In de spotlight: dansdocent en antropoloog Aminata Cairo

INTERVIEW | Aminata Cairo (55 jaar) publiceerde in 2021 het boek Holding Space, waarin ze haar visie op diversiteit en inclusie deelt. Het is rijk aan persoonlijke anekdotes en doordrongen van academische kennis. Aminata heeft namelijk een bachelor in Lichamelijke Opvoeding, een master in Klinische Psychologie en een PhD in Medische Antropologie. Daarnaast werkte ze meer dan twintig jaar als docent en performer in Afrikaanse en Afrikaanse diaspora dans. Lees dit interview om meer te weten over deze indrukwekkende vrouw.

Hoe oud was jij toen je jouw eerste danspassen zette?

Twee, balletles. Mijn moeder zag al heel vroeg dat ik altijd aan het dansen was. Ook had ze zelf de droom gehad om te dansen, maar heeft ze dit nooit kunnen doen. Dus die kans kreeg ik wel! Tot mijn twaalfde danste ik bij dezelfde lerares in het buurthuis. Wij konden ons de danslessen van Scapino niet veroorloven, het was iets waar je naar opkeek. In het toenmalige gebouw van het Scapino Ballet zit nu onder andere de dansopleiding van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, waar ik de afgelopen drie jaar zelf les heb gegeven in onderzoeksmethodes aan de studenten van de opleiding Docent Dans. Het was ironisch dat ik uiteindelijk les gaf in een instituut dat vroeger altijd zo ongrijpbaar voor mij was. 

Waarom ben je dansdocent geworden?

In het Surinaamse buurtcentrum Anton de Kom in Amsterdam deden we Afrikaanse dans, maar dat was eigenlijk een beetje zelfverzonnen Afrikaans. In Amerika heb ik de kans gekregen om echt Afrikaanse dans te studeren. Ik deed daar de opleiding Lichamelijke Opvoeding, waar ik ook veel danslessen nam. En zo begon ik op de universiteit in Kentucky (Berea College, red.) ook danslessen te geven aan kinderen. 

Ik begon toen ook bij een dansschool in Lexington Afrikaanse dans te volgen. Na twee weken had de docent een knieblessure en vroeg ze of ik de les wilde overnemen. Uh, OK. I can make it up. Ik creëerde veel lesmateriaal met de drummer samen en ging naar workshops wanneer ik maar kon. Later, nadat ik naar Washington DC was verhuisd, ben ik me nog meer gaan verdiepen in de Afrikaanse dans. Ik heb toen ook gedanst met een Afrikaanse dance company en de tieners daar lesgegeven. Dat was een traditionele compagnie, maar ik bracht dan weer de moderne dans en de jazz mee en mixte dat erin. Daarna heb ik me gespecialiseerd in traditionele Afro-Surinaamse dans. Daarvoor heb ik ook een Fulbright beurs ontvangen.

Ik noem wat ik doe ‘Afrikaanse diaspora dans’. Ook omdat ik het echt bestudeerd heb, de theoretische achtergrond van de verschillende dansculturen: Afrikaans, Caribisch, Jazz. Dat neem ik allemaal mee als ik lesgeef. Ik geef nu geen dansles meer, maar heb dat wel meer dan twintig jaar gedaan. Van mijn achttiende tot in de veertig. Best wel lang. Ik mis het ook wel, eigenlijk. 

Wat betekent dans voor jou?

Dans is de enige plek waar ik mij honderd procent vrij voel. Dus waar ik mij geen zorgen hoef te maken over wat mensen denken. Waar ik mijzelf kan zijn. En dat is dankzij die eerste danslerares, Anja Duindam, die dat voor mij creëerde. 

Ik had een holle rug en eigenlijk moest ik als meisje naar ‘heilgymnastiek’, maar zij zei: “Nee, dat hoeft niet, ik werk wel met haar.” Ze heeft me altijd extra aandacht gegeven en nooit laten voelen van ‘jouw lichaam past niet in ballet’. De mensen die ik na haar had… wel degelijk! “Ja, je kan goed dansen, maar… je billen zijn te groot.”

