Dansers en eetstoornissen (deel 1): 'the look that can kill'

Foto van Getty Images.

GEZONDHEID & ANATOMIE | Eetstoornissen, het blijft een hot topic dat steeds weer in de vriezer belandt. Schandalig, want 1 op de 10 (!) dansers - professioneel én amateur - loopt risico op verstoord eetgedrag. Meerdere factoren spelen hierin een belangrijke rol. De opmerkingen van dansdocenten en de initiële win-win die de danser ervaart tijdens het afvallen kunnen leiden tot de motivatie om steeds destructiever dunner te willen worden. Onderschat het probleem niet! Lees in dit artikel hoe eetstoornissen verweven zijn in onze danswereld.   

Eetstoornissen: nog steeds een ernstig (en zelfs dodelijk) probleem 

Ik heb zelf gelukkig nooit een eetstoornis gehad. Ik kan er dus niet van meespreken, maar ik zie het wel veel rondom mij! Dansers die vel over been zijn en professioneel dansen of een opleiding volgen, of danscollega’s die van het ene dieet naar het andere overspringen omdat ze zichzelf lelijk of dik vinden. Wat me echter het meeste is bijgebleven is de uitspraak tijdens mijn opleiding Dance Science in Londen: 

“Een eetstoornis is nog steeds een dodelijke aandoening...”

Dodelijk?! Ja. Dodelijk. 4,4% tot 18% van de patiënten met anorexia nervosa sterft (Hoek, 2006). De fysieke opoffering die dansers soms maken voor hun carrière kunnen in extreme gevallen echt leiden tot de dood. 

Dit is ook de reden waarom mijn vader er bijvoorbeeld niet helemaal gerust in was toen ik een dansopleiding ging doen. Ik herinner me nog heel goed dat hij me uitvoerig bevroeg over mijn eetgewoontes. “Evelien, wat eet je dan zoal? En hoeveel? Welke gerechten maak je?” Onschuldige vragen als je het in eerste instantie leest. Maar de ondertoon die hij had was er een van bezorgdheid. Want hij meende dat zowat elke professionele danser te weinig at. 

Het grappige is dat mijn huisarts destijds iets identieks deed. Toen ik mijn vermoeidheidsklachten bij haar op tafel legde, beantwoordde ze dit met: “Eet je wel koolhydraten?” Ik was verbaasd (lang leve spaghetti!) maar de huisarts vond dit een doodnormale vraag, want - zo zei ze - “dansers staan erom bekend hun koolhydraten tot in het extreme te schrappen.” Nou, ik at destijds met plezier de (spaghetti)pot leeg! Nog steeds, overigens.

Inmiddels weet ik dat hun bezorgdheid terecht was. De triggers kunnen namelijk in enorm kleine dingen zitten. Zo waarschuw ik bijvoorbeeld altijd mijn leerlingen als er balletpakjes gepast moeten worden: “De maten komen meestal niet overeen met je europese maat!” Zodra ik zeg dat ik een large draag voor mijn balletpakjes krijg ik de verontwaardigde reactie: “Wat?! Jij?! Een laaaaaarge?!” Mij kan het niet veel schelen welke maat op het label staat, maar voor iemand die aanleg heeft voor een vertekend lichaamsbeeld kan dit uitmonden in een drama (Fairburn et al., 2003). 

Het absurde is dat in de danswereld niemand mij ooit die vragen heeft gesteld. Integendeel, ik herinner mij nog een docent op de academie die mij aansprak met: “Als ik jou zie, zie ik je áltijd eten.” Ik meende zelfs een ietsiepietsie afkeuring te horen. Maar klasgenoten die te weinig aten, dat was oké. Zolang ze presteerden was er zogezegd niks aan de hand. Eet je alleen maar sla? Nou prima hoor. Je sleutelbeenderen steken uit? Het zal wel oké zijn. Ik wil hier niet veralgemenen dat elke dansdocent er zo mee omgaat, maar je voelt dat die cultuur er nog steeds is en dat het vermelden ervan nog taboe is. 

Toch trekken danswetenschappers al jaren aan de alarmbel. Zo noemde Chatfield in 1998 het ideaalbeeld van de klassieke danswereld “the look that can kill”. Een film die eetstoornissen en het gevaar ervan voor dansers trouwens mooi in beeld brengt is Dying To Dance. Een beklijvende film die zeker de moeite waard is om te bekijken (en volledig op youtube staat). 

