Muziek & het brein: Fun facts en tips voor danslessen met kinderen

Foto van Getty Images.

Foto van Getty Images.

DANS & HET BREIN | Wat is het effect van muziek op de hersenen? Dat vraag je je als danser vast wel eens af. Hoe kun je als dansdocent een positieve invloed uitoefenen op de prestaties van leerlingen door middel van muziek? En wat heeft het leren van verschillende ritmes voor invloed op de hersenontwikkeling van kinderen? Lees dit artikel voor de antwoorden. En tientallen andere interessante weetjes over muziek en het brein. 

Muziek is niet weg te denken uit mijn leven. Ik luister er de hele dag naar. Als dansdocent vraag ik mij af wat het effect is van muziek op de hersenen. Hoe kun je een positieve invloed uitoefenen op de prestaties van je leerlingen tijdens een dansles door middel van muziek? En wat heeft het leren van verschillende ritmes van muziek voor invloed op de hersenen van kinderen? Is het luisteren naar muziek voldoende of heeft dansen hierin nog een meerwaarde?
— Rimke Saan, redacteur Muziek & Lesmateriaal voor kinderen. 

Voor dansdocent Rimke Saan dook ik de wetenschappelijke literatuur in, op zoek naar antwoorden op haar vragen over het effect van muziek op de hersenen. En dan met name in de relatie tot de danslessen die zij aan kinderen geeft. Lees verder voor de antwoorden én waardevolle tips voor jouw danslessen. Psst… Rimke vindt dit artikel SUPER interessant!

Muzikaliteit & het brein

In het boek Musicofilia (2008) beschrijft Oliver Sacks, de beroemde maar inmiddels overleden Amerikaanse psycholoog en hoogleraar neurologie, eigenaardige verhalen van patiënten. Mensen die door hersenletsel hun muzikale vaardigheden zijn kwijtgeraakt, of juist voor het eerst over muzikaliteit beschikken. Ook laat Sacks zien dat mensen met ziektes zoals Parkinson heilzame effecten van muziek ondervinden. Met zijn verhalen geeft hij de lezer een uniek kijkje in de werking van de hersenen in relatie tot muziek, én illustreert hij wat het positieve effect van muziekonderwijs en muziektherapie is op mensen. Dit heeft ook implicaties voor de dansles!   

Wat al snel duidelijk wordt bij het lezen van Musicofilia, is dat de vermogens om verschillende aspecten van muziek te herkennen of te produceren los van elkaar bestaan. Denk hierbij aan toonhoogten, timbre, metrum, ritme, melodieën etc. Deze (on)vermogens kunnen zijn aangeboren, maar ook verkregen of verloren door hersenletsel, zoals een beroerte. 

Zo herkennen sommige mensen wel ritme, maar geen metrum (maat), en hebben anderen het tegenovergestelde probleem. Er zijn ook mensen die wel ritme en toonhoogten kunnen herkennen, maar geen melodie. Of mensen die prima een melodie kunnen neuriën, maar niet kunnen herkennen, of niet kunnen zeggen welke noot hoger of lager is. Zo zijn er ook mensen die wel toonhoogten in stemmen kunnen onderscheiden, maar niet in muziek. Of wel toonhoogten in muziek kunnen onderscheiden, maar niet in timbre. En er zijn ook mensen die geen normale emotionele reactie (afgrijzen) hebben op onwelluidende muziek. Of die de harmonie in de muziek niet kunnen herkennen, maar wel elk afzonderlijk instrument waarnemen. 

Bron: (Julia, 2020).

Bron: (Julia, 2020).

Hieruit blijkt dat alle verschillende aspecten van muzikaliteit hun eigen neurale basis hebben. Er zijn daarnaast in de hersenen vele niveaus waarop muziek waarnemingen worden geïntegreerd (en vele niveaus waarop de integratie mis kan gaan of in gevaar kan komen). Er is dus nogal wat verschil in hoe mensen muziek beleven! Dat komt doordat mensen niet simpelweg ‘horen’ wat er is. Net zo min als dat ze ‘zien’ waar ze naar kijken. 

