10 vragen aan de hoofdredacteur 

Hoofdredacteur Jacqueline de Kuijper. Fotograaf: Sjoerd Derine

Hoofdredacteur Jacqueline de Kuijper. Fotograaf: Sjoerd Derine

INTERVIEW | Ben je benieuwd wat je kunt verwachten van Dansdocent.nu? Lees dan het interview met oprichter en hoofdredacteur Jacqueline de Kuijper. De redactieleden stellen haar vragen over haar studie danswetenschappen in Californië, haar passie voor danseducatie en haar plannen voor de toekomst. Danst ze zelf ook? Vanwaar die interesse in dansonderzoek? Wat zijn haar drijfveren? Ontdek het nu!

Bo: “Dans je zelf ook?” 

Ik heb een OneFit abonnement en doe aan pilates, barre en yoga. En ik wil gaan beginnen met stijldansen! Verder dans ik dagelijks in de woonkamer, als beweegmomentje om het werken op de laptop te onderbreken. Dansen betekent voor mij contact maken met mijn lichaam en emoties. Een moment voor mijzelf. Zo begon het dansvirus ook voor mij: als klein meisje huppelend en zingend door het huis.

Vroeger danste ik veel meer! Het begon met jazzballet, daarna streetdance en later ook modern en ballet. Ik heb ook de schakelklas van Codarts gedaan. Vervolgens ben ik Liberal Arts en Science gaan studeren aan het University College Utrecht (UCU), waar ze ook actief zijn in de podiumkunsten. In mijn vrije tijd bleef ik danslessen volgen en iedere zomervakantie besteedde ik mijn tijd en geld aan ‘summer schools’. Terwijl anderen de zon opzochten, werkte ik mijzelf in het zweet in dansstudio's in Den Haag, Londen en Berlijn. Dat was echt genieten! 

Willy: “Je hebt dans gestudeerd in de Verenigde Staten. Wat zijn volgens jou de grootste verschillen met Nederland?”

Ik droomde altijd van een dansopleiding waar praktijk en theorie meer in balans zijn. Mijn dansdocent op UCU tipte mij destijds over de eigen landsgrenzen heen te kijken. Als danstherapeute uit de Verenigde Staten wist zij dat danseducatie ook anders kon. 

Zo koos ik voor een masterstudie in dans aan Mills College in Californië, waar ik van 2011-2013 studeerde. Daar worden studenten zowel lichamelijk als intellectueel uitgedaagd. Twee jaar lang volgde ik danslessen in de ochtend, terwijl ik ‘s middags op universitair niveau les kreeg in dans- geschiedenis, pedagogiek, antropologie en journalistiek. Mijn vakkenpakket mocht ik voor 80% zelf samenstellen. Het was een droom die uitkwam en ik denk nog vaak met heimwee terug aan deze fantastische tijd!

Er zijn nog veel andere verschillen te noemen, al kan ik niet zeggen dat mijn studie representatief was voor alle dansopleidingen in de Verenigde Staten. Mills College is een hele bijzondere plek: een progressieve ‘women’s college’ die feminisme, diversiteit en inclusiviteit hoog in het vaandel heeft staan. Binnen de dansopleiding uitte zich dat in een grote verscheidenheid aan dansers en een gemoedelijke sfeer. Er werd niet gekeken naar lichaamsbouw, huidskleur of lichaamsgewicht. Ik had ook klasgenoten met obesitas! 

Voor mij was dit een hele verademing. In Nederland was ik vaak de dikste danser van de groep, ondanks dat ik absoluut niet dik was. Dat heeft mijn zelfbeeld nooit goed gedaan. In Californië leerde ik weer houden van mijn lichaam en mijzelf als danser te identificeren.  

Maud: “Vanwaar jouw grote interesse tussen dansonderzoek en de danspraktijk?”

Iets bestuderen zonder het zelf aan den lijve ervaren te hebben? Dat vind ik een heel gek idee! De danswetenschap in Nederland is mij te filosofisch en te weinig betrokken bij het werkveld, met name die van de dansdocent. Mijn voorkeur gaat uit naar toegepaste wetenschap. Relevantie. Zingeving. Innovatie. Daar gaat het toch om? Ik ben dol op boeken - mijn favoriete dansboeken vind je hieronder! - en het lezen van academische literatuur, maar die moet je ook durven loslaten om te ervaren waar het schuurt en wrikt of stroomt. Kritisch naar het werkveld kijken om te ontdekken wat er nodig is. 

Zo viel het mij op Mills College bijvoorbeeld op dat, hoewel het vakkenpakket gebalanceerd was, de didactische methoden tussen docenten enorm verschilden. De praktijkdocenten dulden geen tegenspraak, terwijl de theoriedocenten discussie en een onderzoekende geest stimuleerden. Als student was dat erg onaangenaam; Je continu moeten aanpassen aan de grillen van verschillende docenten. Zij zouden toch opgeleid moeten zijn om rekening te houden met de variatie in leerstijlen van de leerlingen? En niet andersom? Wat was hier aan de hand? 