De film mag dan een fictief verhaal zijn, de werkelijkheid ligt er beangstigend dicht bij - zoals je verderop in dit artikel kunt lezen. Verstoord eetgedrag bij dansers kan verschrikkelijk uit de hand lopen doordat ze in eerste instantie een win-win ervaren van het afvallen. Daarnaast voelen veel dansers zich mentaal ook onder druk gezet, of raken ze verstrikt in hun eigen negatieve lichaamsbeeld. Lees dus snel verder en get your facts straight zodat je het probleem niet meer onderschat of - zoals mijn vader in mijn geval deed - overschat! 

Alarmerende berichten in de media

Bij de start van een artikel doe ik altijd mijn deskresearch om op de hoogte te geraken van de meest recente informatie en cijfers. Maar nog nooit ben ik zo geshockeerd geweest door wat ik vond als bij dit onderwerp. Zo publiceerde het Belgische ziekenhuis UZ Antwerpen in 2017 het volgende blogbericht:

Deze eerste vondst was eigenlijk nog een vrij ‘braaf’ bericht. Zodra ik wat verder ging graven in de media doken namelijk meer shockerende getuigenissen op. VRT Nieuws vertelt in 2010 het volgende verhaal: 

De theaterrecensent die de ballerina als ‘te dik’ heeft afgekraakt (terwijl ze gewoon een prachtig en gezond danserslijf had) komt er makkelijk mee weg, want de ballerina verdedigt zichzelf maar eindigt toch met de uitspraak “hij is nu eenmaal een recensent die zijn mening moet geven” (VRT Nieuws, 2010). Een ballerina die openbaar wél toegaf dat het haar diep raakte is de Italiaanse prima ballerina Mariafrancesca Garritano. Zij worstelde met anorexia en vertelt het volgende in een artikel van Het Nieuwsblad (De Coninck, 2011):

Dit vind ik echt shocking, maar nog harder schrok ik van de volgende verslaggeving van een onderzoek bij de Balletschool Staatsopera in Wenen (Schelstraete, 2019):

Jonge meisjes aanzetten tot roken om te vermageren… Ik neem aan dat niemand dit openlijk zal goedkeuren of tolereren? De meest verontrustende uitspraak was echter die in een YouTube getuigenis van Kathryn Morgan (Amerikaanse ballet danseres die bekend staat om haar eigen YouTube-kanaal) die vanaf 5:17 vertelt over een vriendin die in een bekend dansgezelschap aangemoedigd werd om cocaïne te gebruiken, want “daar val je ook van af”. 

Dat cocaïnegebruik aangemoedigd wordt om af te vallen gebeurt helaas vaker, ook bij het stijldansen… Dat is onlangs aan het licht gekomen dankzij de Nederlandse Latin danseres Kim Koumans en wordt de komende jaren verder onderzocht (verdere informatie hierover vind je in dit nieuwsbericht en dit krantenartikel). Maar eigenlijk was het eerste krantenartikel toch al meer dan schokkend genoeg, want botontkalking en uitblijvende maandstonden… Hoezo vinden dansers dat eigenlijk oké?! 

Van verstoord eetgedrag tot anorexia en boulimia

Wat is nu eigenlijk een eetstoornis? De meeste dansers en dansdocenten hebben doorgaans wel van de meeste eetstoornissen gehoord. Iemand met Anorexia Nervosa eet te weinig, of zal het eten compenseren en de calorie-inname boycotten door bijvoorbeeld na de maaltijd te braken of laxeermiddelen te gebruiken. Iemand met Boulimia Nervosa heeft eetbuien waarbij deze blijft dooreten zonder eigenlijk ‘honger’ te hebben. Boulimia wordt dus vaak verward met anorexia, want boulimia is niet het ‘eten en daarna compenseren met bijvoorbeeld braken’!

Er zijn verschillende criteria waaraan iemand moet voldoen om een diagnose Anorexia Nervosa of Boulimia Nervosa te krijgen. Dit wil echter niet zeggen dat iemand die niet volledig aan die criteria voldoet geen probleem heeft! Want ook bij verstoord eetgedrag om het lichaamsgewicht of de lichaamsvormen te beïnvloeden kan gespecialiseerde hulp al nodig zijn. Voorbeelden van dit soort gedrag zijn: beperking van de energie-inname, excessief sporten, zelfopgewekt braken, eetbuien, misbruik van laxeermiddelen of andere geneesmiddelen, en het gebruik van sigaretten om af te vallen (Goldschmidt et al., 2008).