Grofweg zijn er drie niveau's te onderscheiden waarop geluiden en muziek worden verwerkt: het waarnemen van verschillende frequenties (in het oor), het interpreteren en samenvoegen van de verschillende aspecten van die geluiden (in de hersenen), en het (re)produceren of communiceren van die beleving (door het lichaam) bij het zingen, dansen, of bespelen van een instrument. Wat mensen ‘horen’ is het resultaat van een complex denkproces in de hersenen, dat wordt beïnvloed door zowel hun ervaringen en vaardigheden als door de kwaliteit van hun zintuigen.

Denk bijvoorbeeld aan mensen die slechtziend of kleurenblind zijn; hun beleving van de wereld is al anders dan die van mensen zonder die beperkingen. Zo is dat ook met geluid en muziek! Net zoals sommige mensen gehoorbeschadiging hebben en bepaalde tonen niet meer goed kunnen waarnemen, verschillen de hersenen van mensen onderling zodanig dat hun interpretatie en beleving van wat ze horen wijd uiteenloopt. En wanneer iemand een ritme kan horen, wil dat nog niet zeggen dat die persoon synchroon kan dansen in de dansles. Daar komen weer sociale en motorische vaardigheden om de hoek kijken. 

Tip voor de dansles: Als je dansles geeft aan kinderen zul je niet zo snel te maken hebben met mensen met hersenschade (zoals de patiënten van Oliver Sacks). Toch kun je er niet vanuit gaan dat jouw leerlingen horen wat jij hoort, noch de muziek beleven zoals jij dat doet. Daarin spelen bijvoorbeeld ook de mate van muziekonderwijs die iedereen heeft genoten, bekendheid met het type muziek, en emotionele associaties en herinneringen met het specifieke muzieknummer een rol. 

Daarom is het waardevol om in de dansles expliciet aandacht aan jouw muziekkeuze te besteden. Bijvoorbeeld door samen naar de muziek te luisteren en deze te bespreken, met name wanneer het gaat om muziek voor de choreografie van een dansvoorstelling. Klap of stamp eerst samen het ritme, zing samen de melodie, en benadruk de accenten (hoort iedereen die wel?). Je kunt ook bespreken welke emotie het oproept bij iedereen: welke beelden komen naar boven in reactie op het muzieknummer? Ga daarna pas samen dansen! 

Voor mij is muzikaliteit een van de belangrijkste dingen waar ik op let. Als je ritme klopt, dan is dat al de helft van je techniek. Want als je het kan zingen, zoals docenten vaak een ritme voorzingen, dan kan je het al half uitvoeren. Ik laat ze daarom echt naar de muziek luisteren om dat bewustzijn te prikkelen. En soms moeten ze het van mij gewoon zingen!
— Ernst Meisner, artistiek coördinator is van de Junior Company.  (Kuijper, 2020)

Het belang van muziekonderwijs

Wat men muzikaliteit noemt omvat een breed scala aan vaardigheden en ontvankelijkheden; van de meest elementaire waarnemingen van tempo en toonhoogte tot de hoogste aspecten van muzikale intelligentie en gevoeligheid (Sacks, 2008). Kortweg, muzikaliteit is een combinatie van een goed gehoor en een goede ‘smaak’. Voor beide talenten is een bepaald neurologisch potentieel vereist. Zo kun je geboren zijn met een slecht gehoor, maar wel smaak hebben. Of andersom: een goed gehoor en geen smaak. Maar om een eersteklas muzikant - of danser - te worden, heb je wel beiden nodig. En muziekonderwijs!  

Nu zijn er mensen die deze talenten missen en met wie het waarschijnlijk nooit wat wordt, maar volgens de Sacks (2008) wijst veel onderzoek erop dat muzikaliteit praktisch iedereen aangeboren is. Daarnaast reageren de hersenen goed op tijdig (dat wil zeggen, op jonge leeftijd) en intensief muziekonderwijs. Bij kinderen die slechts één jaar vioolles hebben gehad zijn bijvoorbeeld al veranderingen in de hersenen te zien. Het lijkt erop dat muziekonderwijs ook bij jongeren nog effectief is, maar het loont om zo vroeg mogelijk met muziekonderwijs te beginnen. Zo dreigen kinderen die met een absoluut gehoor geboren zijn (er zijn wetenschappers die denken dat we allemaal met een absoluut gehoor geboren worden) dit talent, zonder stimulering door middel van muziekonderwijs, weer te verliezen. 