Voor mijn masterscriptie liet ik mij daarom inspireren door Teaching for Understanding, een progressief didactisch model ontwikkeld door de Harvard Graduate School of Education. Vanuit deze lens keek ik naar de danstechniekles. Ik analyseerde welke didactische elementen traditioneel waren en welke progressief. Het probleem? Professionele dansers zonder pedagogische en didactische training die zichzelf ‘docent’ noemen. Zij baseren hun methodiek op de dansdocenten die zij hebben gehad, die vaak ook weer scholing misten. Zo blijven ongezonde lespraktijken voortbestaan. 

Rimke: “Hoe zou jij de ideale dansdocent omschrijven? Zie jij jezelf hierin terug?”

Na mijn afstuderen had ik een duidelijk beeld van de ideale dansles (binnen universitair onderwijs). De ideale dansdocent: werkt met thema’s, benoemt de doelstelling van de les, gaat uit van het leerdoel van de leerlingen, betrekt theorie bij de praktijk, werkt interdisciplinair, houd verbale instructies ‘to the point’, schreeuwt geen instructies tijdens het dansen zelf, biedt materiaal op verschillende manieren aan, laat leerlingen zelf oefeningen verzinnen, stimuleert vragen stellen en discussie, laat leerlingen elkaar corrigeren, etc. 

Later probeerde ik deze principes zelf uit in mijn pilateslessen. De ontvangst was gemixt. Sommige leerlingen waren mij dankbaar dat ik hen uitlegde waarom we de oefeningen deden zoals wij ze deden. Eindelijk begrepen ze wat ze aan het doen waren en welke aanpassingen zij zelf konden toepassen! Anderen zaten niet te wachten op deze intellectuele benadering. Zij kwamen niet naar de les om ‘na te denken’. Volgens hen was het mijn taak om dat denkwerk voor hen te doen door simpelweg instructies te roepen. Uiteindelijk heb ik geaccepteerd dat ik niet voor iedereen de geschikte docent ben. 

Jacqueline werkte vier jaar lang als STOTT-Pilatesdocent in Utrecht. Fotograaf: Sjoerd Derine

Jacqueline werkte vier jaar lang als STOTT-Pilatesdocent in Utrecht. Fotograaf: Sjoerd Derine

Lenneke: “Hoe kan danswetenschap de werkvloer van de dansdocent mooier maken?”

Tijdens mijn studie las ik veel wetenschappelijk onderzoek en leerde ik over progressief, democratisch en constructivistisch onderwijs. Maar de aanbevelingen die hierin staan beschreven zie ik zelden terug in de praktijk, met name binnen de danssector. Academici en dansdocenten leven ieder in hun eigen bubbel. Met Dansdocent.nu wil ik een brug slaan tussen die twee werelden: de wetenschap en het werkveld, theorie en praktijk. Ik wil danswetenschap toegankelijk maken! 

Ik ben ervan overtuigd dat de wetenschap en het werkveld veel van elkaar kunnen leren! Niet alleen op het gebied van didactiek, maar ook op het gebied van blessurepreventie, anatomie, creatief ondernemerschap en marketing. Dansdocenten zouden nog beter les kunnen geven, meer kunnen verdienen, hun studio’s laten groeien, nieuwe doelgroepen aanspreken, inclusiever lesgeven, etc. Met Dansdocent.nu wil ik hen hierbij helpen. 

Lenneke: “Wat kan ik dit jaar verwachten van Dansdocent.nu?”

Op Dansdocent.nu lees je originele artikelen speciaal geschreven voor dansdocenten, door dansdocenten en danswetenschappers. Minimaal twee keer per week publiceren we nieuwe en inspirerende artikelen, tutorials, lesplannen of interviews. Verder houden we je op de hoogte van leuke nieuwtjes, interessante workshops en gave vacatures. 

Om dit mogelijk te maken blijf ik het team van redacteuren uitbreiden. Dit jaar komen er nog zeker twee redacteuren bij. Één gaat schrijven over het maatschappelijk belang van danseducatie (‘advocacy’) en de andere over gezondheid en blessurepreventie (bewegingswetenschap). Ook wil ik een nieuwsredacteur aannemen. 

Naast het redigeren van alle artikelen wil ik meer tijd inplannen om zelf te schrijven. Ik ben bezig nu met een serie artikelen over sollicitatietips voor dansdocenten. Met ‘best practices’ die je op een dansopleiding vaak niet meekrijgt, maar in de ‘corporate’ wereld wel standaard praktijken zijn. Hierbij draag ik de kennis over die ik de afgelopen vier jaar in het bedrijfsleven heb vergaard. Met deze artikelen hoop ik bij te dragen aan een professioneler imago van dansdocenten, zodat anderen niet meer durven te zeggen dat dansdocent zijn een ‘hobby’ is.

Esther: “Kun je iets vertellen over de innerlijke drive waarbij je initiatieven lanceert die er nog niet zijn? Wat vraagt dat van jou? Moed? Of doorzettingsvermogen?”

