Wat is een eerlijk uurtarief voor dansdocenten? Wij zochten het voor je uit! 

Lola van Boxel. Fotograaf: Celine Verhoef.

ONDERNEMEN | Er zijn veel initiatieven die zich hard maken voor fair pay in de culturele sector, maar welk exact bedrag is nu echt een eerlijke vergoeding voor een uur dansles geven? Wij berekenden op basis van de Nederlandse cao Toneel en Dans dat freelance dansdocenten minimaal € 42,67 per uur horen te verdienen! Hoe kwamen we tot dit bedrag? En waarom zijn we het hiermee eens? Je leest het in deze blog van Lola en Jacqueline! 

Maken ze het mooier dan het is?

Toen ik (Lola) Dans studeerde op het Albeda College, kregen we in ons derde jaar het vak ‘Ondernemerschap’. Dit vak interesseerde mij zo, dat ik altijd vooraan in de klas zat en bij elk onderwerp wel een paar keer mijn hand opstak om er nog meer over te weten te komen. 

We leerden bijvoorbeeld hoe je je moest inschrijven bij de Kamer van Koophandel, hoe je een factuur opstelt, welke btw-percentages er zijn en waar deze voor gelden. Maar ook hoe je een cv maakt, hoe je in gesprek gaat met opdrachtgevers en welke tarieven je kan vragen als dansdocent en uitvoerend danser. In die les werd dan ook verteld dat je als afgestudeerde, startende dansdocent een uurtarief kan vragen van € 35 per uur. 

Ik studeerde nog toen ik voor het eerst danslessen ging geven, dus ik wist dat € 35 per uur op dat moment te hoog gegrepen was. Bij mijn eerste opdrachtgever kreeg ik € 20 per uur, bij de andere € 15 per uur. Ik vond dat op dat moment wel prima, want ik kon geld verdienen met iets wat ik leuk vond. Alleen toen ik in gesprek ging met mijn klasgenoten, bleek dat zij € 20, € 25 of zelfs € 30 per uur kregen. Ik begon toen best te twijfelen aan mijn eigenwaarde: was ik niet goed genoeg als dansdocent? Misschien krijg ik als ik afgestudeerd ben wel een hoger tarief, dacht ik toen. 

Een jaar later studeerde ik af en ging ik naar diezelfde opdrachtgevers om te vragen of ik een hoger tarief kon krijgen. Bij de ene kreeg ik € 2,50 verhoging, maar bij de andere zou ik pas verhoging krijgen als ik meer leerlingen in mijn les zou hebben. Ik zou nog tien extra leerlingen moeten zoeken (op eigen initiatief) om mijn uurtarief te kunnen verhogen. I know, nu ik dit zo typ vind ik het te bizar voor woorden... Ik ben toch dansdocent, geen marketeer?!

Elk jaar, net voor de zomervakantie, ging ik met klotsende oksels en een bibberende stem weer het gesprek aan met de vraag: kan ik aankomend seizoen wel een hoger uurtarief krijgen? Elke keer kreeg ik een nee. “Ik zou je heel graag verhoging willen geven, maar de dansschool komt al moeilijk rond” kreeg ik dan te horen. Of “Nee, alle docenten krijgen hetzelfde tarief, dus dat is niet mogelijk.” Op dat moment schoot de moed weer in mijn sloffen, waardoor ik steeds meer aan mijzelf begon te twijfelen.

Waarom lukte het mij niet om die € 35 per uur te verdienen voor het geven van danslessen? Ben ik de enige die te weinig verdient?

De meeste dansdocenten verdienen € 30 per uur

Omdat we graag wilden weten wat andere dansdocenten per uur verdienen, vroegen we jullie om enkele vragen te beantwoorden via een Google formulier. Aan ons onderzoek deden 140 dansdocenten mee, waarvan de meesten een hbo bachelor hebben afgrond (63,7%) of een mbo bachelor (21,5%).

In reactie op de eerste vraag (Hoeveel krijg jij betaald voor één uur dansles geven?) konden respondenten drie antwoorden aankruisen, om recht te doen aan de verschillende vergoedingen die ze van verschillende opdrachtgevers krijgen. Hieruit blijkt dat € 30 het meest voorkomende uurtarief is (70x aangekruist, door 50% van de respondenten), zie afbeelding 1. Op de tweede vraag (Welk bedrag word jij het vaakst uitbetaald?) konden respondenten één antwoord aankruisen. Ook hier zien we dat € 30 het meest gekozen antwoord is (32,1% = 45 respondenten), zie afbeelding 2.