Wetenschapsjournalist Mark Mieras (z.d.) maakt zich vanwege die kritieke periode zorgen om de verschraling van het muziekonderwijs op school. Muzikale training van kinderen lijkt namelijk bij te dragen aan de ontwikkeling van het auditieve systeem. Zo zijn volwassenen en kinderen met muzikale scholing beter in staat om te luisteren dan anderen. Ze worden minder gestoord door het achtergrondgedruis en kunnen zich beter richten op de informatie in het geluid, zoals bij muziek. Dit is belangrijk voor schoolprestaties, omdat klaslokalen met grote groepen schuifelende en kuchende kinderen en geluiden uit andere lokalen het moeilijk maken de aandacht te richten op wat de docent zegt. Kinderen met muzikale training kunnen dit dus beter. Daarom is het zo zonde dat activiteiten als zang en musiceren (en dans) op veel basisscholen plaats hebben gemaakt voor cognitieve vakken als taal en rekenen. Dat is ironisch, want de vereiste grootschalige inspanning om muzikale training op jonge leeftijd aan te bieden aan alle kinderen, kan alleen worden bereikt op school!

De anatomie van de hersenen toont een nauwe relatie ligt tussen muziek en taalverwerking. Het muziekcentrum en het gebied van Wernicke (taalverwerking) liggen gespiegeld in de hersenschors, iets boven beide oren. . . . Een centraal gelegen hersencentrum, de thalamus, dient als verdeelpunt: muziek en de intonatie van gesproken taal worden naar rechts en woorden naar links gestuurd. De hersenstam bewerkt de geluiden voor. Het gehele auditieve systeem ontwikkelt zich gedurende de kindertijd sterk onder invloed van training. Het moet stap voor stap worden opgebouwd want luisteren vergt veel meer dan je oren openzetten.
— Mark Mieras, wetenschapsjournalist gespecialiseerd in hersenonderzoek (z.d.)

Je kunt er daarom voor kiezen om ook in danslessen voor kinderen aandacht aan muzikaliteit te besteden. Zodat kinderen niet alleen goed presteren op school, maar ook hun aangeboren muzikale talenten niet kwijtraken en een leven lang van muziek en dans kunnen genieten. Bijvoorbeeld: Baby’s van een half jaar nemen alle ritmische variaties makkelijk waar, maar als ze één jaar oud zijn is hun bereik al kleiner - maar wel scherper - geworden. De ritmes die ze in hun cultuur veel horen hebben ze zich dan al eigen gemaakt en herkennen ze vlot. Voor volwassenen is het vaak moeilijk om ritmes uit andere culturen waar te nemen. Dit wordt ook wel ‘culturele ritmedoofheid’ genoemd. 

Tip voor de dansles: Als je dansles geeft aan (hele jonge) kinderen, zou je hier rekening mee kunnen houden door in iedere dansles muziek uit verschillende culturen - met verschillende ritmes - te gebruiken. Hopelijk blijven ze hier dan ook op latere leeftijd nog ontvankelijk voor! Wel zo handig als ze besluiten naast ballet ook jazz of Afrikaanse dans te willen leren, of de mambo of tango. Of andersom. 

Wil je meer weten over culturele ritmedoofheid? Bekijk dan deze lezing van de Nederlandse muziekwetenschapper prof. dr. Henkjan Honing.

Maat houden in de dansles

Van alle aspecten van muzikaliteit, is het gevoel voor ritme in de dansles het meest relevant. Wist je trouwens dat het vermogen om de maat te houden uniek menselijk is? Er is geen enkele melding van een dier dat erop getraind is op de maat van een hoorbaar ritme te tikken, pikken of bewegen (Sacks, 2008; Scherder, 2017)*. Terwijl baby’s automatisch ritmisch gaan wiegen of klappen als ze muziek horen! De maat houden berust op interacties tussen de auditieve en premotorische cortex. Alleen in menselijke hersenen bestaat er een functionele verbinding tussen die twee gebieden. 