Ik ben een echte perfectionist. Ik zie dat zelf als een positieve eigenschap: oog voor detail. Ik ben mij in iedere situatie heel bewust van wat er nodig is om X beter te maken. Het daadwerkelijk uitvoeren van die verbeteringsdrift vergt inderdaad doorzettingsvermogen en moed. Met name om met de weerstand van anderen om te gaan en hen te overtuigen. Het betekent namelijk ook ik kritisch ben, recht voor zijn raap en ongeduldig. Ik kan een echte dwarsligger zijn. Al noem ik mijzelf liever ‘visionair’. 

Dit perfectionisme en doorzettingsvermogen heeft me academisch ver gebracht. Ik studeerde tweemaal cum laude af en sleepte meerdere studiebeurzen binnen, waaronder de prestigieuze Fulbright beurs. Toch heeft het ook een schaduwzijde. Ik kan te lang blijven hangen in relaties en werkzaamheden die mij niet dienen omdat ik niet wil opgeven. Dit voelt dan als falen. Zo kwam ik een jaar geleden met een burn-out thuis te zitten. Ik ben een enorme introvert, maar al mijn werkzaamheden destijds vergden veel extraversie. Netwerken, acquisitie, vergaderen, trainingen geven, lesgeven, etc. Ik kon niet meer.   

Ik voelde toen heel sterk dat ik mij alleen nog maar bezig wil houden met wat ik het allerliefste doe: lezen en schrijven over danseducatie. Tijdens het lezen van de boeken van creativiteits-guru Ken Robinson bloeide ik helemaal op. Ook wilde ik een ‘digital nomad’ kunnen zijn! Ik had al langer zitten spelen met het idee voor een tijdschrift voor dansdocenten. Nadat ik de knoop had doorgehakt stond ik in vuur en vlam. Ik heb een half uur door de woonkamer gedanst en gesprongen. Zo is in de zomer van 2018 het idee voor Dansdocent.nu geboren! 

Thomas: “Heb jij personen waar je erg tegenop kijkt? Wie en waarom?”

Ik bewonder dansdocenten enorm en de passie waarmee zij lesgeven! Ik heb een jaar lang één uur per week een barre workout gegeven bij Studio Patricia in Utrecht. Het heeft mij dagen aan voorbereiding gekost om de muziek te tellen en uit te schrijven, de oefeningen te bedenken en te repeteren zodat ik tijdens het lesgeven niks vergat. Dansles geven, vooral zo’n barre workout waarbij je zelf meedanst en tegelijkertijd instructies geeft, vraagt echt enorme concentratie en alertheid. Ik raakte er overprikkeld van en had steevast last van ‘black outs’. Dansles geven laat ik liever over aan de professionals, jullie!

Maud: “Als jij één iets zou mogen veranderen aan het werkveld van de dansdocent, wat zou dat dan zijn?”

Ik vind dat dansdocent een erkend beroep zou moeten zijn. Omdat er problemen kunnen ontstaan wanneer dansers zonder pedagogische en didactische scholing voor de klas gaan staan. Dat wil niet zeggen dat er geen getalenteerde autodidacten bestaan, maar je moet toch ergens een lijn trekken. Zij zouden dan alsnog hun certificaat kunnen behalen via de beroepsvereniging Dansbelang

Daarnaast vind ik dat klanten het recht hebben om te weten waar ze voor betalen. Prima als dansles geven iemands hobby is, maar laten we dat dan een ‘community class’ noemen, de tarieven laag houden en deze docenten een vrijwilligersvergoeding betalen. Dansdocenten die geschoold zijn zouden minimaal €32 per les moeten verdienen. Dit is het wettelijke minimumloon voor freelancers voor 1 uur lesgeven + 1 uur voorbereiding. Deze danslessen mogen dan ook wel wat meer kosten. Zo kan de consument bewust kiezen voor kwaliteit. 

Rimke: “Waar zie je zowel jezelf als Dansdocent.nu over 5 jaar?”

Ik wil de website uitbreiden met een webshop waarin (e-)books staan. Deze handboeken moeten antwoord geven op vragen als “Hoe zet ik een dansstudio op?” en “Hoe kan ik mijn dansstudio laten groeien”, of “Ik wil dansdocent worden, hoe pak ik dat aan?”. Daarnaast zou ik graag ieder jaar een fysiek tijdschrift uitgeven met de meest gelezen artikelen én exclusieve artikelen rondom een actueel onderwerp. Een soort jaarboek, maar dan leuker! En over vijf jaar reizen mijn redacteuren en ik het land door om workshops en trainingen te geven. 

Tegen die tijd is mijn masterscriptie Teaching Dance for Understanding ook bewerkt naar het Nederlands en uitgegeven als boek. Verder ben ik dan gespecialiseerd in het raakvlak tussen danseducatie en cognitiewetenschappen. Het is bovendien altijd mijn droom geweest om dansprofessor te worden en les te geven in het hoger onderwijs. Op Mills was ik al ‘peer tutor’ en coachte ik studenten op hun schijfvaardigheden. Dat smaakte echt naar meer! Het lijkt mij dan ook fantastisch om scriptiebegeleider te zijn. 

Over vijf jaar maar eens kijken hoever Dansdocent.nu en ik zijn gekomen… 

Heb jij ook een vraag voor Jacqueline? Stel je vraag hieronder!