Uit het verschil in antwoorden tussen deze twee vragen kunnen we aflezen dan er zeker wel dansdocenten zijn die € 50 of meer verdienen per uur, maar dat dit eerder een uitzondering is op de regel dan de norm. Slechts 5% (7 respondenten) krijgt het vaakst € 50 uitbetaald en 4,3% (6 respondenten) krijgt standaard meer dan € 50 betaald.

We vroegen ook wat jullie een eerlijke vergoeding vinden. Hier lagen de antwoorden wat dichter bij elkaar, met 20,7% voor €35, 22,1% voor € 40, en 17,9% voor € 45 - zie afbeelding 3 hierboven. Vergelijk je de antwoorden op vraag 2 en 3 met elkaar, dan zie je een vergelijkbare verdeling. Een eerlijke vergoeding betekent dus voor de meeste respondenten ‘€ 10 meer dan wat ik nu krijg’. En dat terwijl dansdocenten vrijwel nooit betaald krijgen voor hun voorbereiding, zelden voor de uren die ze in de eindvoorstelling stoppen, en lang niet ieder jaar hun uurtarief verhogen - zie afbeelding 5, 6 en 7 hieronder. Gelukkig krijgen wel veel dansdocenten een reiskosten vergoeding - zie afbeelding 4. Let op: 1 betekent ‘nooit’ en 5 betekent ‘altijd’.

Hier komt die € 35 per uur vandaan…

Inmiddels weet ik dat ik niet de enige was met een laag uurtarief. Maar nu, een aantal jaar later, denk ik er toch nog steeds met een naar gevoel aan terug. Helemaal nu ik ook in een andere branche (administratie) werk en bijna een driedubbel uurtarief kan vragen, zonder dat iemand zegt dat het niet kan of te duur is. Ik geloof dat dit heeft te maken met onze money mindset. De manier waarop je naar geld kijkt, erover denkt en praat. Ik denk dat daar het probleem ligt - en wellicht dus ook de oplossing!

Ik merk dat we in ons werkveld de transparantie missen bij dit onderwerp, want wie bepaalt ons uurtarief? We nemen de adviezen van collega’s en docenten van de dansopleiding over, maar op welke gronden? Waar is het op gebaseerd? Zo gaat dat natuurlijk ook met dansscholen. Hoe weet de eigenaar van een dansschool welk tarief die aan zijn of haar docenten minimaal hoort te betalen? Waar kan die persoon dit vinden? En als die persoon dat niet doet, zijn er dan consequenties voor die school?

Als een soort Inspector Gadget (ken je die kinderserie nog?) ging ik op onderzoek uit. Op zoek naar transparantie en duidelijkheid. ‘Zzp’ers gaan vanaf 2021 minimaal 16 euro per uur verdienen’ zag ik in een artikelkop staan op de website van de Rijksoverheid. Een bericht uit 2019. Het kabinet wilde met dit minimumtarief tegengaan dat mensen werken voor een bedrag waar ze niet van kunnen rondkomen. Toen ik dat las, wilde ik aan de ene kant bijna mijn happy dance doen vanwege het feit dat er een minimumtarief zou komen. Maar aan de andere kant ook weer niet, aangezien een uurtarief van € 16 veel te laag is. 

Wist je dat een zzp’er met een uurtarief van € 16 minder verdient dan iemand in loondienst met de laagste salarisschaal van € 14 per uur (deze hoefde ik gelukkig niet uit te rekenen, dat heeft platform Dezzp.nl namelijk al voor ons gedaan)? Als je een arbeidsongeschiktheidsverzekering, vakantiedagen, ondernemersrisico, enzovoort van die € 16 aftrekt, kom je namelijk uit op € 12,55. Bruto! 

