In de spotlight: choreograaf Gaia Gonnelli, oprichter van Dadodans

Choreograaf Gaia Gonnelli, oprichter van Dadodans. In 2017 won ze de Prijs voor Jong Publiek van de Nederlandse Dansdagen.

Choreograaf Gaia Gonnelli, oprichter van Dadodans. In 2017 won ze de Prijs voor Jong Publiek van de Nederlandse Dansdagen.

INTERVIEW | Choreograaf Gaia Gonnelli (49 jaar) maakt dansvoorstellingen voor jonge kinderen. Dit doet ze met haar eigen dansgezelschap Dadodans, dat ze in 2014 oprichtte. Haar achtergrond ligt binnen de moderne dans. Ruim twintig jaar danste ze bij dansgezelschappen zoals Danstheater Aya, Krisztina de Châtel en Het Hans Hof Ensemble. Totdat ze een keer voor een jong publiek speelde. De belevingswereld van kinderen liet haar niet meer los! Dadodans speelt op publieke podia én basisscholen. Daarnaast bieden ze educatieve activiteiten. Wil je meer weten over Gaia? Lees het interview!

Ik geef voornamelijk bewegingsexploratie lessen en workshops waarbij principes uit verschillende danstechnieken aan bod komen. Ik leer mijn studenten geen stapjes, maar geef ze de ruimte om hun eigen bewegingsidioom te ontdekken. Ik probeer daarbij de verbeelding van de studenten te prikkelen. Net als in mijn voorstellingen werk ik ook tijdens mijn workshops met materialen: bijvoorbeeld met papier, kartonnen kokers of met muziek en klanken.
— Gaia Gonnelli

Waar heb jij de opleiding tot dansdocent gevolgd? 

Ik ben afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Kunsten in Amsterdam aan de opleiding Moderne Theaterdans als uitvoerend danser. Vervolgens heb ik heb ruim twintig jaar professioneel gedanst voor onder andere Danstheater Aya, Krisztina de Chatel, Het Hans Hof Ensemble en nog vele anderen dansgezelschappen. In deze periode heb ik veel ervaring opgedaan met uiteenlopende choreografen, projecten en divers publiek. Gedurende deze tijd heb ik ook workshops gegeven op middelbare scholen, via de projecten waaraan ik als danser was verbonden.  

Na een tijd werkzaam te zijn geweest als uitvoerend danser besloot ik de opleiding Beroepskunstenaars in de Klas (BIK) te volgen. Ik heb deze opleiding afgerond in 2011. De BIK is een post-HBO-opleiding voor kunstenaars die vanuit hun eigen discipline projecten willen leren opzetten voor schoolkinderen, waarbij wordt uitgegaan van de doelstellingen binnen het kunstonderwijs op basisscholen. Hier heb ik ontzettend veel geleerd over docentschap aan kinderen.  

Gedurende mijn danscarrière heb ik ook tijd besteed aan het ontwikkelen van mijn eigen voorstellingen; eerst voor volwassenen en vervolgens voor kinderen. In 2014 heb ik Dadodans, mijn eigen dansgezelschap, opgericht. Daarmee creëer ik dansvoorstellingen en educatieve activiteiten voor kinderen (en hun begeleiders) van 2 jaar t/m 8 jaar.

Waarom ben je dansvoorstellingen voor kinderen gaan maken?

Na mijn eerste productie voor een jong publiek, wist ik het meteen: ik had mijn doelgroep gevonden. Aan moderne dans kleeft nogal eens de misvatting dat het ingewikkeld is, omdat het beeldend, associatief en niet narratief is. Die behoefte naar een verhaallijn en structuur merkte ik vooral op bij volwassenen. 

Jonge kinderen reageren vaak intuïtiever dan volwassenen en gaan sneller mee in de gemaakte herkenbare beelden en bewegingen. Dit sprak mij heel erg aan! Het gaf mij veel voldoening om voor deze gevoelige, onvoorspelbare en bewegelijke groep te spelen en te creëren. Kinderen zijn ontzettend vindingrijk en open. Zij hebben geen weet van theaterconventies. Hun reacties zijn direct, (vaak) hardop en in het moment. Ze voelen haarscherp aan of iets oprecht is of niet.

Tegelijkertijd realiseerde ik me dat kwalitatief kunstaanbod en met name dans voor kinderen nog steeds schaars is in Nederland, terwijl ook deze groep recht heeft op voorstellingen en educatieve activiteiten van hoogwaardig artistiek niveau. Door middel van het werk wat ik creëer met Dadodans, probeer ik dit aan te bieden. 

Wat is het meest inspirerende moment dat je afgelopen jaar hebt meegemaakt?

Wat mij het meeste raakt is als ik het hele publiek meedoet met de dansers. Vorig jaar bij een voorstelling van Papier heb ik een aansluitende workshop gegeven. Iedereen stond te bewegen, zowel de kinderen als hun ouders/begeleiders. Ik kreeg kippenvel toen ik merkte dat we met zijn allen stonden te dansen.

Mijn danstaal is een mix van hedendaagse dans waarin alledaagse bewegingen de verbindende factor zijn. Het publiek legt dan moeiteloos de verbinding tussen het materiaal en de beweging. Het jonge publiek wil daardoor zelf de materialen beetpakken, erin knijpen of aaien; ze willen de bewegingen zelf uitproberen en ontdekken zodanig de mogelijkheden van hun eigen lichaam.  