* Later lees ik in een wetenschappelijk artikel dat Sacks en Scherder ongelijk hebben. Het vermogen om beweging (spontaan) met muziek te synchroniseren wordt wél gedeeld met een aantal andere dieren! Chimpansees zouden dit ook kunnen en de kaketoes vogel ook. Het vermogen om zelf muziek te maken en te dansen is wel uniek menselijk.

Ook leuk om te weten: de motorische cortex (onder andere) is niet alleen actief wanneer iemand in reactie op muziek ritmisch beweegt, maar ook wanneer die alleen naar muziek luistert of zich muziek voor de geest haalt. Dit is bijzonder waardevol voor mensen met de ziekte van Parkinson. Doordat hun basale ganglia beschadigd zijn kunnen zij niet vloeiend bewegen of praten, ook wel ‘kinetisch gestotter’ genoemd. Hun bewegingen zijn vaak te snel of te langzaam, al hebben ze dat zelf niet per se door. Sommigen zijn zelfs zo verstard dat zij geen beweging meer kunnen initiëren, maar ze kunnen dan wel nog met beweging reageren. Bijvoorbeeld op muziek! Wanneer mensen met Parkinson de ‘juiste’ muziek horen, namelijk legato en met een duidelijk ritme, kunnen ze vaak ineens weer lopen of dansen (!) als vanouds. Wanneer de muziek stopt vallen ze helaas weer stil. Al kunnen sommigen zichzelf helpen om op gang te komen door een lied met een goed ritme in te beelden - dankzij die bijzondere connectie in de hersenen.

Mogelijk synchroniseert (door deze verbinding tussen de hersengebieden) het gehoorde ritme ook de hersenen, geesten én harten van mensen die samen muziek luisteren. Zo ontdekte wetenschapper Luciano Bernardi (Italiaanse professor in geneeskunde) dat het hartritme en ademhalingsritme bij mensen het ritme van (klassieke) muziek weerspiegelen (Peeples, 2019). Zo gingen de harten van de deelnemers van zijn onderzoek sneller kloppen bij crescendo’s en langzamer bij decrescendo’s. Wanneer ze naar muziek met een vast ritme luisterden, synchroniseerde het ritme van hun harten met dat van de muziek. Dit effect werd ook waargenomen bij deelnemers zonder muzikale training, al was het effect wel sterker bij de deelnemende muzikanten. 

Ook danseres en psycholoog Bronwyn Tarr (2015) ontdekte dat ritme erg belangrijk is in het verbinden van mensen. Ze vroeg middelbare scholieren om te dansen in groepjes van drie op snelle muziek van 130 beats per minuut. De leerlingen die synchroon dansten hadden nadien warmere gevoelens voor hun danspartners dan leerlingen die niet synchroon hadden gedanst - ongeacht hoe intensief ze dansten. Daarentegen voelden leerlingen die samen intensief hadden gedanst zich ook meer verbonden - ongeacht hoe synchroon ze hadden gedanst. Deze dansers hadden ook een hogere pijngrens, een teken dat synchroon en/of intensief dansen endorfinen vrij maakt. Hieruit maakt Tarr op dat zowel intensief als synchroon dansen de sociale cohesie in groepen verhoogt en heeft bijgedragen aan de evolutie van de mens als groepsdier. 

Tip voor de dansles: Muziek en dans hebben in alle samenlevingen de hoofdfunctie om mensen samen te brengen en te verbinden. Dit inzicht kan jij ook in jouw danslessen bewust inzetten! Bijvoorbeeld aan het begin van het schooljaar, of wanneer jouw groep leerlingen dan ook voor het eerst samenkomt. Wanneer je met een groep dansers te maken krijgt die elkaar nog niet zo goed kennen, kun je het beste beginnen met ze lekker te laten zweten op een upbeat nummer (intensief dansen), of ze dezelfde combinatie te laten doen (synchroon dansen). Hierbij is het overigens wel belangrijk dat de danspartners elkaar kunnen zien, bijvoorbeeld door in een cirkel te dansen (Tarr, 2016). Zet pas in op improvisatie, compositie en presentatie wanneer iedereen zich veilig voelt in de groep en er al teamspirit is ontstaan. 