Robson, een Canadese danswetenschapper, beschrijft het als volgt: “The student who began dieting in order to be cast in better roles becomes only interested in being the thinnest dancer in the school; she loses sight of her goal to be a technically proficient dancer.” (2002). De worsteling met de externe druk wordt plots een innerlijk gevecht voor de danser. Dan is de stap naar een eetstoornis snel gemaakt.

Niet alleen balletdansers voelen zich ‘te dik’ 

Een review gebaseerd op 33 studies tussen 1966 en 2013 toont dat 12% van de dansers in het algemeen kampt met een eetstoornis (Arcelus et al., 2013). Dus 1 op de 10! Daarvan zijn 16,4% balletdansers, maar dat betekent niet dat het een ‘voornamelijk balletgerelateerd probleem’ is. 

De recente studie van Cardoso et al. (2021) toont dat ook Braziliaanse professionele ballroomdansers zichzelf ‘te dik’ vinden (terwijl hun BMI normaal is). Deze resultaten komen overeen met die van twee andere studies in de genres klassiek ballet, hedendaagse dans en jazzdans, waarbij ook 50% tot 72% van de dansers ontevreden waren en zichzelf te dik vonden (Cardoso et al., 2012; Haas et al., 2010; Reis et al., 2013). 

Ten tweede schatten de Braziliaanse ballroomdansers in dit onderzoek hun eigen lichaamsbeeld als dunner of dikker in dan het in werkelijkheid is. Ook dit resultaat kwam overeen met een andere studie met 77 semi-professionele dansers (flamenco dansers, neoklassieke dansers en hedendaagse dansers), van wie 42,25% hun lichaamsproporties en gewicht foutief inschatten (Jáuregui-Lobera et al., 2016).  

En ik hoor je al denken: is het dan specifiek een probleem van professionele dansers? Nope!  

Onderzoekers in de Verenigde Staten hebben een grootschalig onderzoek gedaan met 239 dansers verdeeld in drie niveaus: nationaal niveau, regionaal niveau en lokaal niveau. Daaruit bleek dat de amateurdansers (lokaal niveau) evenveel verstoord eetgedrag vertoonden als deze op hoog/competitief niveau (nationaal). Binnen elke ‘groep’ van dansers (professioneel, semi professioneel en amateur) is er dus een subgroep die vatbaar is voor eetstoornissen (Thomas et al., 2005).

Mannen lopen evenveel risico! 

En let op! In het algemeen is er meer onderzoek gedaan naar eetproblemen bij vrouwelijke dansers, maar dat betekent niet dat mannen geen slachtoffer kunnen zijn. Integendeel! In een studie met professionele ballroomdansers kampten niet alleen vrouwen (56,4%) met zorgen omtrent het lichaamsbeeld, maar bijna evenveel mannen (55,6%)! 

We hoeven niet ver van huis te kijken om ook hiervan in de media praktijkvoorbeelden te vinden. Redacteur Rianne van Dijck (2021) schreef in de NRC een artikel over fotograaf Mafalda Rakoš en journalist Ruben de Theije die elf mannen in beeld hebben gebracht die worstelen met anorexia, waaronder de Nederlandse Thomas (22 jaar) die de volgende getuigenis gaf: 

Ik hoorde nergens bij. Niet bij de gewone mensen vanwege mijn anorexia, en niet bij de anorexia-groep omdat ik man ben en anorexia wordt beschouwd als een ‘meisjesziekte’. Het begon in het laatste jaar van de basisschool. Mager zijn werd een wedstrijd: ik wilde de dunste zijn. Ik was depressief door mijn trauma’s, en minder eten – later gecombineerd met intensief sporten – gaf me het gevoel dat ik eindelijk ergens goed in was. Als je vier dagen niet eet, is dat een geweldig gevoel. Het is een prestatie. Je hele lichaam schreeuwt om voedsel, maar je kunt het weerstaan. Deze onderdrukkende en verdoofde gevoelens veranderen in euforie. Anorexia is beslist een verslaving.
— Thomas

Van Dijck legt de vinger ook keihard op de wond: “Het stigma van een eetstoornis als ‘vrouwenziekte’ vergroot naar hun (fotograaf Rakoš en journalist Theije, red.) idee de onzichtbaarheid en schaamte van de getroffen mannen, wat het moeilijker voor hen maakt om toegang te krijgen tot steun en hulp.”