Daarom is een vast element van mijn voorstellingen interactief, waarbij het publiek (zowel volwassenen als de kinderen) zelf op de vloer komt en met de performers kunnen meebewegen. Deze momenten van samenkomen en samen bewegen zijn voor mij essentieel, omdat ik dans als middel beschouw om samen te zijn en te communiceren met anderen. 

Persbeeld van de dansvoorstelling KLeuR van Dadodans.

Persbeeld van de dansvoorstelling KLeuR van Dadodans.

Met welk thema ben jij momenteel in jouw workshops bezig? 

Het werken met uiteenlopende materialen en primaire elementen (vormen, kleuren en klanken) speelt een belangrijke rol in de voorstellingen - en de workshops die daarin geïnspireerd zijn. Ik wil graag tot de verbeelding spreken. Op dit moment ben ik bezig met de herneming van mijn eerste voorstelling voor jonge kinderen: KLeuR. In september gaat de nieuwe versie, KLeuR+, in première Theater de Krakeling te Amsterdam. 

De inspiratie voor KLeuR haalde ik uit de manier waarop kleine kinderen tekenen. Ze gaan intuïtief om met kleuren en door middel van het gebruik van simpele vormen, zoals lijnen en punten, refereren zij naar de werkelijkheid. De fysieke manier waarop kinderen tekenen, inspireerde mij tot het leggen van een verbinding tussen tekenen en dansen. Dansen zou je kunnen zien als een vorm van tekenen, waarbij de sporen van de dansers onzichtbaar blijven. 

Om de sporen van de beweging zichtbaar te maken, is het idee ontstaan dansen en verven te combineren. Is dansen tekenen in de lucht? In de workshops gaan we verschillende soorten bewegingen onderzoeken. Daarnaast wordt met stukken krijt op grote vellen papier gedanst waardoor de verschillende soorten bewegingen zichtbaar worden op de bladen.

Ik geef voornamelijk bewegingsexploratie lessen en workshops waarbij principes uit verschillende danstechnieken aan bod komen. Ik leer mijn studenten geen stapjes, maar geef ze de ruimte om hun eigen bewegingsidioom te ontdekken. Ook laat ik ze de talloze mogelijkheden om jezelf in beweging uit te drukken onderzoeken. Ik probeer daarbij de verbeelding van de studenten te prikkelen. Net als in mijn voorstellingen werk ik ook tijdens mijn workshops met materialen: bijvoorbeeld met papier, kartonnen kokers of met muziek en klanken. 

Welke muziek gebruik jij graag in jouw producties?

De muziek in mijn voorstellingen wordt vaak live gespeeld en/of speciaal gecomponeerd voor de voorstelling. Ik werk hierin nauw samen met componist Wiebe Gotink; hij is gespecialiseerd in componeren voor theater en dans. Muziek voegt een andere laag toe aan de choreografie. Ik vind het fijn om met speciaal gecomponeerde muziek te werken omdat het de mogelijkheid biedt om precies de juiste sfeer te creëren in de voorstelling. Ook kan de opbouw van de muziek makkelijk aangepast worden aan de opbouw van de choreografie. 

Daarnaast heeft Live muziek voor mij iets speciaals. Je hoort de muziek ter plekke ontstaan en het zorgt ervoor dat dansers en musici goed naar elkaar moeten luisteren omdat de muziek bij elke voorstelling toch net weer anders uitgevoerd kan worden, net als de danspassen. 

Wat is de meest inspirerende dansvoorstelling die jij in de afgelopen twee jaar hebt gezien?

INVITED van Seppe Baeyens. In deze voorstelling bevinden de performers zich onder het publiek waardoor je niet weet wie de dansers zijn en wie het publiek is. Het decor bestaat uit een enorme touw die het publiek en de dansers verplaatsen. Iedereen doet mee. Er ontstaat als vanzelf een choreografie. Je wordt als vanzelf meegevoerd en ervaart daardoor de kracht van beweging en de kracht van een gemeenschap die samenwerkt en samen iets ervaart.

Wat moet er volgens jou gebeuren om de sociaaleconomische status van dansdocenten te verbeteren?

Dans moet meer ruimte krijgen binnen het onderwijs. Het zou een verplicht vak moeten zijn, op z’n minst binnen het primair onderwijs. Dans heeft nog steeds een ondergeschikte rol in het onderwijs in verhouding tot bijvoorbeeld muziek en beeldende vorming. Persoonlijk vind ik dit erg jammer. Er zijn vele onderzoeken gedaan waaruit de positieve invloed van dans op ons brein naar voren komt, en vooral ook de positieve invloed van dans op de ontwikkeling van kinderen. Door middel van dans prikkel je niet alleen de creativiteit, maar ook bewustwording van het eigen lichaam, de ruimte om je heen, de ruimte van anderen. Je stimuleert het uiten van emoties. Plezier hebben. Maar ook het leren van basisbegrippen zoals hoog, laag, snel, langzaam, sterk, slap, enzovoorts worden allemaal doorleeft tijdens een dansles. Begrippen die de basis leggen voor taal en rekenonderwijs. Het is wat mij betreft overduidelijk dat we niet zonder dans kunnen! 


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Jacqueline klein.png

Jacqueline de Kuijper

Danswetenschapper Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze studeerde danswetenschappen aan Mills College in Californië. Daar kwam ze in aanraking met progressieve theorieën over educatie. Naast het aansturen van de andere redacteuren, is ze verantwoordelijk voor de artikelen ‘Dansdocent in the spotlights’.