One hypothesis is that music provides an opportunity for people to come together, making them move – dance – and in doing so we experience internal hormonal cascades which are made up of ‘feel good’ chemicals. These bursts of chemicals are part of our brain’s pain and pleasure and reward circuitry, and when they are triggered they provide an experience of elation and positive reward. When we get this kick in the presence of others, the result is that of collective joy – positive, shared experiences through which we establish and maintain important social connections with others. Now we feel like we belong to a unified, cohesive whole.
— Bronwyn Tarr, evolutionair psycholoog. (Oxford, z.d.)

Allround

Rimke vroeg zich af hoe je een positieve invloed kan uitoefenen op de prestaties van je leerlingen tijdens een dansles door middel van muziek. Dat kan dus door muzikaliteit een expliciet onderdeel te laten zijn van de dansles! Bijvoorbeeld als leerdoel op zich, zodat leerlingen hun aangeboren muzikaliteit niet kwijtraken en juist verder ontwikkelen. Maar je kan hun muzikaliteit ook stimuleren als strategie om ze beter te laten dansen. 

In beide gevallen is het belangrijk je leerlingen bloot te stellen aan muziek uit verschillende culturen en met verschillende ritmes, zodat ze makkelijker nieuwe dansstijlen zullen leren en die beter kunnen uitvoeren. Ofwel, hiermee maak je ze meer allround. Daarmee bereid je jouw leerlingen goed voor op een carrière als professioneel danser of docent, mochten ze dat ambiëren. Op de Nederlandse dansacademies is all-round zijn namelijk echt een trend (Fokkens, 2020). 

Verbeelden, luisteren of doen?

Rimke vroeg zich ook af of het luisteren naar muziek voldoende is om een bepaald positief effect te realiseren, of dat dansen daarbij nog een meerwaarde heeft. Nu is het zelfs zo dat de auditieve cortex bijna net zo sterk te activeren is door over muziek te fantaseren als door naar muziek te luisteren. Bij bewuste, opzettelijke, mentale verbeelding van muziek zijn daarnaast ook de motorische cortex (nodig voor het bespelen van een instrument - of het dansen!) en de prefrontale cortex (kiezen en plannen) actief (Sacks, 2008). En bij het inbeelden van ritme is een verhoogde activiteit te zien in de linker prefrontale cortex, een gebied dat bij kinderen en jongeren nog volop in ontwikkeling is (Scherder, 2017)

Maar dat er activiteit wordt waargenomen, wil dat ook zeggen dat er iets wordt geleerd? Ofwel, is de activiteit een teken van bestaande verbindingen in de hersenen of worden er ook nieuwe aangemaakt? Daarvoor lijkt toch externe stimulatie van de hersenen door luisteren én oefening belangrijk. Zo laat de motorische cortex alleen activatie zien bij het luisteren naar melodieën die een persoon zelf kan spelen, maar niet andere melodieën (Olszewska et al., 2021). Ik kan me voorstellen dat hetzelfde geldt voor muziek waarop een persoon een choreografie heeft geleerd, maar niet andere muziek.

Zoals je hierboven hebt gelezen zorgt het luisteren naar ritmes die dominant zijn in een bepaalde cultuur er bij baby's voor dat er een bekendheid en ontvankelijkheid ontstaat voor deze ritmes, maar niet voor andere. Zij leren welke ritmes in hun cultuur belangrijk zijn waardoor ze die beter kunnen ‘horen’. Zo is er ook een kritieke periode waarin kinderen bepaalde klanken en accenten leren (Voxy, 2012; Sacks, 2008). Kinderen die opgroeien met Nederlands als moedertaal en zelden andere talen gesproken horen, zullen op latere leeftijd moeite hebben om vreemde talen accentloos te spreken. Terwijl volwassenen die als kind met verschillende talen in aanraking zijn gekomen, meer verschillende soorten klanken kunnen ‘horen’ én uitspreken. Kinderen worden namelijk geboren met ontzettend veel verbindingen tussen de hersencellen, maar de verbindingen die niet gebruikt worden sterven af. Use it or lose it. 