Ik houd wel van ballet en modern en alles hoor, maar Afrikaanse dans paste beter bij mijn lichaam. Daar ervaarde ik voor het eerst echt you are fine as you are en breng je hele lichaam. Ook op de dansvloer: dik, dun, groot, vanalles! Ahhh. Dat was echt thuiskomen.

Berea College is de eerste geïntegreerde universiteit in de Verenigde Staten. Is dat waar jouw passie voor diversiteit en inclusie vandaan komt?

Daar heb ik nooit zo over nagedacht. Berea was wel een unieke plaats waar het samenkomen vanzelfsprekend was. Hun motto is ook “God has made of one blood all peoples of the earth” en daar waren ze heel serieus in. Mensen verdienstelijk zijn was ook vanzelfsprekend, maar dat vond ik ook terug in mijn familie die erg gericht is op gemeenschapswerk.

Waarom ik uit Nederland ben weggegaan? Voor het avontuur en omdat ik mij in Nederland nooit thuis voelde. Ik was er geboren en hield van het land, maar het voelde alsof het land nooit echt van mij hield. Je hoorde er nooit helemaal bij, wat je ook deed. In Amerika is iedereen een immigrant. Ik zeg altijd: Nederland is een land met immigranten, Amerika is een land van immigranten. Op een gegeven moment hoor je erbij en ben je gewoon Amerikaan. En… Amerika is groot! Dus er is meer ruimte voor verschillende verhalen.

Ik heb er zolang gewoond, langer dan in Nederland, dus op een gegeven moment wordt het je thuis. Dat heeft wel lang geduurd. Ik was toch altijd zoekende naar de balans tussen Nederland, Amerika en Suriname. Nu begrijp ik gewoon dat ze alle drie een plek in mij hebben.

Hoe zou kunsteducatie inclusiever kunnen zijn?

Door de podcast Kunsteducatie Doorgelicht, die ik voor de AHK heb gemaakt, heb ik hier veel over nagedacht. Ik denk dat het neerkomt op: hoe houd je rekening met alle achtergronden? En niet alleen hun persoonlijke achtergrond, maar ook hun kunstachtergrond, wat ze van thuis uit meekrijgen, hun culturele input. Dat is dan ook de antropoloog in mij. Want vaak hebben we nog steeds een standaard model, en al het andere is dan extra. Dus ik hoop dat het meer vanzelfsprekend wordt dat je een breder en inclusiever palet aanbiedt. 

Dus bijvoorbeeld, en ik wil niet negatief zijn, maar ook op een dansopleiding heb je dan een workshop ‘lesgeven aan ouderen’. Maar dat is dan één workshop. Dat is dan iets van ‘als iemand tijd heeft’. Maar als we denken aan de populatie… niet alleen kinderen willen dansen. En er is niks uit het Midden-Oosten! En ik bedoel, come on, kijk naar Nederland. Marokkaans. Turks. Minimaal zou dat ook meegenomen moeten worden. 

Ook als ik kijk naar onderzoeken die worden uitgevoerd, dat is nog steeds voornamelijk vanuit het witte perspectief. Men ziet zoveel dingen over het hoofd. Er wordt gewoon niet aan gedacht om andere perspectieven mee te nemen of er rekening mee te houden. Als er onderzoek wordt gedaan over ‘kinderen’ of ‘ouderen’, dan gaat het negen van de tien keer over witte, middenklasse kinderen of ouderen. En het feit dat dat niet wordt aangegeven... Die vanzelfsprekendheid is pijnlijk, vooral in 2021! Mensen met een andere etnische achtergrond worden wel bestudeerd als vergelijking of uitzondering, maar niet als standaard in de norm.

