat is niet de uitstroom, dus dan kan je je voorstellen dat dat minder zwaar weegt dan bij andere opleidingen.” 

“[Het is zo] dat je wel de wil moet hebben om te leren. Ik kan het niet voor andere opleidingen zeggen, maar wij hebben ook een extra aanzet gegeven als het gaat om het productionele en organisatorische gedeelte, ondernemerschap. Hè, dat men meer moet zijn dan alleen, om het heel even in jip-en-janneke-taal te zeggen, het poppetje dat beweegt, zeg maar. wij proberen daar iets meer bij te geven. Dus dat is wel iets dat een auditant nodig heeft, of een potentiële student, de wil om te leren en om dingen aan te pakken.”

Hoe worden jullie studenten voorbereid op het ondernemerschap? 

“Nou, we hebben ondernemerschap lessen. Die zitten gewoon vast in het rooster, voor de hogere leerjaren. Maar als wij dingen signaleren… Ik noem maar even een voorbeeld: Instagram. Vrijwel iedereen heeft Instagram. Maar het kan best zo zijn dat iemand zich op een bepaalde manier profileert, en dat mag omdat het zijn of haar eigen account is, maar als wij iets tegenkomen, kunnen wij daarin wel adviseren. Van oké, jij wilt misschien een bepaalde kant op, dan zijn dit soort foto’s misschien niet zo handig. Of dan is dit misschien een beetje te generiek. Hè, of is dit juist te expressief. Want wij proberen mee te geven dat je jezelf altijd als een blank canvas moet profileren, tenzij je specifiek een opdracht hebt voor een bepaald merk of opdrachtgever waarbij je weet, oké, ze zoeken dit soort typetjes. Maar in het algemeen een headshot moet gewoon neutraal zijn, zodat een opdrachtgever dat zelf kan inkleuren.” 

“Bij niveau 3, dat is dansinstructeur, vinden wij het ook belangrijk dat ze ondernemerschaps tools meekrijgen. . . . Dat ze met die pet gaan kijken: wat is de doelgroep, wat zou ik kunnen presenteren? En dat je altijd customized, zeg maar, per opdracht, per werkgebied, hoe je jezelf presenteert.”

“En bij niveau 3 gaan we ook een stuk verder hè, omdat dat uitsluitend lesgeven is. Dus zij krijgen ook les in anatomie, in voeding, maar in trends bijvoorbeeld, dus wat is nu hot en happening, nou, een cursus EHBO komt langs. Dus dat is veel specifieker en veel meer uitgebreider, waardoor ze dus ook extra tools in huis hebben, om dat ook te tonen aan een potentiële klant of opdrachtgever. Van hé, ik kom niet alleen mijn lesje afdraaien, maar ik kan het ook geheel opzetten. Ik heb gedacht aan de potentiële gevaren en ik weet wat ik moet doen en wie ik moet bellen en bereiken.”

Wat is het verschil tussen ‘dansinstructeur’ en dansdocent?

“Ja, wij proberen toch wel weg te blijven van het woord dansdocent. Zij doceren dans, om het zo maar even te zeggen, maar wij vinden zelf wel, wat ik net eerder aangaf, dat als het gaat om klassiek ballet of jazz, ja dan vinden wij: dat moet een geschoolde hbo’er geven. En bij dansinstructeur mikken we toch op een andere markt. Daar gaat het meer om mensen die met dans in aanraking willen komen, die niet en bepaalde groei per se hoeven mee te maken, maar die wel door middel van beweging gemotiveerd willen worden door een inspirationeel persoon.”

Wat is er de afgelopen tien jaar veranderd in het curriculum?

“Ja, wat ik nog wel leuk vind om te vertellen is, door corona hebben wij een groei doorgemaakt. We moesten kijken naar andere onderwijsvormen. . . . Daarin hebben we ook andere middelen ontdekt. Ik weet niet of je Kahoot kent? Dat is een onderwijsprogramma, digitaal, waarbij je met multiple choice vragen je stem kan uitbrengen. En dat wordt nu ook gebruikt in verschillende lessen. Bijvoorbeeld in de les modern, dat de docent een afbeelding laat zien, volgens mij van iemand die een arabesque doet, en dan dat daar een vraag over wordt gesteld. En dan moeten de studenten stemmen, is het A of B het antwoord, en dan ziet zij gelijk wie wat heeft geantwoord. Dus op die manier is het mee een activerende digitale leervorm geworden, dat ook gewoon heel erg aanspreekt bij deze generatie studenten. En dat is ook wel een verandering van de afgelopen jaren, want ja, de kids leven met de telefoon. Nou, daar kunnen we wat van vinden, weet je, dat is niet altijd prettig. Maar je kan het ook gebruiken als een verlengstuk van het onderwijs. Dus daar zijn we wel steeds meer aan het kijken van goh, hoe kunnen we dat meer integreren?” 

“En ook het video-aspect is nu nog belangrijker geworden. Dat deden we al hoor, dansvideo’s maken, maar nu zien we omdat dat in de toekomst meer gaat gebeuren, ook vanuit commerciële opdrachten, ja, dan moeten we ze ook meer tools geven als het gaat om camerawerk, camerahoeken, de standen, in-en-uit-zoomen. Sommige bewegingen komen in een studio of op een podium wel tot recht, maar op beeld niet, weet je. Dus hoe gaan we daar mee om? Dus we zien daar ook wel kansen liggen om daar ook extra kracht bij te zetten.” 

Wat is de dansdocent van de toekomst?

“Nou, de dansdocent van de toekomst is voornamelijk, zoals wij het zien, een persoon . . . die naast de wil om te leren, dat hij of zij ook verbinding houdt met de maatschappij. Dus, dat je ervoor moet waken dat je, en dat kan bij dans weleens zo zijn, dat je in een eigen bubbel gaat leven. En dat mag he, als dat iets is waarmee je je brood kan verdienen, prima. Maar als het gaat om het generieke allround-schap, moet je toch wel weten wat er in de wereld speelt, wat er gaande is, wat de maatschappelijke verhoudingen zijn.”


Dansdocent van de Toekomst

Met de podcast ‘Dansdocent van de Toekomst’ houden wij jullie op de hoogte van trends op het gebied van danseducatie! Sanne Fokkens, redacteur van Dansdocent.nu, gaat namelijk in gesprek met de artistiek leiders van de opleidingen Docent Dans van dansacademies in Nederland en Vlaanderen. Enkele vragen die aanbod komen zijn: Wat is daar de afgelopen tien jaar veranderd in het curriculum? Hoe kunnen dansdocenten hun leerlingen het beste voorbereiden op zo’n opleiding? En hoe zien zij de ‘dansdocent van de toekomst’?

Sanne Fokkens

Sanne Fokkens is redacteur Trends & Curriculum. Ze studeerde Theaterwetenschap aan de UvA en Docent Dans bij ArtEZ. Ze heeft 15 jaar werkervaring als allround dansdocent, choreograaf, dramaturg en consultant. Ze schreef voor Dans Magazine en werkte als adviseur dans bij Kunstfactor (voorloper van LKCA). Daarnaast is zij oprichter en was ze artistiek coördinator van Stichting Danstheater VOS. Voor Dansdocent.nu gaat Sanne in gesprek met de dansacademies en onderzoekt ze hoe het vak dansdocent zich aan het ontwikkelen is.