Ook Nina van Hattum, een van de makers van de recente documentaire Ziek Gespierd van BNNVARA (2020), waarin Jorjen getuigd over zijn ziekteproces, maakt duidelijk hoe problematisch Anorexia voor mannen momenteel is: “Eigenlijk is deze documentaire een soort waarschuwing: dit kan ook een gevolg zijn als je zo obsessief bezig gaat met het nastreven van een ideaalbeeld. We hopen dat we hiermee het gesprek kunnen openen. Dat mannen zich meer gaan uitspreken over hun onzekerheden. Ik denk dat we echt aan het begin staan van die ontwikkeling. Vrouwen lopen daar mijlenver in voor. Instagram staat vol met bodypositivity-posts van vrouwen in alle soorten en maten en dat zien we bij mannen nog weinig.” 

“Thin is going to win”

Wat een eetstoornis complex en ‘verleidelijk’ maakt, is dat het in eerste instantie een win-win lijkt. Een lager vetpercentage of lichaamsgewicht kan immers in eerste instantie ook écht leiden tot betere prestaties. Dansers zijn dus niet altijd per se ontevreden met hun lichaam. Vaak willen ze afvallen, niet om er mooier uit te zien, maar om beter te presteren (Krentz & Warschburger, 2011). Het is dit initiële succes dat volgens wetenschappers Sundgot-Borgen en Torstveit (2010) atleten - en andere atleten die dit zien gebeuren - aanzet om te blijven afvallen en zo ongemerkt een eetstoornis te ontwikkelen. 

Karin de Bruin, de oprichter van trainerscollectief (W)eet wat je doet heeft haar proefschrift voor haar doctoraat toegewijd aan het idee “Thin is going to win”. Vandaar dat de meest voorkomende eetstoornis ook Anorexia Nervosa is. Helaas is deze win-win al het begin van een enorme neerwaartse spiraal. De beperkte inname van voedingsstoffen heeft lichamelijk mettertijd drastische gevolgen, waaronder bijvoorbeeld blessures. 

Zo is in het onderzoek van Robson (2002) te lezen dat individuen die voorheen gediagnosticeerd geweest waren met anorexia of boulimia, significant meer blessures hadden. Zij verwijzen ook naar het onderzoek van Frusztajer en collega’s (1990) die hebben vastgesteld dat er een duidelijk verband is tussen restrictieve diëten en stress fracturen. Thin is dus NOT going to win… en blessures zijn echt nog maar het ‘minste’ in de lijst van gevolgen. 

Kleine signalen, grote gevolgen

Hoogstwaarschijnlijk ben je in je omgeving reeds met eetstoornissen in contact gekomen - bewust of onbewust. Zoals wanneer een danser, vlak voordat er een avond lang gedanst moet worden, zegt: “Oeps, ik ben vergeten te eten.” Dit kan heel onschuldig zijn, iemand die het echt vergeten is en denkt: Shit, heel de avond honger. Maar het kan ook ‘trots’ gezegd worden. Een sarcastische ‘oeps’ dat eigenlijk een masker is voor een eetstoornis. Hoe ga je als docent ermee om als je zoiets opvangt? Negeer je het? Of onderneem je actie? Of misschien worstel je zelf met een eetstoornis of verstoord eetgedrag?

Hoe dan ook, als 1 op de 10 (Arcelus et al., 2013) dansers het risico loopt op een eetstoornis, dan is de kans héél groot dat je als dansdocent leerlingen in je les hebt staan die er kwetsbaar voor zijn. Maar als je pas in actie schiet wanneer het probleem zich bij één (of meerdere) van je leerlingen ontwikkeld heeft, is het eigenlijk al te laat. Wacht niet totdat een danser vermagerd is, maar schiet in actie zodra je zorgwekkende signalen opvangt.

Dus, stay tuned, en lees binnenkort verder in deel 2 over ‘dansers en eetstoornissen’. Daarin legt Sport- en Prestatiepsycholoog Lotte Broersen van (W)eet wat je doet je uit wat jij kunt doen als dansdocent en hoe! 

Bronnen

  • Arcelus, J., Witcomb, G. L., & Mitchell, A. (2013). Prevalence of eating disorders amongst dancers: A systemic review and Meta-Analysis. European Eating Disorders Review, 22(2), 92–101. 

  • BNNVARA. (2020, 6 oktober). Ziek Gespierd. 2Doc.nl. Geraadpleegd op 12 januari 2022.

  • Cardoso, A. A., Reis, N. M., Moratelli, J., Borgatto, A., Resende, R., De Souza Guidarini, F. C., & De Azevedo Guimarães, A. C. (2021). Body image dissatisfaction, eating disorders, and associated factors in brazilian professional ballroom dancers. Journal of Dance Medicine & Science, 25(1), 18–23. 

  • Chatfield, S. J. (1998). The health of our dancers: What is and what is it to be? Journal of Dance Medicine & Science, 2(1), 3. 