Denk even terug aan de drie niveaus van muziek verwerken en beleven. Luisteren naar muziek en taal beïnvloedt dus hoe de hersenen het geluid interpreteren (niveau 2) dat via de oren wordt waargenomen (niveau 1). Daarmee heeft het een indirecte invloed op wat kan worden geproduceerd en gecommuniceerd (niveau 3). Maar dit derde niveau (het doen, zoals het zingen, dansen of bespelen van een instrument) beïnvloedt de hersenen ook! Het oefenen van motorische vaardigheden stimuleert meer dan alleen de spierontwikkeling. De hersenen van beroepsmusici verschillen zelfs zodanig van die van andere mensen dat anatomen (artsen die gespecialiseerd zijn in anatomie) een musicus aan de hand van een hersenscan zouden kunnen herkennen (Sacks, 2008).

Muziekonderwijs zorgt voor meer ‘grey matter’ in vrijwel alle hersendelen. Grey matter bestaat voornamelijk uit zenuwcellen, terwijl ‘white matter’ bestaat uit de verbindingen tussen zenuwcellen. Bron: (Olzewska et al., 2021).

Muziekonderwijs zorgt voor meer ‘grey matter’ in vrijwel alle hersendelen. Grey matter bestaat voornamelijk uit zenuwcellen, terwijl ‘white matter’ bestaat uit de verbindingen tussen zenuwcellen. Bron: (Olzewska et al., 2021).

Niet alleen veranderen de hersenstructuren door het bespelen van een instrument op jonge leeftijd, ook de taalkundige vaardigheden. Zo heeft intensieve muzikale training een gunstig effect op stoornissen op het gebied van auditieve informatieverwerking (Scherder, 2017; Mieras, z.d.). Kinderen met dyslexie hebben bijvoorbeeld moeite met ‘maat houden’ (het ritme blijven tikken dat een metronoom heeft aangegeven, nadat de metronoom is gestopt). Dit terwijl muzikanten met dyslexie net zo goed presteren op deze taak als muzikanten zonder dyslexie. Goed kunnen luisteren is essentieel om goed te leren lezen. Door de invloed op de ontwikkeling van het auditieve systeem raakt muzikale training bij kinderen aan primaire functies als luisteren, taalverwerving, leesvaardigheid en emotionele intelligentie (Mieras, z.d.).

DANS!

Intensief muziekonderwijs lijkt dus een positieve invloed te hebben op de ontwikkeling van de hersenen en de schoolprestaties van kinderen. Hierbij ligt de nadruk op ‘intensief’. Het muziekonderwijs moet méér dan ‘een uurtje per week’ gegeven worden, voor meerdere maanden of jaren, en door een professional onderwezen worden (scherder, 2017). Daarnaast moet het muziekonderwijs zo veel mogelijk in de kritieke periode, voor het 7e levensjaar, plaatsvinden (Mieras, z.d.; Sacks, 2008; Scherder, 2017). Je kunt uiteraard ook op latere leeftijd nog muziekonderwijs nemen, maar de verandering in de hersenen die daardoor ontstaan verdwijnen gedeeltelijk weer in de weken nadat iemand met de training is gestopt (Olzewska et al., 2021).

Wekelijks dansonderwijs lijkt overigens ook een positief effect te hebben op schoolprestaties van kinderen (resultaten landelijke toetsen) en de motivatie en concentratie in de andere lessen te verbeteren (Gilberto & Beyer, 2018). Dans, als een vorm van ritmisch muziekonderwijs, heeft dus zeker een meerwaarde. Maar dansen is meer dan een training in maat houden, het is ook lichamelijk opvoeding. Dansen is een complexe activiteit waarbij het hele lichaam betrokken is en daardoor óók vele delen van de hersenen activeert.

Omdat dansen beweging met muziek combineert - en met emotionele expressie en sociale interactie - denkt de beroemde Nederlandse neuroloog Erik Scherder (2017) dat dans weleens de ultieme verrijkte omgeving kan zijn. Dat wil zeggen dat dansen niet alleen goed is voor de hersenontwikkeling van jonge kinderen, maar het je hersenen ook jong houdt op latere leeftijd! Beweging stimuleert namelijk de aanmaak van nieuwe hersencellen. En dansen, meer dan fitnessprogramma’s, leidt tot neuroplasticiteit en een behoud van cognitieve en motorische vaardigheden bij ouderen, zoals ook te leven is in mijn artikel ‘Dansen is de ultieme braintraining!’ (de Kuijper, 2019).