Je moet jezelf dwingen om verder te kijken. Nederland is zo multicultureel! Maar als je de tv aanzet zou je het niet weten. Ik zie mezelf, na dertig jaar te zijn weggeweest, nog steeds niet vertegenwoordigd. Ik vind het jammer, en onnodig, dat we elkaars leefwerelden nog steeds niet kennen. We zouden niet hoeven moeten wachten op een Black Achievement Month om iets zwarts te gaan zien. Het moet normaal worden. En dat mogen we ook van onze studenten verwachten. Je kunt niet enkel naar vier witte concerten of dansvoorstellingen gaan. Nee. Doe een beetje moeite! Maar dan kan je ook verder kijken naar de productiehuizen en fondsen toezegging. Wat zien we als ‘de norm’ en ‘waardig’?

Is dat waarom je jouw boek Holding Space hebt geschreven? Om de ogen van mensen te openen? 

Ik heb het boek geschreven omdat ik voelde dat het moest, om in ieder geval een ander perspectief te bieden. Zo spreek ik in het boek voornamelijk over ‘dominant & other’ in plaats van ‘onderdrukker en onderdrukte’ of ‘wit versus zwart’.

Het boek begint met verhalen over mijn Surinaamse ouders en voorouders. Want als je mij ziet, dan denk je: oh, zij doet het. Maar ik doe het niet alleen! Ik doe het dankzij al die mensen. Ik sta op hun schouders. Zij ondersteunen mij. Je vertegenwoordigt altijd. En dat speelt ook in hoe ik reageer, in hoe ik dingen verwerk. En iedereen heeft een verhaal. Soms zie je een witte man en denk je: dus… Maar je weet niet wat zijn verhaal is! Dus om daar respect voor te hebben en niet zo snel te oordelen. Dat is wat inclusiviteitswerk zo intensief maakt. 

Verder vertel ik in mijn boek welke obstakels er zijn als je het gesprek wilt voeren over diversiteit en inclusiviteit en wat je kan doen om die obstakels te doorbreken. Eén daarvan is ‘gezelligheid’, mijn favoriete woord. Daarom bespreek ik eerst: ‘Als we deze gesprekken gaan voeren is het soms niet gezellig. Laten we afspreken dat dat mag. En ik vraag je om er niet van weg te rennen, maar zit er even mee, omarm het.’ Het is belangrijk om van tevoren ruimte te creëren waar dat mag spelen, die ongemakkelijke emoties.  

Welke droom wil je nog verwezenlijken?

Momenteel ben ik bezig een werkboek te maken dat aansluit op het laatste deel van mijn boek, waar ik inga op de vaardigheden die je als docent of gespreksleider nodig hebt. Zoals luisteren, kijken, geduld hebben, moedig zijn, enzovoorts. Ik ben specifieke activiteiten aan het bedenken voor zowel het individu als de groep, dus oefeningen die docenten met hun klas kunnen doen. Mensen kunnen ook bij mij de Inclusivity Pathway Training volgen, maar met dit werkboek wil ik ze alvast wat handvatten meegeven om zelf aan de slag te gaan. Ik hoop het in december af te hebben, dus dit werkboek komt in 2022 uit. 

Welke tip zou je meegeven aan andere dansdocenten?

Vaak ligt de focus op: hoe gaan we om met onze studenten? Maar hoe gaan we als docenten om met elkaar? You need your allies! ‘Nou, wat er vandaag toch is gebeurd bij mij in de les...’ Of: ‘Bij jou lukte het wel, hoe heb je dat gedaan?’ Dat soort dingen moet je bij iemand kwijt kunnen! Hoe ik met mijn collega’s omga heeft weer effect op hoe ik met mijn studenten omga. Als ik mij niet gehoord en begrepen voel, hoe denk je dat ik dan open kan staan voor die studenten? Het is belangrijk om elkaars successen te vieren en bij elkaar te kunnen uithuilen. Je hoeft niet alles in je eentje uit te zoeken. 

