De Staat van de Dans 2024 - 2025 pleit voor meer mentoren voor dansmakers

Beeld: Herman van Bostelen

NEDERLANDSE DANSDAGEN | Criticus Annette Embrechts signaleert in haar Staat van de Dans 2024 – 2025 dat de danssector mentoren mist, die talenten begeleiden in hun carrière. Tegelijkertijd ziet ze dat er te veel ontwikkelmogelijkheden zijn voor jong talent, maar ook dat makers hun voorouders een stem geven en klassiekers spannend vernieuwd worden. De Staat van de Dans wordt jaarlijks uitgesproken bij de opening van de Nederlandse Dansdagen.

De Staat van de Dans 2024 – 2025

De Staat van de Dans, jaarlijks uitgesproken bij de opening van de Nederlandse Dansdagen, blikt terug op het afgelopen seizoen. Wat valt op, wat doet pijn, wat geeft moed? Criticus Annette Embrechts schreef de Staat van de Dans: 2024-2025. Zij mist mentoren die talenten begeleiden in hun carrière. Verder merkt ze dat veel makers hun voorouders een stem geven en ziet ze hoe gezelschappen klassiekers spannend vernieuwen. Maar ze raakt de weg kwijt in de vele mogelijkheden voor de ontwikkeling van jong talent. Ze vraagt zich af waar dit toe leidt als talenten verder gevorderd zijn, en vervolgtrajecten dan ontbreken.

Mentorschap voor dansmakers

In 2024 werd bekend welke organisaties voor de cultuurperiode 2025-2028 subsidie ontvangen. Opvallend weinig mid-career makers werden gehonoreerd. Terwijl een ‘keten’ in de sector belangrijk is voor een goede doorstroming: van opleiding tot maker, van jong talent tot (inter)nationale top, van educatie tot participatie, van jeugd tot amateur. Oftewel voor toekomstperspectief. De sector besloot zich te verenigen en schreef in mei 2025 een call to action.

In De Staat van de Dans merkt Embrechts op dat constructieve reacties van politiek, fondsen en financiers daarna uitbleven. Daarom moeten de steunpunten van de danssector elkaar vinden buiten de gesubsidieerde paden en de rol van mentor op zich nemen. Grootheden in de dans als choreograaf Krisztina de Châtel (1943-2025) en theaterdirecteur Jan Zoet (1958-2024) maakten tijd voor oprechte en betrokken gesprekken, voor hulp, tips, advies en commentaar. Zij introduceerden talenten in netwerken, openden deuren voor hen en wezen op mogelijkheden.

Deze lijn kunnen bijvoorbeeld artistiek leiders van gezelschappen voortzetten, op het moment dat ze met pensioen gaan. Hierbij noemt Embrechts onder andere Conny Janssen, Ed Wubbe, Ted Brandsen, Roel Voorintholt, Emily Molnar, Marco Gerris, Alida Dors, Guy Weizman & Roni Haver.

jong talent

Verder ziet Embrechts dat veel makers hun voorouders een stem geven in hun voorstellingen. Denk aan Alida Dors, Dalton Jansen, Junadry Leocaria, Roshanak Morrowatian en Mami Izumi. Ook ziet ze hoe gezelschappen klassiekers spannend vernieuwen, met onder andere choreografieën uit het oeuvre van grootmeesters als Hans van Manen, Jiří Kylián en Krisztina de Châtel.

Maar ze raakt de weg kwijt in de vele mogelijkheden die er zijn voor de artistieke ontwikkeling van jong talent. Er zijn talloze festivals en regelingen die de aanwas van startende makers stimuleren. Terwijl de ondersteuning van mid-career makers steeds verder afneemt. “Waar moeten al die makers – inmiddels lang niet allemaal beginnend - (...) in de nabije toekomst op eigen kracht of naam naar toe?”, vraagt ze zich af.

Critictafel

Vanaf 2025 werken Nederlandse Dansdagen en Theaterkrant samen aan De Staat van de Dans. In de dansspecial van De Criticitafel van Theaterkrant bespreken dansjournalisten Annette Embrechts, Fritz de Jong en Mina Etemad samen met theaterjournalist en presentator Hans Smit live aan tafel De Staat van de Dans.

Bronnen