Dus DANS! Met jong én oud. Maar werk vooral bij je danslessen met kinderen ook aan muzikaliteit en ritme.

Wie danst moet zijn evenwicht houden, muzikale ritmes leren, zijn spieren gedoseerd aansturen, plannen, timen, bewegingen coördineren, de danspassen en hun ruimtelijk parcours onthouden. Dans biedt een verrijkte omgeving en belangrijke stimuli.
— ERIK SCHERDER, HOOGLERAAR KLINISCHE NEUROPSYCHOLOGIE. (VAN DER WIEL, 2021).

Bonus: Wist je dat…?

Ten slotte… In het boek Musicofilia (2008) vertelt Oliver Sacks ontelbaar veel mooie verhalen over wat muziek voor zijn patiënten betekent heeft. Hieronder heb ik nog drie leuke inzichten op een rijtje gezet. Speciaal voor dansers en dansdocenten! 

Wist je dat er niet alleen verbindingen lopen van de zintuigen (zoals de oren) naar de hersenen, maar ook retroverbindingen van de hersenen naar de zintuigen? Hierdoor kunnen bij mensen ‘release hallucinaties’ ontstaan. Zij horen dan constant muziek, alsof de radio de hele dag aanstaat. Dit komt met name voor bij bejaarden en mensen met gehoorverlies, maar ook jonge en ogenschijnlijk gezonde mensen kunnen hiermee te maken krijgen. Zo zou de beroemde componist Tsjaikovski als jong kind gezegd hebben: “Die muziek! Het zit hier in mijn hoofd. Verlos me ervan!” 

Wist je dat er mensen zijn die geen muziek kunnen ‘horen’? Deze (zeldzame) kwaal heet ‘amusie’ en kan aangeboren zijn of ontstaan door een beroerte. Mensen met amusie hebben een normale waarneming van spraak en omgevingsgeluiden, maar hebben moeite met het herkennen van melodieën en het onderscheiden van toonhoogten. Oftewel, ze kunnen de structuur van de muziek niet langer doorgronden. Deze mensen kunnen vaak wel ritme houden en dansen op de beat, maar muziek is voor hen een lawaaierige chaos.

Wist je dat het kunnen spelen van muziek (of het kunnen dansen) niet aangetast wordt door geheugenverlies? Deze actiepatronen en motorische vaardigheden zijn onderdeel van het ‘procedureel geheugen’ en niet het ‘episodische geheugen’ (expliciete herinneringen). Zo leerde je als jong kind al kruipen en lopen - en kun je dat nu nog steeds - ondanks dat je jezelf als peuter en kleuter niet meer kan herinneren. Je ‘autobiografische ik’ ontwikkelt zich veel later in de kindertijd en is afhankelijk van een complex hersensysteem (waartoe de hippocampus en de temporaalkwab horen) dat bij patiënten met geheugenverlies in gevaar is. 

Bronnen


DANS & HET BREIN

In 2018 verscheen op de persoonlijke blog van hoofdredacteur Jacqueline de Kuijper het artikel ‘Dans is de ultieme braintraining’. Het werd opgepikt en gedeeld door Dans Magazine en ging vervolgens ‘viral’. Het werd meer dan 15.000 keer gelezen en ontving meer dan 7.000 likes via Facebook. Het was dan ook hun meest gelezen artikel van het jaar! Via Dansdocent.nu blijft Jacqueline schrijven over dans & het brein, een onderwerp waar veel interesse voor is.

Jacky groot.png

Jacueline de Kuijper

Danswetenschapper Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Jacqueline studeerde danswetenschappen aan Mills College in Californië. Tijdens haar bachelor aan University College Utrecht studeerde ze zowel theaterwetenschappen als psychologie. Voorheen schreef ze als webredacteur voor Dansmagazine en als dansjournalist voor Cultuurpers. Haar scherpe pen en onderzoekende geest zet ze sinds 2019 in om dansdocenten te inspireren.