  • De Coninck, K. (2011, 6 december). Eén op de vijf ballerina’s lijdt aan anorexia. Nieuwsblad.be. Geraadpleegd op 15 december 2021

  • Fairburn, C. G., Cooper, Z., & Shafran, R. (2003). Cognitive behaviour therapy for eating disorders: a “transdiagnostic” theory and treatment. Behaviour Research and Therapy, 41(5), 509–528. 

  • Frusztajer, N. T., Dhuper, S., Warren, M. P., Brooks-Gunn, J., & Fox, R. P. (1990). Nutrition and the incidence of stress fractures in ballet dancers. American Society for Clinical Nutrition, 51, 779-783. 

  • Goldschmidt, A. B., Aspen, V. P., Sinton, M. M., Tanofsky-Kraff, M., & Wilfley, D. E. (2008). Disordered eating attitudes and behaviors in overweight youth. Obesity, 16(2), 257–264. 

  • Haas, A. N., Garcia, A. C. D., & Bertoletti, J. (2010). Imagem corporal e bailarinas profissionais. Revista Brasileira de Medicina do Esporte, 16(3), 182–185. 

  • Hoek, H. W. (2006). Incidence, prevalence and mortality of anorexia nervosa and other eating disorders. Current Opinion in Psychiatry, 19(4), 389–394. 

  • Jáuregui Lobera, I., Bolanõs Ríos, P., Valero Blanco, E., & Ortega De La Torre, A. (2016). Eating attitudes, body image and risk for eating disorders in a group of Spanish dancers. Nutrición Hospitalaria, 33(5), 1213–1221. 

  • Krentz, E. M., & Warschburger, P. (2011). Sports-related correlates of disordered eating in aesthetic sports. Psychology of Sport and Exercise, 12(4), 375–382. 

  • Reis, N., Machado, Z., Pelegrini, A., Monte, F., Boing, L., Simas, J., & Guimarães, A. (2013). Imagem corporal, estado nutricional e sintomas de transtornos alimentares em bailarinos. Revista Brasileira de Atividade Física & Saúde, 18(06), 763–781. 

  • Robson, B. E. (2002). Disordered eating in high school dance students. A Practical Consideration. Journal of Dance Medicine & Science, 6(1), 7-13.

  • Schelstraete, I. (2019, 21 december). Balletschool Staatsopera drijft leerlingen tot anorexia. De Standaard. Geraadpleegd op 15 december 2021.

  • Sundgot-Borgen, J., & Torstveit, M. K. (2010). Aspects of disordered eating continuum in elite high-intensity sports. Scandinavian Journal of Medicine & Science in Sports, 20, 112–121. 

  • Thomas, J. J., Keel, P. K., & Heatherton, T. F. (2005). Disordered eating attitudes and behaviors in ballet students: Examination of environmental and individual risk factors. International Journal of Eating Disorders, 38(3), 263–268. 

  • Van Dijck, R. (2021, 16 februari). Ook een man kan anorexia hebben. NRC.nl. Geraadpleegd op 12 januari 2022.

  • UZ Antwerpen. (2017, 6 september). Een breekbaar vak. Geraadpleegd op 12 januari 2022.

  • VRT Nieuws. (2010, 15 december). Duidelijk een suikerbonbon te veel gegeten. vrtnws.be. Geraadpleegd op 15 december 2021.


GEZONDHEID & ANATOMIE

Er wordt steeds meer (sport-)wetenschappelijk onderzoek gedaan binnen de dans. Helaas vinden deze inzichten vaak niet direct de weg naar de praktijk. Dat is zonde! In de rubriek Gezondheid & Anatomie worden wetenschappelijke bevindingen daarom vertaald naar praktische tips die jij als dansdocent kunt toepassen binnen je lessen. Ontdek hoe je de dansprestaties van je leerlingen kunt verbeteren en hoe je blessures kunt voorkomen.

evelien Maes

Evelien Maes is redacteur Gezondheid & Anatomie. Ze studeerde Docent Dans bij Fontys Tilburg. In 2017 behaalde ze daarnaast de master Dance Science bij Trinity Laban in Londen. Momenteel werkt ze als dansdocent in Vlaanderen (DKO en dansscholen) en danst ze freelance bij diverse projecten. Ze houdt ervan om kritisch naar dans en het docentschap te kijken. Voor dansdocent.nu schrijft ze wetenschappelijk onderbouwde artikelen met praktische tips, zodat dansdocenten efficiënter en veiliger les kunnen geven.