Het plan voor een minimum uurtarief van € 16 voor zzp’ers is er uiteindelijk niet gekomen (Ik Ga Starten, 2021). Bij een tarief boven € 16 moest je opdrachtgever volgens de oude plannen een opdrachtgeversverklaring regelen. Met een uurtarief boven € 75 was dat niet nodig, dan kon je gebruik maken van een opt-out en hoefde je geen loonbelasting en werknemersverzekeringen te betalen. Dit plan bleek lastiger uit te voeren dan vooraf gedacht. Het wetsvoorstel is daarom inmiddels ingetrokken.

Wellicht heb je ook gehoord over een minimum uurtarief van € 30 tot € 35, dat is een advies van de Sociaal-Economische Raad (Kok, 2021). Die adviseren het kabinet om alsnog een minimum uurtarief voor zzp’ers in te stellen, maar dan wat hoger. Dit zou dan geen harde ondergrens zijn, maar wel een soort norm. Boven dat bedrag zou de Belastingdienst ervan uit kunnen gaan dat iemand bewust ondernemer is. Daaronder zou er kunnen worden gecontroleerd op ‘schijnzelfstandigheid’. 

Belastingtechnisch val je bij een laag uurtarief hoogstwaarschijnlijk ook onder verkapte loondienst of schijnzelfstandigheid. Dit komt doordat je waarschijnlijk op regelmatige en langdurige basis bedrijfsactiviteiten uitvoert die eigenlijk als loondienst moeten worden gezien. En dit kan belastingtechnisch vervelend aflopen... Heb je wel eens de Ondernemerscheck gedaan? Dit is een korte vragenlijst waaruit blijkt of jij voor de inkomstenbelasting als ondernemer gezien wordt en dus gebruik kan maken van verschillende aftrekposten. Meer info over de inkomstenbelasting lees je in deze blog: ‘De 5 meest gestelde vragen over de aangifte inkomstenbelasting’.

Maar eigenlijk is ook € 35 per uur te weinig!

Een standaard zzp’er verdient tussen de € 30 en € 45 per uur (Boekhouder.nl, 2021). Met meer ervaring kan dit oplopen tot rond de € 60 à € 90. En nu kan jij wel raden - wat gelukkig ook uit onderzoek is gebleken - dat er vele zzp’ers in Nederland momenteel onder het gemiddelde minimum zitten. Met name in de culturele sector! Zo heeft Trouw in 2019 onderzoek gedaan onder freelance kunstenaars en daaruit bleek dat de helft € 28 per uur of minder krijgt (Kooke, 2019). Bijna 33% verdient zelfs minder dan € 15 per uur.

Om onderbetaling tegen te gaan is er in 2020 in de cao Toneel en Dans voor het eerst een richtlijn opgenomen voor de betaling van zzp’ers (Beekmans, 2020). Een historische stap! De uurtarieven voor zzp’ers zijn gebaseerd op de lonen van werknemers in loondienst in de toneel- en danssector die gelijkaardig werk uitvoeren. Bovenop hun uurloon komt een percentage van 40%, waarmee zzp’ers aanvullende voorzieningen kunnen treffen die bij loondienst uit werkgeversbijdragen worden gefinancierd. 

Indien een zzp’er wordt ingezet voor een onder deze cao vallende functie in verband met incidenteel voorkomende werkzaamheden en/of werkzaamheden voor zeer korte duur /of werkzaamheden waarvoor bijzondere competenties zijn vereist en waarbij de werksituatie (nagenoeg) gelijk is aan die van een werknemer, vormt het functie- en loongebouw in deze cao de basis voor de honorering. Dat betekent dat het (uur)tarief dat wordt afgesproken minimaal overeenkomt met het bij de functie horende salarisniveau, verhoogd met ten minste 40%.
— Artikel 14.6 uit de cao Toneel en Dans 2020-2021

Stel, je bent als dansdocent fulltime in dienst bij een organisatie en je bent op 1 januari 2021 begonnen daar te werken op basis van een vast contract. Dan zou je in het eerste jaar bij die organisatie minimaal € 2438 (bruto) per maand moeten verdienen. Word je één maand lang fulltime ingehuurd op zzp basis, voor een tijdelijke klus dus, dan komt hier nog eens minimaal 40% bij en hoor je ten minste € 3413 te verdienen voor die maand. 