Tot slot is het belangrijk om niet alleen stil te staan bij wat jij te bieden hebt, maar ook wat jouw leerlingen komen brengen. Al helemaal als je in een multiculturele setting lesgeeft! Je kunt ze vragen: Naar wat voor muziek luister je thuis? Wat is de muziek van je oma? Wat is het verhaal daarachter? En denk dan na over wat elementen zijn die je kunt gebruiken om iets nieuws te creëren. Want vaak geven we les vanuit ‘wat ik goed kan doen’. Maar hoe breid je dat uit? Van wat ik bij de AHK heb gezien doen de docenten daar dat al heel goed. Sowieso hebben zij al veel meer aandacht voor hiphop enzo. En vanaf het moment dat de opleiding het curriculum veranderde, toen kwam ineens de wereld binnen! 

Maar zo’n nieuwe aanpak vergt moed en steun van elkaar. Dus als je zoiets doet, dan moet je je docenten goed ondersteunen! Want je hebt het over omscholing: ‘Wat je kan is heel goed, maar het is wel incompleet’. En dáár word ik gepassioneerd van! Ja, het is moeilijk, maar dat is wat ontbreekt. Hoe neem je zo’n persoon mee in een verandering? En hoe maak je het iets om blij van te worden in plaats van onzeker. Het is rijkdom om over elkaars culturen te leren, zoals Turkse ritmes. 

Welke boeken zou je onze lezers aanraden?

Sowieso het boek van de Nederlands-Surinaamse antropoloog Gloria Wekker: White Innocence. De Nederlandstalige versie heet Witte onschuld. Omdat dat ook goed inzicht geeft in de Nederlandse cultuur. Ik ben antropoloog en ik heb gestudeerd in Amerika en ik weet dat heel veel mensen zeggen ‘Ja, maar dat is Amerikaans’, vooral als het over racisme gaat. Maar er is ook een Nederlandse context voor racisme en een Nederlandse cultuur, en Gloria legt dat heel goed uit.

Een andere boek dat mij raakte was Jij hebt ons niet ontdekt, wij waren hier altijd al van Massih Hutak. Het gaat over gentrificatie in Amsterdam Noord, maar ook over hoe wij als mensen met elkaar omgaan in Nederland. Welke cultuur is dominant over de andere en hoe leven we dat uit?  

Er is ook een nieuwe van Kauthar Bouchallikht en Zoë Papaikonomou: De inclusiemarathon: over diversiteit en gelijkwaardigheid op de werkvloer. Deze is zeker een aanrader, ook omdat dit een verzameling is van interviews met 41 professionals. Ik heb het nog niet gelezen, maar ik ken Zoë’s werk en ik heb gehoord dat het boek erg toegankelijk is. Dat is erg belangrijk.

Bio Aminata Cairo

Aminata Cairo heeft Surinaamse ouders, maar is geboren en getogen in Nederland. Haar diploma’s behaalde ze in de Verenigde Staten: een bachelor in Lichamelijke Opvoeding en Psychologie, een master in Klinische Psychologie, een master in Medische Antropologie, en een PhD in Medische Antropologie. Met Sabi Diri, haar multiculturele dansgezelschap, heeft ze opgetreden in de Verenigde Staten en Suriname. Aminata is de enige geleerde die over Afro-Surinaamse dans heeft geschreven en in 2015 ontving ze een Fulbright beurs om hier verder onderzoek naar te doen. Zij is in 2016 gedecoreerd door de Surinaamse regering met de Orde van de Palm voor haar bijdrage in cultuur aan de Surinaamse samenleving. In 2017 werd ze de eerste lector van Afrikaanse afkomst in Nederland, met een focus op inclusieve educatie. 


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Jacqueline de Kuijper

Danswetenschapper Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze studeerde danswetenschappen aan Mills College in Californië. Tijdens haar bachelor aan University College Utrecht studeerde ze theaterwetenschappen, kunstgeschiedenis en psychologie. Haar scherpe pen en onderzoekende geest zet ze sinds 2019 in om dansdocenten te inspireren. Naast het aansturen van de andere redacteuren, is ze verantwoordelijk voor de rubrieken ‘Bijscholing & Omscholing’ en ‘Internationaal Dansonderzoek’.