In de cao staan ook afspraken over salarisverhoging! Per jaar ga je als vaste werknemer één stap in de salarisschaal omhoog (bij goed functioneren). Een jaar later zou je dan als dansdocent minimaal € 2532 per maand verdienen, dat is € 94 meer per maand. Als dansdocent met vast contract mag je dus per jaar rekenen op circa 3,8% salarisverhoging - tot na vijftien jaar het maximale bedrag van € 3849 per maand is bereikt. 

Maar de meeste Nederlandse dansdocenten werken niet fulltime in dienst bij een organisatie, laat staan op vast contract. Hoe rekenen we deze tarieven dan om naar een uurtarief voor zzp’ers? Ook daar geeft de cao aanwijzingen voor! In artikel 14.5 op pagina 16 van de cao staat vermeld dat wanneer een danser op basis van een dagcontract werkt, de vergoeding 1/20 van het van toepassing zijnde maandsalaris bedraagt, als het gaat om een werkdag bestaande uit een repetitie van een dagdeel.  

Wanneer we uitgaan van salarisstap 0 (het minimumloon) voor dansdocenten en € 2438 delen door twintig, dan komen we uit op een loon van € 122 voor vier uur. Delen we dat door vier, dan komen we uit op een minimum tarief van € 30,48 per uur. Maar let op: dit is het tarief voor mensen met een dagcontract! Voor zzp’ers dient daar nog 40% bij opgeteld te worden. Een dansdocent die werkzaam is op zzp basis zou dus minimaal € 42,67 per uur moeten verdienen!!! 

UPDATE | Inmiddels is de cao Toneel en Dans 2022-2023 van kracht. Dat is goed nieuws! Daarin staan namelijk dat de vergoedingen voor zzp’ers met ten minste 50% verhoogd dienen te worden (versus 40% voorheen). Op basis van onze berekeningen aan de hand van deze nieuwe cao zijn de minimum uurtarieven zzp’ers sinds 1 januari 2022:

  • € 44,51 voor een medewerker educatie

  • € 43,20 voor een danser

  • € 47,43 voor een dansdocent of trainer

  • € 50,61 voor een choreograaf of dramaturg

  • € 57,07 voor een repetitor of hoofd educatie

En dan hebben we het over dansdocenten zonder werkervaring… Laten we daarom ook eens de salarisverhoging uit de cao toepassen op zzp’ers. Dan zou een dansdocent met één jaar werkervaring minimaal € 44,31 moeten verdienen, met vijf jaar werkervaring € 50,94 per uur, met tien jaar werkervaring € 58,99 per uur, en met vijftien jaar werkervaring € 67,36 per uur. 

Denk eraan dat deze tarieven zijn berekend op basis van de tarieven uit de cao voor 2021. Hier mag voor 2022 - en de jaren erna - ook de inflatie nog in meegerekend worden, want zonder inflatiecorrectie verdien je eigenlijk ieder jaar een beetje minder (Meijers, 2019). Zo zagen werknemers met een collectieve arbeidsovereenkomst in 2021 hun loon met gemiddeld 2,1% stijgen, al is dit minder dan de inflatie van afgelopen jaar (NRC, 2022). Pas je dit toe op het uurtarief voor dansdocenten, dan zou je in 2022 minimaal € 43,57 per uur moeten rekenen. 

Bij deze berekeningen zijn we uitgegaan van salarisschaal VI en de functieomschrijving voor ‘trainer/dansdocent’. Maar als zzp’er heb je vaak verschillende petten op. Naast je werkzaamheden als docent werk je waarschijnlijk ook wel eens als danser, maker of repetitor. Van welke uurtarieven mag je dan uitgaan? Ook dat hebben we voor je uitgerekend! Wederom zijn we hierbij uitgegaan van salarisstap 0 (het minimumloon voor deze functies) en iemand die op 1 januari 2021 begonnen is met werken. 

Valt je mond nu ook open van verbazing? Als je denkt dat het veel is, bedenk je dan dat werknemers in loondienst ook hun voorbereiding én bijscholing onder werktijd mogen doen, en doorbetaald worden wanneer ze ziek zijn. Terwijl de bijscholing van zzp’ers voor hun eigen rekening is (in je eigen tijd én zelf bekostigd) en de meeste dansdocenten helemaal niks rekenen voor de voorbereidingstijd van hun danslessen. En je wordt ook niet betaald voor een klus wanneer je niet komt opdagen omdat je met een griepje op bed ligt… 

Kortom, bovengenoemde bedragen zijn echt het MINIMUM om al je rekeningen te kunnen betalen, op vakantie te gaan en voor je pensioen te sparen!

Wil je de feiten nalezen? Bekijk de screenshots van de relevante pagina’s uit de cao hieronder!

Onderhandelen tijdens de coronacrisis

Of er door deze richtlijnen veel gaat veranderen aan de positie van zzp’ers is echter de vraag, vooral nu tijdens de coronacrisis veel dansondernemers het zwaar hebben en het spaargeld van veel dansschoolhouders op is (Dansondenemers Nederland, 2022). Er zal nog steeds onderhandeld moeten worden over het uurtarief en een opdrachtgever moet het ook maar kunnen betalen. Bij gesubsidieerde instellingen en commerciële bedrijven mag je absoluut wapperen met de cao als ze jou als zzp’er niet meer dan een hongerloon bieden, maar bij lokale dansstudio’s kun je het beste met begrip voor hun situatie het gesprek aangaan. 

Dus, stay tuned, want in mijn volgende blog deel ik onderhandelingstips voor docenten én dansschoolhouders! 

Kunstenaars hebben [tijdens de coronacrisis] zo’n 70 procent van hun omzet verloren. Die omzet was al niet zo hoog, dus dat heeft veel impact. De grote vraag is, op de korte termijn: hoe zorg je dat die zzp’ers ook beter gesteund worden en meer delen in de steun die gegeven wordt [aan culturele instellingen]. Dat is nu echt onvoldoende! En op de lange termijn zul je echt de structuur van de arbeidsmarkt in de culturele sector moeten veranderen. . . . Culturele instellingen onderschrijven de Fair Practice Code, maar het moet ook consequenties hebben in de zin dat je bij ‘goed werkgeverschap’ ook de vraag stelt: Zorg ik ook goed voor mijn freelancers en tijdelijke krachten?
— JAN JAAP KNOL, DIRECTEUR BOEKMANSTICHTING (Alaoui, 2021)

Bronnen


ONDERNEMERSCHAP & MARKETING

Je bent dansdocent én je runt een dansschool. Je geniet enorm van de uren die je les staat te geven, maar de leerlingenadministratie, het managen van personeel, de boekhouding, de schoonmaak, de mail en telefoon beantwoorden en alle andere bijkomende taken doe je er ook bij. Het is mogelijk om het jezelf makkelijker te maken en meer te genieten van alle aspecten van het runnen van de dansschool. Onze redacteur Ondernemerschap & Marketing helpt dansdocenten en dansschoolhouders hun bedrijf te laten groeien en financieel gezond te laten zijn. Aan de hand van toegankelijke tutorials leer je over alle praktische zaken waarmee dansschoolhouders te maken krijgen - en hoe jij daarin onderscheidend kan zijn!

Lola van Boxel

Lola van Boxel is redacteur Ondernemerschap. Ze studeerde in 2016 af aan het Albeda Dans College, waar ze opgeleid werd als Professioneel Allround Dans Artiest. Daarna danste ze met vele bekende artiesten en op grote podia. Lola geeft ook danslessen. Noem Lola maar een duizendpoot of een bezig bijtje, want naast haar werk als uitvoerend danseres en dansdocent studeerde ze ook boekhouding. In 2019 heeft ze haar tweede bedrijf opgezet: Administration with Lola. Het is haar missie om administratie begrijpelijk en leuk te maken. Voor Dansdocent.nu deelt ze haar geheimen, visie en tips over ondernemerschap en administratie.

Jacqueline de Kuijper

Danswetenschapper Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze studeerde danswetenschappen aan Mills College in Californië. Tijdens haar bachelor aan University College Utrecht studeerde ze theaterwetenschappen, kunstgeschiedenis en psychologie. Haar scherpe pen en onderzoekende geest zet ze sinds 2019 in om dansdocenten te inspireren. Naast het aansturen van de andere redacteuren, is ze verantwoordelijk voor de rubrieken ‘Bijscholing & Omscholing’ en ‘Internationaal Dansonderzoek’.